Bloot
Ted van Lieshout
In dit boek zijn twee thema’s met elkaar verweven. Aan de ene kant gaat het over het plan van Ted van Lieshout om een boek te schrijven over het bloot in de kunst. Een boek dat geschikt moet zijn voor kinderen. Aan de andere kant is het ook het verslag van een mailwisseling tussen Ted van Lieshout en een medewerker van het Amsterdamse stadsarchief.
Die mailwisseling is begonnen met een vraag om informatie voor het boek dat Van Lieshout wil schrijven. De mails gaan dan ook over kunstbeschouwing, maar krijgen gaandeweg een steeds meer persoonlijk karakter. De lezer komt steeds meer te weten over de privéomstandigheden van schrijver en archivaris. Op het moment dat de mailwisseling vervangen zal worden door een persoonlijk contact, trekt de archivaris zich echter terug. Hij geeft zich zogezegd ‘niet bloot’. De reden daarvoor laat zich gemakkelijk raden voor wie alle mails heeft gelezen. Beide mannen hebben een moeilijk verleden gehad op het gebied van seksualiteit. Ted van Lieshout gaat er open mee om. De archivaris geeft op zijn beurt ook het een en ander prijs, maar wil anoniem blijven. Op een laatste mail van Van Lieshout komt geen antwoord meer.
Het is knap zoals de auteur deze thema’s in elkaar over laat vloeien. Wat mij betreft is de persoonlijke kant van het boek echter wat minder interessant. De toon is soms ook wat zeurderig en de fixatie op seks doet wel eens wat krampachtig aan. Maar de beschouwingen over bloot in de kunst zijn interessant en tillen het boek boven het persoonlijke uit.
Bloot in de kunst is in onze tijd als gevolg van de Me Too-beweging controversioneel geworden. In de Europese kunst is vooral het vrouwelijk naakt als thema niet weg te denken. Het komt in elke culturele periode voor. Nu de norm vandaag de dag meer een ethische dan een esthetische is, wordt dit een probleem. Het is vooral de ‘male gaze’, de wellustige blik van witte heteromannen, die het probleem is. Het zijn immers vooral vrouwen die naakt afgebeeld worden door merendeels mannelijke kunstenaars. In het Van Goghmuseum in Amsterdam hangt een schilderij van de impressionist Edgar Degas. Het stelde een naakte badende vrouw voor, op de rug gezien. Past dat nog wel in deze tijd? Bezoekers noemen het schilderij ‘voyeuristisch’, ‘seksistisch’ en ‘vrouwonvriendelijk’ (Het Parool, 22 februari 2020). Anderen zijn echter bang dat als deze trend doorzet, er ontzettend veel kunst uit de musea zal verdwijnen. In hun ogen gaat de samenleving weer terug naar de tijd van de ‘victoriaanse preutsheid’.
Van Lieshout laat zien dat de tijden vaker zijn veranderd op het gebied van bloot in de kunst. De Renaissance produceerde een overvloed van naaktfiguren, tot in de kerken en kathedralen toe. Plak de naam van een Bijbels persoon of iemand uit de Griekse mythologie op de afgebeelde schone dame of gespierde man en het was geen erotiek, maar kunst met een moraal. In het tijdvak van de Contra-Reformatie (16de eeuw) daarentegen werden schilders aangesteld die de geslachtsdelen moesten bedekken met doekjes, bladertakken of een broek. Het Concilie van Trente had in 1563 bepaald dat naaktheid lustopwekkend was en niet gepast was voor kerkgebouwen. Het is echter de ironie van de geschiedenis dat de grootste collectie erotische kunst in het Vaticaan is te vinden. In de loop van de tijd nam het Vaticaan veel erotische kunst in beslag en werd het achter slot en grendel opgesloten.
In dit boek wordt werk besproken van onder meer Rembrandt, Boucher, Masaccio, Hubert en Jan van Eyck, Hugo van der Goes, Michelangelo, Leonardo Da Vinci, Albrecht Dürer, Bernini, Courbet, Rodin en Titiaan. Van elk besproken werk is een afbeelding opgenomen, sommige zelfs in kleur. Het is heel interessant te volgen hoe in meerdere mails Van Lieshout en zijn gesprekspartner een compleet beeld van het kunstwerk opbouwen. Ze vullen elkaar aan in het benoemen van aspecten, stellen dieper gaande vragen en gissen naar de bedoeling van de kunstenaar en de betekenis van het kunstwerk. Zo wordt Bloot een onderhoudend lees- en kijkboek.
Ted van Lieshout (1955) is vooral bekend als schrijver van kinderboeken. In 2009 kreeg hij de Theo Thijssenprijs voor jeugdliteratuur.
In 2012 publiceerde hij de roman Mijn meneer, die hij baseerde op zijn jeugdervaringen met een pedofiele man.
ISBN 9789021421025 | Paperback | uitgeverij Querido | omvang 184 pagina’s | februari 2020
© Henk Hofman, 21 april 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER