Nieuwe jeugdboekrecensies 13+

Malak
Erik Wouters


"December 2015
Ik wist al maanden dat het leven voor mij en mijn gezin onhoudbaar werd in Gaza. Ik moest verdwijnen.
Gaza is de grootste gevangenis ter wereld. [...] De grens tussen Gaza en Egypte is twaalf kilometer lang. Op de grens staat een acht meter hoge stalen muur, die tot achttien meter onder de grond gaat om smokkel via tunnels te verhinderen.
Er is maar één grensovergang tussen Gaza en Egypte, in Rafah.
Bovendien is die grensovergang heel zelden open. In het jaar 2015 gebeurde dat maar drie of vier keer" "
Via via vernam ik dat de grens open zou gaan op donderdag 3 en vrijdag 4 december. Mijn vrouw Lima en ik besloten dat ik mijn kans moest wagen."


En zo komt het dat Nader, de vader van de twaalfjarige Malak is ineens verdwenen ... Mama vertelt dat haar baba vertrokken is naar Europa. "Hij zoekt een nieuw land voor ons. Een veilig land."

Pas eind december ontvangen de thuisblijvers een telefoontje, baba is via Duitsland veilig gearriveerd in een asielcentrum in Luik. De opluchting is groot. Maar nu begint het wachten... wanneer zullen ze elkaar weer zien?


In apart hoofdstukken vertellen Nader en Malak hoe de tijd voor hen verliep, welke ervaringen ze opdeden. Nader heeft moeite met het feit dat hij niets mag. De asielaanvraag is gedaan maar naar wanneer hij te weten komt of hij daadwerkelijk asiel krijgt, is het raden.
Ondertussen probeert mama Lima er het beste van te maken. Malak mist haar vader enorm en gelooft eigenlijk niet dat ze werkelijk weg zullen gaan, baba heeft al zo vaak 'binnenkort' gezegd.


Maar drie jaar later, 12 september 2018,  is het zover... totaal onverwacht vertrekt het gezin eindelijk uit Gaza. Malak wist nergens van. Ze heeft van niemand afscheid kunnen nemen behalve van haar sido (opa). Haar vriendin begrijpt het niet, ze is boos, waarom is Malak weg? Na een verblijf bij mama's zus in Alexandrië komt eindelijk de dag dat ze naar België vertrekken. Eindelijk baba weer zien!


En dan begint het nieuwe leven...
De taal vormt natuurlijk een barrière. Voor Malak is het bijna een must deze zo snel mogelijk te leren, al is het alleen al om haar leraar te kunnen vertellen dat Gaza niet Israël is maar Palestina. Ze is zo boos dat ze "haar Nederlands kwijt is" Ze kon niet meer spreken van boosheid. Ze zal en moet dus Nederlands leren. "Ik wil kunnen spreken, ook als ik boos ben, heel erg boos."

Het valt Malak op dat haar vader soms extreem reageert op bijna gewone zaken. Maar altijd blijkt daar een verhaal achter te zitten. Verhalen over de tijd in Gaza. Als jonge jongen heeft Nader veel gezien en meegemaakt, te veel...

Het is inmiddels 2021. Malak en Nader hebben hun verhaal verteld aan een Vlaamse vriend die het voor hen in correct Nederlands opschrijft.
Vooral Nader heeft veel gezien en meegemaakt. Voor Malak was vooral de overgang van Gaza naar België heftig. Toch is het Malak die alles wil weten van haar vader en vooral over het waarom van het wegmoeten... Waanzin is haar reactie, maar toch is er ook dankzij Nader veel begrip.

Het boek is zonder sentimentele opsmuk en gruwelijkheden geschreven. Maar het is wel een eerlijk en open verhaal.
Het is een relaas van een vader en dochter die in bijzondere en ook moeilijke omstandigheden elkaar nooit verloren zijn. Vader leert van dochter en andersom. Indrukwekkend om te lezen over hoe het voor mensen is om hun land en familie te moeten verlaten.

ISBN 9789044855272 | Hardcover | 93 pagina's | Clavis | 27 september 2024
Leeftijd 14+

© Dettie, 13 oktober 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Cardboard Cowboys
Lenny Lambert & Bruce

Brian Conaghan


De dertienjarige Lenny is niet gelukkig. Vanwege zijn postuur, dat aan de forse kant is, wordt hij gepest op school.


‘Beeld je in dat je gevangenzit in een wereld met alles wat je haat. Stel je voor hoe je je daar voelt. Dan weet je hoe het voor mij op school is.’


Als hij het weer eens beu is blijft hij weg van school en gaat op ‘zijn’ bankje zitten aan de rand van het kanaal. Op een dag heeft hij daar weer even gezeten en drinkt een blikje Irn-Bru leeg. Als het leeg is, gooit hij het met alle kracht weg: even afreageren. Net als de verpakking van de chips en het pasteitje dat hij op heeft zitten eten.
En dan komt er een man op hem af.
Een man met een verwilderde baard, een rode pomponmuts en lompe laarzen. Waar komt die ineens vandaan?

‘Wat zou je zeggen als ik jouw huis als een stortbelt gebruikte?’

Huh? Wat bedoelt die man?
Lenny loopt weg, naar school, waar hij ondanks dat hij er uren niet was, niet eens gemist lijkt te zijn.
Het is best wel moedig van hem dat hij terug gaat naar de plek waar hij die malloot aantrof.


En dan ontstaat er een vriendschap: de dertienjarige dikke jongen en de oudere zwerver Bruce vinden elkaar. Beiden zijn alleen en worden uitgekotst door de maatschappij. Of zo voelt het tenminste.
Lenny heeft eigenlijk liefhebbende ouders, maar die laten dat niet echt merken. Erger: ze lijken nauwelijks te weten waar de jongen mee bezig is. Waar hij zo over in zit.
Lenny vraagt zijn moeder of hij, net als zij zo vaak doet, ook een brief mag schrijven aan zijn broer, maar ze verbiedt dat.
Ja, er is een oudere broer, Frankie, maar die woont niet thuis. Waar dan wel, en waarom dat zo is, wordt pas laat duidelijk. Vanaf het begin worden er eigenlijk alleen maar vragen opgeworpen, die niet beantwoord worden. Over de jongen en zijn gezin dus maar ook over Bruce: waarom woont die in een kartonnen huis?


De vriendschap leidt tot een roadtrip, met verrassende gevolgen. Via terugblikken wordt duidelijk wat er gebeurd is, wat de jongen dwars zit. En wat de oudere man dwarszit.
Ze delen een liefde voor muziek, en de jongen is best kunstzinnig: hij tekent en maakt haiku’s.
De vormgeving is goed gekozen: op de omslag zie je allerlei voorwerpen die een rol spelen in het boek: de gitaar, de muts, de handboeien.
De taal is mooi en vindingrijk (voor een deel ligt dat ook aan de vertaler).
Erg mooi!


‘Hij neemt me in de urine’

‘Gesis in haar ogen’

‘ O, voorbibs…’

‘Soms kan ik geen touw aan de wereld vastknopen.’

‘Het is lastig om de schoonheid van de bomen toe te laten als je jezelf spuuglelijk voelt.’


Brian Conaghan (1971, Coatbridge, Verenigd Koninkrijk)  is een Schotse auteur, maar woont in Dublin.
In 2013 werd een eerder boek in het Nederlands uitgegeven als De jongen die het liet regenen.


ISBN 9789047714729  | Hardcover | 352 pagina’s | Uitgeverij Lemniscaat| mei 2024
Vertaald uit het Engels door Lydia Meeder | Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 23 mei  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Zwarte vlinder
2. De schemertijdcodes
Roel Verheggen & Conz


Yara is een dertienjarige tiener, een meisje dat graag de wereld wil ontdekken die aan haar voeten ligt. Ze heeft via Tinder een jongen leren kennen, op wie ze denkt verliefd te zijn. Maar ze heeft hem nog nooit in het echt gezien. Op de foto is Melvin een knappe jongen en ze hebben al zoveel contact met elkaar gehad dat Yara een klik voelde. Hun contact voelt alsof Melvin haar soulmate is.
En dan vraagt hij om een ontmoeting.


‘Zullen we morgen afspreken? Appte Melvin. Pik ik je rond zeven uur op.’


Geen haar op het hoofd van Yara dat er aan dacht dat het wel eens een verkeerde beslissing zou kunnen zijn om in te gaan op de praatjes en voorstellen van Melvin.
Maar dat blijkt het dus wel te zijn. En niet een beetje fout, maar heel erg fout.
Met open ogen is ze er in getrapt. Als hij haar chanteert met foto’s die hij van haar genomen heeft terwijl ze door zijn toedoen bedwelmd is geraakt, kan ze niet anders dan toegeven.


Hoe kan ze zich vrij maken uit deze situatie? En tegelijk een lotgenoot, het meisje Evi, helpen?


Het verhaal ontwikkelt zich als een spannende thriller, maar is in feite een waarschuwing voor de jonge lezers: bezint eer gij begint.
Want als je in de echte wereld in de handen valt van dit soort criminelen, dan is het niet zo dat je zoals het boekmeisje Yara wordt geholpen door wezens uit de schemertijd!
Voor lezers van het eerste deel van de schemertijdcodes is Michaël een bekende figuur. Wat voor figuur het is, blijft onduidelijk, maar hij verleent Yara de hulp die ze hard nodig heeft.
De wereld waar zij het tegen op moet nemen is een harde wereld.
Van mannen die rijk en machtig zijn en nog rijker en machtiger willen worden, en die daarom nietsontziend te werk gaan.


Wat opvalt is dat het eerste deel van deze reeks voor kinderen van 10 en ouder geschikt was, waar dat met dit tweede deel zeker niet het geval is. De lezer van het eerste deel is intussen ouder en kan dit nu aan waarschijnlijk.
Naast het fictieve ietwat magische aspect is het namelijk vooral een indringend verhaal, een thriller die de feiten niet verhult.
De lezer wordt gewaarschuwd, zoals ook in het eerste deel een waarschuwing zat voor de gevaren van sociale media.


Roel Verheggen (Lottum) schreef de vierdelige serie ‘De geheimen van Schatterdam’ van Griebel, Vlievlug, Maanvonk en Zilverwind. Zwarte vlinder is het tweede deel van  de serie De Schemertijdcodes.


ISBN 9789044852639  | Hardcover | 200 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2024
Zwart-wit tekeningen door Conz | Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 12 april  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall
Ali Standish


We beginnen in Edinburgh, aan het einde van de negentiende eeuw.
Arthur Doyle is de veelbelovende zoon in een gezin dat het niet breed heeft. De vader drinkt, en al doet Arthurs moeder haar best om haar kinderen te voorzien van eten en kleding, de jongen neemt toch een moeilijk besluit: hij zal gaan werken. Dan maar niet verder leren.
Zijn moeder protesteert: hij kan zo goed leren en als hij op school blijft kan hij in de toekomst meer voor hen betekenen!


Terwijl Arthur daar nog over loopt te piekeren komt er een brief - van wie?? - waarin hij wordt uitgenodigd naar de Baskerville Hall te komen. Een besloten school, voor bijzonder begaafde kinderen en waar dus niet zomaar iedereen op terecht komt. En gratis.
Zijn moeder dringt er op aan dat hij gaat en zo maakt Arthur zijn eerste luchtreis. Per Zeppelin!
De bestuurder blijkt ook de rector van de school, en die kan, na wat er tijdens de vliegreis gebeurde, zeker geen spijt hebben van Arthurs komst naar zijn school.


Dat heeft hij dan ook niet, tot er allerlei vreemde dingen gebeuren, die allemaal met Arthur en zijn vrienden te maken hebben. Er zijn geheime genootschappen, inbraken waarbij niets ontvreemd wordt, uitgestorven dieren, verborgen vertrekken en gangen, en de leraren zijn niet altijd wie ze lijken te zijn.
Helaas heeft Arthur behalve vrienden ook vijanden. En daardoor dreigt er op een gegeven moment zelfs een schorsing.
Maar hij moet zijn vrienden niet onderschatten…


De titel is ‘Het onwaarschijnlijke verhaal’…
In het begin denk je nog dat het allemaal wel meevalt. Een bijzondere school, oké, maar dat zou zo maar kunnen. Maar dan gebeuren er dingen die inderdaad onwaarschijnlijk zijn, en krijgt het verhaal een magisch tintje.


Wie de verhalen van Sherlock Holmes kent, zal diverse namen herkennen. Doyle zelf natuurlijk, die de schrijver is van de mysteries die Holmes op moet lossen.
In dit avontuur, een meeslepend en spannend verhaal, dat absoluut om een vervolg – of meer – vraagt, volgen we de jonge Doyle, die inderdaad slim is. En moedig.
Achterin vinden we foto's en tekeningen plus een korte biografie van Arthur Conan Doyle.


Ali Standish studeerde jeugdliteratuur aan de universiteit van Cambridge. Ze is schrijfster van boeken voor iedereen die jong van geest is. Ze won onder meer de Jane Addams Book Award Honor voor uitmuntende jeugdliteratuur die kinderen aan het denken zet over vrede, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid voor alle mensen. Dit boek - en inderdaad het vervolg! - schreef ze in samenwerking met de Conan Doyle Estate Ltd.


ISBN 9789047716303 | Hardcover | 325 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat| februari 2024
Vertaald uit het Engels door Johanna Rijnbergen| Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 25 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Een brandend hart
Luc Hanegreefs

1995. In Littleford, New Hampshire, heeft de geschiedenisleraar net voor Halloween een oud verhaal verteld: een meisje dat overleden is aan tbc, spookt volgens de overlevering sinds haar dood rond op het vervallen kerkhof, bij de ruïne die overgebleven is van dat deel van Littleford.
Enkele jongeren gaan naar de plek, ze willen wel eens griezelen.
Bij het graf ontdekt Vicky een tekst op de grafsteen, het doet haar griezelen, maar ze voelt ook medelijden met het betreffende meisje. Wie was Rose? Waarom is ze zo jong gestorven? En wat betekent die tekst?


Ik wacht op je
ik kijk naar je uit.


Als ze terug willen rijden loopt alles uit de hand: een van hen verdwijnt…
En daar blijft het niet bij. Wat gebeurt er toch in het anders zo vredige dorp?


Meer dan twintig jaar later wonen David en Lynn met hun moeder in een stacaravan. Hun moeder drinkt, en verwaarloost haar kinderen. Ze heeft niet eens in de gaten dat David een nacht niet thuis is gekomen. Hij vertelt zijn zus over zijn nachtelijk avontuur, waarbij hij een schedel heeft gevonden.
Heeft hij een van de slachtoffers gevonden die in 1995 verdwenen zijn?


Maar misschien is er ook een verband met wat er in datzelfde dorp in 1808 gebeurd is. In dat jaar  overleed het meisje Rose, en ze was niet de enige. Er heerste tbc. In die tijd speelde bijgeloof een grote rol, men wist niet beter, al die doden, het moest de straf van God zijn.


Een romantisch verhaal, met thrillerachtige elementen. Een meeslepend verhaal, ontroerend bij tijden, maar ook schokkend.
Het verhaal is verdeeld in drie delen. 1995, het heden en het verhaal waarop alles gebaseerd is, dat speelt aan het begin van de negentiende eeuw. Ware gebeurtenissen inspireerden Luc Hanegreefs tot dit verhaal. Dat wordt jammer genoeg niet verder uitgelegd, maar het deel dat zich afspeelt in  1807 is vast niet uit de duim gezogen.

Luc Hanegreefs (1959) werkte jarenlang als journalist voor onder meer De Tijd, VRT en de nieuwsdienst van VTM. Hij is docent aan de Hasseltse hogeschool, waar hij studenten journalistiek opleidt. In 1996 verscheen zijn eerste jeugdboek.

ISBN  9789044851649 | hardcover | 264 pagina's | Uitgeverij Clavis | augustus 2023
Leeftijd vanaf 14 jaar

© Marjo, 12 oktober 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Hellenacht
Erik Jan Tillema

‘Het is geen inbreker. Was dat maar waar. Het is iets wat niet kan bestaan en toch loopt het door de slaapkamer. Het zit achter mij aan. Ik wil schreeuwen. Ik wil gillen, ik wil mij helemaal laten gaan. Een herkenbaar geluid galmt door de kamer. Het is iets dat ik al eerder gehoord heb en juist daardoor doen de woorden pijn aan mijn oren. Ik weet: dit is mijn eigen schuld. Ontsnappen is onmogelijk.’


Emma is alleen thuis. Dat wil zeggen: haar ouders zijn er niet. Emma’s oma is namelijk net overleden, er moeten dingen geregeld worden. Emma hoefde gelukkig niet mee, ze vond deze oma helemaal niet aardig. En nu kan ze haar vriendinnen uitnodigen voor een avondje Netflix, pizza en stiekem Bacardi-cola drinken.


Maaike en Jorien waren al lang haar vriendinnen, en vooral Maaike is er niet blij mee dat Emma ook Tessa heeft uitgenodigd om te komen. Zij begrijpt niet dat Emma dat wil! Tessa draagt altijd zwarte kleren en is eigenaardig opgemaakt.
Als er die avond rare dingen gebeuren, wijst Maaike dan ook allereerst naar Tessa: het is vast door haar toedoen dat de lampen knipperen en het lijkt alsof er heel veel munten van de trap naar beneden kletteren. En die bliksem? Ach, dat roept dat rare kind ook op!
Natuurlijk is dat niet zo. Emma weet wel beter. Maar dat vertelt ze niet tegen haar vriendinnen.


Er heerst een toenemende spanning, vooral als blijkt dat ze het huis niet uit kunnen. Wat gebeurt er toch allemaal? Ook al begin je als lezer het een en ander te vermoeden, het is zo spannend geschreven, lekkere korte hoofdstukken, dat je haast ademloos doorleest. Het is een griezelig verhaal, maar, al lijkt het daar heel lang wel op, het is gelukkig niet zo griezelig dat je er wakker van gaat liggen. Want het is duidelijk dat Emma er meer van weet. het verhaal wordt door haar in de ik-vorm verteld. Het is ook een verhaal over tienermeiden, overtuigend neergezet met hun onderling gekissebis, waar hun vriendschap niet echt onder lijdt.


Erik Jan Tillema (1983) is godsdienstwetenschapper maar vertelt graag verhalen en laat zich daarbij inspireren door de vele eeuwenoude teksten uit verschillende religies. Met Bureau Deus geeft hij boeken uit waar hijzelf enthousiast van wordt: van vrijzinnige kerkgeschiedenis tot prachtige prentenboeken.


ISBN 9789044848601 | Hardcover | 120 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2023 |
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 25 mei 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het addergebroed van Slot Thetinga
Margaretha van Andel


Slot Thetinga bevond zich ten noorden van Wieuwerd, een dorp vlak bij Sneek en Leeuwarden.
Het bestaat nu niet meer maar in de tijd waarin dit verhaal speelt was het landhuis, dat ook wel Waltastate genoemd werd.
In 1688 erfden drie zussen, de freules Van Aerssen, het huis. Zij hadden in Middelburg de Fransman Jean de Labadie (1610-1674) leren kennen en zich bij zijn geloofsgemeenschap aangesloten. Toen de Labadie - net als hem eerder in Frankrijk was overkomen - ook uit Middelburg verdreven werd, nodigden de freules hem uit om naar Wiuwert te komen.


Zo kwam hij in Friesland terecht. Wie zich bij hem aansloot moest al zijn bezittingen inleveren, en was gehoorzaamheid verschuldigd. Eerdere doopsels of huwelijken werden niet erkend.
De Labadie besliste daar zelf over. En de broeders controleerden streng.


In deze setting laat Margaretha van Andel haar verhaal spelen.
Aan het einde van de zeventiende eeuw woont Jean met zijn moeder in de labadistengemeenschap. Zijn vader wilde niet in het gareel en is vertrokken. Hij beloofde zijn zoon dat hij hem zou komen halen, maar Jean heeft hem nu al jaren niet meer gezien.
Intussen is zijn moeder hertrouwd volgens de regels van de gemeenschap.
Jean wacht op erkenning: waarom wordt hij maar steeds niet gezegend, wat de eerste stap is om volwaardig sektelid te worden?

‘Rodrick doet vreemd de laatste tijd. Afstandelijk. Waarom?
Zijn blik dwaalt verder en blijft hangen bij zijn twee stiefzusjes. Ze zitten naast elkaar. Dat lukt ze bijna altijd. Maar de twee kijken niet terug. Ze doen alsof hij niet bestaat.
Hij weet waarom. Ze vinden dat hij niet in deze zaal hoort (i.e de eetzaal) Dat hij aan de boetetafel zou moeten zitten zoals de andere kinderen waar iets mee is. Kinderen die – volgens zijn nieuwe vader – het beste kunt vergelijken met de eieren van basilisken en serpenten. Addergebroed.’


Jean stelt vragen, maar krijgt geen antwoorden. Vragen stellen was niet gewenst, je moest doen wat er gezegd werd.
Maar: Voor wie was bijvoorbeeld dat lekkere gebraden gevogelte dat hij in de keuken had zien liggen? Op hun tafel verscheen het niet.
En waarom wilde Père Yvon, zoals ze de leider noemen, de rijke boer die verderop woont zo graag in de sekte hebben?
En dat nieuwe meisje, Hielke, noemen ze een gedrocht? Hoezo, ze is in zijn ogen een normaal leuk meisje!
Als hem vriendschap met het meisje, of met de blinde jongen Isaac verboden wordt, is hij het beu.

De hoofdpersoon Jean is fictief, zoals ook zijn wederwaardigheden. Maar Van Andel heeft gedegen onderzoek gedaan, haar verhaal daarover staat ook in het boek. Wat zij uit geschriften heeft geleerd, heeft ze prachtig verweven in dit verhaal.
Het is geen moment saai, geen wijdlopige uitleg, maar een avontuur over een jongen die graag zijn eigen leven wil leiden.
Prachtig!


Zien hoe het huis er uit zag? Kijk HIER


Margaretha van Andel (1959) is een Nederlandse schrijfster van jeugdboeken en vertaalster. En van vele markten thuis!


ISBN 9789047716853 | Hardcover | 269 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juni 2024
Leeftijd vanaf 13 jaar.

© Marjo, 21 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Huisarrest
Veritas deel 2
Simone Kortsmit


Een tiener steekt een leraar neer met een mes. Hij belandt in een tbs-kliniek.
Het begint met het verhaal over hoe dat gegaan is en hoe hij na een jaar of twee toestemming krijgt voor een onbegeleid verlof.


‘Het kan even wennen zijn. Dat weet je, hè? De buitenwereld met al zijn drukte en alle verleidingen.’ Ze tuurt in mijn dossier en slaat dat dan dicht. ‘Maar je hebt je tijdens alle uren begeleid verlof tot nu toe goed gedragen. Dat moet dan zonder dat er iemand van ons meegaat ook prima lukken. Toch?’
‘Tuurlijk, beloofd.’ Ik sta op. ‘Mag ik?‘
Ze gebaart naar de deur.
Met een brede grijns loop ik de kamer uit.
Onbegeleid verlof.
Eindelijk.’


Als daarna Lola haar verhaal doet, heb je al een vermoeden dat er ergens iets fout zal gaan. Maar wat?
Lola heeft een talent voor acteren, maar minder voor wiskunde. Ze heeft niet zo’n best humeur als ze er in de toetsweek niet veel van gebakken heeft. Dus heeft ze veel zin in dat feest dat klasgenoot Eileen geeft.
Maar het lijkt erop dat het niet door kan gaan, ze moet oppassen op haar jongere broertje. Ze baalt vreselijk, en neemt dan een besluit:
ze laat Daniel alleen thuis. Hij lag zo rustig te slapen, Lola dacht dat het wel kon. Maar haar moeder ontdekt het: Lola krijgt huisarrest.
En ze baalde al zo vreselijk na het feest, omdat ze haar vriendje had gezien in een compromitterende situatie met notabene haar beste vriendin!
Zo kwaad is ze dat ze allebei haar vrienden op haar telefoon blokkeert.
En daar zal ze spijt van krijgen…


Want het weekend na het feest is haar moeder van huis, Lola is alleen met haar broertje.
Het wordt een enerverend weekend, en of dat allemaal goed af zal lopen?


Lola’s verhaal is het hoofdverhaal, met tussendoor cursief stukken door Justin. En er speelt nog iets op de achtergrond: op het nieuws gaat het over een meisje dat vermist is.
Een reuze spannend verhaal met een akelig realistische achtergrond. Een heuse thriller.
Met een voorafje over de tbs-kliniek, en hoe dat gaat. Al is het een tweede deel, het kan los gelezen worden. De serie gaat over wraak en familie, met andere hoofdpersonen.


Simone Kortsmit (1971, Roosendaal) is journalist en heft een studie rechten gedaan. Na de serie Turntoppers is er nu de serie Veritas. Beide series werden geïnspireerd door haar eigen dochters.

 
ISBN 9789044842289 | Hardcover | 184 pagina’s | Uitgeverij Clavis | maart 2024
Leeftijd vanaf 14 jaar

© Marjo, 2 mei 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Niemand mocht het weten
Greet Beukenkamp


Voor Simone is het leven niet gemakkelijk. Haar broertje Marijn heeft een stoornis in het Autisme spectrum en hoe dol ook op hem is, het is vaak lastig om met hem om te gaan.
Haar ouders vinden dat natuurlijk ook. Ze laten het meestal aan Simone over om Martijn naar bed te brengen – dat wil hij ook het liefst – en dat ze op hem moet passen komt ook vaak voor.
Maar als hij een van zijn woede aanvallen heeft, dan wil ze het liefst weg!


Als er nieuwe buren komen, spreekt de buurman haar al heel snel aan: of ze misschien op hun dochtertje wil passen af en toe. Amber is een jaar of twee, en Simone vindt haar reuze schattig.
Ze is wel erg jong, vinden haar ouders, ze moet nog veertien worden, maar Simone zet door.

Simon, de buurman en zijn vrouw Barbara, zijn erg aardig, en bij hen voelt ze zich vrij.
Ze is ook nogal gevleid door de speciale aandacht van Simon, die haar zelfs meer uit neemt naar een concert. Is ze zelfs verliefd op hem, zoals haar vriendin en Martijn denken? Maar dat mag natuurlijk niet. Hij is veel ouder en getrouwd.


Toch, als de buren haar vragen of ze met hen meegaat als ze een weekje naar zee gaan, besluit ze ja te zeggen.
Dat ze daar vreselijk spijt van zou krijgen, hoe had ze dat kunnen weten? Simone weet niet meer wat ze moet, ze durft niemand iets te vertellen. En dat mag ze ook niet, want niemand mocht het weten! Maar haar omgeving merkt wel dat Simone niet meer de oude is.


In dit verhaal vertelt Greet Beukenkamp over het ergste wat een onschuldig en ietwat naïef tienermeisje kan overkomen. Grotendeels binnen het verhaal maar ook in een nawoord vertelt ze nog eens waar je op moet letten, wat je rechten zijn. Hoe je je kunt wapenen, en hoe je kunt leren om nee te zeggen.Het voornaamste is dus dat je juist niet je mond houdt, maar iemand zoekt aan wier je het kunt vertellen. Iemand die je kan vertrouwen.


Greet Beukenkamp (Haarlem, 1939) heeft haar opleiding onderwijzeres afgerond om daarna psychologie te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam.
Na haar debuut in 1992 heeft ze nog veel meer geschreven.

ISBN 9789044853162 | Hardcover | 496 pagina's | Uitgeverij Clavis | februari 2024
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 1 april 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Spiegelhaat
Erna Barth


De ik-figuur is de achttienjarige Libby. Ze is in een heel akelige situatie terecht gekomen, misschien was ze op dat moment naïef, maar dat is wel veranderd! Nu plant ze om weg te komen, een eigen leven te gaan leiden! Als het verhaal begint staat ze voor de spiegel:


‘Ik kijk in de spiegel en haat wat ik zie. Die reebruine ogen en volle lippen in een hartvormig gezicht, omringd door lang, dik, rossig krulhaar. Ik zie eruit als een damsel in distress uit zo’n damesromannetje van Mona, wachtend op de held, de prins op het witte paard, die haar komt redden. En ze leefden nog lang en gelukkig’


Maar haar situatie is niet als in een damesromannetje!
Dat vertelt Libby zelf als het verhaal verder gaat: hoe ze in de ban geraakte van Guido, een machotype met een vlotte babbel, die haar van alles beloofde.
Haar droom leek uit te komen. Libby wil namelijk zangeres worden en Guido zou haar helpen. Hij kende de juiste mensen, zei hij. Als hij haar meeneemt naar een club gaat ze ervan uit dat ze daar zal gaan zingen. Ze ziet wel andere meisjes rondlopen:  ‘ in glitterpakjes  - meer lapjes dan kledingstuk’  die drankjes rondbrengen, maar dat hoeft zij niet te doen.
Nee, in het begin niet...
De lezer voelt het al aankomen: Guido heeft haar bedrogen. En nu moet ze zien te ontsnappen.


Wie eerder boeken las van Erna Barth weet al wel dat ook dit verhaal spannend gaat worden. Het is niet een situatie waarin jongeren dagelijks verzeild raken, maar het zou zo maar kunnen. Hopelijk ontmoeten zij dan net als Libby mensen die willen helpen! Realistisch verhaal dus.
De hoofdstukken zijn meestal kort, de dialogen zijn sprankelend en tussendoor zijn er flarden muziekteksten.

Erna Barth (Spijkenisse, 1966) is niet altijd dol geweest op lezen. Maar nu wel, en ze is ook zelf gaan schrijven. Haar debuut Lef verscheen in 2019, gevolgd door Moordspel en Spiegelhaat.


ISBN 9789044850734 | Hardcover | 152 pagina's | Uitgeverij Clavis | november 2023
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 24 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Brown girl dreaming
Jacqueline Woodson


In de Young Adult novel Brown girl dreaming beschrijft Jacqeline Woodson op poëtische wijze haar jeugd in de Verenigde Staten in de jaren ’60-’70. Een jeugd die gevormd is door de warmte en geborgenheid van haar familie uit South Carolina, maar die ook getekend is door een door rassenongelijkheid sterk gesegregeerde samenleving.
In het boek ontdekt Jacqeline haar identiteit en persoonlijkheid tegen de achtergrond van de emancipatie van de Afro-Amerikaanse bevolking van de VS.


Het boek begint op de geboortedag van Jacqueline, op 12 februari 1963 in Columbus Ohio, VS – “een land gevangen tussen Zwart en Wit”, zoals Woodson schrijft. En in hoofdstuk 2 noemt ze meteen een paar memorabele historische gebeurtenissen:
Martin Luther King Jr. bereidt een protestmars voor naar Washington, Malcolm X staat in Harlem op een zeepkist te praten over een revolutie, het is zeven jaar geleden dat Rosa Parks weigerde haar zitplaats in de stadsbus op te geven en het is nog geen drie jaar geleden sinds een bruin meisje genaamd Ruby Bridges, naar een witte school ging:


“Gewapende bewakers omsingelden haar terwijl honderden
witte mensen spuugden en haar uitscholden.
Ze was zes jaar oud.”


In Brown girl dreaming maakt Woodson duidelijk hoe slavernij en discriminatie diepe sporen trekken door het leven van vele generaties Afro Amerikanen. De generatie van de hoofdpersoon Jacqueline is misschien de eerste generatie die onbevangen kan dromen over de toekomst:


“de mensen
die op mij lijken
blijven vechten
en protesteren
en vermoord worden
zodat vandaag
– 12 februari 1963
en elke dag vanaf dit moment,
bruine kinderen zoals ik
vrij op kunnen groeien. Kunnen
leren en stemmen en lopen en rijden
waar wíj maar willen.”


De familie van Jacquelines vader komt uit Columbus Ohio, de familie van haar moeder uit Greenville in South Carolina. De vader van Jacqueline is zelfbewust en trots en dat lijkt ermee te maken te hebben dat de slavernij in het noorden van de VS eerder afgeschaft is dan in het zuiden. De betovergrootvader van Jacqeline (aan vaders kant) was vrij geboren in Ohio in 1832. De noordelijke staten in Amerika besloten tussen 1776 en 1804 slavernij af te schaffen. In het zuiden van de VS wilde men daar niet in meegaan. Er was een burgeroorlog (1861-1865) voor nodig om ook de slavernij in het zuiden af te schaffen. De vader van Jacqueline heeft daarom een hekel aan het zuiden:


“Je mag je Zuiden houden, zegt mijn vader. Hoe ze ons daar behandeld hebben,”


“Er zal nooit een Woodson zijn
die achter in de bus zit. […]
Er zal nooit een Woodson zijn die zijn ogen moet neerslaan
naar de grond.”


De moeder van Jacqueline mist het zuiden vanwege haar familie en het klimaat. Vaak reist ze met haar kinderen naar South Carolina, met een Greyhound bus. Ze gaat achterin zitten met haar kinderen “Te gevaarlijk om dichter naar voren te zitten/ en de chauffeur uit te dagen/ haar te laten verplaatsen. Niet met ons. Niet nu.” Haar verzet is stiller “We zijn net zo goed als ieder ander,/ fluistert mijn moeder.”


Het verschil tussen de vader en moeder leidt uiteindelijk tot een breuk, waardoor Jacqueline met haar moeder, zus en broertjes vertrekt naar Greenville, om te gaan wonen bij haar opa Gunnar en oma Georgiana, die een huis hebben met een veranda en een grote tuin met een schommel. Het is een gelukkige tijd in haar leven, ook al vertrekt haar moeder op den duur naar New York, om daar een nieuw bestaan op te bouwen.


Uiteindelijk vertrekken ook de kinderen naar New York, waar ze in het multiculturele Brooklyn komen te wonen en waar Jacqueline een Zuid Amerikaanse vriendin krijgt, Mi amiga, Maria.
Waar de zus van Jacqueline een echte lezer is, daar ontpopt Jacqueline zich als schrijver. In de stijl van het boek wordt dit laatste duidelijk door de zich steeds herhalende hoofdstuktitel ‘hoe je moet luisteren’. Deze doorgenummerde hoofdstukjes kenmerken zich door korte, drieregelige tekstjes, die iets weg hebben van gedichtjes. Zo luidt één van de tekstjes:


“Zelfs de stilte
wil je een verhaal vertellen.
Luister maar. Luister.”


Het lijken de gedichtjes van de hoofdpersoon te zijn. De stijl van het boek is verder ook opvallend en lijkt nog het meest op lyrisch proza. Er is weinig tekst en zinnen zijn opmerkelijk vaak afgebroken, als bij een gedicht. Deze stijl vraagt misschien wat meer van de jeugdige lezer, omdat het boek veel informatie geeft, die je zelf in een historische context moet kunnen plaatsen. De afgebroken regels hebben meestal geen speciale betekenis, maar zorgen er wel voor dat de tekst sterk intuïtief is en op het gevoel geschreven.


Brown girl dreaming
is een bijzonder boek dat de aandacht verdient en buitengewoon belangrijk is, in een tijd waarin het slavernijverleden van Nederland en de gevolgen daarvan voor hen die afstammen van de slaven, middenin de aandacht staat. Zonder moraliserend te worden, zorgt Jacqueline Woodson er met haar boek voor, dat iedere lezer zich kan inleven in het leven van een Afro Amerikaans meisje dat te maken heeft met discriminatie en vooroordelen èn dat getuige is van de emancipatie van haar bevolkingsgroep. Dat is een verrijkende leeservaring.


ISBN 9789021425962 | Hardcover | 360 pagina's | Volt | 12 juli 2021
Vertaald door Tirsa With | Leeftijd ca. 14 jaar

© Mariska Venema, 9 september 20213

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER