Non-fictie

Monika Diederichs

Kinderen van Duitse militairen in Nederland 1941 – 1946
Een verborgen leven
Monika Diederichs


Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland tussen de 13.000 en 15.000 kinderen van Duitse militairen geboren. Het leven van deze kinderen stond en staat ook nu nog in het teken van een oorlog die ze nauwelijks hebben meegemaakt. Hun jeugd kenmerkte zich door pesterijen en afwijzing. Dat zij ‘verboden’ kinderen waren waar niemand op zat te wachten, ontdekten ze vaak pas vele jaren later. Het taboe op de afstamming zorgde naast stigmatisering en stilzwijgen voor een moeizame relatie met hun moeder en dikwijls vergeefse zoektochten naar een onbekende Duitse vader. Veel kinderen weten nu nog steeds niet dat hun vader een Duitse militair was. Over hen die het wel weten gaat dit boek. Dit boek is een vervolg op het eerdere boek van Monika Diederichs Wie geschoren wordt moet stil zitten (2006, heruitgave 2015), waarin de moeders van deze kinderen de hoofdrol speelden.


De omstandigheden waarin deze kinderen ter wereld kwamen was sowieso verre van optimaal, maar zij hadden doordat zij 'verboden' waren nog meer tegen zich, dan een 'gewoon' kind in die tijd, namelijk het taboe dat op hun bestaan rustte. Zo lezen we op bladzijde 34 dat een moeder haar baby maar achterlaat bij een tante, omdat zij anders moeilijkheden zou krijgen met haar broers en zij zelf ook al ondervoed is. De tante brengt het kind weer onder bij kennissen en die verklaren tegenover de Voogdijraad dat het kind 'meer dood dan leven was' toen zij het kregen. Nadat zij het goed verzorgd hebben, is het 'nu een schat van een kind'.


Opvallend is dat voor deze kinderen, de leugen waarmee zij opgroeien en 'de ontdekking' of 'onthulling' daarvan veel impact heeft. Met name is dit zo als zij niet worden ingelicht door mensen die dicht bij ze staan, maar door buitenstaanders. Op bladzijde 38 vertelt Marcel dat hij op zevenjarige leeftijd van schoolgenoten hoorden dat 'zijn moeder zijn moeder niet was'. Navraag bij zijn pleegmoeder leerde hem dat zijn oudere nicht zijn biologische moeder was. Zijn basisvertrouwen was flink beschadigd en de relatie met zijn pleegmoeder werd daardoor nooit meer hetzelfde. De relatie met zijn biologische moeder is ook altijd problematisch gebleven. Het feit dat zijn vader een Duitse militair was, speelde in Marcels jeugd nauwelijks een rol. De keuzes in zijn latere leven en zijn loopbaan als theoloog zijn hierdoor wel in grote mate beïnvloed. Hij noemt het zelf zijn persoonlijke en helende zoek- en ontdekkingstocht, geworteld in zijn bestaan als kind van een Duitse militair in een samenleving die negatief stond tegenover die afkomst.


Een ander voorbeeld is dat van Marleen, die, zo lezen we op bladzijde 96, pas op vijfenveertigjarige leeftijd te horen kreeg dat zij een Duitse vader had. Een zuster van Oom Jan, de nieuwe man van haar moeder liet zich ontvallen 'Jij bent toch dat kind van die Duitser?' De intonatie en de manier waarop het gezegd werd bezorgden Marleen wekenlang slapeloze nachten. Zelfs beide echtgenotes van Marleen drongen er op aan haar afkomst te verzwijgen tegenover hun familie. De eerste gaf haar ook te kennen dat ze 'blij mocht zijn dat hij haar uit de goot had gehaald'.


Heel bijzonder is het verhaal van Edmond. Zijn moeder Bien onthult aan de kersttafel in 2009 tegenover haar kleindochter dat de vader van Edmond de Duitse Willy is, waar zij veel van heeft gehouden. Het contact komt weer tot stand en Edmond ontmoet zijn vader en ook zijn moeder heeft contact met haar oude liefde door de telefoon. De liefde bloeit aan beide zijde weer op, maar Willy wordt ernstig ziek en overlijdt voordat Bien hem kan ontmoeten. De kinderen van Willy in Duitsland vinden het jammer dat de ontmoeting tussen de moeder van Edmond en hun vader Willy niet meer heeft mogen plaatsvinden. Dit is een zeer positieve uitkomst van de zoektocht.


Alle verhalen in dit boek van Monika Diederichs zijn zeer indrukwekkend. Ongelooflijk is dat er zo lang een groot taboe is blijven rusten op deze situatie, voor zowel de moeders uit het boek Wie geschoren wordt moet stil zitten  als voor de kinderen uit dit boek. Johan (bladzijde 146) was al eenenzestig toen hij ontdekte dat zijn vader een Duitse soldaat was. Het was een groot familiegeheim, waarvan iedereen een vermoeden had, maar waarover iedereen is blijven zwijgen. Heel goed dat Monika Diederichs zowel de moeders als de kinderen hun verhaal hebben laten doen. Zij heeft dit ook nog eens prachtig geschreven. Het is zeer de moeite waard om kennis te nemen van het verhaal van deze kinderen. Het zijn er tenslotte tussen de 13.000 en 15.000 hier in Nederland.


Over de auteur:
Historica Monika Diederichs, als onderzoekster verbonden aan het NIOD, werd in 1945 geboren in een dorpje vlak bij Koblenz. Zijzelf is kind van een Duitse soldaat en een Nederlandse vrouw. Haar ouders ontmoetten elkaar in Nederland toen haar vader diende bij de Duitse Luftwaffe. Als ze 13 jaar is ontdekt ze dat haar echte vader al lang is overleden. De man die haar opvoedt blijkt opeens niet haar echte vader, en ze krijgt er een terug die ze niet wil. “Ik wil geen moffenvader, heb ik toen geroepen.”


ISBN 9789461532183 | Paperback | 206 pagina’s | Uitgeverij Aspekt | 2012

© Ria, 11 april 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Wie geschoren wordt moet stil zitten
Nederlandse meisjes en vrouwen die in de periode 1940-1945 omgang hadden met Duitse militairen
Monika Diederichs


Laatst hoorde ik iemand zeggen dat het onderwerp dat je onderzoekt altijd op een of andere manier dichtbij je is of zelfs moet zijn. Daardoor ben je het beste in staat om zo'n onderzoek heel gedegen en diepgaand te doen. Het onderzoek gaat namelijk ook in zekere zin over jou. Die persoonlijke betrokkenheid vormt dan geen obstakel, maar is juist een motiverende drijfveer. Dat geldt zeker voor het onderzoek dat Monika Diederichs heeft gedaan en waar zij dit interessante en indringende boek over heeft geschreven. Dit boek is een herziene uitgave van het eerdere in 2006 uitgebrachte boek met dezelfde titel.


Diederichs is zelf, wat destijds een 'moffenkind' werd genoemd. In dit boek schrijft zij over de vrouwen die een relatie hadden met een Duitse militair en daarbij in veel gevallen zwanger werden en een kind kregen. Ze gaat als het ware op zoek naar het verhaal van haar eigen moeder. Ze schrijft over de behandeling van deze vrouwen tijdens en ook na de oorlog. Aan dit laatste is de titel van het boek ontleend, toen vrouwen die omgang hadden gehad met een Duitse militair, of als daar alleen maar een vermoeden van was, werden kaalgeschoren om hen te schande te zetten en te brandmerken voor de omgeving uit pure woede en wraakgevoelens.


Dit boek is niet haar persoonlijke verhaal, maar illustreert wel het verhaal van haar moeder en daarmee raakt het uiteraard ook het leven van de auteur zelf. Diederichs eigen verhaal kunnen we terugkijken in een aflevering van Andere Tijden, waarin zij en andere kinderen van een Duitse soldaat en een Nederlandse moeder aan het woord komen en waarin deze vertellen wat dit voor hun betekend heeft en nog steeds betekent. Deze aflevering van Andere Tijden is voor het grootste deel ook gebaseerd op het onderzoek van Diederichs. 


Dit boek is vooral een document over de omvang, opvang en alle andere omstandigheden waarin een en ander heeft plaatsgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna. Gedetailleerd schotelt de auteur ons deze gegevens voor over de opvang van de meisjes en vrouwen, waardoor duidelijk wordt hoe diep en zorgvuldig dit onderzoek is gedaan. Duidelijk wordt hoe de Nederlandse en Duitse autoriteiten met deze realiteit omgingen. Een van de klinieken waar de meisjes werden opgevangen en waar hun kind geboren kon worden en verzorgd was de Boerhaave kliniek in Amsterdam, die de Amsterdammers daarom hadden omgedoopt tot 'De Baarhoeve'.


Diederichs spoorde 56 vrouwen op die tijdens de oorlog een relatie hadden gehad met Duitse militairen en kreeg ze bereid om over hun ervaringen te vertellen. Door de cijfers en de feiten van de omstandigheden zitten de persoonlijke verhalen verweven van deze vrouwen. De meesten van hen hadden hun verleden altijd angstvallig verborgen gehouden. Uit hun verhalen blijkt dat zij in de oorlog vaak helemaal niet bezig waren met de politieke omstandigheden of met wat hun directe omgeving ervan vond van hun relatie met die Duitse militair. Zij waren  gewoon vrouwen die verliefd waren geworden. Zoals we lezen op bladzijde 57:


Alle vrouwen die aan dit onderzoek meewerkten, identificeerden zich bovenal met begrippen als 'liefde' en 'intimiteit'. 'Loyaliteit kreeg een individuele connotatie en was niet verbonden met voor hen ondoorzichtige begrippen als 'vaderland' en 'natie'. Opmerkelijk genoeg gold dit uitsluitend als het ging om de Duitse militairen die zij kenden. De Duitse bezetters als groep beschouwden zij meestal wel als vijandig.


Sommige realiseerden zich ergens in hun achterhoofd wel dat het om de vijand ging, maar voor de vrouwen zelf was die individuele man de vijand natuurlijk niet. Zij zagen zichzelf niet, zoals de omgeving, als 'moffenmeiden'. Veel van hen zeiden ook dat je er natuurlijk ook 'onfatsoenlijke' meiden bij had, maar de meeste beschouwde zichzelf toch gewoon als 'fatsoenlijk'. Zelfs in het geval van twee zussen die beide omgang hadden met Duitse militairen vond degene met de vaste relatie haar zus, die niet zo'n vaste relatie had onfatsoenlijk, terwijl zij zichzelf niet zo zag. Vaak dachten ze ook dat trouwen uitkomst bood, dan was je niet meer 'die meid die achter soldaten aanrent' maar gewoon een getrouwde vrouw. Dat je getrouwd was met een Duitse man, was dan niet meer van belang.


Na de oorlog werd dit vaak een deel van de identiteit van veel vrouwen dat zij verborgen probeerden te houden voor hun omgeving, voor zover dat mogelijk was. Ze leefden vaak met dit grote geheim, vaak ook ten opzichte van de kinderen die uit deze relaties zijn geboren. Dit had voor zowel deze vrouwen als voor hun kinderen grote consequenties. Dit laatste heeft Monika Diederichs beschreven in een ander boek, dat in 2006 is uitgebracht en de titel Kinderen van Duitse militairen. Een verborgen leven draagt.


Diederichs schreef met Wie geschoren wordt moet stilzitten een belangrijk boek. Heel belangrijk dat deze heruitgave verschenen is van een gegeven uit onze geschiedenis waar nog steeds een taboe op rust.


Over de auteur:
Historica Monika Diederichs, als onderzoekster verbonden aan het NIOD, werd in 1945 geboren in een dorpje vlak bij Koblenz. Zijzelf is kind van een Duitse soldaat en een Nederlandse vrouw. Haar ouders ontmoetten elkaar in Nederland toen haar vader diende  bij de Duitse Luftwaffe. Als ze 13 jaar is ontdekt ze dat haar echte vader al lang is overleden. De man die haar opvoedt blijkt opeens niet haar echte vader, en ze krijgt er een terug die ze niet wil. “Ik wil geen moffenvader, heb ik toen geroepen.”

ISBN 9789461538291 | Paperback | 244 pagina’s | Uitgeverij Aspekt | november 2015

© Ria, 4 maart 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER