Grote liefdes in de Grote Oorlog
Frieda Joris
Mensen worden verliefd en trouwen. Of raken elkaar door omstandigheden kwijt. Niets nieuws natuurlijk, maar in tijden van oorlog is de kans stukken groter dat het wél bijzonder wordt, omdat dan het normale leven overhoop gegooid wordt.
In dit boek worden de verhalen verteld van jonge mensen, die een liefde beleefden ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Nationaliteit is niet belangrijk: een Belg ontmoet een Frans meisje; een Belg ontmoet een Brits meisje; een Vlaams meisje wordt verliefd op een Duitser. Het is allemaal al wel eens verteld. Toch zijn de verhalen bijzonder omdat ze allemaal gelinkt zijn aan een speciaal element dat eigen is aan de Grote Oorlog.
Er is het verhaal van het Vlaamse meisje dat eerst brieven en later ook mensen naar Nederland smokkelde en daarbij de Dodendraad moest trotseren. Zij werd verraden en belandde in de gevangenis. Daar ontmoet ze een jonge Vlaming, de jongen die haar haar eten brengt. Als ze alle ellende weer te boven is, trouwt ze met hem.
Te midden van zo heel veel gewonden die tegelijk van het slagveld terugkwamen, kon het wel eens gebeuren dat niet al te goed werd gekeken: een Vlaming belandt in een Brits ziekenhuis waar men hem voor dood achterlaat op de stapel lijken. Daar ziet een verpleegster een vinger bewegen: ze redt zijn leven en wordt zijn vrouw.
Het is ook niet vreemd dat als een jonge vrouw onverhoopt zwanger raakt, ze het laat voorkomen alsof ze wel getrouwd was, maar nu weduwe is. Het verhaal van de Vlaamse Gabrielle Tally wordt geloofd, maar de man in kwestie is niet gestorven: na de oorlog is hij geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland, en hoe grillig is het lot: Gabrielles kleinzoon vindt postkaarten van zijn opa, en niet alleen dat: hij vindt een hele familie. In Nieuw-Zeeland. Na honderd jaar!
Maar er is ook de jongeman die gefusilleerd gaat worden. En er is de
soldaat die werkt aan de ondertunneling van de Duitse loopgraven en
bedolven wordt zodat hij de laatste brief van zijn geliefde niet meer
zal lezen.
Er ontstaan romances als soldaten door Europa zwerven. Soms lopen ze goed af, soms ook is de vrouw – meestal immers is het de vrouw – al weduwe voor de oorlog voorbij is. Er bloeiden vaak romances op tussen de gewonde soldaten en de
verpleegsters, en soms groeide dat uit tot een liefde die jarenlang in
een gelukkig huwelijk kon worden beleden.
Een Duits soldaat of officier volgde niet altijd onnadenkend de bevelen op. Niet altijd was het uit vrije wil dat zij strijd voerden in België. Kurt Zehmisch moest er maar het beste van maken. Maar als het Kerstmis wordt, wil hij niet vechten. Hij weet contact te leggen met de vijand in hun eigen loopgraven, en in vrede wordt de kerstavond gevierd, de dag waarvan men altijd dacht dat iedereen weer thuis zou zijn, de oorlog voorbij. Niets was minder waar.
Alle dertien verhalen berusten op waarheid. Het mooie is dat je deze verhalen, of ook de namen van de gevallenen tegen kunt komen als je de sites, de kerkhoven en monumenten of musea over de Eerste Wereldoorlog bezoekt. De verhalen beginnen allemaal met een korte inhoud, waarna het helemaal uitgesponnen wordt.
Frieda Joris heeft gebruik gemaakt van persoonlijke documenten: dagboeken en brieven, en citeert daar vaak uit. Zoals gezegd: het zijn persoonlijke verhalen, maar ze geven ook de oorlog weer. Dan zijn er nog de foto’s, zodat de mensen over wie je leest tot leven komen.
Frieda Joris studeerde Journalistiek en werkt al jaren voor Het Laatste Nieuws. Voor haar journalistiek werk won ze de Vlaamse Journalistenprijs, de Dexiaprijs en de prijs voor Onderzoeksjournalistiek van de Vereniging van Vlaamse Journalisten.
ISBN 9789059085480 | paperback | 214 pagina's| Uitgeverij Davidsfonds | december 2014
© Marjo, 27 augustus 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER