Straatgeheimen
verhalen van dak- en thuislozen
Hugo Verkley
Hugo Verkley is journalist en schrijver. Hij
schrijft onder meer voor het Algemeen Dagblad en voor Straatnieuws
Utrecht en is al enkele jaren vrijwilliger bij een nachtopvang in
diezelfde stad. Mensen uit zijn omgeving vragen regelmatig waarom hij
dat doet. Is het niet de schuld van mensen zelf dat ze dakloos zijn
geworden? Soms is dat zo, veel vaker zijn het de omstandigheden die
mensen er toe brengen om op straat of zonder vaste woon of
verblijfplaats te leven.
In dit boek maakt Verkley 16 portretten van dak
en thuislozen uit en rond Utrecht. Als je de verhalen leest, kun je
niet anders dan huiveren om het ontzaglijke leed wat mensen soms mee
moeten maken. Niet iedereen zal er in die omstandigheden voor kiezen om
op straat te leven, of om, in sommige gevallen, aan de drank of drugs te
gaan, maar het maakt je al lezend wel milder in je oordeel. Om het te
redden in dit leven heb je namelijk ook gewoon een behoorlijke dosis
geluk nodig en sommige mensen hebben dat letterlijk al vanaf hun
geboorte niet. Opvallend vond ik dat in heel veel verhalen ouders heel
jong stierven of dat er sprake was van ernstig geweld, verwaarlozing of
misbruik.
Een deel van de geïnterviewden is vluchteling of illegaal.
Michel bijvoorbeeld, wiens vader in Libië werd vermoord door kolonel
Khadaffi. Zijn moeder overleed vijf jaar later door alle stress. Michel
besloot te vluchten en verblijft sinds die tijd illegaal in ons land en
op straat.
Een aantal van de geïnterviewden zijn psychiatrische
patiënten of hebben een psychiatrisch verleden zoals de negentien jarige
Roman, of Els, die na een traumatische gebeurtenis inmiddels twee
psychoses achter de rug heeft. Ze leeft nu op straat en is daar naar
eigen zeggen tamelijk tevreden. Al doet de verzuchting dat ze wel erg
graag een eigen kamertje met een slot op de deur zou willen, vooral door
de toevoeging van dat slot, het ergste vermoeden over haar veiligheid
op straat.
Sommige verhalen bleven lang in mijn hoofd zitten. Het
verhaal van Wilma bijvoorbeeld, die als klein meisje misbruikt en
mishandel werd. Later gebeurt er in haar relaties hetzelfde. Heroïne en
cocaïne zorgen een tijdje voor een uitweg. Nu is ze al twintig jaar
clean, maar de pijn van het leven is te groot. Ze heeft zich voorgenomen
om het totdat haar jongste dochter 21 is vol te houden. Dat is in 2016.
De foto die bij het verhaal staat raakte mij zeer. Het verdriet en de
uitzichtloosheid zijn van haar gezicht af te lezen. Wilma is begin
vijftig, maar haar gezicht is dat van een oude uitgebluste vrouw.
Mooi
vond ik het verhaal van de vriendschap tussen Albert en Wijnand. Al
meer dan twintig jaar dwalen ze samen over straat. Wijnand is de
onrustige van het stel, hij kan nergens blijven en nauwelijks op zijn
stoel blijven zitten. Albert heeft meer rust, hij is grafisch ontwerper
geweest en maakt ook nu nog mooie kunst. Beide mannen hebben een slechte
jeugd achter de rug. Albert werd in de oorlog ten vondeling gelegd. De
moeder van Wijnand overleed toen hij veertien was. Zijn vader
mishandelde hem. Ook Wijnand zelf worstelt met agressie in die periode,
hij verhuist van tehuis naar tehuis en komt uiteindelijk op straat
terecht. Tot hij bij het Leger des Heils Albert ontmoet.
Op de scooter
van Albert rijden ze een paar jaar Europa rond. Onafscheidelijk. Soms
slapen ze in een kerk of een school, vaker buiten. Uiteindelijke keren
ze terug naar Nederland en nu zwerven ze van stad tot stad. Altijd
samen. De onrust van Wijnand zorgt ervoor dat ze nooit al te lang ergens
blijven. Inmiddels heeft het stel eind 2013 een huisje in Utrecht
gekregen. Albert kan er studeren en tekenen en Wijnand hoopt er
eindelijk zijn rust te vinden. Als lezer hoop je dat dat ook
daadwerkelijk gaat lukken, want zoals Albert al zegt;
“Je hebt slakken met een huis en slakken zonder huis. Naaktslakken.
Wij zijn naaktslakken.”
Het
boek geeft de geïnterviewden letterlijk een gezicht en een verhaal,
maar het boek schetst ook een wat breder beeld van deze groep dan wij
doorgaans hebben. Niet iedereen is aan de drank en drugs en een aantal
mensen hebben voordat ze dakloos werden een behoorlijk geregeld bestaan
geleid. Een van de geïnterviewde was bijvoorbeeld gewoon kleuterjuf tot
ze door een dramatische gebeurtenis waar ze getuige van is, totaal in de
war raakte. De trauma’s van de meeste geïnterviewden vormen dan ook de
eigenlijke rode draad in dit boek.
In zijn nawoord spreekt de
Verkley de hoop uit dat zijn geïnterviewden hopelijk ooit de wind in de
rug zullen krijgen. Die wens kan je al lezen alleen maar met hem mee
wensen.
Een deel van de opbrengt komt ten goede van Straatnieuws Utrecht
ISBN 9789402114027 Paperback 133 pagina's Brave New Books februari 2014
© Willeke, 17 maart 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Estamos bien en el refugio los 33
De nasleep van de Chileense mijnramp
Hugo Verkley
Hugo Verkley is journalist en antropoloog. Ter afronding van de master Culturele Antropologie deed hij begin 2012 drie maanden onderzoek vlakbij de Chileense stad Copiapó waar 5 augustus 2010 een mijnramp plaatsvond. 33 mijnwerkers kwamen vast te zitten op een diepte van zevenhonderd meter onder de grond. Na 69 spannende dagen werden zij bevrijd. In dit onderzoek bekijkt Hugo Verkley deze ramp vanuit verschillende invalshoeken.
Na de inleiding vertelt Hugo Verkley in het kort over de mijnramp zelf. Hiervoor gebruikt hij o.a. informatie die hij verkregen heeft door te spreken met vier mensen die de ramp meemaakten en vragen aan hen te stellen. Achterin het boek staat het profiel van deze vier en aangeraden wordt deze eerst te lezen.
De schrijver vertelt over de dag dat de ramp plaatsvond, bijvoorbeeld hoe mensen zich die dag herinneren en hoe bizar het is dat één man die nooit ziek was zich uitgerekend die dag ziek meldde. Hij geeft weer wat er daarna aan acties werd ondernomen en welke mensen - o.a. een geoloog die de mijn goed kende en een mijningenieur - ingeschakeld werden om de 33 mannen uit de San José mijn te bevrijden. Allereerst moest natuurlijk vastgesteld worden waar de mannen zaten en of ze nog in leven waren. Gelukkig wordt na zeventien dagen bekend dat ze inderdaad allemaal nog leven.
Nadat ze de mannen gelokaliseerd hadden en de boor hun schuilplaats bereikte, stuurden de mijnwerkers namelijk een briefje, vastgemaakt aan de boor, naar boven waarop zij 'Estamos bien en el refugio los 33' (Het gaat goed met ons 33 in de schuilplaats) Heel Chili vierde feest, iedereen was opgelucht en blij.
Natuurlijk is dit bovenstaande een mooi en goed verhaal met gelukkige afloop maar het bijzondere in dit boek is, dat ook de rol van de media en de overheid wordt besproken. Hugo Verkley bekijkt hoe belangrijk de media is geweest bij deze hele gebeurtenis en hoe deze de ramp benaderden. Hij komt met voorbeelden van de houding van de pers bij andere rampen waardoor een beeld over een land of bevolking volkomen vertekend werd.
In het geval van de mijnramp stelt hij o.a. vast dat de mannen aanvankelijk constant als groep, Los 33, werden gepresenteerd. Langzamerhand, toen er foto's en televisiebeelden van de mijnwerkers kwamen, verandert dat en werden ze onze mijnwerkers genoemd. Ze werden dus onderdeel van de gemeenschap, om vervolgens na de ramp weer Los 33 te worden. Het waarom van dit alles wordt goed uitgelegd. Ook laat hij de vier mijnwerkers zelf aan het woord hierover. Waar de een flink last van de media heeft en aangeeft dat hij zich nog ellendiger is gaan voelen door die media, heeft de ander er juist zijn voordeel uit gehaald en bedankt hij de media, dankzij hen is hij gered.
De media blijkt allesbepalend voor het beeld over de geredde mijnwerkers, nadat deze een schadeclaim indienden maakt diezelfde media van die heldhaftige mannen een stelletje geldwolven. Achterin het boek zijn via de bijlages diverse krantenberichten en foto's rondom deze ramp te zien.
Hugo Verkley constateert dat de rol van de overheid tijdens de reddingswerkzaamheden voor de buitenwereld geweldig leek. Chili maakte grote sier met de reddingsoperatie en de overheid deed er ook alles aan om dit staaltje vakmanschap te benadrukken. Over de aanleiding van de ramp, de slechte toestand van de mijnen, werd angstvallig gezwegen. Na de bevrijding van Los 33 werd door diezelfde overheid allerlei beloftes gedaan die niet nagekomen zijn. Door vreemde beslissingen van de overheid is helaas onder de geredde mijnwerkers, die een goed team vormden onder de ontberingen tijdens de ramp, nu verdeeldheid ontstaan.
Ook de beloofde verbetering van de veiligheid in de mijnen blijft uit. Door steekgeld en corruptie worden de mijnen na ‘onderzoek’ veilig verklaard. Alle mijnwerkers blijken na de ramp een nóg lagere dunk van de overheid te hebben dan ze al hadden.
In het boek Zeitoun van Dave Eggers worden ook de gebeurtenissen na een ramp (orkaan Katrina) besproken, maar waar Eggers er meer een roman van heeft gemaakt, is Hugo Verkley beschouwend en onderzoekend. Persoonlijk vind ik dat prettiger lezen dan het geromantiseerde verhaal van Eggers.
Kortom, een zeer prettig leesbaar onderzoek dat goed inzicht geeft in de oorzaak-en-gevolg problematiek die zich naar aanleiding van deze ramp voordeed.
ISBN 9789036103336 Paperback met foto's 102 pagina's Rozenberg Publishers 22 december 2012
© Dettie, 9 februari 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER