Non-fictie

Abhijit V. Banerjee en Esther Duflo

Arm en kansrijk
een nieuwe visie op het bestrijden van armoede
Abhijit Vinayak Banjerjee en Esther Duflo


Er zijn de afgelopen jaren veel kritische boeken geschreven over ontwikkelingshulp en armoedebestrijding. Bekend zijn The white’s mans burden van William Easterly, en Dead aid (doodlopende hulp) van Dambisa Moyo, om er maar eens twee te noemen, en in ons eigen land verscheen o.a “De hulpverlenerkaravaan van Linda Polman. Kritische boeken die grofweg betogen dat de huidige vorm van ontwikkelingswerk niet werkt en in sommige gevallen zelfs de armoede in stand houdt. Haaks daarop staan boeken geschreven door economen als Jeffrey Sachs en in zijn visie werkend, de VN, de Wereldgezondheidsorganisatie en veel andere hulporganisaties, die juist betogen dat er méér hulp, meer voedsel en meer preventieve attributen en medicijnen weggegeven moeten worden om volgende generaties te behoeden voor de armoedeval. De opinie over ontwikkelingshulp is de laatste jaren dan ook voornamelijk in deze twee stromingen onder te verdelen...


Abhijit Vinayak Banerjee en Esther Duflo, beiden ontwikkelingseconoom, zijn opvallend genoeg niet in een van de beide kampen in te delen. Ze beginnen en eindigen dit boek met de stelling dat armoede te groot en te complex is voor één enkele visie en een snel en pasklaar antwoord. Zij pretenderen op geen enkele wijze dat ze de armoede definitief uit kunnen roeien, maar ze weigeren zich wel neer te leggen bij de situatie zoals die nu is.
Het betoog van Banerjee en Duflo komt er vooral op neer dat je per land en per situatie empirisch onderzoek moet doen naar wat er mis gaat en vooral wáárom het mis gaat. En dan niet vanuit je bureaustoel,maar gezien vanuit de arme zelf. Waarom maakt hij de keuzes die hij maakt. En als dat voor zijn situatie vanuit ons gezien verkeerde keuzes zijn, hoe kun je dan beïnvloeden dat er andere keuzes gemaakt worden?
Waarom wordt er bijvoorbeeld zo weinig ingeënt of aan geboortebeperking gedaan, ook als de materialen wel voorhanden zijn?
Waarom is er zo’n groot vitaminentekort en zijn er groeiachterstanden als er wel genoeg voedsel voorhanden is?
Waarom worden er nog steeds dure leningen afgesloten, als ook microkrediet aangeboden wordt?
Wwaarom gaan kinderen nog steeds zo weinig naar school, ook als dat gratis is, en áls kinderen wel naar school gaan, waarom leren ze dan zo weinig? Tal van praktische zaken en problemen komen aan de orde en per onderwerp wordt er bekeken waarom mensen die keuzes maken en welke obstakels je weg kunt nemen om ze andere keuzes te laten maken. De conclusie van Banerjee en Buflo is dat er in de marge wel degelijk ruimte is voor veranderingen. Er is vaak maar een klein duwtje nodig is om iemands besluitvorming te veranderen, wat dan een reeks van onvermoede gevolgen blijkt te hebben voor zijn inkomen op de lange duur.


Het goede van dit boek is dat je doordat er jaren lang veldwerk en onderzoek is gedaan je meegenomen wordt in de beweegredenen van arme mensen om voor bepaalde zaken te kiezen of dat niet te doen. Te vaak wordt er vanuit de hoogte neergekeken op arme mensen als dom, lui en initiatiefloos, maar in de praktijk blijkt dat zeker niet het geval. Integendeel. Er is vooral gebrek aan kennis, aan zaken die voor ons rijken door overheden gereld worden, er is gebrek aan goed werkend instanties als scholen en gezondheidszorg, of aan leningen en verzekeringen en goede spaarrekeningen voor arme mensen, waardoor het te verklaren is waarom ze zo bepaalde keuzes maken en hoe dat, soms maar door kleine ingrepen, veranderd kan worden. In het oog springend vond ik een voorbeeld waarbij bleek dat het boeren niet lukte in de zaaitijd kunstmest te kopen waardoor hun rendement bij de oogst vele male groter zou zijn en ze de investering er dus meteen uit zouden hebben. Het bleek voor de boeren echter onmogelijk geld van de vorige oost op te sparen tot het moment van zaaien in het volgende seizoen, er waren dan altijd wel dringende zaken tussen gekomen, en kunstmest was altijd pas tegen de tijd van zaaien te koop. Toen ze kunstmest (in kleine verpakkingen) direct ná de oogst te koop aan boden bleek het probleem opgelost en lukte het alle boeren wel om kunstmest te kopen.
Ik ben gek op dit soort praktische boerenverstand hulp. Niet groots en meeslepend met megalomane plannen de hele wereld willen redden of roepen dat het toch allemaal geen zin heeft, maar situatie voor situatie kijken waaróm het mis gaat, welke besluitvorming hier aan ten grond ligt, en hoe dat te beïnvloeden valt.
De wereld zullen ze er niet ineens mee veranderen, maar met kleine beetjes kom je ook een heel end, en heb je doordat het zo veel realistischer is een veel grotere slagingskans.


Een aanrader voor iedereen met interesse in de materie, geschreven in ook voor een leek als ondergetekende, begrijpbare taal.


ISBN 978 90 468 11702 Paperback 304 pagina's | Nieuw Amsterdam | oktober 2011
Vertaling Chiel van Soelen en Pieter van der Veen

© Willeke, 19 oktober 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER