Non-fictie

Geert van Istendael

Mijn Nederland
Geert van Istendael


Geert van Istendael is geboren in Ukkel (België) maar heeft zes jaar van zijn jeugd doorgebracht in Utrecht. Het boek is opgedragen aan zijn ouders 'die me geleerd hebben van Holland te houden'. Geert van Istendael weet meer over Nederland te vertellen dan menig Nederlander. Het boek bestaat uit 58 artikelen waarvan de inhoud variëert van Beerenburg tot kaas, van Oudenbosch tot Amsterdam, van het Reformatorisch Dagblad tot de Waalse kerk.
Liefdevol maar krtitisch beschrijft Van Istendael in prachtig Nederlands zijn wederwaardigheden met Nederland en de Nederlanders. Als je zijn verhalen leest dan zou je bij enkele willen dat je met hem mee had gekund zoals bij zijn bezoek aan 'de ultieme sigarenmakerij van Nederland' Van der Donk in Culemborg.

'De heer Van der Donk, de derde telg van dit verborgen sigarenmakersgeslacht, begroet me hoofs. Zijn tongval is zacht als een panatella en zijn gezicht heeft de ingekeerde glans van een peperdure Cubaanse havanna.'

Met veel liefde verhaalt Van Istendael over de rondleiding, conclusie: Van der Donk is 'het ideale bedrijf, dat alle diepgroene militanten en activisten moeten bejubelen.' 

De Nederlandse spoorwegen worden minder liefdevol besproken en als je het door Van Istendaels ogen bekijkt dan kun je niets anders dan hem gelijk geven. Vooral de komst van automaten ergert hem verschrikkelijk. Op station Enkhuizen probeert hij via de automaat een kaartje te bemachtigen naar Brussel, maar dat lukt niet, hij heeft te weinig munten en de Master Card is 'niet geldig'.

'Vroeger toen de Nederlandse Spoorwegen nog openbaar waren, dit wil zeggen van de belastingbetaler, dit wil zeggen van iedereen, in die tijd dus, toen Nederland veel armer was dan vandaag, had de staat geld zat om een beamte te betalen die je in Enkhuizen een kaartje verstrekte naar de hoofdstad van Europa, die toen niet meer was dan de hoofdstad van België. Niemand kende het woord globalisering, maar de ambtenaar handelde globaler dan de automaat. De automaat is een provinciaal. Wat de automaat niet kent, vreet hij niet.'

Ook de video op het Centraal Station in Amsterdam die toont hoe je een kaartje kunt kopen uit een automaat vindt Van Istendael te bizar voor woorden. In de video worden de reizigers namelijk gewaarschuwd... als je een kaartje aan de balie koopt betaal je een toeslag! Het verbaast Van Istendael dat het baliepersoneel het videoscherm niet kapot gooit! Het is immers een video die de hun werk ondermijnt!

Het bezoek aan de Waalse kerk is ook een uniek verhaal. Via de geschiedenis over de protestanten die vanuit België naar Nederland gevlucht zijn en de eerste Waalse kerk in 1574 te Middelburg leidt Van Istendael ons naar de huidige tijd waarin de Waalse kerk, hoewel zij sterk uitgedund is, nog steeds bestaat. Natuurlijk woont hij een dienst bij die overigens geheel in het Frans gehouden wordt. Na de dienst volgt een gesprek met Le pasteur over de functie van de Waalse kerk vroeger en nu. Zeer interessant!

Johan Hendrik van Dale, Godfried Bomans, Grutto, Bitterballen, Kapucijners, Collaboratie, Jodenvervolging, Beschavingsoffensief, Klompen, Tulpen, Molens, Ot en Sien, Oranje, Verzet, Wiet, IJsvrij zijn enkele van de onderwerpen waarover Van Istendael verhaalt. Het gaat vooral over allerlei bijzonderheden die veel van de Nederlanders ontgaan. Hij houdt een lofrede over Maarten Toonder, hij schrijft vol bewondering over de prachtig uitgesproken taal van Boudewijn de Groot, hij verhaalt liefdevol over de boeken van Willem Gerrit van der Hulst maar heeft het ook over Aafje Heynis, de vrouw met de prachtige altstem uit Krommenie en over het, volgens hem, glibberige gekweel van Frans Bauer: 


'die kruising tussen een ongezouten speklap en een bus babypoeder. [...] En dan hebben we nog genadig Bauers uitspraak van het Nederlands buiten beschouwing gelaten, 'eens komt er een taaid dat ik maain aaigen weg moet gaan,' doorzonhollands, een andere naam is er niet te bedenken,'[...] Wie het glibberige gekweel van Bauer beter vindt dan de diep doorvoelde klacht van Hazes moet nú dit boek weer inleveren en krijgt zijn geld niét terug.

Natuurlijk komt ook de grote ommekeer in Nederland ter sprake na de moord op Fortuyn en Theo van Gogh.


'Gisteren waren al die arme allochtonen nog heiligen, vandaag zijn ze duivels. Gesprekken stokken waar ze voorbijkomen. De vijand luistert mee. Angst regeert.'


schrijft Van Istendael het artikel getiteld Xenofobie. Maar in dit artikel toont hij ook zijn grote liefde voor Nederland...


Mijn lieve, dierbare Nederland, loop niet te brullen als een dolle zwartbonte stier. [...] Overwin nu toch eens eindelijk je panische angst en gecultiveerde minachting voor je eigen tradities. Denk na, handel, doe wat moet, met calvinistische ernst, met roomse genadigheid, met liberale buigzaamheid, met sociaal-democratische slagkracht. En af en toe een witz uit de ouwe Jodenbreestraat.'


Aldus Geert van Istendael...


ISBN 978-90-467-0605-3 Paperback, 382 pagina's Uitgeverij Pandora oktober 2010

© Dettie, 3 juni 2011

Lees de reacties op het Leestafelforum en/of reageer, klik HIER