Non-fictie

Caspar Janssen

In de ban van het beest
Caspar Janssen


De titel van het boek kunnen we letterlijk nemen. De samensteller van dit boek, Caspar Janssen, zocht zestig verschillende onderzoekers op en interviewde hen over 'hun' dier. Met andere woorden, in dit boek vertellen deze mensen over het dier waardoor ze gefascineerd zijn en dat levert heel verrassende verhalen op. Onder de onderzoekers zitten wetenschappers, veldbiologen maar ook 'hobbyisten' die inmiddels enorm veel weten over het dier dat zij volgen en bestuderen. Doordat iedere geïnterviewde een 'eigen' dier en een eigen manier van kijken heeft, is het een heel gevarieerd aanbod aan verhalen geworden en valt er heel wat bij te leren.

Zo heb ik nooit geweten dat in onze zoute wateren de grote vlokslak, de grootste zeenaaktslak, voorkomt. Ik kende het hele dier niet eens. Gelukkig staat er ook een foto in het boek en daarop zien we een een slak met die op een deel van zijn allemaal zachte 'stekels' heeft zitten, papillen genaamd. Deze hebben de plaats van het huisje ingenomen die zijn verre voorouders nog droegen. Die papillen bevatten gifcellen die zijn voedsel, de zeeanomen, gebruikt voor zijn verdediging of om prooien te vangen. De vlokslak weet dat gif in zijn lijf om te zetten ter eigen verdediging. Dankzij  de verteller en onderzoeker ,Peter van Bragt (bioloog en onderwaterfotograaf), komen we nog veel meer te weten over deze bijzondere slak.


Aaldrik Pot (Boswachter Staatsbosbeheer in de kop van Drenthe) vertelt ons over zijn fascinatie voor dassen. Van deze mooie diertjes kwamen er in de jaren tachtig nog maar een paar honderd in ons land voor. Vanwege het steeds groter wordende wegennet sneuvelden veel van de, slechtziende, dassen onder de wielen van een auto. Inmiddels zijn er, door de aanleg van dassentunnels, gelukkig weer bijna vierduizend dassen in ons land. Het blijken nette dieren met verfijnde trekjes weet Aaldrik Pot ons te vertellen. Ze hebben een huis (de burcht) met verschillende kamers. Ze maken een bedje van takjes en stro en verschonen dat ook! Als het bed vies is trekken ze het naar buiten en maken een fris, schoon bed. Ook poept hij netjes in latrines rondom zijn burcht. Het grootste gevaar voor de das is momenteel opnieuw de mens en zijn auto.

Pieter van Breugel (gepensioneerd scheikundeleraar) is een autoriteit op het gebied van de rosse metselbij. 'Ze is de ambassadrice van de solitaire bijen' vertelt Pieter van Bruegel ons. Pieter vertelt ons ook het verschil tussen solitaire en sociale bijen die bijv. een koningin en werksters hebben.  De solitaire bij doet alles alleen.
Pieters voormalige beroep leverde hem het voordeel op dat hij altijd aan glazen buisjes kon komen, waarin deze bij ook wel wil nestelen. Zo kon hij de nestbouw ook waarnemen. Dankzij het bestuderen van de nestbouw in deze glazen buisjes weten we nu precies hoe de rosse metselbij zijn nestkamers bouwt. De wanden bestaan uit voedsel voor de larven. In elke kamer wordt een eitje gelegd, in totaal worden ca. 10 kamertjes gebouwd. Fascinerend om dit en nog veel meer over deze bij te lezen.

En zo staat het hele boek vol met verhalen over vlinders, vogels o.a. de kolgans,de blauwe reiger, de scholekster, de velduil enz. Over vissen zoals o.a. de atlantische zalm, de eekhoorn, de otter, het tweestippig lieveheersbeestje, de weidebeekjuffer (libelle), de driehoornmestkever enz enz.
Het boekt maakt dat de wondere wereld om je heen nóg boeiender, mooier en fascinerender wordt.
Kortom, een zeer prettig boek voor elke natuurliefhebber.


Bij alle verhalen staat een fraaie foto van het besproken dier en achterin het boek staan allerlei adressen van werkgroepen, natuurstichtingen, natuureducatie, onderzoeksinstituten etc.


ISBN 9789045026909 | Paperback/pocketformaat | 287 pagina's | Atlas Contact | 19 november 2015

© Dettie, 30 november 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER