Non-fictie

Arno Cuppen en Huberta Wiertsema

Reizen langs de Sterrenweg
Vrij & Verbonden
20 jaar herbergier op de camino

Arno Cuppen en Huberta Wiertsema


Als je dit boek uit de verpakking haalt, valt als eerste de prachtige vormgeving op. Een mooi formaat, fraaie bladspiegel met om de beknopte tekst heen tal van afbeeldingen en foto’s. Volgens het colofon verdient Astrid Sibbes de welgemeende complimenten voor dit ontwerp.
Het boek concentreert zich op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, waar de apostel Jacobus begraven zou zijn. Volgens de overlevering zou een heldere ster de locatie van het graf aangewezen hebben.


Er zijn meerdere routes die naar Santiago leiden. De hoofdroute loopt langs Pamplona, Estella, Logrono, Burgos, Léon, Astorga en Ponferrada. Deze route staat bekend als de Camino francés. Camino betekent ‘weg’. Veel pelgrims lopen de route echter vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port. Dit plaatsje ligt aan de Franse kant van de Pyreneeën. Na een zware tocht van 25 kilometer klimmen en klauteren over de bergen, kom je in Roncesvalles aan en vandaar gaat het naar Pamplona de hoofdstad van Baskenland.


Aan deze Franse kant van de Camino, in Saint-Jean-Pied-de-Port, runden de auteurs van dit boek tussen 2002 en 2014 een herberg met de toepasselijke naam L ‘esprit du ChemiN (de geest van de weg). Toepasselijk, omdat de meeste pelgrims deze route lopen omdat ze op zoek zijn naar zichzelf en antwoord willen hebben op enkele levensvragen: wie ben ik en wat voor leven wil ik leiden?


Over de camino is al veel geschreven door pelgrims, journalisten en historici. Maar nu is er dus dit boek dat door herbergiers is geschreven: Arno Cuppen en Huberta Wiertsema. Zij hebben jarenlang duizenden reizigers gastvrij onthaald en hun verhalen aangehoord. En dan is het toch nog steeds lastig om ‘de geest van de weg’ onder één noemer te brengen. Misschien komt het woord ’verbinding’ er het dichtste bij.


Op de camino kun je op één dag een bonte mengelmoes van mensen uit alle continenten aantreffen. Koreanen, Canadezen, Australiërs, Hongaren, Finnen, Kroaten, Amerikanen. Soms is het contact heel vluchtig, soms trek je een dag met elkaar op, soms kom je elkaar na een paar dagen weer tegen. Maar altijd en ondanks de taalproblemen is er gelegenheid om elkaar een paar vragen te stellen. Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Waarom loop je de camino? En dan is er herkenning en verwantschap. Hoewel je je eigen weg gaat, begrijp je waarom je gesprekspartner een ander levenspad volgt. Dat is de ondertitel: vrij en toch verbonden. We zijn passanten, maar iedereen op de camino wenst de ander ‘buen camino’ toe. Goede reis, wat je bestemming ook is.


De auteurs brengen verslag uit van hun eigen ervaringen als pelgrim. Naast de route naar Santiago, hebben zij ook tochten ondernomen naar Duitsland, Rome en Jeruzalem. Daarnaast vertellen zij over de woelige jaren als herbergier. Hun herberg kreeg internationale bekendheid en groeide uit tot een trefpunt, een fenomeen. In 2014 hadden in totaal 26.000 pelgrims een goed onderkomen in de herberg gevonden. In een poging om meer rust in het eigen leven te krijgen, verkochten de auteurs hun bloeiende herberg en stichtten ze een andere herberg in de buurt van Vézelay.


Arno en Huberta doen hun werk als herbergier zonder winstoogmerk. Dat is heel sympathiek, het past bij de geest van de camino, maar daar hebben ze zichzelf misschien ook wel eens tekort mee gedaan. Ze moesten fors investeren in gebouwen en werkten bijna dag en nacht om de boel draaiende te houden.


Ik heb zelf hun gastvrijheid mogen ervaren toen ik in 2010 de camino liep en de eerste overnachting in de herberg van Arno en Huberta was. In het dagboekje dat ik heb bijgehouden staat dat ik “gastvrij door Nederlandse hospitaleros” werd ontvangen. Verder schreef ik op dat er voor het eten om stilte voor gebed werd gevraagd. Het menu was verrassend: erwtensoep, aardappelen, salade, asperge en vla toe. Ik zat aan tafel met Nederlanders, Hongaren, Canadezen, een Zweed, Italianen, Duitsers en Amerikanen. Bij de kennismakingsronde zei het jonge Hongaarse meisje naast me dat ze de camino liep om ‘na een periode van afhankelijkheid en aanhankelijkheid haar zelfstandigheid te ontdekken”.
De andere ochtend betaalde ik (aan Huberta?) voor diner, overnachting, ontbijt en lunchpakket slechts 23 euro. Inderdaad, geen winstbejag.


De tocht over de Pyreneeën was zwaar. Hoog boven mijn hoofd cirkelden gieren in de lucht. Iets verderop zag ik een cameraploeg van drie man. We kwamen elkaar vele malen tegen op onze camino. Het bleek dat ik Arnout Hauben en zijn medewerkers tegen het lijf was gelopen. Arnout was en is een Vlaamse televisiemaker. Kijk maar eens op Wikipedia. Hij maakt prachtige tochten, legt dat op de film vast en heeft boeiende gesprekken met passanten. Hij schreef ook boeken over zijn reizen.


Onderweg van Roncesvalles naar Pamplona ontmoette ik een Duitser die in een bushokje stond. Hij huilde van pijn en verdriet. Zijn voeten waren een bloederige klomp vlees geworden. Hij moest de reis afbreken. Ik las in een reisgids dat 60% van de pelgrims het na drie dagen moest opgeven. Maar halverwege de camino ontmoette ik ook een opgewekte Italiaanse jongeman die aangemoedigd door zijn makkers de tocht op krukken voltooide ondanks de blaren.


De camino was een onvergetelijke ervaring. Het gaat inderdaad om de weg en niet om het bereiken van het einddoel, want dan is het voorbij. Ik kwam een man tegen die al zeven jaar heen en weer trok over de camino. Arno en Huberta maken ook melding van deze man en stellen de kritische vraag of het de bedoeling van de laagdrempelige voorzieningen is om aan zo’n leefstijl tegemoet te komen.


Het boek van Arno en Huberta maakt ook duidelijk dat de camino is veranderd. Het was een tocht met een rauw randje en met primitieve voorzieningen. Ik heb overnacht in een herberg met 70 gasten in één zaal en één douche met een armetierig straaltje water en met één toilet. Het toilet kon je alleen gebruiken als je over de pot ging staan en dan de deur achter je dicht duwde. Licht was er niet, een raampje ontbrak, het was er stikdonker. Inmiddels heeft de commercie toegeslagen. Paden zijn geëffend, herbergen zijn voorzien van alle denkbare comfort, je rugzak kun je meegeven naar de volgende bestemming, je reserveringen leg je vast, zodat je onderkomen op voorhand is geregeld. En overal kun je snacks kopen.


Het boek van Arno en Huberta is een feest van herkenning voor alle pelgrims en een warme aanmoediging voor belangstellenden om de moeder aller tochten te ondernemen: als je de drang hebt, ga dan lopen! Er is meer in het leven dan carrière maken en geld verdienen; je komt hopelijk gerijpt en gelouterd terug. Maak dan wel zoveel mogelijk de authentieke tocht: begin in Frankrijk of nog eerder, zie af van bagagevervoer, en regel niet vooraf het logies. Maar het is de vraag of dat laatste nog haalbaar is gezien de aantallen pelgrims.


Arno en Huberta schreven een prachtig boek over een spiritueel en cultureel hoogtepunt in de Westerse beschaving. De moderne pelgrim maakt de reis niet meer omwille van het geloof en de aanbidding van een heilige. De constante is wel dat mensen op zoek zijn naar zingeving in hun leven. Wij kunnen leren van voorgaande generaties en door zelf de tocht te maken ontdekken we wat ònze inspiratie is. Buen Camino!


Dit bijzondere boek over hoogtepunten en dieptepunten, tegenslag en succes is verfraaid met maar liefst 600 foto’s.


ISBN 9789493198487 | Hardcover | Omvang 224 blz. | Uitgeverij Zilt | 3 november 2023
Uitgeverij Zilt bestaat vanaf 2020 en wordt geleid door Jeanet Hamstra. Kernwoorden in de missie zijn: Mens, Verbinding, Omgeving.

© Henk Hofman, 9 november 2023

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.