Op reis met een Javaanse edelman
Een levendig portret van Koloniaal Java in de
negentiende eeuw (1860-1875)
vertaald en ingeleid door Judith E. Bosnak en Frans X. Koot
Dit prachtig uitgevoerde boek is tot stand
gekomen als verrassing voor docent Willem van der Molen, die de vertalers en
destijds zijn leerlingen Judith Bosnak en Frans Koot in de jaren negentig van
de vorige eeuw liet kennismaken met dit in het Javaanse geschreven reisverhaal
uit het einde van de negentiende eeuw.
Op voordracht van Revi
Soekatno maakten Bosnak en Koot met behulp van anderen een transliteratie en
vertaalden zij de reisverhalen van radèn mas arjo Poerwolelono ter
gelegenheid van de benoeming van Van der Molen tot bijzonder hoogleraar aan de
Univeritas Indonesia te Jakarta. Een prachtig geschenk en gelukkig niet alleen
voor hun docent, maar ook voor ons als lezer.
Na een uitgebreide inleiding en verantwoording vinden we de
verhalen van de vier reizen van de Javaanse edelman. Hij schrijft onder het
pseudoniem Poerwolelono en, zoals in de inleiding te lezen is, in de traditie van
Oud Javaanse geschriften. Iedere beschrijving van de reis wordt voorafgegaan
door een kaart waarop de beschreven reis is aangegeven en voorzien van de
plaatsen die door Poerwolelono worden aangedaan. Deze plaatsen worden in het
verhaal uitgebreid beschreven, dat wil zeggen als hij ze de moeite waard vindt.
Batavia bijvoorbeeld beschrijft hij als een buitengewoon fraaie stad. Opvallend
is hoe gewoon de radèn mas de aanwezigheid van de Nederlanders vindt in zijn
land en hoe lovend hij over ze spreekt. Dat is misschien ook niet verwonderlijk
aangezien de Nederlanders er al sinds de 17e eeuw verblijven en er
een gewenning is opgetreden aan hun aanwezigheid. De edelman laat in zijn
reisverslag duidelijk merken als hij een bezochte plaats minder fraai of
helemaal niets vindt, dan is het niet de moeite van het beschrijven waard.
Het hele boek is voorzien van prachtige foto’s en prenten
uit onze ‘tropische’ archieven, zoals bijvoorbeeld de prachtige tekening van De
Merapi vulkaan uit een Duitse uitgave van de atlas van Junghuhns.
Ik kreeg het gevoel bij het lezen van dit boek dat het leuk
zou zijn het boek bij me te hebben als ik over Java zou reizen. Het gewicht van
het boek leent zich misschien niet om mee te nemen in een rugzak, maar
misschien wel als je net als Poerwoleleno in een rijtuig over Java kunt reizen.
Een leuk idee wellicht voor een TV-programma, zoals de Britten ze maken, om te
bezien hoe het onze oude kolonie in de loop der jaren is vergaan en wat er is
veranderd in die tijd of juist nog bij het oude is gebleven. De uitvoerige
beschrijvingen van het landschap en de omgeving lenen zich bij uitstek om zo’n
vergelijk te maken. Daarmee kom ik meteen ook op het enige minpuntje in het
boek. Wat mij betreft had Poerwoleleno de gewoontes van de inlandse bevolking
wat meer mogen beschrijven in zijn reisverslag, zodat we naast de prachtige
landschapsbeschrijvingen, ook een meer antropologische blik van binnen uit
hadden gekregen van het Indonesië aan het einde van 19de eeuw.
Over de auteur
De Javaanse edelman radèn mas adipati arjo Tjondronegoro,
regent van Kudus. reisde tussen 1860 en 1875 over Java en deed verslag van zijn
ervaringen onder de schuilnaam Poerwolelono.
Over de vertalers
Judith E. Bosnak (1973) promoveerde in de Javaanse taal en cultuur (Leiden 2006) Zij werkt als onderzoeker en docente in de cultureel-wetenschappelijke sector.
Frans X. Koot (1935) werket na zijn studie Nederlandse taal- en letterkunde als uitgever en voltooide daarna de studie Javaanse taal en cultuur (Leiden 2001)
ISBN 9789057308673 Gebonden 352 pagina's Walburg Pers mei 2013
Oorspronkelijke titel: Tjarijos bab lampah-lampahipoen radèn
mas arjo Poerwolelono ofwel Het verhaal van de reizen van radèn mas arjo
Poerwolelono Vertaald uit het Javaans en ingeleid door: Judith E. Bosnak
en Frans X. Koot met medwerking van Revo A.G. Sokatno
© Ria, 12 juni 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER