Wonen in de Gouden Eeuw
17de-eeuwse Nederlandse meubelen
Weer een boek uit de mooie, goedverzorgde serie
Rijksmuseumuitgaven. De schrijver is conservator meubelen bij het Rijksmuseum in Amsterdam. In het voorwoord wordt melding gemaakt van het vertekenend beeld dat schilderijen uit die tijd kunnen opleveren. Op sommige schilderijen werd de inrichting verfraaid, op andere afbeeldingen werd het interieur juist heel sober weergegeven. Het ging meer om het scheppen van een sfeer, toch was er evengoed veel uit op te maken. Hoe de meubelstijl was, de gebruikte materialen enz. De grootste, meest waarheidsgetrouwe bron vormden echter de pronkpoppenhuizen "die in het laatste kwart van de eeuw door enkele rijke Amsterdamse dames zijn samengesteld en die in diverse bronnen goed zijn gedocumenteerd".
De kast was in het begin van de 17de eeuw nog een betrekkelijk nieuw fenomeen in Nederland. Voorheen werden er kisten gebruikt om textiel en andere goederen in op te bergen. Een ander bergmeubel was het buffet of tresoir (dressoir). De kast werd vaak als pronkstuk in het voorhuis gezet. Aanvankelijk hadden deze kasten een sobere versiering maar in de loop van de eeuw werden deze steeds rijker, mede door invloeden vanuit Italië.
De kisten- kastenmakers vervaardigden niet alleen kasten maar ook tafels waarvan ook enkele fraaie exemplaren afgebeeld staan in het boek.
Eenvoudige zitmeubels werden door stoeledraaiers gemaakt maar de stoel met beklede rug en zitting werd vervaardigd door 'Spaanse stoelenmakers' (stoel voor het eerst in Spanje ontwikkeld). Ook de stoel was een statussymbool, hoe rijker het hout was uitgesneden, hoe fraaier de bekleding hoe beter het was. Ook de houtsoort was belangrijk. Erg leuk is dat met afbeeldingen van meubels 'gespeeld' wordt. Eerst zie je de stoel afgebeeld zoals hij nu in wekelijkheid is en dan op een schilderij.
Het gebruik van ebbenhout voor meubelen komt op na de oprichting van de V.O.C. . Vanwege de hardheid van het hout was het moeilijker te bewerken (dus kostbaarder) en moesten nieuwe technieken toegepast worden. In het boek staan prachtige foto's van de 'Doomerkasten'. Ongelofelijk vakwerk! Veel meubels werden met parelmoer ingelegd.
In het hoofdstuk 'Fratsen en snakerijen' wordt de kwabstijl toegelicht; "een antiklassieke richting, die tegelijk griezelig en potsierlijk kan zijn." Ook hiervan zien we vele voorbeelden afgebeeld.
Wie in het hoofdstuk 'Meubelen voor Hollandse paleizen' pracht en praal verwacht komt bedrogen uit. De meubels, voornamelijk kasten, lijken eerder eenvoudig en sober, lijken... Als je de detailfoto's ziet zie je pas goed, hoe mooi en knap de meubels gemaakt en versierd zijn. Vooral het verzamelaarskabinet is geraffineerd eenvoudig.
Het laatste hoofdstuk is adembenemend. Schitterend inlegwerk waarvan je nauwelijks kan geloven dat iemand dat kán maken. Elke bladzijde is een lust voor het oog. Het prettige is dat er ook een uitgebreide toelichting bij staat zodat de foto's nog meer gaan spreken.
Ik heb lang over dit boek gedaan, niet omdat het vervelend was maar om iedere keer weer kleine beetjes tot me te nemen, te kijken naar de foto's, de beschrijvingen goed tot me door te laten dringen en opnieuw de foto's bekijken.
Erg mooi boek dat nog jaren in mijn kast zal staan en vaak opnieuw gelezen en bekeken zal worden.
Paperback met flappen 192 blz. met 182 fullcolour afbeeldingen ISBN 978 90 8689 013 2 Engelse editie; ISBN 978 90 8689 014 9 i.s.m. het Rijksmuseum maart 2007 uitgeverij Nieuw Amsterdam
© Dettie, augustus 2007