Nieuwe jeugdboekrecensies 10+

De weg naar
morgen-
ochtend

een beeldverhaal
Joke van Leeuwen


Als je iets vertelt dan weet je in jouw hoofd precies wat je bedoelt, wat je duidelijk wilt maken. Daar gaan vaak gedachtes en gevoelens aan vooraf die je doorgewerkt of doorvoelt hebt. Degene aan wie je uiteindelijk jouw verhaal vertelt, weet jouw hele voorafgaande gedachtegang niet en snapt niet waar je het over hebt, terwijl het voor jou toch heel duidelijk is. Voor jou zijn alle verbanden klip en klaar maar voor de toehoorder niet.
Dit laatste voel ik bij dit boek van Joke van Leeuwen. Zij zal in haar hoofd helder hebben geweten wat zij wilde aangeven met dit verhaal, maar als lezer is het moeilijk haar gedachtegang te volgen.


Het begint vrij simpel. Het begint met de aankondiging dat honderd jaar geleden veel meisjes op hun twaalfde van school af moesten om te gaan werken. Eén van die meisjes is Veertje waarover dit verhaal gaat. Die ochtend dat ze voor het eerst moet gaan werken, wekt haar moeder haar met de woorden "Veertje, het is zover."
"Hoe ver?" is het antwoord van Veertje en met dit antwoord begint al het filosofische maar ook het nog jeugdige karakter van het verhaal.

Aan een kant is het meisje met haar twaalf jaar natuurlijk nog een kind maar ze moet vanaf die dag wel de wereld van de volwassenen betreden. Simpelweg kan 'Het is zover' simpelweg betekenen dat iets begint. Het antwoord : "Hoe ver?" kan echter van alles betekenen. Letterlijk ver weg, uit de vertrouwde omgeving of figuurlijk ver weg. Voert dit nieuwe leven haar bijvoorbeeld ver van haar onbevangen kind zijn, haar echte zelf, af.


Wat volgt is een wirwar van indrukken en voorstellingen, die weinig in woorden maar veel in beeld worden weergegeven.
Veertje krijgt die ochtend de jas van haar moeder aan waar ze symbolisch gezegd 'nog in zal groeien'. Mama zegt dat ze zal moeten wennen aan de wereld, moet wennen aan het moeten.
Ze wordt opgehaald door een mevrouw die haar gelijk een stempel geeft waarop staat gazovoort. Een stempel, net als vroeger in de klas als je iets goed gedaan had.
Al snel krijgt ze een stempel die een giraf voorstelt. Moet ze haar nek leren uitsteken? Want die giraffe komt vaker voor in het verhaal.


Het meisje doorloopt als het ware de school van het leven. Ze wordt dronken, zinkt weg in het donker, ze wil weg en vindt uiteindelijk de uitgang. Daar ziet ze ook weer mooie dingen, ontmoet mensen die zich liever verbergen. Ze wordt gered door een man, maar moet dan wel haar dankbaarheid tonen. Langzamerhand wordt het onschuldige kind ingevoerd in de realistische wereld. Ze leert de harde waarheid kennen van toen en nu. Ze wil ook vooruit, met de trein mee naar één nacht verderop. Naar een plek waar ze tekort zijn en niet over.
Het is een verwarrende, enerverende reis.


En dan hoort ze een stem, die zegt... "Goedemorgen Veertje, het is zover."


Het is een boek dat niet gelijk zijn boodschap afgeeft. Zelf moest ik het meerdere keren lezen. Lezen met grote aandacht en al vragen stellend. Maar langzamerhand ontvouwt het verhaal zich en dan is het een boek van grote schoonheid.
De afbeeldingen zijn donker en indringend met hier en daar intense kleuraccenten.


Opnieuw een opmerkelijk boek van Joke van Leeuwen. Neem er de tijd voor, sta er open voor en ontdek de kern van dit heel bijzondere verhaal.


ISBN 9789045130064 | Hardcover | 80 pagina's | NUR 362/283 |  Querido | 5 maart 2024
Afmeting 24,5 x 20,8 cm | Leeftijd 10-100 jr.

© Dettie 3 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De jongen die van de wereld hield
Tjibbe Veldkamp


Op een brug in een oude stad loopt een jongeman. Het is koud, het heeft gesneeuwd en de brug is glad. Van de andere kant komt er een jonge vrouw aan.
De man schrikt op, en glijdt pardoes uit. Daarbij zoekt hij steun bij het eerste wat hij vast kan grijpen en dat is de jongedame.
Je ziet het gebeuren: ze vallen samen:


‘Daar lagen ze: Vaclav en Zdenka, in elkaars armen, hun gezichten zo dicht bij elkaar dat de adem van de één de lippen van de ander verwarmde.’


Op dat moment is er ineens een fantoom, een jongen, een mogelijk kind, niet echt. De jongen zweefde, en zelfs de sneeuwvlokken vielen door hem heen.


‘Hij zag de sneeuw op de brug, de vlokken die door de lucht buitelden, de lichtjes van Paznau op de oevers en hij hield van de wereld.’


Een ander fantoom verschijnt en deze man geeft hem zijn naam: Adem. Ook vertelt hij over de kinderen die geboren hadden kunnen worden. Maar die er niet zijn. Maar Adem protesteert: hij wil wél leven.
Helaas is de kans dat het zal gebeuren erg klein. Zijn would-be ouders zijn al verder gegaan met waar ze mee bezig waren. Het was niet meer dan een vluchtige ontmoeting op een brug, die geen vervolg krijgt. Ondanks het afspraakbriefje dat zijn vader in de jaszak van zijn moeder stopte, want zij is dat briefje verloren.
Wat nu?

Adem krijgt een enkele kans: hij moet zijn ouders zien te vinden, en aan zijn moeder het briefje geven. En tja, de reactie van zijn ouders? Hoe zal die zijn?
Er wordt een zandloper geplaatst, Adem heeft de tijd tot alle zand doorgelopen is…


Hoe vertel je een verhaal over een jongen die er helemaal niet is? Maar die er wel wil zijn? Daar komt magisch realisme bij te pas: iets verzinnen wat er heel echt lijkt, maar het niet is.
Een bijzonder verhaal, waarbij je vaak vergeet dat het helemaal niet kan.
Een verhaal over liefde, over verlangen naar bij iemand horen, over wilskracht. Je kan het Tjibbe Veldkamp wel toevertrouwen zo'n verhaal heel acceptabel te maken.
Het is een onmogelijke weg die Adem moet gaan, om een echt leven te krijgen. Onderweg leert hij die wereld waar hij al meteen van hield eigenlijk pas kennen. En zijn ouders, die helemaal niet op een kind zitten te wachten. En al helemaal niet op een relatie met elkaar…


Tjibbe Veldkamp woont in Groningen. Hij is vooral bekend als prentenboekenmaker. maar hij schrijft ook voor oudere kinderen. Zijn werk werd o.a. bekroond met een Zilveren Griffel en de Kinderboekwinkelprijs. Ook dit boek kreeg de zilveren griffel.


ISBN 9789045129235 | Hardcover | 184 pagina's | Uitgeverij Querido | augustus 2023

© Marjo, 22 juni 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Doen, durven of de waarheid
Nora Dåsnes


De vakantie is voorbij, Tuva kan niet wachten tot ze haar vriendinnen weer zal zien op school. Maar...


Het was anders op school vandaag, Toen we op de gang stonden te wachten, hing er een vreemde sfeer, alsof iedereen in de zomervakantie een geheim had gehoord, en we nu allemaal iets wísten, ergens in ons hoofd. Ik wist alleen niet wat het geheim is???


Ondanks de rare sfeer stapt Tuva heel blij op Boa en Linnea af en na school gaan ze natuurlijk naar 'hun' bos zoals altijd. Maar Linnea doet raar, ze zit steeds te appen en moet 'ineens' weg! Boa en Tuva snappen er niets van, wat is er aan de hand? Ze zijn toch vriendinnen? Ze vertellen elkaar toch alles?
Na twee dagen komt het hoge woord eruit. Linnea heeft verkering met Martin! Wááát??

Voor Tuva breekt daarna een lastige tijd aan. Moet zij nu ook een vriendje 'nemen'? En ze wil nu ook wel eens weten hoe je verliefd moet worden. Er duizelen duizenden vragen door haar hoofd. En helemaal als er een nieuw meisje, Mariam, op muziekles komt waar ze gelijk een klik mee heeft.


"Ik denk dat ik nog nooit zó graag vriendinnen heb willen worden met iemand!
Is dat wat ze soulmates noemen?


Dit schrijft Tuva in haar dagboek en dat is tegelijk het boek dat wij lezen. Zo leren we dat Tuva het echt moeilijk vindt nu alles zo veranderd is. 
Linnea houdt zich ineens met make-up bezig en gaat 'shoppen' en praat steeds over vriendjes en verkering. Het lijkt wel of ze in een andere wereld woont. Een wereld van jongens, mooie selfies, nieuwe coole kleren enz. Tuva vindt het maar een fake-wereld, alles draait om het uiterlijk.
Tot overmaat van ramp krijgen Linnea en Boa ruzie en Tuva zit er middenin. Ze wil niet kiezen voor de een of de ander. Ze wil gewoon dat iedereen weer normaal doet.


Maar als Tuva aan Linnea vraagt hoe verliefd zijn voelt, ontdekt ze dat zij ook verliefd is! Maar niet op een jongen maar op Mariam.
Kan dat zomaar? Moet ze dat vertellen?
Boa is de enige die het te weten komt maar de verwarring is bij Tuva nog steeds compleet.
En dan komt de pyjamaparty en het spel de Doen, Durven of de Waarheid... en dat maakt alles helemaal anders.


Het is een verhaal van deze tijd, en de vorm ook. Het boek is namelijk een graphic novel. Ofwel een verhaal dat verteld wordt door middel van tekeningen en niet zoveel tekst. De afbeeldingen vertellen als het ware het verhaal en de apart staande tekst voegt daar iets aan toe. Nora Dåsnes heeft dat uitstekend gedaan. Er zit een flinke vleug humor in maar het beschrijft ook de realiteit en de vragen die jonge mensen rond de start van de pubertijd kunnen hebben. Ook leuk was dat muziek in Tuva's leven een rol speelt. Het troost maar geeft ook plezier.
Deze prijswinnende graphic novel in dagboekvorm is geschikt voor lezers vanaf 11 jaar.

ISBN 9789025778897 | Hardcover | 256 pagina's | Gottmer | 12 juni 2024
Vertaald door Femke Muller | Leeftijd 11+

© Dettie, 12 juni 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De chaos in Loïs
Yorick Goldewijk


Maarten is van slag. Loïs is er niet, haar stoel in de klas blijft leeg. De meester vertelt dat ze geopereerd is en heel ziek is. Maarten wist dat ze ziek was, maar wilde het niet weten. Ze was ook al steeds minder vaak op hun berg geweest, waar ze altijd samen met Klaas, Arthur, Sjuul, Dunya en Klaas speelden.
Het zweet breekt hem uit. Waarom was hij niet naar haar toe gegaan?


Maar sinds hij zo mooi over haar gedroomd heeft, is alles anders. Ze was altijd gewoon zijn vriendinnetje. Ze speelden hun hele leven altijd al samen. Na die droom voelde de vriendschap niet meer hetzelfde. Hij kreeg het steeds warm als hij haar zag en wist zich geen raad. Wat vroeger vanzelfsprekend was is nu niet meer zo. Hij durft amper wat te zeggen. Het voelt als chaos.
Maar de chaos in Lois is iets heel anders. Die chaos noemen ze kanker. Maarten zoekt het op. Genetische chaos staat er. Ongeremde celdeling.


Dankzij een kaart van de klas die Maarten moet brengen, waarbij hij hulp vraagt van de onbezorgde Klaas, ziet hij haar weer. Gelukkig voert Klaas het woord, Maarten staat er onbeholpen bij, maar ziet evengoed dat Loïs blij is dat hij er is. Hij schaamt zich ook dat hij niet op bezoek ging omdat hij zelf te bang was, terwijl het Loïs is die zo ziek is.


Even verderop in de straat staat het schervenhuis. Het is een leegstaand huis waar vreemde dingen gebeuren. Kapotte dingen worden daar weer heel wordt gefluisterd en dát brengt Maarten op idee. Loïs is toch ook kapot? Wat als...

Het boek is geschreven voor de Maand van de Filosofie die 1 april van start is gegaan. Het verhaal nodigt uit tot gesprekken over hoop en geloven in iets. Over ziek zijn en wat je kunt voelen als iemand waar je van houdt ziek is. Dat hoeft helemaal geen zorg voor de zieke te zijn, maar je kunt ook angst voelen omdat je niet weet hoe je ermee om moet gaan.
En hoe gemeen is het als iemand zo ziek wordt die eerst nog vol plannen zat en dan ineens geconfronteerd wordt met een mogelijk einde?
En zo roept het verhaal meer dingen op waar je over na kunt denken of samen kunt praten.

Het verhaal is niet loodzwaar, de nonchalante, nuchtere Klaas weet moeilijke situaties te relativeren en ook het verhaal rond het schervenhuis maakt de boel luchtiger.
Prima boek om de filosofiemaand mee te beginnen.


ISBN 9789045130033 | Paperback | 96 pagina's | Querido | 12 maart 2024
Leeftijd 10+

© Dettie, 1 april 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Zombies op school
Marieke Boeijen

Het leven gaat gewoon zijn gang in het stadje. Ook op school, waar de leerlingen buiten de gewone lessen druk zijn met spreekbeurten en de kerstmusical.
Mick (Micky voor zijn beste vriend) doet ook mee, maar hij fungeert het liefst als kerstboom. Achter op het toneel, en toch meedoen, dat is het beste!
Zo denkt zijn vriend Jimmy er ook over.

Maar: is dat wel zo? Er gebeurt iets vreemds als ze op het toneel staan, de nieuwe leerling verdwijnt en Jimmy wil ineens Jozef zijn.


‘Jimmy’s lichaam schudde heftig. Zijn hoofd knikkebolede en zijn armen en benen schokten ruw, Het duurde misschien een seconde of drie, maar het zag er vreselijk uit. Toen stopte het weer. Alsof er niets gebeurd was, staarde Jimmy naar het toneel.
Even leek alles normaal, maar toen hij begon te praten, kende ik hem niet meer terug. Hij sprak niet op fluistertoon zoals we gewend waren, maar schreeuwde zo hard dat Kindje Jesus zijn hoofd boven het kribje uitstak.’


Daarna is alles anders. De politie doet onderzoek naar de verdwijning van de nieuwe jongen en heeft reuze lol om het verhaal dat Mick vertelt. Nou, als ze hem niet geloven, dan besluit hij in te gaan op het vreemde briefje dat hij vond. Hij zou een tante hebben, en daar weet hij niets van! Zijn moeder wil het liefst dat dat zo blijft, ze wil niets vertellen.
Maar wie ze ook is, en waar ze ook is, Mick komt er achter, en laat zij nou degene die hem gelooft en ook hulp biedt.

En zo gaat Mick samen met zijn tante en twee vriendinnetjes uit zoeken wat er aan de hand is. En natuurlijk hoe ze die kwestie op kunnen lossen.


Misschien wel heel juist om het boek te beginnen met een waarschuwing! Want er zitten echt wel griezelige elementen in dit boek. Brr…
Marieke Boeijen laat haar fantasie helemaal gaan!
Niet alleen wat betreft de griezelige kant, maar ook wat humor betreft.
Er valt veel te lachen om de grappige situaties, maar ja, soms is het ook echt eng..
Erg leuk boek, waarvan kinderen vast meer willen!


Marieke Boeijen studeerde journalistiek in Utrecht. Dit is haar eerste kinderboek. Ze woont in Huissen en laat enkele scènes in het boek zich afspelen in dat stadje.

Geert Gratama (1958, Leeuwarden) studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Geert is illustrator en grafisch ontwerper.


ISBN 9789401495066 | Hardcover | 246 pagina's | Uitgeverij Lannoo | januari 2024 |
Met tekeningen van Geert Gratama | Vanaf 10 jaar

© Marjo, 15 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De dood in de polder
Het huis in de polder deel 3
Erik Jan Tillema

In de polder staat een huis waar je maar beter ver uit de buurt kan blijven.
Voor de derde keer staan op die plek heel akelige dingen te gebeuren. Wie de eerdere boeken las weet waar hij of zij aan begint, maar is dat niet het geval – en het hoeft niet! – dan ben je nu gewaarschuwd…


Hoofdpersoon is de zestienjarige Julia. Zij schrijft mailtjes aan ene mevrouw de Paerle, die ze al snel Helen noemt.
Het is al snel duidelijk dat Julia deze Helen nog maar een enkele keer ontmoet heeft, waarom gaat dit meisje niet naar haar ouders of vrienden om te vertellen wat er gaande is?


‘Er gebeurt iets dat mij de kriebels geeft. Kun je alsjeblieft iets van je laten horen. Want ik heb het gevoel dat ik langzaam gek word,
Help me!’


De toon van haar mails wordt steeds wanhopiger. Er zijn nooit antwoorden, dat staat immers in Julia’s berichten.
Ze hebben elkaar ontmoet toen Julia wegvluchtte van haar ex-vriendje. De jongen was de laatste tijd veranderd. Ze begon hem eng te vinden en maakte het uit.
Maar dat wekte zodanig zijn woede op dat ze angstig haar fiets pakte en wegspurtte. En toen reed ze met haar fiets tegen de stoeprand: fiets kapot, meisje hysterisch en toen was daar die auto met Helen erin.
Zij bracht Julia thuis, en vertelde onderweg dat ze makelaar was. Wilde Julia misschien het huis zien dat ze nu in de verkoop had?
Julia vond het huis er niet echt vrolijk uitzien: overal achtergelaten oude meubels, kapotte borden op de grond en her en der lekkages. Creepy, vond Julia. Het was er doodstil.


Als Julia steeds maar geen reactie krijgt op haar mail gaat ze kijken bij de boerderij. Wel een auto. Geen Helen.
Thuis wordt het steeds erger. Ze ziet donkere schaduwen. Ze hoort geluiden en haar moeder (die is er dus wel) hoort ze later ook.
Wat gebeurt er toch?


Nou, echt heel akelige, enge dingen. Gruwelijk zelfs.
En toch lees je door. Want wat gebeurt er nu eigenlijk?
Niet voor watjes, dit boek. Brr…


Erik Jan Tillema (1983) is godsdienstwetenschapper maar vertelt graag verhalen en laat zich daarbij inspireren door de vele eeuwenoude teksten uit verschillende religies.

ISBN 9789044852288 | Hardcover | 174 pagina's | Uitgeverij Clavis | december 2023
Leeftijd vanaf 12 jaar

© Marjo, 6 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De macht van Algas
Marco Kunst

In een verre toekomst is Nederland niet meer het land dat we nu kennen. Het water is gestegen en er zijn nog maar enkele plekken droog gebleven.
Het Zeeuwse eiland Walcheren is er een van.
Het is het jaar 2317. Er is veel veranderd. Niet alleen de geografie, er zijn ook andere machtsverhoudingen.  Wie werkt voor de industriebaas Algas heeft het goed, voor de overige bewoners is het sappelen geblazen.
Maar ze wonen graag op hun eiland en willen helemaal niet dat Algas er fabrieken bouwt.


Bries, Lutijn, Naomi en Wikke zitten alle vier bij meester Pauwel in de klas.
Naomi wordt met de nek aangekeken omdat haar moeder werkt voor Algas. ‘Verrader!’ wordt haar toegesist. Maar zij kan er toch niets aan doen? De anderen weten niet dat als Naomi’s moeder niet goed voor haar en haar broer kan zorgen, dat dan hun vader hen weg haalt uit Walcheren, naar Drylonden. Zij zien alleen dat Naomi het beter heeft dan zij. Hoe ze met een glijder opgehaald wordt van school en in een groot, mooi huis woont.


Lutijn is de zoon van een visser. Hij woont met zijn vader en broer op hun boot. En ja, hij stinkt naar vis, maar iedereen mag hem omdat hij altijd zo vrolijk is.
Bries komt van een boerderij. Daar is het hard werken om te oogsten van het stukje grond dat nog bebouwd kan worden.
Wikkes vader is duinwachter, hij bewaakt het gebied tussen Dizoek en Valkisse. Hij is de enige die de noodklok mag luiden.


Als het verhaal begint zal hij dat moeten doen: er dreigt een zware storm aan te komen, misschien wel met een springvloed. Wikke mag normaliter niet mee om te helpen op het duin, maar deze keer wel: ze hebben alle handen nodig!
Toch komt er veel water binnen in de huizen en in andere gebouwen.
Lutijn en zijn vader gaan de zee op, daar is het misschien veiliger? Hun vrienden de dolfijnen helpen hen.
Dries is alleen thuis en heeft veel spullen naar boven gesjouwd. Ook heeft hij de geiten via een soort loopplank naar de hooizolder gebracht. Natuurlijk wil hij ook hun paard Leun in veiligheid brengen, maar zij is een reuzenpaard en kan die zolder niet op.


De vier kinderen krijgen ieder op een andere manier mee hoe Algas zijn kans schoon ziet. Er worden al snel vragen gesteld: hoe kon het dat zij zo snel aanwezig waren?
Maar de bewoners van Walcheren zijn blij dat er door Algas supersnel kustbeveiliging aangelegd wordt. Als daarna de schade ook nog snel hersteld wordt, zouden ze allemaal erg blij moeten zijn. Maar ze  voelen nattigheid.
En ze hebben gelijk…voor die hulp moet betaald worden. En al snel is het eiland hun eiland niet meer...


Als je het boek opendoet en de kaart bekijkt die daar getekend staat, krijg je al een idee dat je iets moois te wachten staat: Het eiland Walcheren staat afgebeeld, en dat ziet er heel anders uit. Ook de plaatsnamen zijn anders. Maar wel herkenbaar: Milburg; Vlisse; Kamdorp…
Marco Kunst speelt graag met taal. Het woordgebruik van een van de personages is echt genieten:

 
‘Als je het mij vraagt… is het een samenzweersel, kinders! Algas neemt, en daarna doen ze net of ze geven… Ons mooie eiland tussen wal en schip, Algas en Lampsins! Maar niemand vraagt never nooit niets aan mijn… en luisteren ho maar!’
Wikke kijkt fronsend naar de druppel die aan Wartelmans’ neus hangt. ‘Wij luisteren nu toch?’ zegt ze dan. Wartelman grinnikt. De druppel valt van zijn neus. ‘Daar heb je een pluspuntje! Welnu…’ Hij richt zich op. ‘Zoals ik al zei… Van wat ik hoorde, is Algas een kappertalistenbende, zoals ze dat zeggen.’ Wartelman wijst met een priemende vinger naar de grijze hemel. ‘Ze maken olie en zo uit algen en wieren. Algas in het Spaans. Olie voor de machines, metaal, vieze koekjes en ga zo maar door, monnie, monnie.‘


Een smaakmaker is deze Wartelman zeker. En gek is hij bepaald niet, al denkt men van wel!
Mooi zijn ook de vondsten wat betreft de namen. De reuzenpaarden en de dolfijnen en walvissen.
Met een ieniemienie rolletje voor Bløf, natuurlijk ook Zeeuws…
En natuurlijk is het een spannend avontuur, waarbij er aan de volwassenen ook wel een rol is toebedeeld, maar dat vooral gedragen wordt door de vier kinderen.


Marco Kunst (Vlissingen, 1966) schrijft fantastische (maar ook waargebeurde) verhalen in alle genres voor kinderen en jongeren. Eerder verschenen 'Offline', 'Patroon', 'Het touw en de waarheid' en 'Het verlangen van de prins'.


ISBN 9789047716792 | Hardcover | 308 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | mei 2024

© Marjo, 30 juni 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Winde Wildeling en de vallende ster
Illustraties: Rebecca Bagley
Tekst: Gill Lewis


Winde heeft het een beetje moeilijk. Haar broertje Freddie is ziek en het is haar schuld, denkt ze. Had ze hem maar niet moeten knuffelen met haar verkouden hoofd. Freddie is altijd al heel veel ziek en nu moet hij dus weer naar het ziekenhuis.


Gelukkig heeft ze haar vrienden, de Wildelingen, in de Wildernis. Maar het regent en het regent en het regent, het is helemaal geen weer om naar de Wildernis te gaan.
Toch komt Raaf haar halen, ze móet mee naar de Wildernis. Hun kamp dreigt onder water te lopen, ze moet helpen een dijkje bouwen tegen het water van de rivier dat heel hard stijgt. Hoe moet dat nu? Papa en mama moeten naar het ziekenhuis en Winde mag niet alleen blijven.
Raaf weet de oplossing. Winde gaat gewoon met mij mee naar huis en kan ook blijven slapen.


Op de bijgevoegde kaart kunnen we zien dat Winde en Raaf in dezelfde straat wonen en dat de Wildernis ook vlakbij ligt. Ze hoeven alleen maar de groene slijmrivier over en dan zijn ze er al. Maar bij het kamp aangekomen is er geen redden meer aan. Hun hut en spullen lopen gevaar. Ze pakken gauw alles in een zeil en rennen weg... snuf de hond wijst de weg, regelrecht naar het huis van de heks! De heks blijkt een zachtaardige vrouw die de kinderen liefdevol opvangt tot de regen is gestopt.


's Avonds mogen alle Wildelingen in de tuin van Raaf slapen en daar vertelt Wildeling Vos dat die avond heel veel vallende sterren te zien zullen zijn, en dan mag je eens wens doen...
Natuurlijk weet Raaf gelijk wat ze wil wensen. Maar als ze die nacht kijken zien ze een ster in hun kamp vallen. Winde weet gelijk dat ze die ster moet vinden, dan zal haar broertje gered worden! Dat weet ze zeker! Maar waar is de ster?
Alle Wildelingen zoeken mee, maar het blijkt toch iets dat Winde alleen moet doen. Zal ze de ster vinden?


Het is een leuk verhaal. De natuur en de sterren spelen een belangrijke rol. Toch had het allemaal wel wat sprankelender gemogen, de taal is een beetje star. het lijkt een beetje of alles opgezegd wordt in plaats van dat het verhaal gaat léven. Dat kan natuurlijk ook aan de vertaling liggen maar ik ken de originele versie niet dus daar kan niet over geoordeeld worden.Jongeren zullen echter niet op de stijl letten en voor hen is het verhaal vermoedelijk gewoon een heerlijk spannend avontuur om te lezen.


ISBN 9789047714996 | Hardcover | 112 pagina's | Lemniscaat | 11 juni 2024
Vertaald door Jesse Goossens | Leeftijd 10+

© Dettie, 17 juni 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Manie Schaafijs
Zindzi Zevenbergen

De familie verschilt van mening, maar houdt het erop dat de zestienjarige Francisco de Freitas in 1902 vertrekt uit Madeira als verstekeling op een stoomschip. Op Madeira is geen toekomst voor hem, in Brazilië wachten hem de suikerplantages. Hard werken, weinig verdienen is dat.
Hij vertrekt als hij berichten hoort over Suriname. Daar zou het beter zijn. Hij vindt er werk in een ijsfabriek. In die tijd waren er geen koelkasten, maar werden voedingswaren goed gehouden met behulp van ijs.


In Paramaribo leert hij Pauline kennen, die de moeder zal worden van zijn kinderen.
Intussen besluit hij naar Trinidad te gaan, en werkt op een bananenplantage.
Het is nog niet het einde van zijn avonturen. Tenslotte gaat hij terug naar Paramaribo en heeft een idee: hij gaat schaafijs verkopen.


Zijn kar met schaafijs wordt razend populair en Francisco wordt al snel een begrip in Suriname.
Natuurlijk krijgt hij concurrentie.
Maar daar is ineens de redding…


Of het allemaal waar is, dat mag je als lezer betwijfelen: een familieverhaal verandert in de loop van de jaren. Het verhaal is gebaseerd op de avonturen van de overgrootvader van Hedy Tjin. Het verhaal wordt omlijst door een hedendaags verhaal: in de familie van de illustrator wordt op Koninginnedag over het avontuur van hun voorvader verteld.
De schrijver heeft er nog wat extra’s aan toegevoegd: in aparte blokjes tekst, - in roze – krijg je informatie over onder andere de landen die aan bod komen in het verhaal.


Het boek heeft een bijzondere vormgeving: de aparte tekstblokjes, mooie kleurrijke illustraties, en tussendoor ook gesprekjes van de mensen in het heden, in ballonvorm.
Genoeg te beleven met dit boek!


Hedy Tjin en Zindzi Zevenbergen hebben eerder samengewerkt, hetgeen ‘Lennox en de gouden sikkel’ opleverde bekroond met zowel een Zilveren Griffel als Zilveren Penseel.


ISBN 9789463361804 | Hardcover | 175 pagina's | Uitgeverij De Harmonie | juni 2023
Illustraties van Hedy Tjin | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 30 mei 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Winnie en de flopsies
Wim De Vos


De twaalfjarige Winnie vindt het maar niets: ze wordt door haar ouders naar tante Bernie gebracht en die kent ze nauwelijks. Maar haar ouders hebben het veel te druk om zich bezig te houden met haar, dus gaat ze nu de hele vakantie logeren op een plek die ver van de bewoonde wereld ligt.


Als ze eenmaal aangekomen zijn, krijgt Winnie al snel het idee dat het misschien toch wel mee zal vallen: die tante Bernie besteedt nu al meer aandacht aan haar dan haar ouders ooit doen en het huis is bijzonder: groot en mooi. Er zijn maar liefst acht kamers, allemaal met een andere kleur deur en ze mag zelf kiezen in welke ze wil slapen.
Nadat ze op de tweede verdieping heeft rondgekeken, kiest ze toch maar voor de verdieping eronder.

‘Winnie gaat opnieuw alle kamers binnen, en ook hier zijn alle bedden mooi opgedekt en staan in elke kamer vazen met bloemen, maar toch….
‘Maar toch,’ zegt Winnie zacht tegen zichzelf, ‘toch hangt er hier iets vreemds in de lucht.’
‘Geluk,’ klinkt het plots heel zacht, vanachter het behang.
Winnie schrikt op. Heeft ze dat nu echt gehoord?  Zei er nu iemand ‘geluk’ ?‘


Het zal vaker gebeuren, dat ze iets hoort, of denkt te horen, want Winnie kan maar niet ontdekken waar dat stemmetje vandaan komt. Is dus vast niet echt.
Pas als ze in de enorme tuin die een warboel is, maar reuze gezellig, een jongen van haar leeftijd ontmoet komen de gebeurtenissen op tempo. De jongen heet Stiem, en hij weet erg veel van planten. En van flopsies, die bijzondere wezentjes die op een speciale manier met mensen verbonden zijn. Ze vormen als het ware de link tussen de mens en de natuur.

‘Flopsies zijn een achtheid: ze zijn altijd met acht en kunnen niet bestaan met meer of met minder leden dan deze Achtheid. Dat noemen ze zelf de Band van Acht. Deze Band kan bestaan uit meisjes en jongens, de kleuren van de wezens kunnen verschillend zijn, de leeftijden kunnen sterk uiteenlopen als ook de karakters, maar dit alles is nooit noodzakelijk. ‘


Als Winnie en Stiem ontdekken dat het met deze Band van Acht die bij tante Bernie wonen niet goed gaat, komen ze in actie. Hoe kunnen ze de flopsies redden?


Een verwonderverhaal over het belang van de natuur. En over hoe de mens van nu dat schijnt te zijn vergeten.
Een avontuur met veel humor.


Wim De Vos heeft Germaanse taal gestudeerd en is leraar te Boechout. Maar schrijven is zijn passie.
Op de website van Winnie kunnen kinderen meer weetjes over de natuur en een kruiswoordraadsel ontdekken: zie HIER


ISBN 9789044853131 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Clavis | februari 2024
Illustraties van Chris Vosters | Leeftijd vanaf 11 jaar

© Marjo, 26 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De omzwervingen van Boek
Melanie van de Peut


Het is al weer een hele tijd geleden, maar Boek weet het nog goed: hij stond al geruime tijd op een boekenplank in de boekenwinkel toen Abbi daar binnenkwam. Abbi werd ‘zijn mens’, hij kocht Boek voor zijn vrouw, Oemi, die op het punt stond moeder te worden. En Abbi dus vader.
Inderdaad werd er een dochter geboren, Ziza.

Maar Ziza heeft haar moeder nooit gekend, en Boek stond nu al jaren in het huis van Abbi op de plank, ongebruikt.
Dat hij geen tekst, en zelfs geen titel heeft, is het onderwerp van vele pesterijen door de andere boeken.
Hij weet het nog niet, maar er staan hem vele avonturen te wachten. En hij zal die allemaal noteren op zijn bladzijdes.


Want in Syrië, waar hij leeg en nutteloos op de plank staat, breken opstanden uit. Zijn mens besluit te vluchten, het is niet veilig meer in zijn land. Boek beseft dat dit zijn kans is: hij moet in de rugzak van Abbi, of die van Ziza zien te komen.


De reis zal lang zijn, en erg gevaarlijk. Een reis zoals zovele vluchtelingen die gemaakt hebben en nog maken, vanuit een oord waar hun leven bedreigd wordt naar een plek waar ze hopen veilig te zijn. Voor Abbi en Boek moet dat Holland zijn. Maar onderweg wordt hen verteld dat niemand in Europa hen wil. Ook Holland niet.


’Waar wil je dat ik heen ga? In Syrië gooien ze me inde gevangenis en vermoorden ze me, omdat ik geen soldaat wil worden en geen onschuldige mensen wil doden.’
‘In Turkije wil ook niemand ons hebben. Ze bouwen nu een muur om de grens van Syrië heb ik gehoord.’
Moesa gaat steeds harder praten. ‘Een muur om de vluchtelingen tegen te houden! Er gaan geruchten dat ze vluchtelingen zelfs terug gaan brengen naar Syrië, terwijl de oorlog daar nog volop bezig is. Ze willen van ons af.’ (-)
‘In Europa worden we gedwongen om samen te werken met mensensmokkelaars en levensgevaarlijke criminelen. Alleen maar omdat we naar een veilige plek willen. Ze schieten traangas op ons af, ze gooien ons in de gevangenis, houden ons tegen bij alle grenzen en laten ons verdrinken in rivieren en zeeën.’


Dit alles vormt een onderdeel van de avonturen. Maar ze leren ook nieuwe mensen kennen die wèl aardig en behulpzaam zijn. Ze moeten diverse gevaren zien te overwinnen, uit netelige situaties proberen te ontsnappen. Of niet.
Boek maakt alles mee, en vertelt er over. Hij is dus de verteller van het verhaal en geeft het geheel een magisch tintje. Want hij ‘leest’ mensen en kan communiceren met Ziza.

Het is een aangrijpend en ontroerend verhaal. Een verhaal dat echt is. En niet alleen de moeite waard (want ja, wel een dikke pil) voor jongeren, maar ook voor volwassenen.
Achterin is er een verantwoording door de schrijfster, een stuk tekst dat je zeker niet moet overslaan!


Onderwijskundige Melanie van de Peut werkt als taalcoördinator in de kinderopvang.

ISBN 9789044852240  | Hardcover | 544 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2023
Leeftijd vanaf 12 jaar

© Marjo, 17 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De sterren van opa
Saskia de Jong


"Dit is de tweede dag dat ik bij opa logeer. Ik ben hier nog nooit alleen geweest. Samen met mama kwam ik wel op bezoek, maar niet zo vaak en ook nooit lang. Het lijkt wel of mama meer bij oma hoort dan bij opa. Dat komt natuurlijk omdat opa en oma al gescheiden zijn toen mama nog maar één jaar oud was. Oma vertrok en ze nam mama mee.
Ik denk dat opa en mama elkaar helemaal niet zo goed kennen. Ik denk wel dat ze van elkaar houden, al weten ze dat goed te verbergen. Het lijkt wel of ze constant een beetje ruzie aan het maken zijn.
Mama wil nooit lang blijven, bij opa en zijn tweede vrouw, oma Sara."


Aan het woord is Sjuul. Oma Sara leeft inmiddels niet meer en haar andere oma ligt in een ziekenhuis in Duitsland, ze krijgt een nieuwe heup. Mama moest mee met oma dus moest Sjuul bij opa logeren, een papa is niet in beeld, en eigenlijk vindt Sjuul dat logeren best leuk.

Sjuul is niet gelovig opgevoed maar opa heeft drie beeldjes van Jezus in de kamer hangen en langs de trap naar boven hangen tien lijstjes. In elke lijstje hangt een spreuk vertelt opa, hij noemt ze de tien geboden. Ze horen bij zijn geloof. "Lees ze maar Sjuultje" zegt opa over die spreuken, "dan word je een goed mens."
Lieg niet, Steel niet, Vloek niet, die spreuken snapt Sjuul nog wel, maar Eer uw vader en uw moeder? Dat klinkt wel gek, alsof ze elke dag een buiging voor mama moet maken.


Die middag moet opa oefenen met het kerkkoor en Sjuul wil wel mee, dat heeft ze nog nooit meegemaakt dus is het best wel spannend.
In de kerk gaat opa naar boven naar het orgel en Sjuul blijft beneden. Ze slentert een beetje door de kerk, ze kijkt haar ogen uit, uiteindelijk gaat ze bij een beeldje van een lezend meisje zitten. Opeens ziet ze een jongetje binnenkomen die naar de kaarsen sluipt. Hij steelt geld uit het kaarsenblikje!
Sjuul is er helemaal van slag van, dat zal ze straks aan opa vertellen... Stelen mag niet volgens opa's spreuken.


Maar door allerlei andere dingen komt het er maar niet van om het aan opa te vertellen. Sjuul ontdekt ook dat opa's de spreuken niet altijd opvolgt en dat vindt ze gek. Waarom liegt opa bijvoorbeeld ook al bedoelt hij het goed. En waarom mag je geen mensen doden maar eet opa wel dieren. Mag je dieren dan wel dood maken?
Het geloof van opa houdt haar flink bezig. Ze probeert ook te bidden, maar waarom bid je eigenlijk? Geeft God dan antwoord? Verder wil ze weten waarom al die beelden in de kerk staan en wie of wat ze voorstellen. Sjuul is dus echt een meisje dat denkt met de onbevangen logica van een kind en ze zet opa met haar opmerkingen en vragen soms flink voor het blok.


Ondertussen loopt het stelen van de kaarsenmuntjes door het jongetje als een rode draad door het verhaal. Sjuul komt er bijna zèlf door in de problemen. Ze heeft namelijk daardoor dingen gedaan die niet mogen van de spreuken. Maar uiteindelijk past ze een van de spreuken toe... ze stopt met liegen en vertelt eindelijk de waarheid over alles en iedereen. En dát is precies waardoor alles nog beter afloopt dan Sjuul verwacht had.


Saskia de Jong weet op een heel overtuigende manier de vragen van een kind die onverwacht kennismaakt met een christelijk geloof te bespreken. De nieuwsgierigheid van Sjuul maakt het verhaal ontwapenend. Je snapt dat ze niet alles begrijpt want waarom doen volwassen vaak wat van de spreuken niet mag? Waarom vertellen ze bijvoorbeeld niet alles?
Voor volwassenen geeft het boek ook nog veel antwoorden en toch is het echt een boek voor jongeren. Sjuul maakt uiteindelijk haar eigen spreuken en die zijn veel duidelijker!


ISBN 9789047715870 | Hardcover | 128 pagina's | Lemniscaat | 18 oktober 2023
Leeftijd 10+

© Dettie, 2 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER