Wereldspionnen tussen de tombes
James Ponti
In deel 4 van de serie Wereldspionnen gaan vijf kinderen, Brooklyn, Parijs, Sydney, Kat en Rio, op spionnenmissie voor MI6. Als een aantal cyberaanvallen een paar belangrijke doelwitten in Londen treffen, krijgen de kinderen de opdracht om te ontdekken wie er achter die aanvallen zitten. De wereldspionnen komen van het ene avontuur in het andere avontuur en belanden zelfs in Egypte bij het graf van Toetanchamon.
James Ponti weet door middel van dit boek heel veel informatie aan kinderen te geven. Zo leren zij allerlei feiten over bijvoorbeeld cyberontwikkelingen, andere culturen en hun gewoontes, maar ook krijgen ze religieuze weetjes te lezen. Zoals in de volgende frase:
‘Neem ons niet kwalijk,’ zei Moeder, die het gesprek maar overnam. ‘Ik vrees dat we bij het verkeerde huis zijn.’
‘Onzin,’ zei de non. ‘Jullie zijn vast Monty’s vrienden.’
Rio en Parijs wisselden een verwarde blik uit, en Moeder en Robert ook.
‘Ik ben zuster Christine,’ zei de vrouw. ‘Kom toch binnen. De anderen zijn in de keuken.’
Ze liepen een smalle, kale hal in waarin de enige decoratie bestond uit een groot, houten kruis aan de muur.
Parijs keek om zich heen, probeerde de kwestie nog steeds op te helderen. Hij vroeg: ‘Is dit een –‘
‘Een klooster,’ zei zuster Christine. ‘Ja. We zijn een kleine, maar zeer toegewijde orde, de heilige zusters van Sint Jozua.’
Moeder dacht hier even over na en begon te lachen. ‘Sint Jozua,’ zei hij. ‘Dat is perfect.’
‘Hoezo?’ vroeg Robert verward.
‘Hij is de patroonheilige van spionnen,’ legde Moeder uit.
‘Ah, we hebben hier een bolleboos,’ zei zuster Christine met een engelachtige glimlach.
Het boek is echt spannend, maar soms gaat het allemaal iets te snel, waardoor je de draad kwijt raakt. Zo worden er heel veel bijnamen gebruikt en ook wordt er veel verwezen naar eerdere missies die in de voorgaande 3 delen beschreven zijn. Om echt een goed beeld te krijgen van de hoofdpersonen en hun voorgeschiedenis plus alle avonturen die ze beleefd hebben, moet je eigenlijk wel eerst de andere drie delen gelezen hebben. Verder is met de vertaling veel gebruik gemaakt van moeilijke woorden die nog niet in het woordenboek van een 10-jarige staan. Ook bij sommige vertalingen van codes slaat de vertaalster de plank mis. Ben heel benieuwd of kinderen op die leeftijd daarom niet afhaken bij het lezen. Zelf zou ik het boek eerder in de categorie 12+ plaatsen.
ISBN 978 90 261 6189 6| NUR 283 | Hardcover| 327 pagina’s | Uitgeverij De Fontein| mei 2023
Wereldspionnen tussen de tombes is vertaald door Mariella Manfré | Leeftijd 10+
© Els ten Voorde, 1 juni 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het raadsel rond de Incacode
Bianca Nederlof
De twaalfjarige Bren heeft zijn ouders nog steeds niets verteld over de avonturen die hij met oom Waldo in Roemenië heeft beleefd (zie Het raadsel rond het Rode Huis). Zij weten dus ook niets over Vladimir, de vampier en zijn zoon Gregor. Vladimir heeft een vloek uitgesproken over Gregors moeder, en nu zijn Bren en Gregor op zoek naar een manier om die vloek op te heffen. Dat lukt allemaal wel, maar Bren is er niet zo blij mee dat ze Vladimir moesten bevrijden ‘uit de poorten’.
Een vampier houdt zich nu eenmaal aan een bepaald dieet!
Die poorten, dat is de manier waarop de vampiers kunnen reizen zonder gebruik te maken van vervoersmiddelen. Bren kan het nu ook. En Lingu, de zeer geleerde professor, die ze hebben leren kennen, die kan het ook.
En om de professor gaat het nu: hij is vermist. In Peru!
En ja, als Bren in de vakantie weer met oom Waldo mag reizen, gaan ze naar Peru. Opnieuw zonder dat zijn ouders dat weten. En met een belangrijke rol voor Vladimir, ook al vindt Bren dat allemaal maar niets. Het worden hachelijke avonturen daar op de Nazcavlakte.
Klik HIER voor meer informatie.
Die plek staat bekend om de oude Incacultuur. Wat de raadselachtige tekeningen betekenen die daar gevonden zijn, weten we eigenlijk nog niet. De Inca’s hadden ook een bijzondere manier om hun doden te begraven. Bren en Waldo maken kennis met de cultuur van de Inca’s, ook met hun manier van informatieoverdracht, door middel van knopen in touwen.
Klik HIER voor meer informatie.
Maar waar geheimen zijn, daar zijn er meestal ook mensen die minder respect hebben voor de cultuur en alleen aan rijkdom en macht denken. En dan is er nog dat bijzondere systeem van reizen, dat niet altijd even veilig is. Zeg maar gerust gevaarlijk.
Er worden weer voortdurend lolly’s gegeten, en omdat Bianca Nederlof korte hoofdstukken maakt met cliffhangers is het reuze spannend. Lekker lezen en er tegelijk veel van leren! Uitstekend dus.
Er zijn tekeningen van Conz (een enkele best griezelig!) en kaarten ter verduidelijking.
Mooi boek weer!
Bianca Nederlof (Papendrecht, 1980) schreef in 2012 haar eerste kinderboek, waarna er nog meerdere volgden. Ook schreef ze thrillers voor volwassenen.
ISBN 9789044848403| Hardcover | 312 pagina’s | Uitgeverij Clavis | februari 2023
Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 27 maart 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De oceaan van Mare
Kirstin Vanlierde
Reya, Robin en Mendel verzorgen de serres waar werelden bewaard worden.
Reya weet veel van de planten, maar genezen, dat kan ze niet. Gelukkig is de twaalfjarige Robin in staat om planten te helpen herstellen. Dat is hard nodig, in de woestijnserre bijvoorbeeld zijn veel planten er slecht aan toe. Robin vindt het prima om daarmee te helpen, maar van water moet hij niets hebben.
Maar als er trillingen gevoeld worden bij het water in de Poseidonkoepel en Robin een vreemde scherf vindt aan de oever, wordt duidelijk dat ook in het water iets gaande is.
‘Hoe komt een scherf als deze op het strand terecht?’ wil Robin weten.
‘Aangespoeld, zou ik denken.’
‘Aangespoeld?’ fronst Reya. ‘Van waar dan? De zee loopt tot aan de rand van de koepel, er is geen plaats waar dit vandaan kan komen.’
Mendels blik wordt donker. ‘Boven water alvast niet.’
De zeebodem trilt, denkt Mendel, en hij weet uit notities van voorgangers dat het eerder ook af en toe gebeurde. Een van die voorgangers was ene J.C. Hij schreef over een aardbeving en over blauw licht. En dat licht heeft Robin ook gezien. En als er meer scherven te vinden zijn in de oceaan, dan moet hij er in. Maar zijn angst voor water dan?
En doordat Robin zijn angst weet te overwinnen, lezen we vervolgens een mooi sprookjesachtig avontuur, zoals hij dat diep onder het water beleeft.
Hij ontmoet er Mare. Maar wat is dat voor wezen? En wat heeft zij te maken met die blauwe gloed?
Behalve over de natuur, en hoe belangrijk het is daar goed mee om te gaan, is dit een boek over vriendschap – en jaloezie - en over hoe je kracht in jezelf kunt vinden om te dealen met je angst. Al is hun leefwereld niet echt (gelukkig niet!), de personages zijn herkenbare jonge mensen. De oceaan van Mare is het vervolg op De serres van Mendel en De wortels van de wereld maar kan ook afzonderlijk gelezen worden.
Kirstin Vanlierde (Gent, 1977) is een Belgische schrijver van kinderboeken.
Illustrator en vormgever Jurgen Walschot (1977) maakte prachtige illustraties bij dit boek, en gebruikt daarbij vele blauwtinten. De paginagrote illustraties zijn fraaie schilderingen van de diepzee.
ISBN 9789464019476 | hardcover | 91 pagina's | Uitgeverij Pelckmans | 26 oktober 2022
Leeftijd 10+
© Marjo, 7 februari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De zoon van de berentemmer
Xavier-Laurent Petit
Als je de kost moest verdienen door rond te reizen met een tamme beer, dan had je het eind vorige eeuw niet best. Deze zigeunergroep kwam meer en steeds meer in de verdrukking.
Maar zigeuners zijn een trots volk, ze hebben een eigen cultuur, eigen normen en waarden.
Ze stelen niet, ze lenen.
‘Dimetriu betaalde de boodschappen die hij meebracht nooit. Dat was waar. Maar betalen, dat was een zaak voor de rijken. Wij waren arm.’
Nadat hun auto het begeven heeft, wordt het gezin van Lazar Zidar, dat de kost met moeite verdient met hun tamme beer, ook nog door de politie verjaagd. Maar wat moeten ze nu dan?
En dan zijn er mensen die hun prooi ruiken: mensensmokkelaars.
Ze hebben weinig keuze en stemmen toe in een wurgcontract: ze gaan naar Parijs, en als ze de reis terugbetaald hebben zijn ze vrij. Dat zal nooit lukken natuurlijk, eenmaal in de klauwen van deze mensen, is het vrijwel onmogelijk om daar uit te ontsnappen.
En de beer kan niet mee, die laten ze dan maar los in de bissen. En de oma van het gezin wil niet mee. Blijven over: vader, moeder, de broers Dimetriu en Ciprian, en hun zus Vera.
Ciprian is degene die die het verhaal vertelt, hoe ze in Parijs aankomen na een vreselijke reis, en daar terecht komen in de krottenwijk aan de rand van de stad.
En daar moeten ze werken, hetgeen inhoudt dat de jongens al stelend de stad doortrekken, dat Vera bedelt in de metro, en dat hun vader ’s nachts lood en koper steelt.
Ze zijn illegaal – ze weten overigens niet eens waar en wanneer ze geboren zijn, dat deed er nooit toe. Maar nu zijn ze een makkelijke prooi voor mensen die niets goeds in de zin hebben.
Als op een dag Ciprian in het Parc Luxembourg twee mensen gebogen ziet zitten over een bord met poppetjes, is zijn interesse gewekt.
En het leven van het hele gezin zal veranderen.
Behalve dat het mooi geschreven is, is dit boek belangrijk omdat de jeugd er uit leert hoe het is om tot het uitschot te horen. Als je nog nooit de beschikking hebt gehad over stromend water en elektriciteit, dan zijn de krotten van een wereldstad nog niet eens zo erg. En als je ziet dat andere mensen in overdaad leven, dan is het toch niet slecht om daar een graantje van mee te pikken? Zij moeten toch ook eten?
Ciprian beseft wel dat ze arm zijn, dat hun manier van leven verre van ideaal is, maar hij weet niet beter. Hij heeft er zelfs moeite mee om mee te gaan in de ‘verbeteringen’ die hem aangeboden worden, want hij weet nog niet zo zeker of het inderdaad wel bèter is! Ze zijn dit nieuwe leven niet gewend.
Maar het talent dat hij heeft – hij had geen idee! – brengt hem in een heel andere wereld.
Armoede, onverdraagzaamheid, vooroordelen zijn de thema’s. Ciprian steelt je hart, en je juicht hem toe als hij ondanks zijn achtergrond de kans krijgt om zijn onvermoede talent te gebruiken.
Een modern sprookje? Ja dat is het wel. Maar ook een hoopvol verhaal over kansen grijpen als die geboden worden.
Dan is er ook nog de mooie omslag. Een fantastisch boek!
Xavier-Laurent Petit (1956, Île-de-France, Frankrijk) schreef al eerder boeken voor iets oudere jeugd. Dit is het eerste dat vertaald werd.
ISBN 9789021681276 | hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | december 2022
Vertaald uit het Frans door Leny van Grootel
Leeftijd vanaf 11 jaar
© Marjo, 29 januari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Lowie
Van de vogel en de dief
Stefan Boonen
De boeken van Stefan Boonen zijn stuk voor stuk uniek ook al schrijft hij verschillende genres zoals prentenboeken, graphic novels, boeken voor eerste lezers en romans voor kinderen. Deze laatste categorie is mijn favoriet. Gelukkig valt dit boek daar ook onder.
Zoals vaak in de kinderromans van Stefan Boonen gaat het over een kind dat buiten de maatschappij valt. Een kind dat eenzaam maar sterk is.
In dit geval begint, heel verrassend, het verhaal bij het einde, een heel bijzonder einde wat droevig lijkt maar helemaal niet droevig is, integendeel.
Maar hoe dat zo komt? Dat lees je in dit boek.
Het verhaal gaat over een meisje, Lowie, eigenlijk Louise, dat na de dood van haar ontzettend lieve oma, alleen het huishouden en het eten voor meneer en mevrouw Simmer moet verzorgen. En als deze mensen nou aardig waren dan was het nog te doen, maar ze zijn heel onvriendelijk en veeleisend. Het is nooit goed. En op een dag, als ze weer iets onredelijks gebeurt, knapt er iets bij Lowie. Ze pakt haar spulletjes en vertrekt. Ze wil vrij zijn, net als haar moeder, die het ook niet uithield thuis. Lowie wil geen huismus zijn. Gelukkig is in gedachte haar oma altijd bij haar.
Ze is nog nooit buiten de hekken van de villa geweest en is in haar hart heel bang, maar de gedachte om weer voor de Simmers te werken maakt dat ze doorzet. Ze spreekt zichzelf toe:
"Denk niet aan de Simmers! Ze doet het toch.
Aan dat donkere gevoel in haar buik.
Hoe ze diep van binnen gruwt van zichzelf. Dat woord kent ze uit een boek. Als je rilt omdat je bent wie je bent. Dat zij, net als haar oma - en haar mama - in dienst was. Een huismeisje.
Nu niet meer!
Nee."
Ze loopt en loopt en loopt, tot ze niet meer kan. Hoe moet ze aan eten en drinken komen? Hoe moet ze zichzelf redden? Hoe moet ze alles aanpakken? Het ene moment is ze heel bang, het andere moment is ze vastbesloten en moedig. Maar zwaar is het wel.
"De wind blaast in haar oren; net of hij fluistert: Ga terug naar de Simmers.
Nah. Lowie schudt haar hoofd. Dan vreet ze nog liever die hele boom op.
Ze veegt het snot van haar neus en denkt aan het woordje wanhoop. Dat heeft ze altijd een bijzonder woord gevonden.[...]
Ik doe niet aan wanhoop."
Alles verandert als ze in het bos 3 kinderen ontmoet die ook alleen zijn. Zij laten Lowie dingen doen die ze anders nooit gedaan zou hebben. Ze hebben grote invloed op haar, maar toch moeten helaas hun wegen ook weer scheiden. Lowie is weer alleen.
Ze komt in een dorp aan waar ze het beter lijkt te krijgen en liefdevol en met respect behandelt wordt, ze beleeft heel bijzondere dingen, dingen waar haar oma trots op zou zijn.
Maar toch... dat verleden bij meneer en mevrouw Simmer blijft haar achtervolgen, o.a. dankzij de barse, kindonvriendelijk Kommissaar. Moet ze nou terug naar die vreselijke mensen? En dan belanden we bij het verrassende einde dat droevig lijkt maar niet droevig is.
Je slaat het boek met een zucht dicht. Even was je helemaal in een andere wereld, de dappere wereld van Lowie. Je leeft met haar mee, en hoopt dat ze vrij zal zijn, vrij als een vogel.
Dit zijn de échte kinderboeken. Fantastisch.
ISBN 97894640199391 | Hardcover | 320 pagina's | Pelckmans | 14 oktober 2022
Leeftijd ca. 10+
© Dettie, 26 januari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het kleine heelal
Annejan Mieras
De tienjarige Raaf 'mag' zomaar een paar dagen haar gezicht niet laten zien op school. Door haar onbesuisde gedrag had ze haar juf eerder al zo getergd dat die haar haar telefoon afnam. Toen de situatie verder uit de hand liep, werd ze geschorst. Haar moeder komt haar halen, en die reageert niet eens boos!
Waarschijnlijk heeft haar moeder zelf genoeg aan haar hoofd. Ze is met Raaf naar een stacaravan verhuisd op een camping waar in deze tijd van het jaar niemand is. Stukje bij beetje krijgt de lezer te horen wat er aan de hand is: doordat Raaf dingen te weten komt. Waarom Raafs vader er niet is. Waarom ze niet in hun appartementje zijn gebleven.
En dan blijken er op de camping ook geheimen te zijn.
Die hebben te maken met Nicolaas, de zoon van de campingbaas. Ook hij is bepaald niet scheutig met informatie, maar Raaf is nieuwsgierig en deze jongen kan ze wel aan, denkt ze. Haar moeder ontwijkt haar vragen vrij handig.
De camping heet Het Kleine Heelal, maar de titel betekent meer. Nicolaas is enigszins geobsedeerd door de sterrenhemel – niet zomaar – en hij weet er ook veel van.
Het is voor Raaf maar goed dat deze afleiding er is, want ze piekert zich suf. Waar zou papa toch zijn? Wat betekent Het Oponthoud waar mam het over heeft?
Ze heeft ook de zorg voor Zoef, haar huisdier.
We ontdekken niet meteen wie of wat Zoef is…
Hier komt heel duidelijk naar voren dat Annejan Mieras alles lekker op haar gemak wil vertellen. Ze hoort je vragen toch niet, je moet maar geduld hebben tot ze duidelijk wil maken wat er allemaal aan de hand is.
De thematiek is het feit dat ouders hun kinderen onderschatten. Ze willen hen zo graag beschermen tegen de grote boze wereld, en zien niet in dat ze het zo alleen maar moeilijker maken voor hun kinderen. Want die zijn niet gek!
Mooi is dat ook Nicolaas dingen verborgen wil houden al is zijn motivatie niet zozeer dat hij Raaf wil beschermen, hij beschermt eerder zichzelf. En dan is er de vriendin Miracle – what’s in a name – die Raaf vertelt over haar geloof.
De schepping, het geloof, het heelal, grote thema’s, die Annejan Mieras ook even meeneemt in haar verhaal, dat vol zit met symboliek, maar dat op het eerste gezicht een prachtig geschreven verhaal is over vriendschap, en vertrouwen. Een boek dus om te koesteren en te herlezen.
Annejan Mieras studeerde bouwkunde aan de TU Delft, waar ze afstudeerde op het ontwerp van een basisschool. Na vijftien jaar architectuur stapte ze over naar het onderwijs. Al ruim tien jaar is ze inmiddels leerkracht aan een vrije school.
ISBN 9789047713005 | Hardcover | 205 pagina’s | Uitgeverij Lemniscaat | maart 2023
Illustraties van Evelien Jagtman | Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 11 april 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Julia en de haai
Kiran Millwood Hargrave
‘Mijn naam is Julia.
Dit is het verhaal over de zomer waarin ik in een vuurtoren woonde.
De zomer waarin ik bijna mijn moeder kwijtraakte en een haai vond die ouder is dan de bomen.
Maak je geen zorgen, dit verklapt het einde niet…’
Julia is de tienjarige dochter van twee wetenschappers. Haar vader werkt met getallen, en weet alles van computerprogramma’s. Haar moeder is zeebioloog, en werkt ook wel met getallen, maar vindt net als Julia dat woorden sterker zijn.
Als haar vader een baan wordt aangeboden op een ver eiland, namelijk Unst, onderdeel van de Shetlandgroep, besluit haar moeder mee te gaan. Want ook al doet ze eigenlijk onderzoek naar algen die chemische stoffen uit water kunnen halen en afbreken, haar hart ligt bij de Groenlandse haai.
En die zwemt bij de Shetlandeilanden.
Dan gaan Julia en poes Noedel ook mee.
Na een erg lange reis – vier dagen! - komen ze aan bij de vuurtoren waar ze gaan wonen. Julia’s vader moet het licht van de vuurtoren programmeren, die is de hele dag boven. Dus als haar moeder aankondigt dat ze een bootje gaat kopen en de zee op wil, wil Julia graag mee.
Dat vinden haar ouders natuurlijk veel te gevaarlijk, dus dan vermaakt ze zich in het dorp. In de bibliotheek woont Kin, een jongen die ze al eerder ontmoette op een wel heel bijzondere manier.
Haar moeder is nogal apart, ze kan erg uitbundig zijn, maar ook ineens boos. Julia vindt dat vaak lastig en het lijkt wel of het hier op het eiland erger wordt. De kans dat haar moeder die haai gaat vinden is natuurlijk maar klein…
Dit verhaal is prachtig! Vanaf het begin zitten er al hints naar wat er kan gaan gebeuren, maar dat heb je later pas door. Er wordt langzaam opgebouwd naar de climax, die erg spannend is.
Het is ook een ontroerend verhaal, en je leert van alles over zeewezens, vooral de Groenlandse haai.
De thematiek is divers: psychische problemen, pesten, klimaatverandering, en dat allemaal zonder dat het zwaar wordt. En dan is het ook nog prachtig geschreven, met fraaie zinnen:
‘Dat is nog zoiets met woorden: er zit ruimte in. Ze veranderen door de mond van degene die ze uitspreekt.’
‘Ik zou met mijn woorden kunnen doen alsof alles weer net is als vroeger.’
‘Sinds mama ziek is heb ik het gevoel dat ik vanbinnen aan het gillen ben.’
‘De schaduw die over mama’s gezicht was gegleden toen hij dat zei, als een vin die net onder de oppervlakte door het water snijdt.’
De samenwerking met illustrator Tom de Freston (Londen, 1983) is zeer geslaagd. De fraaie zwart-wit tekeningen met enkel geel als kleuraccent spreken erg aan. Het geel komt op iedere pagina als een klein detail terug. Een juweeltje dit boek!
(zie ook: https://www.tomdefreston.co.uk)
Kiran Millwood Hargrave (Londen, 1990) is een Britse dichter, toneelschrijver en romanschrijver.
Dit boek won in Engeland de Waterstone Children’s Gift of the Year. Het is hoog tijd om ook haar andere boeken te vertalen!
ISBN 9789021684109 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | januari 2023
Met illustraties van Tom de Freston | Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 14 februari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Hoe vang je een grote vis?
Hans Sibbel
Het is heel fijn als je een doel in je leven hebt, iets waar je naar streeft, een doel waar je heel veel voor over hebt. Maar weinigen zullen een droom hebben als Hans Sibbel!
Ja, een grote vis vangen, maar eentje die groter is dan je zelf bent?
Toch is dat de droom die Sibbel heeft, geen postzegels verzamelen of autootjes om in een kast te zetten, maar vissen, dat is zijn hobby.
Hij ontdekt dat het niet klaar is als je in een watertje in de buurt een grote vis vangt. Je wil steeds meer, groter dus dan die eerste grote vis van 71 centimeter. Het was een prachtkarper, en Hans had er heel wat voor over moeten hebben om hem te vangen. Maar nee, het was niet genoeg.
Terwijl je leest, leer je wat je allemaal moet doen, welke weetjes nuttig zijn en hoe je het in de praktijk aanpakt. Welk aas je het beste kunt gebruiken voor welke vis; op welk tijdstip van de dag je het meest kans hebt op een vangst.
Misschien denk je dan: saai, een boek over het vangen van vissen!
Maar dat is dus niet zo. De schrijver sleept je mee, en je wordt echt nieuwsgierig hoe hij het aanpakt.
En het leuke is natuurlijk dat je als lezer niet al die uren op de oever van een meer hoeft te staan, je leest wel hoeveel tijd het hem heeft gekost, maar je beleeft dat niet zelf.
Wij beleven wel de avonturen mee, maar hebben geen last van het ongedierte dat hij trotseert.
Nee, dat was niet als hij in Nederland viste! Hij kreeg namelijk de kans om met andere visfanaten in het buitenland te gaan vissen. Spanje, Suriname, Senegal. Zelfs Kazachstan.
Steeds met een nieuwe droom, een ander doel: daar zwemmen namelijk andere soorten vissen. De piraiba, de giant trevally, de arapaima. Daar heb je vast nog nooit van gehoord…
De avonturen van Hans Sibbel zijn op zich al voer voor fantastische verhalen, maar hij heeft het in dit boek, zijn debuut, ook nog zo op weten te schrijven dat je gaat denken dat vissen echt leuk is!
Eh, zeker, maar het is ook duidelijk dat je er veel voor over moet hebben.
Om dit boek te lezen hoef je geen natte voeten te halen, of een ondoordringbaar oerwoud door te worstelen. Het is geschreven in een toegankelijke stijl, zonder ingewikkelde woorden (behalve de vissen dan). Wat het boek ook de moeite waard maakt zijn de mooie illustraties van Marianne Dibbel. De naam? Jawel, Hans en Marianne zijn broer en zus.
En zo kunnen dromen dus bewaarheid worden!
O ja, vergeet niet om de vissen die je vangt weer - los van de haak - te laten zwemmen…
Hans Sibbel is cabaretier en stand-upper, bekend om zijn snelheid en grapdichtheid. Ruim vijfentwintig jaar vormde hij met Dolf Jansen het duo Lebbis en Jansen. Sinds 2000 maakt hij ook solovoorstellingen. Hij publiceerde drie boeken voor volwassenen. Hoe vang je een grote vis? is zijn eerste kinderboek.
ISBN 9789047714842 | Hardcover | 91 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | januari 2023
Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 7 februari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De meestervervalser
Annemarie Jongbloed
De tienjarige Bilal is heel goed in tekenen en schilderen. Niet zo maar heel goed, hij kan de werken van een andere schilder perfect namaken.
Dat Gerrit (‘Gekke Gerrit”, noemt Bilal hem stiekem) zijn gave ziet, dat is eigenlijk niet zo’n goed nieuws. Gerrit is namelijk een scharrelaar. Als die ergens geld ruikt is hij niet meer te houden.
Het is al erg genoeg dat hij de huisbaas is van Bilal en zijn moeder en dat zijn moeder ook voor hem werkt in het café, maar nu raakt de jongen door zijn talent verstrikt in de netten van een meedogenloze crimineel.
De omstandigheden waarin de jongen en zijn moeder leven zijn verre van ideaal: er is geen geld. Niet voor nieuwe schoenen, niet voor de kapper…
Zijn moeder is door omstandigheden is deze situatie verzeild geraakt en al werkt ze hard, het lukt haar niet zich eruit te werken. Dus moet Bilal ook nog vaak op zijn kleine (half)zusje Aya moet passen.
Ze proberen hun omstandigheden te verbergen, anders worden ze misschien uit huis gezet, of erger nog: dan wordt Bilal gescheiden van zijn moeder en zus.
Er zijn wel andere mensen die zien dat het niet zo goed gaat, maar het is nu eenmaal zo: als je zelf nooit in zulke omstandigheden verkeerd hebt, dan zie je het niet, en dan begrijp je niet hoe het is.
Wat kan een jongen van tien doen tegen een gewetenloze crimineel?
Die akelige man gebruikt dreigementen om Bilal zover te krijgen dat hij schilderijen vervalst. En daar krijgt de jongen nauwelijks iets voor.
Dat kan niet goed blijven gaan. Gerrit wordt overmoedig...
Het is niet echt een realistisch verhaal. Een jongen van tien die een beroemd schilder perfect kopieert?
Maar er zitten veel elementen in, die wel degelijk - en helaas - herkenbaar zijn. De armoede, waar je zelf geen schuld aan hebt, zodat je kwetsbaar bent voor mensen die het niet zo goed met je voor hebben. En dat de mensen die het wèl goed bedoelen, te naïef zijn om te zien wat er onder hun neus gebeurt.
In dit boek komen ook andere actuele thema's aan de orde.
De hoofdstukken zijn kort, en sommige situaties zijn - hoewel schrijnend - toch ook af en toe grappig.
Dat leest natuurlijk een stuk fijner.
Annemarie Jongbloed heeft een missie: verhalen schrijven voor kinderen die niet graag lezen. Doordat zij leerkracht was, kwam ze kinderen tegen die er moeite mee hadden. Annemarie besloot daar wat aan te doen, en zo ontstond de Schakelreeks bij uitgeverij De Inktvis.
ISBN 9789021683737 | hardcover | 160 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | december 2022 I
lllustraties van Wendy Panders | Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 27 januari 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het grote TOS mysterie
Wat aliens en robots ons kunnen leren over taal
Illustraties: Wouter Goudswaard
Tekst: Imme Lammertink & Wouter Goudswaard
TOS is de afkorting voor taalontwikkelingsstoornis. Dat klinkt gelijk best heftig, maar wat houdt de stoornis eigenlijk in?
Het blijkt dat kinderen met TOS moeite hebben met leren van klanken, woorden en zinnen. Hierdoor zijn ze o.a. soms moeilijk te verstaan, hebben ze moeite met het vinden van de juiste woorden en gebruiken ze vaak korte en soms kromme zinnen.
Imme Lammertink heeft onderzocht hoe het kan dat kinderen een TOS hebben. Wat maakt dat ze zo'n moeite met taal hebben? En dat is lastig om te ontdekken, sommige dingen blijven een mysterie zoals de titel van het boek ook aangeeft.
Imme Lammertink en Wouter Goudswaard proberen door middel van dit stripboek, kinderen en hun ouders meer informatie te geven over taal en patronen in de taal. Dat kan belangrijk zijn om bijvoorbeeld kinderen met TOS verder te helpen.
Het boek begint met Jeroen, Amir en Naomi die de bal aan het overgooien zijn. Jeroen heeft de taalontwikkelingsstoornis en snapt niet waarom Naomi het ineens anders wil doen. Hij wordt boos en schopt de bal weg. Regelrecht een huis in!
Het huis blijkt van taalwetenschapper Roos, zij onderzoekt of er patronen in de taal zitten, patronen die zich steeds herhalen. Zoals in een liedje bijvoorbeeld ook gebeurt. Kinderen met TOS herkennen vaak dat patroon niet of hebben er moeite mee.
Roos gebruikt robots en 'aliens' voor haar onderzoek en dat vinden de kinderen geweldig. Ze mogen ermee spelen en daardoor wordt gelijk uitgelegd wat er gebeurt als je TOS hebt. Want Jeroen speelt het anders dan Naomi en Ravi wat niet zo goed is. Maar in het tweede spel is Jeroen tot zijn blijdschap weer beter.
Naomi en Ravi zijn blij voor Jeroen want ze vinden het vaak naar voor hem dat hij zo'n moeite met taal heeft.
Aan het eind van het boek zijn we toch flink wat wijzer geworden over het onderwerp.
Helemaal achterin het boek staat ook nog een begrippenlijst met uitleg en internetadressen over TOS.
De afbeeldingen zijn aantrekkelijk, soms wel erg druk maar evengoed duidelijk. De uitleg is af en toe vrij moeilijk maar gelukkig is Ravi vaak heel nieuwsgierig en vraagt door zodat enkele zaken achteraf toch wat beter te begrijpen zijn. Bovendien kan een volwassene eventueel ook toelichting geven als het moet.
Overigens een slim idee om dit boek in stripboekvorm uit te geven omdat kinderen met TOS beter beeldtaal begrijpen dan geschreven taal.
ISBN 9789083183756 | Hardcover | 24 pagina's | Levendig Uitgever | 28 februari 2022
Afmeting 30,6 x 21,8 cm | Leeftijd 10+
Dettie, 4 januari 2022
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER