De schaatser
Nando Boers
Wij zijn in Nederland vergroeid met de schaatssport,
het is een deel van onze cultuur, het trekt hoge kijkcijfers en zorgt voor
een uitverkocht en hossend Thialf. Schaatsen hoort erbij. Nando Boers
interviewde in de aanloop van dit Olympisch seizoen acht toonaangevende
schaatsers van dit moment; Ireen Wust, Michel Mulder, Sven Kramer,
Stefan Groothuis, Annette Gerritsen, Jan Smeekens, Bob de Jong en Mark
Tuitert. Urenlange interviews waarin hij op zoek gaat naar de drive van
de schaatser. Wat maakt schaatsen zo mooi, wat is de essentie van het
schaatsen, waarom is de schaatsbeweging voor veel schaatsers zo
fascinerend en wanneer is die liefde begonnen?
Het levert acht
boeiende portretten op, waarin verrassend genoeg de meest simpele vragen
de meest verrassende inkijkjes geven in de ziel van de schaatser. Vraag
een schaatser bijvoorbeeld wie er in de buurt van zijn of haar schaatsen
mag komen en je krijgt bij de meeste schaatsers een overdonderend
relaas over de kwetsbaarheid en de onvervangbaarheid van een goed
afgestelde schaats, waardoor het hart van de schaatser al overslaat als
er iemand te dicht bij het bankje komt waar die schaatsen op klaarliggen
en iedere vliegreis een bezoeking is door de angst voor zoekgeraakte
koffers waar de schaatsen in zitten.
Naast de algemene vragen over
omgaan met voeding, training en externe omstandigheden gaat het ook over
meer persoonlijke zaken. Hoe ga je om met twijfel, met verliezen en met
druk en verwachtingen. Ronald Mulder vertelt hoe hij vorig jaar na één
dag WK Sprint eerste stond en de tweede dag ‘s morgens bij zijn coach op
de kamer zat te huilen omdat de druk van de buitenwereld om het af te
maken zó groot was dat hij er bijna niet mee dealen kon en de twijfel
toesloeg. Stefan Groothuis vertelt hoe verliezen voor hem vaak
letterlijk fysieke gevolgen heeft:
“Ik kan fysiek echt ziek zijn
van slechte resultaten. Als het mis gaat, zoals op de Winterspelen van
Turijn, ben ik daar serieus twee maanden misselijk van. Had ik ook na de
WK afstanden in Inzell; derde. Na de Winterspelen van Vancouver had ik
het weer minder. Ik was terneergeslagen, zo klote was de aanloop
geweest. Ik werd ziek in het vliegtuig, had knetterende koorts. Mensen
kunnen zich dat misschien niet voorstellen, maar ik zat echt een week
opgesloten in een kamer.”
En Mark Tuitert verteld over het omgaan met twijfel:
“Twijfel
en onzekerheid vormen de kern van je bestaan. Onzekerheid is de
grootste drive om beter te worden. Je kunt die onzekerheid wel
verbloemen door je ergens aan vast te houden en de vragen van je weg te
houden, maar dat is een schijnveiligheid. Je haalt de
verantwoordelijkheid bij jezelf weg als je alles aan een coach overlaat.
Externe factoren zijn dan voor jou verantwoordelijk. Ik ben er juist
van overtuigd dat het nemen van eigen verantwoordelijkheid de hardste,
meest confronterende en veruit de meest stimulerende manier is om zover
te komen als maar kan.”
Het verschil in hoe de toppers omgaan met
details en ‘bijzaken’ is grappig om te lezen. Sven Kramer vindt
afplakken van ramen in hotelkamers klinkklare onzin, terwijl Stefan
Groothuis vroeger bouwplastic kocht omdat de gordijnen in de hotelkamers
in het buitenland een streepje licht doorlieten. Ook verschil in
karakter en temperament spelen een grote rol in het omgaan met de sport,
maar wat álle schaatsers in dit boek bindt, is hun gedrevenheid en hun
focus. Hun jarenlange toewijding om alles opzij te zetten, alles te
laten, 24 uur per dag iedere beslissing die ze nemen af te wegen, voor
enkele belangrijke schaatsmomenten per jaar, of zelf voor één wedstrijd
per vier jaar... Soms moeten ze daarbij vanuit een diep dal terugkomen,
zoals Sven Kramer de afgelopen jaren na een liesblessure, of Annette
Gerritsen na de ziekte van Pfeiffer.
Anderen hebben alles al een keer
gewonnen en komen ‘op leeftijd’ zoals Bob de Jong en Mark Tuitert, maar
brengen toch weer vier jaar de motivatie om nog één keer te gaan voor
Olympisch Goud, zonder dat ze zelfs maar weten of ze in dit schaatsvolle
land met al zijn kwalificatietoernooien überhaupt op de Spelen terecht
zullen komen.
Als schaatsliefhebber die vele wedstrijden volgt en in de
loop der jaren veel gelezen heeft over trainingskampen en afzien, kwam
ik toch weer onder de indruk van deze absolute toewijding, de zwaarte
van de races en trainingen, die zeer fysiek beschreven worden en de
onuitputbare motivatie om alles te doen en te laten voor de sport.
Nando
Boers is journalist voor NUsport en doet sinds 2006 verslag van de
grote schaatstoernooien. Enkele van deze verhalen - of delen ervan -
verschenen eerder in het magazine NUsport. Boers is een
schaatsliefhebber pur sang en dat proef je in zijn vragen en in de
aandacht waarmee hij naar de sporters luistert. Het is daardoor een mooi
portrettenboek geworden wat een goede inkijk geeft in de wereld van het
schaatsen en in die van de schaatsers persoonlijk.
Een aanrader voor iedere schaats- en sportliefhebber.
ISBN 978 90 468 15861 paperback 192 pagina's Uitgeverij Nieuw Amsterdam, november 2013
© Willeke, 4 november 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER