Bandoeng, Semarang en Jakarta van ooit verwaait nooit
Kinderervaringen voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië
Carmi Butteling
Over de auteur: Carmi Butteling (Den Haag, 1936) is een beeldend kunstenaar en schrijver. Ze studeerde in 1958 af aan de Kunstnijverheidsschool, later de Gerrit Rietveldacademie, in Amsterdam. Haar oeuvre bestaat uit tekeningen, schilderijen en grafiek, vooral zeefdrukken. Hierin zijn veelvuldig – maar niet uitsluitend – combinaties van zowel abstracte als uit de natuur ontleende visuele elementen te zien. Veel werken tonen daarnaast haar fascinatie voor lichtval en schaduw. Een voorbeeld hiervan zijn de schaduwvelden, bijvoorbeeld door een boom veroorzaakt, die zich deels over het beeldvlak uitstrekken.
Deze schaduw komt als motief in meerdere werken terug en is ook te onderscheiden in haar sculptuur Bandung (1996). In dit werk, bestaande uit veertien met verf bewerkte betonnen tegels die zijn verzonken in het trottoir, is haar grafische-maar-tekenachtige handschrift duidelijk zichtbaar. Het werk vertelt in meerdere opzichten ook over haar leven. Zo verwijst de titel net als die van sommige andere werken naar haar persoonlijke geschiedenis, waarover ze in 2008 publiceerde. Het werk bevindt zich in Velp. Hier woont en werkt Butteling (anno 2015) ruim dertig jaar. Buttelings werk bevindt zich onder andere in de collectie van de Provincie Gelderland en het CODA museum in Apeldoorn.
Bron: http://www.collectiegelderland.nl
Wie in Google de naam van Carmi Butteling intypt en op afbeeldingen zoekt, komt, zoals uit het bovenstaande informatie over de auteur blijkt, vooral haar kunstwerken tegen. Tussen de afbeeldingen van haar kunstwerken vind je ook de afbeelding van de voorkant van het boek over haar kinderervaringen in Nederlands-Indië. Je vindt geen afbeelding van Carmi Butteling zelf, wat doet vermoeden dat wat ze creëert belangrijker voor haar is, dan zichzelf op het internet te profileren.
Het verhaal, zo lezen we helemaal achterin het boek, speelt zich af van 1938 tot juni 1946 in de woelige tijden van vóór de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost Azië tot en met de bersiaptijd op Java. De mensonterende omstandigheden en de vreselijke ontberingen in een Jappenkamp en de gruwelijke daden in de bersiaptijd, die in deze periode door tal van de Nederlands-Indische bevolking is ondergaan worden verteld vanuit het gezichtspunt van een jong meisje.
Toen ik het boek begon te lezen moest ik er even in komen. De schrijfster heeft er in dit boek voor gekozen om het taalgebruik uit die tijd, een taal die wortelde in het oude Maleis, te gebruiken. Achterin is een woordenlijst opgenomen en in het begin ben je geneigd ieder 'vreemd' woord op te zoeken, waardoor je niet meteen in het verhaal komt, doordat het door het opzoeken van de betekenis steeds onderbroken wordt. Dit geldt uiteraard niet voor lezers die zich kunnen identificeren met de hoofdpersoon uit het boek en voor hen zal juist dit taalgebruik een extra dimensie toevoegen aan het verhaal dat Butteling, via de hoofdpersoon, te vertellen heeft.
Toen ik stopte met steeds de betekenis van de Maleise woorden op te zoeken, omdat uit de context toch vaak de betekenis wel duidelijk was, werd ik direct helemaal in het verhaal getrokken. Een verhaal dat wordt verteld vanuit het gezichtspunt van een jong meisje dat met haar moeder, mams, in een Jappenkamp terecht komt. De vader is afwezig, maar leeft nog wel. Het kind of het meisje, zo wordt de hoofdpersoon in het boek aangeduid, weet niet precies waar hij is of hoe het met hem gaat.
Ontzettend knap is dat het verhaal ook zo tot je komt als lezer. Je kijkt mee door de ogen van het jonge meisje en alle dingen die onbekend of nieuw zijn en daarmee door het meisje soms onbegrepen blijven. Alles wordt op die manier verwoordt door de auteur. Niets wordt aan de lezer nader uitgelegd en daarmee voel je als lezer bijna hoe het is om als jong kind gedwongen in een onbekende vijandige omgeving terecht te komen, waar je niets van begrijpt. Het is op die manier door het jonge meisje ervaren en als lezer begrijp je toch precies om welke verschrikkingen en welk leed het gaat zonder dat dit expliciet wordt gemaakt. De woordkeuze is soms verhullend, bijna verzachtend, maar benadrukt daardoor misschien wel extra de hardheid van de omstandigheden waarin moeder en dochter verkeren. Dat maakt voor mij dit boek heel bijzonder en op geen enkel moment in het boek verzuimt de auteur dit gezichtspunt los te laten.
Het boek van Carmi Butteling is de getuigenis van een kind in oorlogstijd en geschreven in de bewoordingen van dat kind. Dat is uitermate mooi gedaan. Het boek is daarom denk ik ook terecht opgedragen aan Het oorlogskind.
ISBN 9789461538772 | Paperback | 236 pagina's | Uitgeverij Aspekt | mei 2016
© Ria, 14 juli 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER