Non-fictie

Suzanne van der Schot

Moeilijk te geloven

 

Suzanne heeft de beslissing genomen het klooster in te gaan. Eigenlijk staat ze van zichzelf verbaasd dat zij, een Amsterdamse die graag sport en reist, deze beslissing heeft genomen. Ook haar familie en vrienden begrijpen er niet veel van. Mensen die in een klooster leven zijn toch wereldvreemd, dat is zíj toch niet? Sommigen dachten dat het een bevlieging was, anderen dachten dat het door gebrek aan een vriend was of misschien kwam het wel door de scheiding van haar ouders..
Dat ze er heel lang over nagedacht had en haar beslissing als een 'thuiskomen' zag was moeilijk te accepteren voor haar omgeving. Hoe meer kritiek er kwam hoe feller ze haar beslssing verdedigde, terwijl zijzelf natuurlijk ook haar twijfels had. Ze liet alles achter zich, haar huis, baan, familie en vrienden. Wat als dit toch een verkeerde beslissing bleek te zijn, wat als zij niet geschikt bleek voor het kloosterleven?

Hoe is ze tot dit besluit gekomen?
Tijdens bezoeken aan enkele kerken was haar opgevallen dat de mensen die de kerken bezochten iets gemeenschappelijks hadden. Zij namen de tijd om tot bezinning te komen, om na te denken. "In de kerk kreeg het leven een dimensie die verderging dan het alledaagse, dan het noodzakelijke ."
Ze is nieuwsgierig en ziet aan die mensen dat zij een 'geheim' hebben dat zij niet kent. Ze vraagt zich allerlei zaken af en blijft zich dingen afvragen, het laat haar niet los. Ze wil meer weten over God? Wie is God? Wat betekent hij? Het laat haar niet los. Uiiteindelijk wordt ze katholiek. Dan ontmoet ze Bernard Zweers een stadsmonnik. Ze sluit zich aan bij de stadmonniken. Ze bidden tweemaal per dag gezamenlijk. . Voor Suzanne een ideale combinatie, de dagelijkse bezinning en rust tegenover de hectiek van het dagelijkse leven. Maar voor velen valt het tweemaal per dag bidden niet te combineren met hun dagelijks leven. De groep wordt steeds kleiner en de resterende monniken gaan op zoek naar een groep waar ze zich bij aan kunnen sluiten en zo ontdekken ze de Fraternités Monastiques de Jérusalem een groep die in diverse Europese steden het dagelijks gebed onderhoudt.
Een bezoek aan de orde in Parijs doet Suzanne besluiten in te treden in het klooster in Parijs.

Eenmaal daar moet ze leren te leven zonder luxe, dat valt haar niet zwaar, wel de enorme hoevelheid werk in het klooster en het zich moeilijk verstaanbaar kunnen maken in haar gebrekkige Frans. Haar grote rustpunten zijn de gebeden die 3 x daags gehouden worden. Alles wijkt voor deze gebeden. Ze geniet van de rust in de kerk, de gezangen, het gezamenlijk bidden.
Het kloosterleven zelf is een geoliede machine, ieder heeft zijn taken. Het is ronduit ontroerend hoe de voorbereidingen voor kerst getroffen worden en hoe de geboorte van Jezus in het klooster gevierd wordt. Ondertussen worden de geschriften steeds duidelijker voor Suzanne en ze geniet ervan daarover na te denken. De viering van de dagen voor Pasen en Pasen zelf heb ik met een brok in m'n keel gelezen. Enorm zoals Suzanne deze dagen weet te beschrijven.
Toch blijft constant de twijfel aan haar knagen. Ze blijft zich afvragen of zij wel de juiste 'roeping' heeft. Voor sommige van haar medezusters is het een heldere zaak, zij horen daar, voelen zich gelukkig en weten waarvoor zij afstand hebben gedaan van bepaalde zaken. Suzanne zelf voelt zich constant heen en weer geslingerd tussen zich zeer op haar plek voelen en enorme twijfel. Zij loopt nu nog in haar gewone kleding maar straks moet ze het habijt aan, mag zij dat wel doen? Zal zij deze met trots en overtuiging kunnen dragen?

Zoals Suzanne gefascineerd werd door God en zijn betekenis werd ik gefascineerd door haar verhaal. Zonder opsmuk, zeer realistisch en met de nodige humor vertelt zij over haar kloosterleven. Het is niet zweverig of een 'halleluja praise the Lord' beschrijving, integendeel, maar wel een diepgaand vertellen over haar gevoelens over God en haar leven met de zusters.
Met veel liefde worden passages uit de geschriften aangehaald en wat zij voor haar betekenen, haar intense ervaringen in de kerk tijdens het gebed zijn prachtig verteld. Ook de jongerendag die gehouden werd en wat dat met haar deed weet ze mooi en met humor over te brengen
Ik zou nog een tijdje door kunnen gaan, het verhaal pakte me en liet me niet meer los. Een erg goed en mooi debuut.

 

Paperback | 268 Pagina's | Nieuw Amsterdam | 2006 ISBN: 9046800512

© Dettie, 23 juli 2006

Voor meer informatie over de schrijfster en dit boek, klik op de afbeelding

Reageren? Klik hier!

 

 

Moeilijk te geloven

 

Iedereen heeft wel eens zo'n periode in het leven waarin je denkt: is dit het nou? Wil ik zo verder?

Suzanne is een dertiger als bepaalde ervaringen uit haar jeugd haar weer doen twijfelen of ze wel op de goede weg zit. Toen ze 12 was had ze voor het eerst een soort mystieke ervaring in een kathedraal, waar ze als niet-gelovige kwam. Toen ze een katholiek vriendje kreeg ging ze met hem mee naar de kerk, en ze begon zich af te vragen wat dat geloof inhield. "Hoezo, eeuwig leven? Hoe zijn we überhaupt met het idee gekomen dat er een god bestaat? En als hij bestaat, wat heb ik daar dan aan?" Ook al laat ze zich dopen, de vragen blijven haar op de achtergrond bezighouden.
Als ze vrijwilligerswerk gaat doen in India, ontmoet ze daar paters en nonnen die onbaatzuchtig mensen helpen. Als het geloof dat teweeg kan brengen, wil ze ook kunnen geloven.
Terug in Amsterdam ontdekt ze de stadmonniken: samen met anderen is er twee maal per dag een gebedsdienst. Het samen stil zijn bevalt haar wel, en natuurlijk praat ze ook veel met haar gebedsgenoten. Maar het is het nog niet helemaal. Ze ontdekt de Fraternités Monastiques de Jérusalem. Dat is een orde die gebed en werk combineert. Misschien is dat het wel? En ze besluit in te treden. Dat is een enorme stap, ze moet haar leven in Amsterdam opgeven, haar huis, baan en familie, alle luxe. Ze gaat een heel ander leven leiden. Dat nieuwe leven staat haar grotendeels wel aan, het samen bidden, het samen leren, maar vooral het zich niet meer druk hoeven te maken over de kleine dingen van het 'normale' leven, allemaal prima. En toch blijven de twijfels. Kan ze dit kloosterleven wel aan?

Het is absoluut geen zweverig boek, het geeft denk ik een goed beeld van de twijfels die er zijn als je een min of meer definitieve keuze gaat maken die zijn stempel zet op de rest van je leven. In Suzannes geval is dat dus de vraag of het geloof allesbepalend moet worden of slechts een bijrol zal vervullen. Toch een belangrijke keuze, die we weloverwogen moet maken. Ik vraag me af hoe dat gegaan is met het schrijven van dit boek, hoe ze de twijfels en de zekerheden achteraf op de juiste momenten inpast. Zou ze toch een dagboek bijgehouden hebben? Daar wordt niets over gezegd.

 

Paperback | 268 Pagina's | Nieuw Amsterdam | 2006 ISBN: 9046800512

© Marjo, augustus 2006

 

 

De minnaar, de monnik en de rebel
Suzanne van der Schot


In haar vorige boek Moeilijk te geloven beschrijft Suzanne van der Schot haar leven in een Parijs klooster. Op zoek naar God en naar antwoorden op de grote levensvragen  trad ze in en vond stilte, rust en iets wat raakte aan de kern van het bestaan. Toch voelde ze zich er na verloop van tijd niet thuis... Ze genoot van het gebedsleven maar verlangde ook naar een kopje koffie op een terras, een glaasje wijn bij het eten, nieuwe rokjes voor de lente en een avond in de kroeg met vrienden.


Na haar uittreden blijkt het echter in de hectiek van alledag en in het bruisende Amsterdam een stuk moeilijker God te vinden dan in de stilte van het klooster.
Buiten de kloostermuren moet je met een vergrootglas zoeken naar sporen van God. Zoekend naar een manier om dat tóch vorm te geven stuit ze op de figuur van Jezus. Hij was nooit degene in het geloof waar ze zich mee verbonden voelde maar uit haar kloostertijd staat naast haar bed  een afbeelding van Jezus geschilderd door expresionist Georges Roualt, een totaal andere Jezus dan de clichébeelden die door de jaren heen van hem gevormd zijn, meestal man met baard en vrome blik.
En ze vraagt zich af hoezeer haar beeldvorming van Jezus door de clichés gevormd zijn, en of de figuur van Jezus, die zich ook niet in stilte maar midden in de drukte staande hield haar niet zou kunnen helpen in het geloven midden in de wereld van alle dag. Ze besluit alle clichébeelden los te laten en met open blik opnieuw  het evangelie te gaan lezen. Wie was Jezus, wat bewoog hem, wat kunnen we daar nu mee.
Ze neemt hiervoo,r bij elk  hoofdstuk, een nieuw uitgangspunt... Jezus als activist, Jezus als Zoon, Jezus als minnaar, monnik, rebel. De letterlijke wonderen en verlossing vindt ze vaak nog steeds moeilijk te vatten maar ze vindt verrassende inzichten in wat er geschreven staat.
Mooi vond ik de link die regelmatig gelegd wordt naar haar zwarte VMBO klas, nu eens niet als probleemcasus maar als een plek waar ze dat zoeken naar hoop en kansen vaak ziet. Gasten waar net als de mensen waar Jezus in zijn tijd mee om ging niet altijd al te positief over gedacht zou worden, maar waar hij vermoedelijk een zwak voor gehad zou hebben.


Het boek is een oproep om zoals Jezus deed met open ogen en zonder cynisme naar de wereld te kijken, je handen uit de mouwen te steken, en niemand af te schrijven.
Aanrader voor iedereen die zoekt naar een manier om geloven in het leven van alle dag vorm te geven, of voor wie met nieuwe ogen naar de oude verhalen wil kijken.
En ook voor mij, een iets letterlijker gelovige dan van der Schot, een boek waar heel veel goeds en perspectief uit te halen valt. Met veel plezier gelezen.


ISBN 9789046806128, Paperback 188 blz. uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2009

© Willeke, november 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER