Mijn leven in de wildernis
Van de Achterhoek naar Nieuw-Zeeland
Miriam Lancewood
In de documentaireserie waarin Floortje Dessing 'Naar Het Einde Van De Wereld" reist mochten we al kennis maken met Miriam en Peter Lancewood. Het stel had op dat moment al vele kilometers afgelegd dwars door de wildernis van Nieuw-Zeeland. Ze volgden namelijk de zware 3000 km lange Te Araroa trail die van het noordelijkste puntje van het Noordereiland naar het zuidelijkste puntje van het Zuidereiland van Nieuw Zeeland loopt. Op die route vond de ontmoeting met Floortje Dessing plaats. Zij liep een paar dagen mee met het stel dat al hun bezittingen in hun rugzak meedragen. Hun huis is een klein tentje, ze slapen op dunne matjes, ze hebben een pan, wat kleren en wat eten bij zich en dat is het. Meer hebben ze niet nodig.
De van oorsprong Nederlandse Miriam Lancewood - ze is geboren in een klein plaatsje in de Achterhoek - vertelt in de documentaire al dat ze, nadat ze deze enorme tocht heeft voltooid, een boek zal schrijven over alle ervaringen die ze opgedaan hebben. En dat boek ligt nu voor me. We zien op de cover een stralende vrouw met een pijl en boog in haar handen, die ze ook daadwerkelijk gebruikt.
In het boek lezen we dat Miriam oorspronkelijk is opgeleid voor docente lichamelijke opvoeding en dat het haar wens was les te geven aan kinderen in Afrika in het speciale onderwijs. Ze wilde deze kinderen verder helpen. Maar op een reis door India ontmoet ze de 30 jaar oudere Nieuw-Zeelandse Peter, een dag later trok ze bij hem in en vanaf die tijd zijn ze onafscheidelijk.
Twee jaar na hun ontmoeting reizen ze naar Nieuw-Zeeland waar Miriam een tijdje werkt op een school met kinderen met gedragsproblemen zodat ze haar verblijfsvergunning kan krijgen. Maar na een jaar is het zover, ze kan samen met Peter haar droom laten uitkomen. Haar baan wordt opgezegd, er is genoeg spaargeld, en ze heeft haar vergunning. Ze is nu vrij om te wonen waar ze wil en dat is de natuur, de wildernis. Om te beginnen zullen ze daar 3 maanden blijven. Alle bezittingen worden weggegeven en het avontuur kan beginnen... Het is winter...
Het is wennen om niets meer te moeten, het is afkicken om de gejaagde wereld achter te laten en je over te geven aan het niets. Miriam ontdekt dat ze bang is voor het nietsdoen, bang om te verdwalen en vooral bang is Peter uit het oog te verliezen. De filosofisch ingestelde Peter is haar gids, haar rots in de branding. Peter vertelt over de begroeiing, over het land, over de dieren. Er valt veel te leren. De South-hut waarin ze bivakkeren is echter akelig, ijskoud en troosteloos. Even lijkt het erop dat ze terug zullen keren naar de bewoonde wereld. Maar het gaat beter als ze besluiten in hun tent te gaan slapen waarin ze het tot hun grote verrassing warmer in hebben dan in de houten hut.
Kortom het is een compleet nieuwe, soms heftige ervaring om werkelijk in de wildernis te leven. Van het eerste dier dat Miriam schiet is ze compleet van slag. Ze weet dat het moet en de regering moedigt het ook aan, het dierenbestand wordt te groot omdat een natuurlijke vijand ontbreekt, maar toch valt het haar zwaar. - Ze is frappant genoeg haar hele leven al vegetariër - Ze merkt overigens wel aan haar lijf dat het vet in het eten haar goed doet. Het geeft energie. Er wordt verder alleen geschoten als het echt nodig is. Ze is geen plezierjager.
Als ze mensen tegenkomen heeft Miriam, menslievend als ze is, aanvankelijk het gevoel dat ze de loterij gewonnen heeft. Ze zuigt de gesprekken, het uiterlijk, de uitdrukkingen en handelingen gretig op.
Langzamerhand went het leven in de wildernis. Het bijzondere is dat ze enorm lang slapen, wat ze een ongekende energie geeft. Ze trekken na een tijd naar de East-hut waar het veel beter toeven is. Kortom, de drie maanden doorstaan ze glansrijk. En met deze ervaring is de kiem gelegd voor hun verdere tochten en leven in de wildernis.
In het boek kunnen we al die ervaringen die dit bijzondere opdoet, uitgebreid meebeleven. De ene keer verblijven ze in een klein houten huisje ergens in een uithoek van Nieuw-Zeeland waar verder geen mens komt. De andere keer is de tent hun woning. Soms hebben ze het zwaar maar dat is dan vooral omdat het weer tegen zit of de omgeving hen minder bevalt, maar ook dat maakt niet uit, ze zijn weer een ervaring rijker.
Ze sluiten vriendschap met dieren die rond hun tent scharrelen. Contact met haar familie gaat via brieven die ze aan voorbijgangers meegeeft -wat altijd goed gaat -. Het eten o.a. rijst, meel en vruchten wordt onderweg gekocht in de dorpjes die ze passeren, af en toe zingt Miriam een dagje in een stadje om zo het benodigde geld voor eten bij elkaar te sprokkelen. Miriam maakt jassen en dergelijke van possumhuid. Peter is de kok.
Hoe langer ze dit leven leiden hoe zekerder Miriam wordt, ze beseft dat ze nu veel zelfstandiger is, ondanks dat ze altijd met zijn tweeën optrekken. Miriam merkt dat ze haar zintuigen veel meer gebruikt, ze ruikt al van grote afstand welk dier in de omgeving is of is geweest. Door alle beweging, het sobere eten en de rust voelen ze zich beiden enorm fit. Er is dankzij dit leven overal veel meer aandacht voor. Alles dringt beter door, elk detail wordt gezien.
Net als in de documentaire met Floortje Dessing leren we Miriam beter kennen dan Peter, hij wordt natuurlijk wel genoemd maar verder wordt hij toch redelijk buiten het verhaal gehouden, waardoor je soms het gevoel hebt dat veel, zo niet alles, op Miriams schouders terecht komt, wat waarschijnlijk in werkelijkheid niet het geval is. Miriam is gewoon jonger en kan meer aan. Peter is de leraar, de mentor, de rustige filosoof waar Miriam in al haar spontaniteit en enthousiasme vol liefde omheen dartelt. Ze heeft een aanstekelijk, nuchter soort optimisme en een grote empathie en respect voor de natuur. Het is onvoorstelbaar hoe blijmoedig het stel elke keer opnieuw aan een nieuw avontuur begint, met de enorme, zware Te Araroa tocht als laatste succesvolle onderneming. Kortom, het verhaal geeft je de kriebels, het vrije leven lokt...
Miriam heeft overigens een erg prettige en beeldende schrijfstijl, waardoor het boek, dat toch helemaal gevuld is met verhalen over twee mensen die in de natuur leven, nooit verveelt. Mocht er ooit een tweede boek van haar hand verschijnen dan zal ik het zeker aanschaffen.
Zie ook de uitzending van Floortje Naar Het Einde Van De Wereld - Nieuw Zeeland.
ISBN 9789021564098 | Paperback met foto's | 352 pagina's | Uitgeverij Kosmos | februari 2017
Vertaald door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk
© Dettie, 3 april 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER