Hoe Poetin zijn tanden stukbeet
Ardy Beld
De auteur (°1975) is vertaler Russisch en Duits en als journalist zeer actief in de Russischtalige wereld. Dit boek bestaat uit twee delen: een chronologisch overzicht van de oorlog per dag en per maand, van februari 2022 tot einde januari 2023, telkens afgewisseld met interviews met getuigen of slachtoffers van de invasie. Die getuigen zijn Oekraïners, Witrussen en Russen. Het dag-per-dag-overzicht vat samen wat we zelf in de kranten konden lezen, maar er staan ook zaken bij die me toen niet opgevallen of bijgebleven zijn of die hier niet in het nieuws kwamen.
Beld is kritisch, ook tegenover Zelensky: als hij onderhandeld had met de separatisten van Donetsk (Poesjlin) en Loegansk (Pasentsjik), dan hadden die gebieden positiever gestaan tegenover Kiev (p. 19-20). Tegelijk vergelijkt hij het optreden van Poetin met dat van Hitler in 1938/39: toen ging het om ‘Volksduitsers’ in Tsjecho-Slowakije en Polen, nu om ‘Russen’ in de Donbas. Maar zowel op de Krim als in de Donbas vond men onvoldoende collaborerend personeel om de zaak draaiende te houden (p. 22). Daarentegen vonden de Russen wel collaborateurs in elke veroverde stad, zeker in Cherson en verdwenen pro-Oekraïense activisten er spoorloos (p. 125).
De grootste prestatie van Zelensky is volgens Beld dat hij het leger hervormd heeft tot een strijdmacht die de tien keer meer talrijke Russen tegenhoudt. In 2014 was het corrupt en niet opgewassen tegen 400 separatisten die Donetsk inpalmden.
In Rusland zijn er genoeg tegenstanders van de oorlog, ze hebben al ruim 50 overheidsgebouwen in brand gestoken, maar zij worden hardhandig onderdrukt. Tegelijk steunt de grote massa Poetin: zij willen een leider die alles voor hen beslist (p. 39-40).
De indoctrinatie verloopt er succesvol: vele Russen geloven dat Oekraïne hen wou aanvallen (p. 112).
Beld vermeldt een serie oorlogsmisdaden op burgers, ook op kinderen, die mishandeld, verkracht en/of vermoord zijn door de Russische soldaten. Vooral door Boerjaten en Tsjetsjenen, en dit op bevel van hogerhand (p. 117-118). Ook de Wagner Group munt uit in wrede foltermethodes.
Op 15 mei telde men al 11.231 oorlogsmisdaden, op 24 februari 2023 zijn dat er al 65.000 (LLB,24.02.2023). Daar komt nog bij de ontvoering van 309.000 kinderen naar Rusland en de deportatie van 4,5 miljoen burgers, vaak met folteringen en verdwijningen (p. 88 en p. 238-240). Alsook het leegroven van huizen, postkantoren, apotheken, ziekenhuizen, musea (p. 142-145). 3.025 scholen zijn gebombardeerd, 406 zijn volledig vernield (p. 259). Het museum van Cherson werd leeggeroofd met de hulp van de collaborerende directrice. De buit bevindt zich nu in het museum van Tauris op de Krim (p. 244).
Bij het Russisch leger, dat de ‘denazificatie’ beoogt, vechten twee wrede neonazistische groepen: Rusich (Roesietsj) en Rijkslegioen (p. 90-93).
De graanoogst was door de oorlog slechts de helft van 2021, Gazprom daarentegen behaalde recordwinsten (p. 130-133).
Beld betreurt terecht dat de Baltische landen en Kiev hun Russischtalige minderheden discrimineren en zo in de handen van Poetin drijven (p. 134-137). De annexatie van de oblasten (provincies) Donetsk, Loegansk, Cherson en Zaporizja op 30 september 2022 maakt de vredesonderhandelingen moeilijker. Ondertussen is Cherson op 11 november na negen maanden bezetting weer bevrijd door Oekraïne. Dagenlang was er euforie.
De mislukking van de verovering van Kiev was mogelijk te danken aan de sabotage van de spoorwegen in Wit-Rusland. De verdachten werden gefolterd en zonder bewijs veroordeeld tot jarenlange kampstraffen (p. 218-219). Een andere politieke gevangene van 66 jaar vertelt over de toestand in zijn vochtige isoleercel van 1 bij 3 meter, met ratten als enige bezoekers. Wandelen en telefoneren zijn niet toegelaten (p. 250-253).
Beld probeerde ook aanhangers van Poetin te interviewen zoals acteur en zanger Dmitri Pevtsov, niet te verwarren met Poetins woordvoerder Peskov. Enkel Ed Pokrov uit Donetsk was bereid te praten. Hij looft de ‘persvrijheid’ in de Donbas, maar verzwijgt dat journalist Stanislav Aseyev er 28 maanden gefolterd werd in een concentratiekamp (p. 194-195). Aseyev vertelt erover in zijn boek ‘Het concentratiekamp in de Paradijsstraat’ (december 2022).
Het boek eindigt met een nuttige verklarende woordenlijst. Een register is er niet bij.
Beoordeling
Beld is bijzonder goed gedocumenteerd, ook met Russische en Oekraïense bronnen. De interviews zijn niet gedateerd, maar ze zijn wel allemaal uit de periode van de oorlog. Het is ook een prestatie dat hij zoveel getuigen heeft kunnen interviewen. Eén detail: de pagina’s zijn erg klein gedrukt en maar amper leesbaar. Dat mag bij een volgende druk best wat duidelijker zijn.
ISBN 978-94 933-0630-1 | Paperback | 283 pagina's kaart, foto’s, chronologie, woordenlijst | Uitgeverij Doorbraak, Antwerpen, februari 2023
© Jef Abbeel, 28 februari 2023 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Donbas
Verscheurd tussen Oekraïne en Rusland
Ardy Beld
De Donbas of het steenkoolbekken van de Donets ligt in het zuidoosten van Oekraïne en is sinds 2014 oorlogsgebied. In 2013 weigerde premier Janoekovitsj een associatieverdrag met de EU te ondertekenen. Daarop volgden demonstraties tegen hem op Maidan, het plein van de onafhankelijkheid in Kiev. Er vielen 106 doden.
De overwegend Russischtalige Donbas vroeg dan afscheiding. De separatisten konden met de hulp van Russische troepen de Volksrepublieken Donetsk (2,2 miljoen inwoners) en Loegansk (1,4 miljoen inwoners) uitroepen en zich losmaken van Oekraïne (44 miljoen). In een referendum op 11 mei 2014 stemden 89% van de inwoners van Donetsk en 96% van Loegansk voor onafhankelijkheid.
In juli 2014 werd er een vliegtuig neergehaald met 298 doden, vooral Nederlanders.
Het boek begint met een verklarende woordenlijst, een even nuttige kaart van het Donbasgebied, een stukje geschiedenis en informatie over de bevolking. Rond 1900 leverde de Donbas 2/3de van de Russische steenkool.
In 2014 werd in beide republieken een bestuur gevormd. Sinds 2018 is Denis Poesjilin de leider van Donetsk en Leonid Pasentsjik van Loegansk. Ze noemden hun confederatie “Novorossija”, Nieuw Rusland, een term uit de tijd van Catharina de Grote en Potjomkin. Maar in 2015 schaften ze die term alweer af.
De economie is zwaar achteruit gegaan, het gemiddeld salaris van de minderheid die nog werk heeft, bedraagt 170 € per maand, standbeelden van dichters werden vervangen door beelden van oorlogsmisdadigers en van Lenin. De voetbalstadia zijn in verval. De mijnploeg Sjachtjar Donetsk speelt in Kiev.
Volgens de VN zijn er 160 geheime gevangenissen, er vonden verdwijningen plaats, martelingen, verkrachtingen, willekeurige gevangennemingen van 4.300 à 4.700 personen tussen 2014 en 2021, terechtstellingen. Ook in Oekraïne werden gevangenen gefolterd (p. 23-25). De akkoorden van Minsk uit 2014 en 2015 worden niet nageleefd en sinds april 2020 zijn er geen gevangenen meer uitgewisseld, volgens de Volksrepublieken door de schuld van Oekraïne.
Menig leider kwam om bij een bomaanslag: de eerste leider van Donetsk, Zachartsjenko, in 2018. In 2016 was zijn supporter, oorlogsmisdadiger Arsen Pavlov, ook zo omgekomen en was Jevgeni Zjilin, die Charkov, Donetsk en Loegansk bij Rusland wou voegen, eveneens geliquideerd. Een andere separatist, Aleksandr Bednov, was al in 2015 geliquideerd nadat zijn commando onschuldigen had gemarteld. Een separatistische kozakkenleider, Aleksej Mozgovoj, werd ook in 2015 gedood door een bomaanslag, mogelijk van de Wagner Group. Een andere kozakkenleider, Pavel Drjomov, kwam in december 2015 om door een bom die in zijn Land Rover, zijn trouwcadeau, zat. Het zijn allemaal onbekenden voor ons, maar het illustreert hoe gevaarlijk het daar is.
De paramilitaire Wagner Group van Dmitri Oetkin komt ook in beeld. Ze speelde en speelt een belangrijke rol in de strijd tegen I.S. in Syrië. Daar zouden er al 400 van hen gesneuveld zijn. Ze zijn ook actief in Afrika, maar in Mozambique waren ze niet opgewassen tegen I.S.
Een andere schimmige figuur is de Rus en neonazi Sergej Korotkich. Hij is betrokken bij moorden en aanslagen.
In de Volksrepublieken hebben 584.000 mensen een Russisch paspoort. Dat is volgens de Oekraïense ombudsman voor mensenrechten verplicht voor medische behandeling, geneesmiddelen of om er arts te kunnen zijn. Je weet dus niet of men het aanvraagt uit overtuiging dan wel om te overleven. Bij de Russische Doemaverkiezingen van september 2021 werden zij gevraagd om mee te stemmen. Zowel de paspoorten als de stemming zijn een schending van de soevereiniteit van Oekraïne.
De Volksrepublieken zoeken ijverig naar Oekraïense ‘spionnen’, die ze dan kunnen uitwisselen tegen krijgsgevangenen. Bij die ‘spionnen’ zijn ook zwangere vrouwen etc.
We krijgen ook even het relaas van de kaping van de Wit-Russische opposant Roman Protasevitsj op bevel van Loekasjenko. In Loegansk wordt Protasevitsj afgebeeld als een moordenaar en er wordt om zijn uitlevering gevraagd omdat hij zou deelgenomen hebben aan de strijd tegen de separatisten, wat blijkbaar niet klopt.
De auteur spreekt ook over Nord Stream 2 en de nadelen van deze pijpleiding voor Oekraïne en over de taalkwestie, één van de hoofdredenen voor de oorlog in de Donbas. Oekraïens is de taal van de staat en alle overheden communiceren in het Oekraïens. Het is wel toegelaten om Russisch te spreken (p. 112).
We krijgen ook een portret van de verdachten van de MH-17 ramp van 17 juli 2014 in Oost-Oekraïne.
Er is ook een interview met een kunstenaar die door separatisten en Russen mishandeld was. Hij werd opgepakt omdat hij ludieke karikaturen gemaakt had van de machthebbers.
De Izoljatsija-gevangenis van de separatisten in Donetsk wordt ook het ‘Dachau’ van Donetsk genoemd. De OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) kent die plek, maar heeft er 6 jaar over gezwegen en pas in februari 2021 erover gesproken met Sergej Lavrov (p. 131).
De economie in de bezette gebieden draait op de mijnen, die in 2017 genationaliseerd zijn. Vóór 2014 verdienden de mijnwerkers 1.000 à 1.500 € per maand, nu 200 à 230. Een mijnwerker vertelt dat vele inwoners de totalitaire Volksrepublieken beu zijn en uitkijken naar het einde van het conflict (p. 134). Een andere getuige vertelt dat de Russische soldaten dachten dat ze zich nog in Rusland bevonden en daar een aanval van Oekraïne hadden afgeslagen (p. 139).
Een concertorganisator geeft enkele duidelijke verklaringen voor de afscheiding: ze is niet op poten gezet door het Kremlin, de mensen hier wilden het zelf als reactie op de chaos van Majdan en de haat tegenover de Russen, de Oekraïnisatie van de Donbas, de hogere welvaart in Rusland, de hele industrie werkte voor Rusland, vele fabrieken kregen hun opdrachten uit Rusland (p. 144).
Voor zijn muziek was de afscheiding en de onzekere situatie nefast: er kwam een exodus op gang van opgeleide mensen en van muzikanten en er komen nauwelijks nog bands naar de Donbas. Het welvaartsniveau is sinds 2014 erg gedaald, de mensen zijn zwaar teleurgesteld, vele fabrieken liggen stil, want er zijn geen afnemers meer. Een concert-ticket kunnen de meesten niet meer betalen. De diploma’s van de pas afgestudeerden worden niet erkend. Oekraïne blokkeert de grens, hoewel bijna iedereen daar familie heeft.
Bij Rusland hebben de Volksrepublieken zich nog niet mogen aansluiten, het heft nog altijd accijnzen op hun import en niemand zit daar op hen te wachten. Iedereen is teleurgesteld, maar toch willen ze vechten voor de republiek.
Beoordeling
De situatie in de Donbas is voor buitenstaanders erg ingewikkeld, maar uit de getuigenissen die Ardy Beld verzamelde, kunnen we ons toch een beeld vormen van de oorzaken van de afscheiding.
De auteur had die gerust nog eens systematisch mogen samenvatten, maar hij vindt het zelf een zeer complex thema.
Het boek bevat een kaart van de Donbas, maar niet van heel Oekraïne. Het is wel knap dat de auteur erin geslaagd is interviews af te nemen van intelligente en sympathieke mensen uit die regio, die op hun manier proberen om het leven te verbeteren. De grote schuldigen voor de miserie zitten in het Kremlin en in de corrupte Oekraïense legerleiding en regering. De geïnterviewden vinden het belangrijk dat het Westen dit ook weet. De folteraars zijn geen brave mensen uit de regio, maar Russen uit de geheime diensten, beroepsmisdadigers en politieagenten met een strafblad.
ISBN 978 94 6424 9521| Paperback | 164 p., woordenlijst, kaart, foto’s, bronnen | Uitgeverij Aspekt, Soesterberg | januari 2022.
© Jef Abbeel, januari-februari 2022 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Brackx en Beld over Wit-Rusland
Naar aanleiding van de presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020, waarbij de dictator Loekasjenko voor de zesde keer ‘verkozen’ werd, verschenen er twee boeken. Sinds 1994 is hij aan de macht in zijn land, dat slechts 9,5 miljoen inwoners telt, hoewel het 5 keer zo groot is als Nederland en 7 keer België.
Het eerste boek is van Christophe Brackx, journalist en tv-maker. Het bevat helaas geen geschiedenis van Belarus, maar terloops komt die wel aan bod en dat zijn vaak de interessantste delen.
Het grootste deel van het boek is een aanklacht tegen de zoveelste vervalste verkiezingen, de jarenlange onderdrukking en de dagelijkse mishandeling van gearresteerde betogers. Belarus heeft één van de meest repressieve dictaturen op aarde, gewone burgers worden er met tienduizenden gearresteerd, gefolterd, soms gedood en toch was er nooit zo’n massale volksopstand van hoog opgeleide jonge mensen als in augustus 2020 en de volgende maanden.
Brackx beschrijft zijn verblijf van dag tot dag in diverse steden, van 4 tot 11 augustus 2020. Soms zijn er ook vrolijke momenten, zoals de beschrijving van de luchthaven, de straten en de mensen in Minsk. Maar de armoede neemt toe: de meesten verdienen minder dan 500 Wit-Russische roebel per maand of € 175 (Beld citeert 400 euro als officieel cijfer). Velen gaan werken in de buurlanden Rusland, Polen en de Baltische staten.
Loekasjenko zelf is van zeer eenvoudige afkomst: zijn moeder, Jekaterina Loekasjenko, was een melkmeisje, zijn vader is onbekend. Hij klom op in de CPSU, bewondert Stalin en werd in 1994 verkozen tot president. Hij ontbond het parlement toen dat tegen hem stemde, hij beslist over alle budgetten, benoemt de rechters, hoge militairen, hoofdredacteurs van de staatsmedia, fabrieksdirecteurs, rectoren etc. (p.44). Zijn relaties met Poetin en Xi Jinping zijn goed. Met extreem-goedkope wodka (vanaf 0,3 euro per liter) probeert hij de bevolking aan zich te binden (p. 61). Maar velen migreren naar de buurlanden.
Het antisemitisme dat in de Sovjet-Unie bestond, bestaat ook nog in Wit-Rusland: men leert in het onderwijs weinig over de Holocaust en voor de meeste inwoners is de geschiedenis van het vernietigingskamp Maly Trascianec onbekend. Een miljoen Joden of 90% werden genadeloos uitgeroeid door de nazi’s. In 1991 woonden er nog 112.000, in 2002 nog 24.000, nu nog 8.000. Meer dan 100.000 zijn geëmigreerd naar de VSA of Israël. Bij de bekende emigranten horen Marc Chagall, Ossip Zadkine, Chaim Weizmann, Shimon Peres, Menachem Begin, Yitzhak Shamir, Noam Chomsky, Michael Bloomberg, Ralph Lauren, Michael Marks, Jared Kushner (p. 69-81).
Een Wit-Russische identiteit ontbreekt. Door de vele deportaties van Stalin hebben de Wit-Russen voorouders uit alle hoeken van de Sovjet-Unie. Stalin heeft ook meer dan een miljoen Wit-Russen laten vermoorden en een half miljoen als ‘koelakken’ verbannen. De schoolboeken zwijgen daarover. En niemand weet met zekerheid waar het begrip Wit-Rusland vandaan komt (p.94-102). De onafhankelijkheid in 1991 was een complete verrassing, want Belarus was enkel in 1918 een volwaardig land en dat slechts gedurende zes maanden (p. 95, 105-106). Loekasjenko heeft de Wit-Russische taal vervangen door het Russisch, zoals zijn voorbeeld Stalin ook gedaan had in de jaren 30. Nu spreekt 90% enkel Russisch.
De inwoners hebben het nu wel beter dan tijdens de SU: ze kunnen reizen, westerse goederen kopen, via het internet onafhankelijke informatie opdoen. Drie miljoen Wit-Russen wonen in het buitenland. Vooral Warschau is een toevluchtsoord voor politieke opposanten. Als blanke, werklustige migranten met dezelfde cultuur en waarden als de Polen, zijn ze daar zeer welkom.
De kernramp van Tsjernobyl trof voor 70% mensen uit Wit-Rusland. Loekasjenko blijft de gevolgen van de ramp ontkennen. In de besmette zone wonen nu opnieuw 2 miljoen mensen, vooral landbouwers, met 800.000 kinderen. De melk bevat veel radioactieve en kankerverwekkende elementen. Vooral kinderen krijgen schildklierkanker en psychische problemen. Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj schreef er een boek over, maar dat mag in haar eigen land niet verschijnen. Ze zegt: de nazi’s hebben 619 dorpen verwoest in drie jaar tijd, Tsjernobyl heeft er 485 voor eeuwig verwoest op enkele uren (p. 181).
Bij elke verkiezing wordt mateloos veel geweld gebruikt door de troepen van Loekasjenko: kandidaten van de oppositie worden vooraf opgepakt, waarnemers in de stemburelen kunnen ook opgepakt worden, het internet wordt platgelegd, manifestanten worden ongenadig in elkaar geslagen en veroordeeld tot celstraffen met mishandeling en foltering. Soms verdwijnen ze definitief. Ze zitten met 50 in kleine cellen die bedoeld zijn voor 5, zonder enige hygiëne, soms zonder wc of met wc zonder deur, zonder eten, zonder verwarming, zonder contact met de familie.
De uitslagen worden steevast vervalst. In augustus 2020 stemde wellicht 70% op Svetlana Tichanovskaja, maar de overheid publiceerde een andere uitslag: 80,23% voor Loekasjenko, 9,9% voor Tichanovskaja (p. 200-202). Xi Jinping was de eerste om Loekasjenko te feliciteren, andere dictators zoals Poetin volgden.
De leden van het repressie-apparaat worden zeer goed betaald: ze krijgen vier keer het gewone maandloon, bovendien een staatsappartement en andere voordelen (p. 185-225).
Werklozen hebben minder geluk: zij worden ‘parasieten’ genoemd en moeten zes dagen per week klussen opknappen voor 10 euro per maand.
Na de verkiezingsweek verlaat Brackx het land en beseft dat hij er (na de publicatie van dit boek) nooit meer zal mogen komen zo lang Loekasjenko aan de macht zal zijn. Hij reist via Warschau, waar hij nog enkele van de 20.000 Wit-Russen ontmoet, o.a. medewerkers van Belsat-tv, de vrije Wit-Russische tv-zender die vanuit Warschau uitzendt.
Nadien (12/08/2020) verneemt hij in België dat honderden Wit-Russen vermist zijn na de verkiezingen: deels zwaar verwond in ziekenhuizen, deels in gevangenissen of gewoon vermoord. Bij hen ook vele niet-betogers: toevallige passanten (p. 253-254). Dokters die getuigen over de folteringen, worden nadien zelf opgepakt en gefolterd. Belarus staat aan te top van de folteringen in Europa (p. 261-265). Het krijgt daarbij de steun van Poetin en Xi Jinping. Xi heeft er al miljarden geïnvesteerd in het ‘Great Stone Industrial Park’ (p. 285-287). De oppositie voelt zich in de steek gelaten door het Westen (p. 295).
Brackx eindigt pessimistisch: Loekasjenko is misschien niet de laatste, maar de allereerste dictator van Europa in de 21ste eeuw (p. 303).
Beoordeling
Brackx schrijft bijzonder vlot, hij is zeer goed op de hoogte van de geschiedenis van en de toestanden in Oost-Europa en in de wereld en ook van films en literatuur. Door zijn vele persoonlijke contacten in Belarus, kan hij tot in detail vertellen hoe er gefraudeerd, gefolterd en gemoord wordt. Vele lezers weten dat er een dictatuur is, weinigen beseffen welke wreedheden daar dagelijks begaan worden.
De opmerkingen die nu volgen, zijn dus details: op de onmisbare kaart van p. 7 staat Vicebsk i.p.v. Vitebsk en een aantal historische plaatsen staan er niet op: Khatyn(p. 54-55), Maly Trasianec (p. 69 e.a.), Shaskova (p. 77), Kurapaty (p. 96 + 161), Koldichevo (109). Idem voor Ostrovets met zijn gevaarlijke kerncentrale. De spelling op p. 7 is vaak anders dan in het boek: Hrodna/Grodna, Orsa/Orsha. Op p. 131 staat het enige drukfoutje: Councel i.p.v. Council. Soms staat er een gallicisme: klacht neerleggen i.p.v. indienen (p. 209 + 243). En op p. 213 en 214 spreekt hij over maître d’ i.p.v. maître d’hôtel. Ik mis ook een verklaring voor de naam Wit-Rusland. Brackx beweert dat de omvang van de Stalinistische terreur in Belarus veel groter was dan in Oekraïne. Wellicht bedoelt hij dan in verhouding tot de bevolking, want Belarus telde ruim 1 miljoen doden en Oekraïne 5 miljoen (of meer).
_______________________________
Over naar Een land om te leven het tweede boek over Wit-Rusland
De auteur, Ardy Beld, vertaler Russisch en Duits, geeft eerst een nuttige verklarende woordenlijst, dan een zeer beknopte geschiedenis, vervolgens een weinig fraai portret van Loekasjenko en zijn medewerkers (p. 19-28) en van de voornaamste oppositieleden, ten slotte enige duiding over de rol van het Kremlin (p. 34-38).
Daarna interviewt hij Wit-Russen, van op afstand, via Telegram.
Ze gaan o.a. over de ambities van Poetin met Belarus nadat hij Oekraïne is kwijtgespeeld, het ontbreken van vrije verkiezingen, het parlement waar niemand van de oppositie in zit, de wrede folteringen van arrestanten.
In de interviews komen dikwijls dezelfde wantoestanden voor: de moorden op oppositieleden, overvolle cellen in de gevangenissen, ontslag voor wie betoogt etc. Ook topsporters, tv-sterren, een Miss Belarus, Russische journalisten belanden in de cel als ze sympathiseren met de betogers. Tussen 9 augustus en 16 november 2020, dus op drie maanden tijd, werden meer dan 20.000 burgers gearresteerd en veroordeeld (p. 142).
Het WK ijshockey, dat in mei-juni 2021 gedeeltelijk in Belarus zou plaatsvinden, is onder internationale druk verplaatst naar Letland (p. 163-167). Vele Wit-Russen leven onder de armoedegrens. Het gemiddeld inkomen is volgens Beld 400 euro per maand, het pensioen 150 euro en de levensmiddelen kosten evenveel als in het westen (p. 171). - Brackx spreekt over 175 euro als gemiddeld inkomen. - Het is mij niet duidelijk hoe gezinnen overleven als de man of de vrouw voor jaren in de cel zit of helemaal verdwijnt.
Op p. 37 spreekt Beld over ‘concessies aan de oppositie’. Hij bedoelt dat ironisch, want de afschaffing van de gratis medische zorg is een straf.
Er staan een paar drukfoutjes in: p. 34: ‘planeconomie’; p. 132: ‘verwachten’: moet verwachtten zijn; p. 134: 2 x ‘werd’ in dezelfde zin; p. 172: de ‘bankieren’: ik zou zeggen ‘bankiers’; p. 176: wat er ‘gebeurd’: liever met een ‘t’ aan het eind.
Er is heel wat verschil tussen beide boeken: Beld geeft eerder een afstandelijk verslag van de feiten, Brackx leeft geëngageerd mee met de oppositie, verblijft ook bij hen op hun appartementen, trekt met hen naar betogingen, moet met hen op de loop gaan en ergert zich samen met hen. Hij vertelt tussendoor ook veel meer over de geschiedenis van het land en de miserie die het meegemaakt heeft tijdens de terreur van Stalin en tijdens WO II, toen het een kwart van zijn bevolking verloor.
Brackx eindigt in augustus 2020, Beld gaat verder tot februari 2021, wanneer de betogingen (voorlopig) afgelopen zijn.
Christophe BRACKX - De opstand tegen Loekasjenko, De laatste dictator in Europa
ISBN 978-94-014-7547-1 | Paperback | 303 pagina's kaart met namenlijst, woordenlijst| Uitgeverij Kritak/Lannoo, Tielt, maart 2021
Ardy BELD - Een land om te leven (Strana dlia zjiezin) - Honderd dagen protest in Wit-Rusland
ISBN 978-94-642-4100-6 | Paperback | 186 pagina's; begrippen, personen| Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, april 2021
© Jef Abbeel, 29 april 2021 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER