Diplomaat van de Tsaar
De ballingen van de Russische revolutie
Angela Dekker
Toen in oktober 1917 in Rusland de revolutie uitbrak, kreeg de Russische
gezant in Den Haag een zenuwinzinking en de eerste secretaris vertrok naar
Washington om de Amerikanen tegen de bolsjewieken te mobiliseren. Tweede secretaris
Paul Poustochkine moest het fort houden. Hij zette zich aan zijn memoires om
greep te krijgen op wat hem was overkomen, op wat hij was verloren en wat er
nog restte. Het boek van Angela
Dekker is onder andere gebaseerd op deze memoires en bevat foto's uit het familiealbum,
die het geschreven verhaal ook nog eens in een prachtig tijdsbeeld uitdrukken.
Angela Dekker ging op zoek naar meerdere nazaten van de Russische emigrégemeenschap, het 'Russisch strandgoed', zoals de stateloze ballingen werden genoemd. Ze beschrijft ook in het kort de dossiers van de familie Poustochkine en andere Haagse Russen.
Soldaat Dudewski trouwde een Scheveningse koffiejuffrouw, de kamerheer van
de tsaar begon een Russische tearoom en de zoon van een graanhandelaar uit
Krasnodar opende galerie Kunst van Onzen Tijd. Klein Rusland in Den Haag.
Dat mensen er niet zo maar voor kiezen naar het buitenland
te vluchten of door omstandigheden niet terug te keren naar hun vaderland maakt
dit vlot geschreven boek van Dekker ook nog eens duidelijk.
Russische soldaten die mee hadden gevochten in de Eerste Wereldoorlog en terug
moesten keren naar Rusland, waar intussen de revolutie was begonnen, verkozen
een andere weg, zoals de vader van Wilma Iwanoff.
Dekker schrijft op bladzijde 96:
'Kom toch mee naar huis', zeiden zijn
kameraden. Hij [Iwanoff] vroeg ze hem eerst te schrijven zodra ze thuis
waren aangekomen. Nooit heeft hij bericht ontvangen. Toen ook hij werd
opgeroepen het land te verlaten, is hij ondergedoken. Hij was jurist maar is
hier niet verder gekomen dan een baantje bij zuivelfabriek De Sierkan. Als hij
heimwee had, speelde hij op de balalaika.
Het mooie is dat Dekker zelfs in deze tijd veel sporen van deze
geschiedenis achterhaald heeft en opnieuw tot leven brengt, waaronder een
fysiek herinnering in de vorm van een schilderij van Jacques Chapchal, die in
1925 vanuit Moskou met zijn Hollandse vrouw naar Den Haag is gevlucht. In de
Tweede Wereldoorlog beschilderde hij voor zijn broodwinning lampenkampen, maar
zijn schilderijen werden ook regelmatig ten toon gesteld in Galerie Kunst van
Onzen Tijd. Een van zijn iconen vindt Dekker terug aan de wand van de werkkamer van Rutger
Perzonius, een kleinzoon van galeriehouder Loujetzky. Het schilderij hing
altijd bij de ouders van Perzonius aan de wand. Hij
vertelt dat hij en zijn zusje tijden een opening koffie mochten serveren en thee tappen uit de samowar.
Dat niet alle Russische immigranten de Nederlandse taal goed leerde spreken
blijkt uit de herinnering van Rutger Perzonius aan grootvader Loujetzy die in
plaats van “Lang zal ze leven” zong “Langzamer leven” en bij de groenteman om
“een pond echtgenoten” vroeg als hij okkernoten wilde kopen.
Dekker beschrijft ook het levensverhaal van Katja Zaregorodsew in het hoofdstuk Mijn leven is gerafeld,
overal ligt een stukje (wat een mooie uitspraak!), dat Katja zelf ontvouwt aan
de schrijfster. Vooral aangrijpend is het stuk waarin zij vertelt over een
leraar die haar toesnauwt: 'Waarom leer je een vreemde taal? Je kunt toch
nergens heen, je bent stateloos.' Katja meldt dat zij haar examen haalt,
maar geen diploma kreeg omdat zij geen nationaliteit had. We hebben weinig
geleerd in die tussentijd!
De Russische emigrés ontkwamen ook na de Tweede Wereldoorlog
niet aan verhoren door de Politieke Recherche Afdeling, in het leven geroepen
om te achterhalen wie 'goed' dan wel 'fout' was geweest tijdens de oorlogsjaren.
Oma Loujetzky moest eveneens de vraag beantwoorden of zij gedurende de
bezettingsjaren de Nederlandse zaak had gediend? In het dossier is te lezen dat
zij wegens hulp aan Joden in de strafgevangenis in Scheveningen heeft gezeten
en begin mei 1943 weer is vrijgekomen.
Het onderzoek van Dekker heeft geleid tot een gedetailleerd en heerlijk boekje
om te lezen. Ik vond het heel interessant om kennis te nemen van dit stukje
gedeelde Russische vaderlandse geschiedenis.
Eigenlijk kan ik niet ophouden over dit boek te schrijven,
daarom heb ik maar één advies, namelijk om het boek zelf te lezen!
ISBN 9789045024998 | Paperback | 192 pagina's | Atlas Contact | September 2013
© Ria, 23 april 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER