De aanval op het Westen
Hoe we onze waarden wapenen tegen de waanzin
Douglas Murray
Het Westen, dus de Verenigde Staten plus Europa, maakt een bijzonder moeilijke periode door. De conflicten aan de randen van de Westerse landen rijgen zich aaneen: Oekraïne; Israël-Hamas met op de achtergrond Hezbollah en Iran; China wacht op een kans om Taiwan te veroveren; Noord-Korea is met zijn nucleaire bewapening een groot risico voor veel landen in die regio. Inmiddels is er zoveel conflictstof opgehoopt en zijn er zoveel brandhaarden dat een mondiaal conflict niet langer meer ondenkbaar is.
Daar komt bij dat het Westen ook van binnenuit zwaar op de proef wordt gesteld door aanhangers van de zogeheten Kritische Rassentheorie. Daar gaat het boek van Douglas Murray over.
Het Westen heeft volgens deze theorie een geschiedenis van onderdrukking achter zich: kolonialisme, discriminatie, dominantie van witte mensen, uitbuiting. Tot op de dag van vandaag is racisme en discriminatie onderdeel van structuren en sociale relaties. Witte mensen beschikken over macht, middelen en rechten en dat houdt mensen van kleur op een achterstand. Er is ongelijkheid op grond van afkomst en huidskleur. Er is sprake van sociaal ingesleten gedrag, zoals racistische opmerkingen en onderschatting van mensen van kleur.
Mensen die de Kritische Rassentheorie aanhangen, onderzoeken de Westerse samenleving tot in de haarvaten op discriminatie. Zij vinden een ‘systemisch en institutioneel racisme’. Zie maar het onderwijs: het systeem van testen en toetsen bevoordeelt de witte leerling. Of de gezondheidszorg, want witte mensen leven langer dan mensen van kleur. En dan is er nog de arbeidsmarkt waar nieuwkomers gediscrimineerd worden.
Onderschat de woede en verontwaardiging over dit onrecht en leed niet. Het is, schrijft Murray, een ‘genadeloze oorlog’ geworden, gericht tegen de Westerse cultuur en traditie. Geen sector ontsnapt aan de aandacht. Westerse literatuur zou ‘gedekoloniseerd’ moeten worden. Westers botanische tuinen zouden het imperialisme van vroeger weerspiegelen met hun exotische planten. Westerse musici misbruiken muziek van mensen van kleur om er zelf mee te pronken. Overal nemen blanken een andere cultuur over om er zelf beter van te worden. Culturele toe-eigening heet dat.
Het Westen accepteert de kritiek deemoedig en probeert aan de critici tegemoet te komen. Standbeelden worden weggehaald, musea passen de teksten bij schilderijen aan, orkesten organiseren ‘blinde audities’ zodat de toelatingscommissie niet ziet wie er auditie doet, volksfeesten worden aangepast en prijzen gaan naar voorvechters van de KRT. Wet- en regelgeving voor overheid en bedrijfsleven moet gelijke kansen aan alle bevolkingsgroepen bieden. Sommige landen gaan over op positieve discriminatie.
In dit boek weegt Murray de kritiek op zijn relevantie. Kritiek mag, maar moet niet doorslaan.
Hij vindt het in het licht van de alomvattende kritiek op het Westen vreemd dat de massaemigratie volledig eenrichtingsverkeer is. Niemand wil naar China, of Rusland, of India, of de Arabische landen. Het zijn landen die van harte meedoen aan de kritiek op het Westen, maar waar niemand naar toe vlucht. Met gevaar voor eigen leven ondernemen migranten een uitputtende en riskante reis naar het gesmade Westen. Dat zou de felle kritiek moeten temperen. Elders is het blijkbaar nog veel slechter gesteld.
Een tweede observatie van Murray is dat het Westen de enige cultuur is die deze alomvattende kritiek niet alleen gedoogt, maar zelfs beloond. Nieuwkomers kunnen minister worden, een aanstelling aan een universiteit krijgen, manager worden van een bedrijf. Een niet-Indiër kan niet aan de top van de Indiase politiek komen. Als een blank echtpaar naar China verhuist, zullen zij, noch hun kinderen of de daaropvolgende generatie hoge posten krijgen in die samenleving.
Dan is er het zwijgen over wandaden die buiten het Westen zijn gepleegd, bijvoorbeeld in Arabische staten. Arabieren hadden een enorm aandeel in de slavenhandel en tot op de dag van vandaag komt er nog slavernij voor. De Arabieren castreerden hun mannelijke slaven en daarom kon er in Arabische staten geen multiculturele samenleving ontstaan, zoals die wel in het Westen ontstond.
Een vierde observatie betreft het antwoord op de vraag wanneer de critici voldaan zijn. Wanneer is het genoeg? Elk gebaar van goede wil wordt gezien als verkapt racisme. Racisme en discriminatie zijn immers in de genen van witte mensen gaan zitten. Volgens veel critici is de enige oplossing dat het hele systeem in het Westen omvergeworpen moet worden.
Dat laatste, een confrontatie die op geweld uitloopt, is een optie die Murray in alle gevallen wil vermijden. Hij legt zich toe op een weerlegging van kritiek daar waar ze onjuist is, of doorschiet of eenzijdig is. Ondanks de tekortkomingen van het Westen is er ook het verhaal van levensreddende wetenschap, geneeskunde en hulpvaardigheid die miljarden mensen over de hele wereld uit de armoede heeft gehaald. En denk eens aan Groot-Brittannië dat al in 1807 de slavernij afschafte en vervolgens gedurende een halve eeuw grote offers in mensenlevens en geld bracht om de slavenhandel uit te roeien. De Britten zetten hun marine in om jacht te maken op slavenschepen. De Britten hebben meer mensenlevens en geld geofferd aan de afschaffing van slavernij en slavenhandel dan dat dit systeem hun heeft opgeleverd. Deze verhalen ontbreken in het narratief van de critici.
Jammer genoeg verabsoluteert de Kritische Rassentheorie de gebreken van het Westen, ziet ze eigen gebreken over het hoofd, en onderkent ze niet dat het buiten het Westen nog veel slechter is gesteld.
Maar beter dan in de verdediging te schieten is het volgens Murray om in een verdeelde multiculturele samenleving te blijven zoeken naar een toekomstvisie die zoveel mogelijk bevolkingsgroepen overkoepelt en verbindt. Hij hoopt dat er in elk segment van de samenleving gematigde en wijze mensen te vinden zijn die deze zoektocht naar een bandbreedte willen ondernemen. Hij levert echter wel veel materiaal aan in dit boek op grond waarvan je gaat twijfelen aan de haalbaarheid van dit concept.
Het boek van Douglas Murray is om een paar redenen waardevol te noemen. Hij verschaft veel informatie over de ‘aanval op het Westen’ van binnenuit. En het is soms best schrikken als je leest hoe heftig en verbeten die aanval is. In de tweede plaats ontkent Murray nergens dat het Westen een beladen verleden heeft, maar pareert hij wel veel kritiek die onjuist is en laat hij zien dat het Westen op het gebied van mensenrechten veel meer heeft bereikt dan waar ook in de wereld. Nogmaals: migranten kiezen massaal voor de vrijheid en welvaart van het Westen en van een uitstroom van ontevreden mensen is geen sprake. Murray brengt de juiste proporties aan: het Westen is verre van volmaakt, maar het leven is er beter dan waar dan ook.
Zijn voorbeelden ontleent Murray vooral aan de Angelsaksische wereld. Hij kent de ontwikkelingen in de VS en Groot-Brittannië het beste. Mensen die het nieuws goed volgen kunnen echter vrij gemakkelijk voorbeelden vinden uit het eigen land.
Donald Murray (1979) is een Brits schrijver, journalist en politiek commentator. Hij is redacteur van het weekblad The Spectator. Hij is bekend als spreker en debater voor vele kranten, radio en televisie. Murray heeft enkele internationale bestsellers geschreven over vrije meningsuiting, islam, identiteitspolitiek en homorechten.
ISBN 9789052402819 | Paperback | 280 blz. | Uitgeverij Houtekiet Antwerpen/Amsterdam | 4 oktober 2023
© Henk Hofman, 31 oktober 2023
Lees de reacties op het Forum, en/of reageer, klik HIER.