De rode belofte
Hoe de Sovjetdroom werkelijkheid leek te worden
Francis Spufford
Ik ben opgegroeid in de tijd van de koude oorlog, heb op volwassen leeftijd zeer welbewust de val van de muur en het communisme meegemaakt, en dus de puinhopen daarvan gezien. Ik kan ik me nog goed de verwondering herinneren toen ik meer begon te lezen over het communisme en de idealen waar het allemaal mee begon. Idealen die in het begin bij velen oprecht waren en waar heel veel mensen uit puur idealisme hard voor gewerkt en veel voor opgeofferd hebben. Tevergeefs, zoals wij allen weten, het systeem ontspoorde volledig en heeft miljoenen doden op zijn naam staan, maar aan die totaal ontspoorde maatschappij lag een droom van overvloed ten grondslag. Dat is precies waar dit boek over gaat. Over de Sovjetdroom, het sprookje waar het allemaal mee begon. Dat sprookje is eigenlijk de hoofdpersoon van dit verhaal, wat, zoals de schrijver zelf zegt, zich vrijmoedig afspeelt in het grensgebied tussen fictie en non-fictie. Het boek beschrijft het moment in de geschiedenis, begin 1960, waarop het éven lijkt dat die droom werkelijkheid gaat worden, de groeicijfers van de USSR waren, zelfs als je het propagandistische stof er afblies, indrukwekkend. Chroesjtsjov, was aan de macht en wilde alles in werking stellen om zijn droom uit te laten komen. De droom was als volgt... éérst dienden er grote offers te worden gebracht, maar daarna zou er overvloed komen. Chroesjtsjov, zei het in 1959 in het Leninstadion als volgt;
“Dat de dromen die de mensheid al tijden koestert, dromen die tot uitdrukking komen in sprookjes die louter fantasie leken, door mensenhanden werkelijkheid zullen worden”
Aan de eeuwenlange schaarste zou een einde komen. Iedereen zou langs de koolstronk omhoog klimmen, door het gat in de lucht klauteren, en belanden in het land waar de molenstenen vanzelf maalden. Kortom rijkdom en overvloed zou hun deel zijn. Chroesjtsjov had hiervoor een ideologisch economisch plan; de planeconomie. Omdat alle productiemiddelen en distributiesystemen in de USSR in handen waren van de staat konden die door speciale berekeningen, waar briljante economen aan werkten, optimaal worden afgesteld op de snelste, meest overvloedige bevrediging van de menselijke behoeften. Althans op papier. De werkelijkheid lag helaas een stuk anders, en op het laatst geloofde niemand er meer in. Al was het alleen maar omdat er nauwelijks in de dagelijkse behoefte voorzien werd, laat staan in de eeuwig in het vooruitzicht gestelde overvloed.
Dit boek is een afwisseling van non- fictie en verhalende fictie. Ieder hoofdstuk begint met een historische inleiding, om over te gaan in verhalende fictie. Een deel van de personages hebben bestaan, een deel zijn door de schrijver verzonnen, zijn afgeleid van bestaande personages, of samengesteld uit meerdere personages. De index van dit boek is dan ook indrukwekkend, bijna honderd pagina’s met informatie over personen, citaten, gebeurtenissen en achtergronden. De bedoeling van deze werkwijze is inzicht bieden in zowel de historische ontwikkelingen als de levens van de gewone en minder gewone mensen van die tijd.
We volgen Chroesjtsjov op zijn reis naar Amerika, waar de Amerikanen een stuk minder onder de indruk zijn van zijn toespraak en idealen en zijn vooraf bedachte grappen dan hij had gedacht. We volgen Leonid Vitalevich Kantorovich, een beroemd wiskundige, die zijn leven lang werkte aan een systeem waardoor alle problemen in de USSR zouden verdwijnen. Hij is de enige uit dit boek die tot het eind in zijn idealen blijft geloven. Zelfs Chroesjtsjov overpeinst aan het eind van zijn leven op zijn datsja zijn zonden.
We volgen de fruitvliegbiologe Zoja Vajnsjtejn, gebaseerd op de bekende wetenschapster Raissa Berg, die in de problemen komt doordat ze protest aantekent tegen het verloop van een rechtszaak. We volgen de ritselaar Tsjekoeskin, de man in het schemergebied, die altijd wel iemand kent die iemand kent, die wat kan regelen en ritselen, in verband met dagelijkse zaken, maar ook in alle regionen van het partijbestuur. Tot hij in zijn eigen almacht gaat geloven en hard ten val komt. We volgen het Konsomol meisje Galina, die de opdracht krijgt van de partij om op een Amerika tentoonstelling, de Amerikaanse gidsen het vuur na aan de schenen te leggen met uit het hoofd geleerde communistische propaganda. Wat faliekant mislukt om dat ze ondanks zichzelf, behoorlijk onder de indruk is van alles wat daar tentoon gesteld is. Voor het eerst in haar bestaan gaat ze twijfelen op de haar voorgeschotelde waarheid wel écht de waarheid is. Later in het boek komen we Galina nogmaals tegen als ze wederom faalt, deze keer in het Communistisch baren. Ik verzin dit niet. Communistische vrouwen werden verplicht naar een cursus psychéprofylaxe gestuurd. Daar kregen ze te horen dat barenspijn zoiets is als een illusie van kapitalistische artsen, een boodschap van de subcortex van het brein die je makkelijk kunt wegdrukken door de cortex te prikkelen. Had je wel pijn tijdens het baren dan was je uiteraard een laffe verraadster van het communistische systeem. Dit speelde in 1966. Bizar kort geleden.
Het boek geeft een goede indruk van de waanzin van die tijd.
Ik vond het geen gemakkelijk boek, de personages en economische ideologieën duizelden me af en toe, maar ik vond het wel een bijzonder boeiend boek. Het geeft een zeer goede gedocumenteerde inkijk in de tijd waarop het éven leek dat de droom uit zou komen, om daarna weer veel verder te ontsporen.
ISBN 978 90 468 00997 6 Paperback 478 pagina’s Uitgeverij Nieuw Amsterdam, juni 2011
Vertaling Toon Dohmen
© Willeke, 14 april 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!