Mijn poemajaren
Laura Coleman
'Ik heb een poema waarmee jij wel kunt gaan werken.'
'Een póema?'
Ze knikt. 'Maar als je dat wilt, moet je beloven een maand hier te werken. Minimaal dertig dagen als je met een poema werkt.'
Wat doe je als je als afgestudeerd kunsthistorica ineens middenin de jungle de zorg voor Wayra, een getraumatiseerde poema, krijgt?
De Engelse Laura Coleman is eigenlijk alleen maar ontzettend bang. Ze heeft zich tijdens haar rondreis door Bolivia in een opwelling aangemeld als vrijwilliger bij el parque, een dierenopvangcentrum in het Amazonewoud. Maar na haar eerste ontzetting over de vreselijke stank van de dieren en het modderige uiterlijk van alle mensen die daar werken wil ze gelijk rechtsomkeer maken en dan krijgt ze ook nog te horen dat ze elke dag moet gaan wandelen met een poema, buiten zijn verblijf, aan een lijntje!
Jane werkt haar in, zij heeft al een enorme band met het dier opgebouwd, hij likt zelfs haar armen en duwt zijn kop tegen haar handen. Maar Laura wordt zeer argwanend begroet door het dier en ze weet dat ze uit al haar poriën angst uitstraalt, Wayra moet haar angst ruiken, weet ze. Het is dat Jane rustig blijft en totaal geen angst vertoont, waardoor Laura toch doorzet.
Maar tot haar schrik moet ze samen met Jane voor de poema uit lopen! Oscar heeft een touw om zijn middel waar Wayra aan vast zit en volgt de twee vrouwen. Laura rent en rent en weet met al haar vezels in haar lijf dat een echte poema achter haar aan rent. Zij blijven de hele dag bij Wayra, totdat ze weer naar haar verblijf moet, waar ze weer vastgeklikt wordt aan haar loopkabel.
"Ik ben uitgeput, totaal op en doodsbang. Ik denk dat ik deze maand niet ga overleven. Maar dan word ik overweldigd daar dat gevoel dat ik eerder had, het diepere uitdagendere gevoel. Nieuwsgierigheid, verwachting, hóóp. (Wayra zucht.) Plotseling zucht ik ook diep en ga naast Jane zitten."
Dit gevoel maakt dat Laura blijft en langzamerhand verdwijnt haar diepe angst voor Wayra, terwijl ze wel altijd bang blijft. Ze bouwen samen voorzichtig een band op. Aanvankelijk zijn zowel Wayra als Laura op hun hoede maar het is vooral Wayra die laat zien dat hij haar vertrouwd en zich steeds meer ontspant. Het is bijna ontroerend om te lezen hoe de toenadering verloopt. De eerste keer dat Wayra haar armen likt en later ook nog gaat spinnen maakt dat ze zich totaal euforisch voelt.
Na de 30 dagen in het centrum besluit Laura te blijven. Ze móet blijven, ze is nodig daar.
Maar het dierencentrum werpt haar ook terug naar het échte leven zonder luxe. Het contrast tussen haar veilige kunstleventje in Engeland en het verblijf in het centrum kan haast niet groter zijn. Laura krijgt de metafoor te horen dat het centrum als een ui op iedereen inwerkt. Elke keer wordt er weer een laagje van ieders masker afgepeld. Dat kan ook niet anders want er is verder niets, behalve de verblijven van de kleine dieren en de grote katten. In het centrum kan niemand zich verschuilen achter een houding of facade. Daarvoor is ook de vermoeidheid van iedereen te groot, want het leven is ongekend zwaar, de insecten, wormen, muskieten etc. vormen een constante plaag. De drassige omgeving zorgt ervoor dat iedereen enorm stinkt en met kleren vol aangekoekte modder rondloopt. Maar het geeft allemaal niet.
De dieren en de mensen geven zoveel terug. Er worden banden gesmeed met elkaar en met het centrum die niet meer zal kunnen verdwijnen.
Velen o.a. Laura keren daarom ook steeds weer terug naar het centrum.
Het is verder niet alleen de strijd om de dieren die hulp nodig hebben op te kunnen blijven vangen, ook de regering van Bolivia vormt een bedreiging voor het centrum. De houtkap neemt steeds grotere vormen aan. Er worden wegen aangelegd waar de dieren niet aan gewend zijn, met alle gevolgen van dien.
Het is bijna niet over te brengen wat voor impact dit boek verder heeft en hoe fantastisch alles onder woorden is gebracht, zowel beeldend als taalkundig.
Ondanks dat het non-fictie is leest het boek als een spannende roman. Zeker als er een enorme deel van de jungle in brand staat, houd je je adem in. De dieren! Hoe moeten ze de dieren beschermen, hoe kunnen ze de brand keren! Je leest gehaast verder en bent onderdeel van de strijd tegen het vuur.
Maar ook de onderlinge verhoudingen tussen de bewoners van het centrum vormen een prachtig verhaal.
Kortom, een adembenemend verhaal dat je even moet laten bezinken. Grote klasse.
ISBN 9789026360138 | Paperback | 312 pagina's inclusief foto's | AmboAnthos | juli 2022
Vertaald door Bep Fontijn
© Dettie, 15 augustus 2022
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER