So Near So Far
Vijftien Jazz Interviews
Tekeningen: Erna Sanders
Schrijver: Jeroen de Valk
De titel van het boek is ontleend aan een CD van tenorsaxofonist Joe Henderson. De auteur spreekt deze muzikant in 1992 na een optreden op een jazzfestival in Maastricht. Het is de titel van Hendersons laatste CD, die als ondertitel Musings for Miles draagt. Op de CD is de muzikant, die zelf begin 1967 vier maanden met Miles Davis heeft gespeeld, te horen met andere muzikanten die allemaal met Miles hebben gewerkt, zoals John Scofield , Dave Holland en Al Foster.
De Valk, zo lezen we op de achterzijde van het boek, gebruikt deze titel voor zijn interviewbundel omdat de musici die hij voor dit boek heeft geïnterviewd door hun verhaal heel dichtbij komen, maar zij spreken vaak over lang vervlogen tijden. Het zijn dan ook voornamelijk verhalen van mensen waarvan het geboortejaar voor het begin van de Tweede Wereldoorlog ligt, behalve die van dr. John uit 1940 en Michel Petrucciani, die geboren is in hetzelfde jaar als ik, namelijk 1962.
Ieder verhaal begint met een quote van de geïnterviewde, zoals op bladzijde 21 van Marcel Thielemans, die zegt 'Rappen? Dat deden wij al vóór de oorlog.' of tenorsaxofonist Arnett Cobb op bladzijde 43 'Bij Lionel Hampton leerde ik staande te slapen. In de trein.' of trombonist Jimmy Knepper op bladzijde 87 'Ik heb niets met trombonisten. En ook niets met Mingus.'
Naast muzikanten interviewt De Valk festivalorganisator Paul Acket, die wat De Valk noemt, de vader van het North Sea Jazzfestival is en schrijver Bernleff, die van zichzelf zegt dat hij schrijft als een jazzmuzikant.
Het zijn stuk voor stuk bijzondere verhalen. Aan het begin van ieder verhaal is een prachtige tekening afgebeeld van kunstenares Erna Sanders in zwart-wit. Op bladzijde 44 zien we, ondersteund door een kruk, tenorsaxofonist Arnett Cobb vol passie op zijn instrument blazen en op bladzijde 98 altsaxofonist Ornette Coleman die met zijn ogen dicht opgaat in zijn muziek.
De verhalen vertellen van de goede tijden, maar ook van de slechte tijden die de muzikanten hebben meegemaakt en hoe hun omgang was met andere muzikanten. Het mooiste is als zij in vaktermen praten over het maken van muziek. Als interviewer De Valk Arnett Cobb vraagt hoe hij aan zijn sound komt, antwoordt hij:
Dat is een kwestie van embouchure. Ik doe alleen 't einde van 't mondstuk in mijn mond, zo heb ik er greep op. Als ik 'm verder in mijn mond steek, kan ik geen beweging meer krijgen in het riet. Dan krijg ik een monkey-sound. Pieperig. Ik hou van een geluid met veel diepte. Ik heb nooit zoveel gestudeerd, maar die toon, daar stak ik tijd in. Urenlang stond ik in een hoek van de kamer, mijn saxofoon naar de muur. Ik zette een toon aan, liet 'm langzaam aanzwellen en dan, opeens, brak ik 'm af. Zodat het geluid terugkaatste. Ik herhaalde dezelfde noot, dan zus, dan zo, tot ik tevreden was.
Meer van dit soort mooie passages zijn te lezen in dit heerlijk boek met vijftien jazzinterviews.
Over de auteur: Jeroen de Valk (1958) is musicus, journalist en jazzauteur met een internationale reputatie. Hij schreef tientallen jaren in Het Parool over zijn muziek Hij publiceerde onder andere Chet Baker. Herinneringen aan een lyrisch trompettist. Dit is zijn zesde boek over jazz. Zie ook: http://www.jeroendevalk.nl/over/biografie
Over de tekenares: Erna Sanders (1957) is beeldend kunstenares. Ze illustreerde deze bundel met portretten in pastelkrijt. Ze woont en werkt in Amersfoort.
ISBN 9789461538994 | Paperback | 180 pagina's | Uitgeverij Aspekt | februari 2016
© Ria, 15 maart 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER