Het masker van Afrika
V.S. Naipaul
V.S Naipaul is een van ’s werelds beroemdste reisboekenschrijvers. In 2001 ontving hij de Nobelprijs voor literatuur. Hij is inmiddels 79, maar schrijft en reist nog altijd. In dit boek gaat hij op zoek naar de invloed van het traditionele geloof en van magie in hedendaagse Afrika en bezoekt achtereenvolgens Oeganda, Nigeria, Ghana, Ivoorkust, Gabon en Zuid Afrika.
Naipaul begint zijn zoektocht in Oeganda. In 1966 heeft hij negen maanden in oost Afrika doorgebracht, en het leek hem wijs in een enigszins vertrouwde omgeving te beginnen. Wat hem vooral opvalt, is de enorme wildgroei van kerken en moskeeën. Naipaul is nieuwsgierig naar de oorsprong van deze Christelijke en Islamitische godsdiensthuizen, én naar de plaats van het traditionele geloof. Hij begint zijn zoektocht bij twee mannen uit het verleden, de ontdekkingsreiziger Johan Hanning Speke, en wrede Kabake(koning) Mutesa die elkaar rond 1862 leren kennen... Bij deze Mutesa is de oorsprong van de huidige verschillende religies goed terug te zien. Zijn vader was Islamitisch, maar Mutesa bekeerde zich na zijn ontmoeting met Speke tot het Christendom, wat hem niet verhinderde tijdens grote veldtochten tovenaars mee te nemen om de vijand die per boot kwam tot zinken te brengen. Trek de zienswijze van Mutesa door en je vind de voedingsbodem van de religie in het huidige Afrika.
Ondanks dat het Christendom en de Islam vaak een meer zichtbare rol spelen is het traditionele geloof op de achtergrond nog altijd onuitwisbaar aanwezig. Een man in Oeganda zal altijd kruid in zijn portefeuille dragen, het kruid zal zijn geld beschermen en vermeerderen.
De Afrikaanse stamtradities werken dan ook vaak nog door tot in de huidige generaties en zelfs tot in de moderne politiek. Rond huidige machthebbers hangt vaak nog een sfeer van mythevorming en magie. Over de oud president Houphouet van de Ivoorkust gaat het verhaal dat hij zich op advies van een sjamaan in stukjes heeft laten snijden, die stukjes werden gemengd in een kookpot met kruiden zodat het geheel veranderde in een machtige slang die tegen de grond gedrukt moest worden, zodat hij weer veranderde in president Houphout, waarna de president een lang en machtig leven tegemoet ging.
Een Gabonees in het boek vat het als volgt samen; “De nieuwe godsdiensten, de Islam en het Christendom, zitten alleen aan de buitenkant, in ons zit het oerwoud”.
In sommige delen van Afrika, bijvoorbeeld bij de stam van Ga in Oeganda is de natuurgodsdienst nog de heersende godsdienst. Hun godsdienst zit vol tekenen en waarschuwingen waardoor de ware gelovige constant in ongerustheid moet verkeren over de boodschappen van de goden. Deze natuurgodsdiensten zijn geworteld in de geesten van de overledenen.
Wanneer Afrikanen hun geloof proberen uit te leggen wordt er vaak verwezen naar de Bijbel. Het Opperwezen is heel machtig en mag niet gebruikt worden in dagelijkse riten. De anderen, geesten en goden en dergelijke worden dagelijks opgeroepen. Zij zijn stoffelijk vertegenwoordigd; zij kunnen bomen, stronken, bankjes, beeldjes, rivieren en plassen zijn. Iedere gemeenschap heeft zijn eigen verzameling van zulke godheden die kunnen beschermen en genezen, deze godheden hebben hun eigen zegslieden, hogepriesters en profetessen.
Naipaul trekt grote delen van Afrika door, spreek mensen uit alle lagen van de bevolking, ontmoet veel emirs, stamhoofden, tovenaars en heilige mannen.
Hij had verwacht dat de beoefening van de magie door de grote omvang van Afrika per land sterk zou verschillen, maar dat was niet zo. De waarzeggers wilde overal met botjes gooien om de toekomst te lezen, het begrip “energie” kwam overal voor en werd overal aangeboord door rituele offers van lichaamsdelen. Vaak lichaamsdelen van dieren, soms , vooral in het verleden, ook van mensen.
Naipaul is een buitengewoon begenadigde verteller. Hij trekt vanuit het verleden moeiteloos lijnen door naar het heden, zodat je de context van het hier en nu veel beter kunt begrijpen. Hij heeft een beeldend manier van vertellen... Je waant je samen met hem op de Nijl, wandelt naast hem door heilige wouden, ontmoet een Nigeriaanse babalawo (tovenaar) die de toekomst voorspelt met zestien pitten en twee kalebassen, en je voelt de grimmige dreiging toenemen in het paleis van de hogepriester van de Ga in Ghana.
Aan het einde van zijn reis in Zuid Afrika moet Naipaul zijn zoektocht naar religie helaas even loslaten omdat het rassenprobleem en de huidige politieke situatie daar onontkoombaar was, wat begrijpelijk is, maar voor de afsluiting van het boek jammer.
Maar los daarvan is dit boek een absolute aanrader voor de liefhebber van dit genre. Ik heb het met ontzettend veel plezier en interesse gelezen.
ISBN 978 90 45014029, 302 pagina's uitgeverij Atlas februari 2011
vertaald door Inge Kok
© Willeke, 1 feburuari 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER