Non-fictie

Daniel Schreiber

Thuis
De zoektocht naar de plek waar we willen leven
Daniel Schreiber


Het boek heeft een persoonlijk en gevoelig getint begin waarin de schrijver zijn verlangen naar Londen vertolkt: deze stad was voor hem een ‘veilige plek’. De dieperliggende reden is dat hij een vriend mist die daar woont. Hij vraagt zich af: ‘Waarom is het eigenlijk belangrijk om een thuis te hebben? En wat betekent thuis-zijn eigenlijk?’, pag. 12. Hij citeert Simone Weil die zegt dat dit gevoel ‘de belangrijkste en meest miskende behoefte van de menselijke ziel’ is, pag. 13.


Het boek is deels het verslag van zijn persoonlijke zoektocht naar zijn afkomst en zijn familiegeschiedenis (zijn oorsprong ligt in Oost-Europa) die is getekend door twee wereldoorlogen en de ingrijpende gevolgen daarvan in het leven van mensen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn 12 – 14 miljoen Duitsers gevlucht zodat de nawerking hiervan nog lang nawerkte en in de verhalen van ouderen aanwezig zijn.
De schrijver verweeft deze persoonlijke gebeurtenissen die hem intrigeren met zijn gedachten over zich ergens thuis voelen: ‘Hoe minder we ons thuis voelen, hoe sterker de ideeën over heimat en hoe groter het verlangen naar een plek waar we ons onbegrensd thuis kunnen voelen’, pag. 41.


Het onderzoek naar de lotgevallen van zijn voorgeslacht doet de schrijver de relativiteit van alles in ons bestaan beseffen. Mensen leven met een bijna eeuwig aandoend heimwee naar een tijd of plaats die voorbij is maar waaraan zij goede en weemoedig stemmende herinneringen bewaren. Wij zijn eigenlijk ons leven lang onderweg in dit bestaan. Wat de lezer al in het begin vermoedt, wordt geleidelijk duidelijker in dit boek omdat de auteur er nadrukkelijker bij stil staat: het autobiografische en kwetsbare karakter van zijn zoektocht naar een thuis heeft niet alleen met je omgeving, familie of huis te maken maar het thuis-gevoel ligt uiteindelijk in jezelf.


Schreiber is dan ook een romanticus die leeft met deze voortdurende heimwee. Hoewel hij lang in Berlijn woont, wordt de stad hem niet eigen en het vele reizen vermoeit hem op een gegeven moment omdat hij ontdekt dat het hem innerlijk niets oplevert. Hij wordt hierdoor alleen maar meer met zichzelf geconfronteerd en beschrijft zijn moeilijke jeugd in de voormalige DDR waar hij als homoseksueel al jong werd buitengesloten. Deze negatieve ervaringen zetten een stevig stempel op zijn verdere leven en maken van hem een zoekend en ook wat onzeker mens die verlangt naar geborgenheid en aanvaarding door anderen: ‘Wanneer je als kind dergelijke uitsluiting meemaakt, kun je je op de plek waar je bent opgegroeid niet veilig, niet thuis voelen’, pag. 94. Zo benoemt hij het gevoel van ergens thuis zijn als een plek waar een mens zichzelf kan en durft te zijn omdat hij daar wordt aanvaard zoals hij is. Het ware thuis ligt dan ook in jezelf.


Dat voelde hij het meest in New York en daar gaat zijn verlangen naar uit. Het gevoel van thuis zijn, is verbonden met je omgeving en je woning die iets uitdrukt van wie je bent en is je persoonlijke verantwoordelijkheid. Zijn conclusie is uiteindelijk dat het niet zo belangrijk is wáár je wortel schiet maar dát je wortel schiet. Volmaakt zal het nergens zijn want daar is ons menselijk leven nu eenmaal niet naar maar het gevoel van ‘goed genoeg’ dient er wel te zijn om bevredigend te kunnen leven.


‘Het vinden van een thuis is uiteindelijk vooral een kwestie van zelfkennis, iets wat berust op het zich steeds opnieuw bewust worden van het eigen levensverhaal en zijn veranderende contexten’, pag. 163.


Een bijzonder en ook wel kwetsbaar boek.


Daniel Schreiber (1977) is journalist en kunstcriticus. Eerder schreef hij een biografie over Susan Sontag en een persoonlijk boek over zijn alcoholverslaving. Hij is een van de jonge Duitse essayisten die een nieuw licht werpen op hedendaagse onderwerpen.


ISBN 9789026340406 | Paperback | 173 pagina's | Ambo|Anthos | januari 2017
Vertaald door Mara van Duin

© Evert van der Veen, 10 augustus 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER