Non-fictie

Jonas Roelens en Nathan van Kleij

Middeleeuwse medemensen
De clichés over de donkere eeuwen voorbij
Jonas Roelens en Nathan van Kleij (red.)


Na de val van het Romeinse Rijk in 476 na Chr. brak er in Europa een periode aan van economisch, intellectueel en cultureel verval. In de 15de eeuw introduceerde de dichter Petrarca de term ‘donkere Middeleeuwen’ voor het hele tijdvak van 476 tot aan de Renaissance in de 15e eeuw. Het zouden eeuwen zijn van onwetendheid en bijgeloof. Nog weer later omschreef de Franse Verlichtingsfilosoof Voltaire deze duizend jaar als ‘ces tristes temps’ en ‘siècle d’ignorance’. Tot op de dag van vandaag zijn dit soort typeringen bepalend voor het beeld dat overheerst in de publieke opinie.


Het is een karikatuur, vinden de samenstellers van dit boek. In tien bijdragen stellen deskundigen, verbonden aan verschillende universiteiten (Utrecht, Leuven, Leiden, Antwerpen, Gent, Amsterdam, Nijmegen), dit negatieve beeld over de Middeleeuwen bij. De twee redacteuren schreven een inleiding en een afrondend epiloog.


We kunnen een periode van duizend jaar niet vangen onder de noemer dè Middeleeuwen, lezen we in de Inleiding.
In de eerste eeuwen bouwden mensen weer moeizaam een bestaan op na het tijdvak van de volksverhuizing. Daarna volgde tussen ca. 1000 en ca. 1350 een bloeiperiode (verstedelijking, bevolkingsgroei, internationale handel). Vanaf 1350-1500 kampte Europa met de verwoestende gevolgen van de pest, maar ontwaren we ook vooruitgang op het gebied van kunst, handel, wetenschap en technologie. Nog steeds is dit een grofmazige indeling, maar het biedt ruimte om stereotyperingen naar de prullenbak te verwijzen.


Dit boek legt de focus op de 14de en 15de eeuw. Qua geografie gaat het om de Lage Landen, zeg maar de huidige Benelux en delen van Noord-Frankrijk.
Kenmerkend voor de Lage Landen in die eeuwen is de gedachte dat een gezond individu niet kan bestaan zonder een gezonde samenleving. Het zorgen voor het eigen belang was daarom ondergeschikt aan het zorgen voor het algemeen belang, het bonum commune genoemd. Het volk verwachtte die zorg van vorsten en stadsbesturen en kon anders in opstand komen. Het zich ontfermen over anderen, dat tot uiting kwam in armenzorg, sociale steun door het lokale bestuur en christelijke liefdadigheid, was diepgeworteld.


Na deze mooie inleiding volgen tien thema’s. Was het een gewelddadig tijdvak? Waren de Middeleeuwers vies? Was er veel ongelijkheid in die eeuwen? Ging het om een vrouwonvriendelijk tijdvak? Waren de mensen erg preuts? Heerste er niet alom bijgeloof? Was er wel ruimte voor wetenschap? Dat zijn al zeven thema’s. Omwille van de compleetheid noem ik hier nog het onderzoek naar het democratisch gehalte van de Middeleeuwers, de economische situatie en de stelling dat de Middeleeuwers wereldvreemd zouden zijn geweest.


Deze bijdragen zijn goed geschreven en prima op elkaar afgestemd. De schrijvers slagen erin een breed publiek aan te spreken zonder dat dit ten koste gaat van het niveau. Eigenlijk is het een beetje onthutsend om te ontdekken wat voor verwrongen beeld wij hebben van het Middeleeuwse tijdvak. Dat heeft alles te maken met het Verlichte vooruitgangsgeloof, waardoor mensen geloven in een opwaartse beweging in de geschiedenis, hun eigen tijd als vooruitstrevend beschouwen en dus wat neerbuigend doen over het verleden. Hoe vaak hoor je dit ook niet in debatten over politiek en ethiek. Jouw opvatting is toch niet van deze tijd? We gaan toch niet terug naar de Middeleeuwen? Een tikje arrogant en misplaatst, gelet op de barbaarse tijden waar wij in leven.


De geschiedenis is geen rechte lijn omhoog, maar lijkt meer op een spiraal. Tijden van bloei en verval wisselen elkaar af. En dan nog geldt voor beide dat er een mix is van positieve en negatieve ontwikkelingen.


De redacteuren maken zich geen illusies dat met hun boek er een eind komt aan allerlei misvattingen op dit gebied. Daarvoor zitten de vooroordelen vaak te diep. Eén van die vooroordelen is dat je als vrouw niet moest leven in de Middeleeuwen. Het hoofdstuk dat daarover gaat, laat er geen spaan van heel. En de heksen dan? Nou, heksenvervolging kwam pas op volle gang nà de Middeleeuwen. In de eeuw van de Renaissance. Nota bene de tijd waarin men ging spreken van de ‘donkere Middeleeuwen’.


Dit boek doet wat een goed historisch werk moet doen: op grond van het bronnenmateriaal misinformatie aan de kaak stellen en weerleggen.


In het boek zijn fraaie kleurenillustraties opgenomen. Van elke auteur zijn gegevens over studie, werk en publicaties opgenomen. Het notenapparaat bevat tevens de bibliografie. Kortom: een goed en lezenswaardig boek!


Jos Roelens doceert gendergeschiedenis aan de Universiteit Gent.
Nathan van Kleij doceert Middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.


ISBN 9789464750379 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Ertsberg | 20 november 2023

© Henk Hofman, 6 december 2023

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.