21 lessen voor de 21ste eeuw
Yuval Noah Harari
Dit boek, dat in 2018 al twee drukken beleefde, gaat in op nieuwe problemen voor de 21e eeuw. In zijn voorwoord ontvouwt de auteur een fantasierijk en ambitieus programma. Hij onderzoekt de route waarlangs mensen misschien zelfs wel goden kunnen worden. De biotechnologie en de opkomst van kunstmatige intelligentie kan de grens, die de natuur tot op heden aan de mens stelt, doorbreken (transhumanisme).
Het doet science-fictionachtig aan. Toch is dit boek meer dan het speculeren van een fantast. Het boek bevat scherpe observaties en rake inzichten in de problemen waar de mens mee worstelt. In de woorden van de auteur:
De fusie tussen infotech en biotech zal mogelijk al heel snel miljarden mensen van de arbeidsmarkt drukken en daarmee vrijheid en gelijkheid ondermijnen. Big-data-algoritmen kunnen digitale dictaturen creëren waarin alle macht in handen van een kleine elite komt (blz. 13).
Een kleine elite die alle macht in handen heeft en een overweldigende massa die overbodig is geworden. Een onheilspellend scenario.
Ik las dezer dagen in de krant dat Facebook een algoritme heeft ontwikkeld waarmee ontdekt kan worden of mensen zelfmoordplannen hebben. Sommige dingen zijn dus dichterbij dan we denken.
Harari onderzoekt uitgebreid of religies en ideologieën steun en tegenwicht kunnen bieden aan de technologische revolutie die op ons afkomt. Volgens hem zijn alle oude verhalen geïmplodeerd en irrelevant geworden. Als Harari de rekening opmaakt van het tijdvak waarin religie toonaangevend was, komt hij niet verder dan de opsomming: geweld, vervolging, discriminatie. God is de God van kruisvaarders en jihadisten, van de inquisiteurs, de vrouwenhaters en de homofoben (blz. 245). De zogenaamd heilige geschriften bevatten gewoon verhalen die onze voorouders hebben verzonnen.
Harari vertrouwt op de seculiere mens. ‘Het secularisme kan ons alle waarden verschaffen die we nodig hebben’ (blz. 251). Hier ligt voor mij ook de zwakte van dit boek. Hariri slaat door. Hij vermeldt verheugd dat seculiere mensen niet zo dom zijn om naar kerken of tempels te gaan. Prima, denk ik dan. Maar ze gaan wel naar voetbalstadions en slaan daar de zaak kort en klein.
Het vertrouwen dat Hariri op de vrije, autonome, rationele mens stelt is al eeuwen oud. De filosofische start ligt bij Socrates. Kennis is Deugd. Of, zoals men in het tijdvak van de Verlichting zei: Bouw scholen en sluit de gevangenissen. Dit vertrouwen is echter volslagen misplaatst. Een goed voorbeeld is de jaarwisseling in Nederland. Elk jaar trekt er een razernij van vernieling en geweld over ons land. Dat is niet iets van de laatste paar jaar, dat is al heel veel jaren zo. De schade bij de jaarwisseling 2007-2008 bedroeg bijvoorbeeld twee doden en 120 miljoen euro.
Er domineren in het nieuws tegenwoordig twee zaken: terrorisme en het klimaat/milieu. Hoeveel doden zijn er vorig jaar in Nederland slachtoffer van terrorisme geweest? Voor zover ik weet geen een. En wat willen we met het klimaat? Met een investering van miljarden over 30 jaar moet Nederland een reductie van 0,0003 procent uitstoot bereiken.
Welnu, bij de jaarwisseling van 2018/2019 zijn er vier doden gevallen, bedragen de kosten (vuurwerk plus de schade) nu al 100 miljoen euro, zijn een achttal mensen (nagenoeg) blind, en is de klimaatschade becijferd op 1,25%. Dat doen we onszelf geheel vrijwillig aan en ook nog eens in één nacht. We hebben Al Quida niet nodig gehad om die verwoesting aan te richten. We spreken nu echter niet van een terreuractie, maar noemen het een feest.
Het is bizar en absurd. Het toont aan dat mensen zich geheel niet in de hand hebben, maar in het gareel gehouden moeten worden. En daar hebben we een overheid voor. Iets dat ‘religie’ al lang weet en ons voorhoudt, maar voor Harari is deze eeuwenoude wijsheid over de menselijke aard ‘irrelevant’.
Harari zet zijn kaarten op de mens en zijn wetenschap. ‘Religieuze doctrines’ mogen van hem bestaan, zolang de seculiere code maar voor gaat als die twee met elkaar in botsing komen (blz. 258). Hoe kun je dit nu met droge ogen beweren als je voor gelijkheid bent? Alle opvattingen zijn toegestaan, maar mijn opvatting moet de voorrang hebben? Dat is het woord van een dictator. Voor mij is het debat een publieke arena waarin alle opvattingen op basis van vrijheid en gelijkheid met elkaar de degens kruisen.
Op blz. 260 verweert Harari zich tegen het bezwaar dat Stalin, hoewel seculier, toch ook een massamoordenaar was. In een warrige passage schrijft de auteur dat Stalin een ‘profeet was van een extreem dogmatische religie die we stalinisme noemen’ (blz. 260). Schuiven we met deze woordkeus nu de terreur van Stalin ook in de schoenen van kerk en religie?
In dit boek liggen zin en onzin dicht bij elkaar. Soms is het briljant, soms is het kletskoek. Graag zou ik van beide meer voorbeelden willen noemen, maar een recensie moet beperkt in omvang blijven. De lezer oordele zelf.
De auteur is als historicus, filosoof en futuroloog verbonden aan de Universiteit van Jeruzalem.
ISBN 9789400407855 | Paperback | Omvang 448 blz. | Thomas Rap | augustus 2018
© Henk Hofman, 3 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer. Klik HIER
21 lessen voor de 21ste eeuw
Yuval Noah Harari
‘In dit boek laat ik mijn blik over de wereld gaan. Ik kijk naar de belangrijkste krachten die overal ter wereld inwerken op onze samenlevingen en die hoogstwaarschijnlijk de toekomst van onze planeet als geheel zullen beïnvloeden’, pag. 10.
De auteur, die eerder Sapiens en Homo Deus schreef, wil in dit boek proberen vooruit te zien en tendensen te signaleren en te bekritiseren die momenteel en in de toekomst een rol spelen.
Het boek is als volgt ingedeeld:
- Technologische uitdagingen
- Politieke uitdagingen
- Hoop en wanhoop
- Waarheid
- Veerkracht
In het eerste deel stelt de auteur dat het liberale verhaal irrelevant is geworden. De huidige technologie is zo overheersend aanwezig dat mensen overbodig worden. De automatisering heeft voor- en nadelen, schept nieuwe kansen zodat mensen aan zichzelf toekomen maar heeft ook het gevaar van werkloosheid in zich omdat er minder mensen nodig zijn. Goedkoop en ongeschoold werk zal door robots worden overgenomen. We zitten in een permanent proces van verandering dat voortdurende aanpassing van ons vraagt.
Er zijn twee revoluties gaande: in de informatie en in de bio-wetenschappen: ‘bedenk maar eens dat in een luttele twintig jaar miljarden mensen het zoekalgoritme van Google een van de belangrijkste taken in hun leven zijn gaan toevertrouwen, namelijk het zoeken naar relevante en betrouwbare informatie’, pag. 79.
Hier signaleert de auteur iets waar we nauwelijks bij stilstaan.
In het tweede deel wordt o.a. uitgelegd dat Facebook de oude gemeenschappen vervangt en daardoor zijn we iets wezenlijks kwijtgeraakt: ‘In de loop van de laatste eeuw heeft technologie ons van ons lichaam vervreemd’, pag. 117. Het directe, menselijke contact is digitaal geworden en daar worden we niet altijd beter van, zo wordt duidelijk (en dat ervaren we zelf ook…).
Interessant is zijn verhandeling over botsende beschavingen en het gegeven dat mensen altijd ergens bij willen horen, behoefte hebben aan een overkoepelende eenheid. Hij ziet de verschillen als betrekkelijk, het zijn mensen van onze eigen groep waarmee we van mening verschillen.
Zijn visie op nationalisme is verfrissend: de auteur legt uit dat dit iets is van de laatste 1000 jaar en is ontstaan vanuit de noodzaak tot samenwerking. Een mooi détail is de vermelding van het ‘madeliefjesspotje’ uit de verkiezingscampagne van president Johnson in de VS.
Oorlogen zijn sinds 1945 niet de grootste bedreiging, dat is nu de ecologische uitdaging want de aarde heeft momenteel een kritisch keerpunt bereikt. Daarvoor is internationale samenwerking vereist: ‘We hebben een nieuwe, mondiale identiteit nodig, omdat landelijke instellingen niets kunnen uitrichten tegen een paar compleet nieuwe mondiale problemen. We hebben inmiddels een wereldwijd milieu, een wereldwijde economie en een wereldwijde wetenschappelijke wereld, maar we zitten nog steeds vast aan onze nationale politiek’, pag. 160 – 161. Dit is misschien wel de belangrijkste oproep in dit boek.
In deel 3 legt de auteur nuchtere feiten op tafel die duidelijk maken dat terrorisme weliswaar angst aanjaagt – en dat is ook het doel – maar dat de gepleegde acties weinig effectief zijn als het gaat om resultaten: ‘Terroristen denken dus niet als generaals, maar meer als theaterproducenten’, pag. 203. In deze wat badinerend ogende opmerking (hij kan dat goed en doet dat vaker) maakt Harari duidelijk dat er ondanks het uiterlijk vertoon van geweld weinig verandert. Hij waarschuwt dan ook voor een over-reactie en pleit voor terughoudendheid.
Harari is onthutsend kritisch t.a.v. zijn eigen, Joodse volk en de betekenis die het in de geschiedenis heeft gehad: die is zeer gering. Ook de bijbel relativeert hij want deze ‘is op geen enkele manier de exclusieve bron van de menselijke moraal (en gelukkig maar, gezien de vele racistische, misogyne en homofobe opvattingen die erin worden verkondigd), pag. 237. Dat is even slikken maar wel een uitspraak om over na te denken. Harari heeft dan ook niet zoveel op met religie, vindt deze betweterig, inconsequent en pietluttig. Hij prijst de secularisering waarin mensen belangrijker zijn dan denkbeelden al onderkent hij dat het secularisme niet waardevrij is: ‘Elke religie, ideologie en geloofsopvatting heeft zijn schaduwkanten en welk geloof je ook aanhangt, die schaduwkanten moet je erkennen en de naïeve geruststelling dat het ‘ons niet kan overkomen’ moet je zien te vermijden’, pag. 264.
In deel 4 wordt duidelijk gemaakt dat we minder onafhankelijk zijn als individu dan wij doorgaans denken. Groepsdenken heeft meer invloed op mensen dan zij zich bewust zijn. Alles is betrekkelijk maar de huidige wereld is dermate ingewikkeld dat geen mens alle verbanden kan over- en doorzien: ‘In een wereld waarin alles met elkaar samenhangt, wordt het hoogste morele gebod echter het gebod om te weten’, pag. 279.
Opnieuw komt hier de waarheidsclaim van religies ter sprake die Harari als potentieel gevaarlijk beschouwt. Het zal duidelijk zijn dat hij weinig opheeft met nepnieuws en gemanipuleerde waarheden.
Tenslotte komen de voorgaande delen min of meer bij elkaar in het slotdeel. Vroeger was onderwijs het overdragen en aanleren van informatie maar nu is het belangrijk dat we feiten en gegevens kunnen interpreteren. In de snelle veranderingen van onze tijd is aanpassing en flexibiliteit vereist. We hebben behoefte aan een overstijgend, zingevend verhaal, of dat nu religieus of politiek van aard is. Mensen dienen op de een of andere manier bij elkaar te komen en te worden gehouden.
Het boek biedt vele originele invalshoeken want de auteur, docent geschiedenis aan de universiteit van Jeruzalem, weet open deuren goed te vermijden en is uitstekend in staat om geijkte waarheden van een andere, verrassende en vaak prikkelende kant te belichten. Met name de eerste 17 hoofdstukken zijn uitermate steekhoudend, daarna vind ik hiervoor genoemde spitsvondigheid minder aanwezig.
Een verrijkend boek!
ISBN 9789400407855 | Paperback | 448 pagina’s | Thomas Rap | augustus 2018
vertaald door Inge Pieters
© Evert van der Veen, 30 augustus 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER