Non-fictie

Giorgio Agamben

Homo Sacer
De soevereine macht en het naakte leven
Giorgio Agamben


De Homo Sacer is een figuur uit het Oud-Romeinse recht. Het is een persoon die is veroordeeld vanwege een overtreding. Dat heeft tot gevolg dat hij niet geofferd mag worden aan de goden. Deze persoon is onrein geworden en iedereen mag hem doden, zonder dat dit als moord wordt aangemerkt. Hij is buiten de wet gesteld, en dus door de wet prijsgegeven aan zijn belagers. De homo sacer staat onbeschermd en rechteloos in het leven. Hij leeft, maar hoort eigenlijk niet te leven. Dit thema werkt Giorgio Agamben verder uit in zijn boek.


De rechtsbescherming van de wet kan niet alleen voor een individu opgeheven worden. Voor de samenleving als geheel kunnen grondrechten in geval van nood opzijgezet worden. Degene die de uitzonderingstoestand kan uitroepen, is volgens de auteur de echte soeverein. In zijn boek gaat hij na wat de consequenties hiervan zijn voor het leven van de burgers. Die bespreking culmineert in een analyse van het concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog. In het concentratiekamp is elk onderscheid uitgewist tussen wettig en onwettig, tussen regel en uitzondering; recht en rechtsbescherming hebben er geen betekenis meer. “Het kamp is de structuur waarin de uitzonderingstoestand normaal is geworden.” (blz. 214).


Volgens de auteur is het kamp, waarin geldende wetten en voorschriften zijn verdwenen na de oorlog vreemd genoeg het model geworden voor het Westen (blz. 227). Hij denkt dan aan vluchtelingenkampen, of de locaties op vliegvelden waar asielzoekers geïnterneerd worden tot over hun status is beslist. Ook de ziekenkamer waarin de comapatiënt ligt, en waar de grens tussen leven en dood is verdwenen, is een voorbeeld van het moderne kamp.


In het concentratiekamp was het medische experiment op gevangenen toegestaan. Ongemakkelijk wordt het als we lezen dat advocaten van nazi-artsen tijden het tribunaal van Neurenberg erop wezen dat medische experimenten wereldwijd werden uitgevoerd. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld werd gevangenen en terdoodveroordeelden gratie beloofd als ze zich beschikbaar stelden voor medische experimenten (en voor zover zij het experiment overleefden). Terdoodveroordeelden en kampbewoners waren dus in feite gelijkgesteld aan homines sacri. Hun leven kon gedood worden zonder dat daarmee een moord werd begaan. Dit verweer bracht de rechters in Neurenberg (het merendeel kwam uit de Verenigde Staten) in grote verlegenheid (blz. 199-202).


Elke samenleving moet volgens dit boek een grens trekken tussen leven dat beschermd moet worden en leven dat prijsgegeven wordt. Nu wij te maken hebben met een samenleving die op slot is gegooid vanwege het coronavirus duikt die discussie inderdaad op. Als de capaciteit van ziekenhuizen niet langer toereikend is om zorg te bieden aan alle patiënten wie moet er dan geholpen worden en wie moet verstoken blijven van medische hulp?


De auteur dist ons geen gemakkelijk verteerbare kost op. Het voorwoord van Gert-Jan van der Heiden is dan ook beslist onontbeerlijk. Deze Nijmeegse hoogleraar geeft een verhelderende inleiding op het thema van de ‘homo sacer’. Wat mij betreft had Van der Heiden ook hier en daar in de tekst in een noot nog enige uitleg geboden.


Ik vroeg mij af waarom de homo sacer heilig wordt genoemd. Heilig is immers wat apart gezet wordt en voor de goden bestemd is. Maar de homo sacer is nu juist de onreine geworden en voor zijn medemens geldt hij als een paria en vogelvrije.


Een andere vraag is of de homo sacer overeenkomsten vertoont met de zondebok waar de Franse filosoof René Girard (1923-2015) over heeft geschreven. De samenleving komt met zichzelf in het reine door de zondebok weg te sturen en aan de dood prijs te geven.


Een ander punt waar ik op wil wijzen is het alternatief dat de christelijke religie biedt op de homo sacer. Al het leven is beschermwaardig in deze visie. Als mensen de grens tussen leven en dood bepalen, gaat het algauw mis. De constatering van de auteur dat juristen en artsen niet opkomen voor de homo sacer, maar de soeverein dienen in de door hem uitgeroepen uitzonderingstoestand, is verontrustend. Zou een religieuze norm niet de voorkeur verdienen? Mensen beschikken dan niet over het leven van een ander.


Homo sacer
verscheen voor het eerst in 1995. De thematiek van het boek is als gevolg van de coronacrisis opnieuw heel actueel. De auteur Giorgio Agamben (1941) is een Italiaanse filosoof, die veel gepubliceerd heeft over taal, cultuur, godsdienst en politiek. De vertaling van Ineke van der Burg is prima. Het boek is zorgvuldig gecorrigeerd. Drukfouten komen er niet in voor.


ISBN 9789024422241 | Paperback | uitgeverij Boom Klassiek/Parrèsia | Omvang 245 blz. | maart 2020

© Henk Hofman, 10 april 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer. Klik HIER