Non-fictie

John Keegan

De Eerste Wereldoorlog
1914 - 1918
John Keegan

 

De Eerste Wereldoorlog ligt inmiddels al een eeuw achter ons en kreeg daarom vorig jaar de nodige aandacht maar lijkt toch vooral iets uit een ver verleden. Onlangs was het honderd jaar geleden dat de vrede van Versailles werd getekend. We weten wel zo’n beetje dat het een uitzichtloze oorlog met vele miljoenen slachtoffers was maar kénnen we daarmee deze oorlog? Wie daar meer belangstelling voor heeft, dient dit boek te lezen. Het beschrijft tot in detail de aanloop naar en het verloop van wat toen werd genoemd ‘De Grote Oorlog’. Hoe zag deze oorlog er in grote lijnen uit? De schrijver vat dan treffend samen:


‘De Eerste Wereldoorlog was een onnodig en tragisch conflict. Onnodig, omdat men in de vijf crisisweken die voorafgingen aan het eerste wapengekletter, op elk moment met wat tact en goede wil had kunnen ingrijpen in de loop der gebeurtenissen die tot het uitbreken van de oorlog leidden. Tragisch, omdat de gevolgen van die eerste schermutselingen een einde maakten aan tien miljoen mensenlevens, het gevoelsleven van miljoenen anderen zwaar op de proef stelden, de weldadige, optimistische cultuur van het Europese continent vernietigden en, toen de kanonnen vier jaar later zwegen, een erfenis nalieten van zo intense politieke rancune en rassenhaat dat de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog zonder verwijzing naar deze oorsprong onverklaarbaar zijn’, pag. 9.


De auteur heeft vervolgens 469 pagina’s nodig om dit ingrijpende en omvangrijke verhaal te vertellen. Hij doet dat onderhoudend, beschrijvend en hier en daar analyserend. Het boek is toegankelijk maar stelt door de enorme gedetailleerdheid aan feiten, getallen en gebeurtenissen de geïnteresseerde lezer af en toe wel op de proef. Zoals de oorlog een uithoudingsslag was, zo geldt dan soms ook voor het lezen van dit boek al wordt het verhaal helder verteld. Er is echter zoveel te vertellen omdat er zoveel is gebeurd!


De lezer raakt door het omvangrijke verhaal wel onder de indruk van wat er zich in deze oorlogsjaren heeft afgespeeld: de hoeveelheid veldslagen met de daarbij behorende verliezen zijn gigantisch én ze komen ook zo zinloos over omdat ze aan het militair-strategisch belang niets toevoegen. De lezer verbaast zich dan ook over de volhardendheid van regeringen en legerleiding die van geen ophouden weten en de zware verliezen blijkbaar gelaten accepteren. Veel gesneuvelde soldaten zijn nooit geborgen maar desondanks zijn er later maar liefst 600 begraafplaatsen voor de slachtoffers ingericht. Dit aantal maakt de lezer stil en doet iets van de omvangrijke tragiek beseffen.


Het boek begint boeiend met de aanloop naar de oorlog en legt op interessante wijze uit wat er in de zomer van 1914 allemaal heeft plaatsgevonden. Zoals bekend ligt de aanleiding in de moordaanslag op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand in Serajewo. Na de nodige omhaal zocht Oostenrijk met steun van bondgenoot Duitsland de oorlog om Servië de les te lezen maar in feite om zichzelf als land te bewijzen. Het is al gauw Duitsland die de regie neemt en de oorlog bepaalt.


Regelmatig trekt de auteur – gerenommeerd historicus – lijnen naar de latere geschiedenis en laat daarin parallellen en verschillen zien. Zijn analyse is dat men het conflict rond de moordaanslag ánders had kunnen oplossen wanneer men de crisis via de diplomatieke weg had proberen te beheersen. Zo liep het helaas niet: het ene na het andere land raakte in de oorlog betrokken en in het begin was er zelfs een euforische stemming: het volk wílde oorlog.


De beschrijving van eindeloze gevechten in loopgraven, de onvoorstelbaar grote verliezen aan weerszijden, de minimale terreinwinst, het onophoudelijk inbrengen van nieuwe manschappen, materieel en militaire plannen, vullen voor het grootste deel dit boek. De schrijver doet dat op goede wijze, is duidelijk in zijn beschrijvingen, weet sfeer te schilderen, voert interessante details op en schetst ook regelmatig een totaalbeeld van wat er zich op de slagvelden afspeelt.


In België en het noorden van Frankrijk ontstaat na verloop van tijd een lang front waar beide partijen zich ingraven en linies bouwen met een ingewikkeld loopgravenstelsel. Het landschap en de daar aanwezige dorpen hebben er zwaar onder te lijden, worden ernstig verwoest door de vele intense en langdurige bombardementen over en weer. Van de Noordzee tot aan Zwitserland is de lengte van de linie 750 km. In de winter van 1914 ontstaat een impasse: ‘In de vier maanden tussen de mobilisatie en de verstarring van het front was hij veranderd van vijandelijkheden zonder actie tot rustige vijandelijkheden met een hoogst agressief intermezzo’, pag. 156.


Ook de weersomstandigheden – regen – hebben grote invloed op de oorlog. De neerslag zorgt voor onnoemelijke modder op de slagvelden, onbruikbare loopgraven, materieel dat niet vooruit te krijgen is. Het front blijft in de loop van de oorlog wat lengte betreft gelijk maar neemt in de breedte wel toe omdat de strijdende partijen regelmatig enige terreinwinst boeken om vervolgens weer te worden teruggedrongen. Omdat grote delen van het oorlogsgebied ongeschikt zijn om te vechten, vergt dit veel mensenlevens tijdens de heftige beschietingen die er dan plaatsvinden. Het oorlogsverloop bestaat uit ‘grote en kleine offensieven van loopgraaf tegen loopgraaf’, pag. 239.


Regelmatig maakt de schrijver even de balans op en zo concludeert hij m.b.t. 1915: ‘Het was een treurig jaar voor de geallieerden aan het westelijk front. Er had veel bloed gevloeid voor weinig terreinwinst en alle hoop op succes was uitgesteld tot 1916. De Duitsers hadden bewezen dat ze veel hadden geleerd over de verdediging van een loopgravenfront, en de geallieerden dat ze niets hadden geleerd over het forceren van een doorbraak’, pag. 227 – 228.


1916 wordt een jaar van veld- en zeeslagen en hieraan is een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Interessant is de beschrijving van technische ontwikkelingen die de oorlog beïnvloeden zoals de pantserwagen en de hogere snelheid van schepen. Bij Jutland vindt de grootste zeeslag uit de geschiedenis plaats die min of meer onbeslist eindigt. Ook de tankslag bij Cambrai waar men van de inzet van tankwagens verwachtte – het is bijna aandoenlijk om de zwart-wit foto’s van de voorloper van de latere tanks te zien – levert geen duidelijke overwinnaar op.


In de slag bij Verdun worden 200.000 man gedood of gewond. De schrijver legt uit waarom dergelijke verliezen voortdurend optreden: ‘De eenvoudige waarheid omtrent de loopgravenoorlog van 1914 – 1918 is dat de confrontatie van een groot aantal soldaten die, hoe ze ook getraind of uitgerust waren, niet meer bescherming hadden dan het textiel van hun uniform, met een massa andere soldaten, beschermd door graafwerk en prikkeldraad en voorzien van snelvuurwapens, moest resulteren in zeer zware verliezen bij de aanvallers’, pag. 326. Bij Ieper vinden in de loop van de tijd drie veldslagen plaats die strategisch vrijwel niets hebben opgeleverd en veel soldaten het leven hebben gekost.


Waar wij niet bij stilstaan is het merkwaardige feit dat het leven buiten de oorlogszone min of meer gewoon doorgaat. De aanwezigheid van vele soldaten geeft zelfs een positieve impuls aan de lokale economie.


Een zwak punt is de onderlinge communicatie. Er wordt veel aandacht besteed aan telegrafische verbindingen maar deze worden meestal al vernietigd waardoor men niets meer aan elkaar kan doorgeven en op zichzelf is aangewezen en in feite in het duister tast omtrent de positie van de vijand en de eigen troepen.


Achteraf is het gemakkelijk om ons te verbazen over vele zaken en zijn we geneigd daar een kritisch oordeel over te vellen. De schrijver is daarin terughoudend want hij plaatst de zaken in de context van de tijd. Hij maakt wel vergelijkingen met andere oorlogen maar laat tegelijk de beslissende verschillen zijn en is daarom meestal toch terughoudend met zijn oordeel.


De beslissende wending treedt op wanneer Amerika in 1917 mee gaat doen na Duitse aanvallen van duikboten op Amerikaanse schepen. Nu worden er op grote schaal verse troepen ingezet die de geallieerden versterken. Ook de grote inzet van verbeterde tanks werkt mee aan de overwinning. ‘Voorheen berustte de hoop op de overwinning op berekenbare krachtsverhoudingen van de strijdkrachten. Het ingrijpen van de Verenigde Staten had alle rekenarij overbodig gemaakt. Uit de bronnen die in Duitsland gebleven waren, konden nergens voldoende strijdkrachten worden gevonden om het tegen de miljoenen op te nemen die de Verenigde Staten over de oceaan konden aanvoeren’, pag. 461.


Wanneer de Duitse troepen muiten en de regering wankelt, is het einde van de oorlog nabij. Keizer Wilhelm II vlucht naar Doorn. Aan het slot van de oorlog, de vredesonderhandelingen en de vrede van Versailles wordt betrekkelijk weinig aandacht besteed. De lezer heeft dan weliswaar bijna 500 pagina’s oorlogsleed verwerkt maar had daar wellicht toch iets meer over willen weten. Deskundigen zijn er het over eens dat de geallieerden Duitsland teveel hebben gekleineerd. De afloop  van de Eerste Wereldoorlog is daarmee de kiem van de Tweede Wereldoorlog geworden maar dat is wellicht stof voor een afzonderlijk boek.


Tegen het einde van het boek maakt de schrijver wel de balans op en die is schokkend: Europa is ernstig ontwricht en de oorlog laat op alle fronten onnoemelijke chaos achter.


Dit indrukwekkende boek neemt de geïnteresseerde lezer mee op een lange en bittere oorlogstocht. Wie het geduld heeft om dit boek te lezen, krijgt voortreffelijk inzicht in wat er in deze vier jaar is gebeurd. Zwart-wit foto’s brengen het verhaal dichtbij en kaartjes verhelderen het verloop van bepaalde veldslagen.
Een dramatisch verhaal!


ISBN 9789463 820219 | Hardcover | 528 pagina’s | Balans Amsterdam | juni 2019
vertaling: Bab Westerveld

© Evert van der Veen, 7 juli 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER