De laatste prinses
Een Tibetaans dorp onder Chinese heerschappij
Barbara Demick
Het thema van dit boek is de onderdrukking van Tibet door China. Tibet had zich in 1912 onafhankelijk verklaard van China, maar werd in 1951 bezet door het communistische Chinese Volksbevrijdingsleger. Tibet werd een ‘autonome regio’ binnen China.
Tibet liet zich niet zonder slag of stoot inlijven. Het land had een eigen geschiedenis, en een eigen taal, religie en cultuur. De laatste koning uit de Mei-dynastie leidde zijn land op een verstandige manier. De Dalai Lama was als geestelijk leider (lama betekent: leraar) immens populair. Deze spirituele leider komt sympathiek over vanwege zijn nadruk op compassie, geweldloosheid en vrede. Tibet had dus een sterke eigen identiteit.
Meerdere malen kwam het tot uitbarstingen van geweld. In 1959, 1989, 2008 en 2016 sloegen de Chinese autoriteiten met bruut geweld elk protest neer.
Barbara Demick geeft een nauwgezet, levendig en waarheidsgetrouw beeld van Tibet onder Chinese heerschappij. Ze concentreert zich op Ngawa, de stad waar het paleis van de Mei-koning stond, alsmede een paar belangrijke kloosters, en waar vanaf 2016 veel zelfverbrandingen hadden plaatsgevonden. In 2019 stond de teller aan zelfverbrandingen op 156 mensen, merendeels monniken en daarnaast enkele nonnen. Het maakte het voor de Chinese propagandamachine onmogelijk om te blijven beweren dat de Tibetanen zo gelukkig waren. Ook het beeld van een partij die zich opwierp als verdediger van de onderdrukten ging aan flarden.
De schrijfster baseert zich vooral op ‘oral history’, dat wil zeggen dat ze met zoveel mogelijk personen, die kennis van zaken hebben, gesprekken heeft gevoerd. De belangrijkste daarvan is ongetwijfeld Gonpo, de kroonprinses van de Mei-dynastie, die zeven jaar was toen haar vader werd afgezet, de kloosters gesloten werden en de Dalai Lama in ballingschap ging.
Het beleid van Mao Tse Toeng was een ramp, zowel voor zijn eigen land als voor Tibet. Mao geloofde in de maakbaarheid van samenleving en mens. De kunstmatige wereld die hij opdrong (hervormingen die averechts uitpakten; heropvoedingskampen voor onwilligen; landbouwbeleid met hongersnood als gevolg) liep uit op een ramp voor miljoenen onderdanen. Andere omvangrijke etnische groepen werden en worden met dezelfde harde hand in het gareel gehouden. Dat zijn de Oeigoeren, een Turks volk uit het Noordwesten, en de Mongolen. Er staan in dit boek schrijnende voorbeelden van het lijden en het onrecht dat deze minderheidsgroepen ten deel valt. Als er iets is wat het verleden ons helaas leert is het wel dat mensen uitstekend weten hoe ze het leven van anderen moeten verzieken.
Een kwarteeuw beleid van grote roerganger Mao had veel meer vernietigd dan opgeleverd. De huidige leider van China, Xi Jinping, pakt het veel geraffineerder aan dan Mao. Hij belooft economische groei en welvaart in ruil voor acceptatie van het Chinese eenpartijsysteem. Geen vrijheid en geen democratie, wel bestaanszekerheid en een luxe waar voorgaande generaties alleen maar van konden dromen. Kinderen worden opgevoed op scholen ver verwijderd van hun ouders. Slechts 2 of 3 keer in een jaar mogen kinderen hun ouders opzoeken. Zo snijdt de partij de overdracht van de traditie af tussen de generaties. Cameratoezicht is alomtegenwoordig. In heel China hangen 626 miljoen bewakingscamera’s. De gezichtsherkenningstechnologie heft de anonimiteit van de massa op. Ongewenst gedrag wordt direct afgestraft door reizen per trein en het opnemen van geld onmogelijk te maken.
Het dagelijks leven van de Tibetanen is er onmiskenbaar op vooruit gegaan. Maar het gebied moet, net als de Chinezen zelf, wel in de pas lopen met de communistische partij die zich tot in de haarvaten van de samenleving heeft genesteld. De staat is alomtegenwoordig, mensenrechten zijn niet in tel. Voor mensen die niet in dit keurslijf passen, blijft het leven hard. Degenen zich er niet bij neer kunnen leggen, wacht het heropvoedingskamp.
Barbara Demick roept indringend het beeld op van een kleurrijke samenleving die plaats moest maken voor een kille uniformiteit. Zij schrijft voor The Los Angeles Times en The New Yorker. Haar werk is in vijfentwintig talen vertaald. Deze uitgave is voorzien van twee kaartjes en sluit af met een register. De prima vertaling is van Alexander van Kesteren en Koos Mebius.
ISBN 9789046828373 | Paperback | Omvang: 400 blz. | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | mei 2021
© Henk Hofman, 30 juni 2021
Lees de reacties op het Forum en/of reageer. Klik HIER