Wildplukken
Bea Möllers
Dit boek bestaat uit een verzameling columns die Bea Möllers schreef vanaf september 2008 tot september 2012 voor het Noordhollands Dagblad.
De schrijfster benadrukt dat het geen complete wildplukgids is maar ze hoopt wel dat wij door haar verhalen met andere ogen naar de natuur gaan kijken en iets gaan doen met de kennis die we door haar columns vergaren. Wilde planten bevatten namelijk veel meer belangrijke voedingsstoffen dan gecultiveerde planten.
Bea Möllers neemt ons mee naar buiten en laat zien wat er allemaal aan eetbaars te vinden is in bossen en duinen. Ze begint haar zoektocht in de lente en vertelt over de planten die ze buiten in het wild tegenkomt maar ook wat ze er mee doet. De lente is natuurlijk het bloesemseizoen en haar eerste column gaat over vlierbloesem en ze geeft het recept van een frisdrank erbij. Maar ze vertelt ook hoe ze vlierbloesempannekoeken maakt. Eigenlijk heel eenvoudig, gewoon een paar handjes vlierbloesem door het beslag te mengen maar het resultaat schijnt verbluffend te zijn
Waar ik zelf erg verbaasd over was, is het verhaal over de hop, die ze onderweg aantreft langs de zeeweg van Heiloo naar Egmond. Hop ken ik alleen als ingrediënt van bier en zie her en der in het najaar de prachtige ranken vol hopbellen rond struiken en bomen groeien. Maar Bea Möllers vertelt ons dat hopspruiten, de uitlopers, die in het voorjaar makkelijk los te trekken zijn uit de rulle bosgrond. Ook de groen-paarse hopscheuten die boven de grond groeien blijken heerlijk te smaken. De hopspruiten wordt gegeten als groente. (Ze zijn vergelijkbaar met taugé en alfalfa)
Ze vertelt ook waar de wilde planten goed voor zijn, zoals; meidoornbloesem dat geneeskrachtig is voor het hart of berkenblad dat urine afvoert zonder de nieren te prikkelen daarnaast werkt het bloedzuiverend en ontslakkend en heeft nog veel meer goede eigenschappen.
Zevenblad en' look zonder look' (zo genoemd omdat er geen ui gevormd wordt) worden zeer gewaardeerd door Bea Möllers evenals verse brandneteltoppen waarvan ze het zaad in de zomer verzameld. Dat moet lustverhogend werken, bij de schrijfster vooral eetlustverhogend!
En zo voert de schrijfster ons verder de zomer, herfst en winter door, tot de cirkel weer rond is en de lente weer begint.
Het is verbazingwekkend als je leest wat er allemaal gewoon in de natuur te vinden is. Hazelnoten voor hazelnotenpasta, eikeltjes voor eikeltjeskoffie, duindoornbesjes voor op de taart, blaadjes van de paardenbloem voor de salade, daslook voor olie, boter en stamppot. Fluitekruid, winterpostelein, de teunisbloem, rozenbottels over alles is wat te vertellen.
Zelfs de reinigende werking van sneeuw wordt besproken. Onkruid wordt door Bea Möller oerkruid genoemd en het woekerende kleefkruid, blijkt zelfs wonderbaarlijke geneeskrachtige eigenschappen te hebben. Het is maar dat je het weet.
Voor mij is dit boek extra aantrekkelijk omdat ik de omgeving waar Bea Möller haar planten, paddenstoelen, noten, bessen en dergelijke heeft verzameld, heel goed ken. Het is een aparte gedachte dat ben ik haar vroeger mogelijk wel eens ben tegengekomen tijdens een wandeling. Geen idee overigens of dat zo is.
De schrijfster heeft, zoals ze zelf al meldde, zeker geen wildplukgids geschreven maar geeft wel enorm veel informatie over allerlei wilde planten die je gewoon in de duinen of het bos kunt vinden. Daarnaast vertelt ze de ene keer anekdotes over het gebruik en toepassingen van de wilde planten en de andere keer over de geschiedenis van de plant of over de herinneringen die ze aan die plant heeft.
Er hadden van mij wel wat meer 'recepten' in het boek gemogen. Maar columns zijn geen receptenverstrekkers natuurlijk. Al met al is het wel een prettig leesbaar boek geworden waarbij je ook nog eens veel leert over de natuur en de natuurlijke eigenschappen van de begroeiïng in bos en duin.
ISBN 9789059407916 Paperback 128 pagina's Van Duuren media september 2014
© Dettie, 24 oktober 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER