Non-fictie

Eric Corton

Wilde Wereld
Eric Corton


Eric Corton is radio- en tv maker voor 3FM, VPRO en BNN. Wie het jaarlijks terugkerende serious request volgt op 3FM kent hem ook van zijn indringende radioreportages in Afrika waar hij voor het Rode Kruis jaarlijks naar toe reist. Wij zijn gewend aan béélden op de tv om het leed aanschouwelijk te maken maar Corton wist in die reportages met woord en geluid mij vaak te raken. Nieuwsgierig geworden ging ik op zoek naar het boek wat hij over deze reizen schreef, Wilde Wereld. Hij beschrijft hierin zijn reizen naar Darfur, Congo, de Centraal-Afrikaanse republiek en Kenia. Hij bezoekt vluchtelingenkampen en oorlogsgebieden. Hij spreekt met slachtoffers en hulpverleners, en blijkt behalve een goed verteller ook een  schrijver te zijn die de aandacht weet vast te houden. Zijn verwondering over de voor hem nieuwe wereld spat van de bladzijdes af, en  voor je het weet zit je náást die grote witte man vol tatoeages op de grond in een vluchtelingenkamp, waar kinderen voor het eerst een microfoon zien en er om de beurt  heel hard  "hello" in roepen. Je loopt met hem mee door de kampen van Darfu vol gruwelen die bijna met geen pen te beschrijven zijn. Ziet verkrachte meisjes op een soort van intensive care in tenten, waar zelfs de andere hulpverleners liever niet naar willen kijken. Je hoort verhalen van kinderen die hun ouders vermoord hebben zien worden, of die van de een op de andere dag door hun buren aangevallen werden.
Corton laat ze aan het woord, gaat naast ze op de grond zitten en luistert. Zijn ontzetting is echt, hij kan het vaak niet aanzien, of aanhoren. Hij ontmoet uitgeputte hulpverleners die het vaak ook niet aan kunnen zien, en hij schrijft het op. Eerlijk en met een grote betrokkenheid.  En wij lezen mee, ik vaak met een brok in mijn keel.


Je kunt je  afvragen waarom je dit soort boeken leest, zo net voor het slapen gaan, met zoveel troostrijke literatuur voor handen. Het antwoord is simpel. Omdat zulke verhalen verteld moeten worden en gehoord moeten worden. Er is veel rumoer over ontwikkelingshulp, er zijn ook veel vragen over het geven van ontwikkelingshulp en het nut ervan. Ik heb een groot deel van die kritische boeken gelezen en vind dat je áltijd kritisch moet kijken hóe je helpt. Maar als je dit boek leest,  en ik had steeds de onbedwingbare neiging het naar enkele Kamerleden op te sturen, kun je niet met droge ogen beweren dat noodhulp onzin is en alles aan strijkstokken blijft hangen. Noodhulp kan niet alles oplossen. Ook in vluchtelingenkampen sterven mensen onder mensonwaardige omstandigheden onder de ogen van de hulpverleners. Je kunt niet de wereld redden met noodhulp, maar je kunt wel ménsen redden. Hulp moet je altijd pér mens zien. Ieder mens voor wie er wél perspectief is is er ééntje. En daarom moeten we niet weg kijken van de ellende maar ons mee laten nemen door mensen als Corton en anderen en kijken wat we wél kunnen doen.


Het moge duidelijk zijn, ik was onder de indruk. Vooral van de betrokkenheid van dit boek, de warmte die er van af straalt. De humor, de  zelfrelativering ook.  Corton spaart zichzelf niet, zijn letterlijke doodangst bij een naderende stampende zingende stam op oorlogspad die gewoon een groep zingende vroege kerkgangers blijkt te zijn. Zijn onmacht bij geweld op straat waar hij getuige van was, en de dilemma’s over al of niet geld geven aan bedelende kinderen op straat, of water drinken als de rest dorst heeft, het staat er allemaal in. Het is geen moralistisch boek vol antwoorden of oproepen. Dat die in dit verslag wel staan is op mijn conto te schrijven, het is vooral een boek waarin iemand met interesse náást iemand gaat zitten, met volle aandacht lúistert, en dat opschrijft.


ISBN; 978 90 204 3064 6 Paperback 157 pagina’s Uitgeverij L.J Veen, 2010

© Willeke, 27 februari 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER