Non-fictie

Florence Aubenas

De bodem van de pan
Undercover aan de onderkant van de samenleving
Florence Aubenas


"Het was crisis. Weet u nog? Vroeger dus, een eeuwigheid geleden, vorig jaar.
De crisis. We hadden het nergens anders over, maar zonder echt te weten wat we ervan moesten zeggen, of hoe we er de ernst van moesten bepalen. We wisten zelfs niets in welke richting we moesten zoeken."


Dit schrijft journaliste Florence Aubenas in haar voorwoord. Om te ervaren wat de crisis nu werkelijk voor mensen inhoudt huurt ze een gemeubileerde kamer in Caen, een plaats waar ze geen enkele binding mee had. Ze behoudt haar eigen naam, maar laat zich als werkloze inschrijven met een middelbare schoolopleiding. Om het gat van twintig jaar niet werken te dichten vertelde ze dat ze net gescheiden was en dat diegene waarmee ze samengewoond had, in haar onderhoud had voorzien. Het enige wat ze doet om niet herkend te worden, is haar haar blonderen.  Haar undercoverwerk zou ze staken als ze een vaste aanstelling zou krijgen. Dat mocht ze van zichzelf niet accepteren omdat ze dan werk wegkaapte van mensen die de baan écht hard nodig hadden.
Florence Aubenas leefde van het geld dat ze in die undercovertijd verdiende, ze ontving geen enkele uitkering.


Aanvankelijk denk je dat het verhaal snel afgelopen zal zijn want ze heeft onmiddellijk werk gevonden als huishoudster bij een gepensioneerd echtpaar. Ze kan dan duizend euro verdienen mét kost en... inwoning. Dit was echter totaal de bedoeling niet, het was zelfs het enige voorbehoud bij het zoeken naar werk... niet werken bij particulieren en in hun huiselijke kring leven.
Misschien heeft Florence later nog wel eens aan deze baan gedacht want het blijkt erg moeilijk om werk te vinden.
Het enige werk dat ze kan krijgen is schoonmaakwerk, en als werkzoekende schoonmaakster wordt ze ingeschreven bij bij Pôle Emploi'. Dit is een soort arbeidsbureau waar de werklozen naar toe moeten. Ze moeten daar verplicht workshops bijwonen over hoe ze een CV moeten maken, hoe ze zich bij een werkgever moeten presenteren etc. In ruil hiervoor krijgen ze een positieve aantekening of goede raad en worden ze geplaatst op de lijst van werkzoekenden. Verzaken ze hun plichten dan worden ze van deze lijst geschrapt. Als alleenstaande vrouw, boven de vijfenveertig, geen bijzondere opleiding en zonder auto en recent loonstrookje behoort ze nu zelfs tot de groep die in de zone Hoog Statistisch Risico (HSR) valt. Een baliemedewerker van een uitzendbureau vat het als volgt samen: 'U bent meer de bodem van de pan, mevrouw.'
Voordeel van deze HSR status is dat ze dan wel  recht heeft op drie maanden begeleiding, een workshop Curriciculum Vitae én één dag bijscholing voor schoonmaakwerk.


We volgen Florence Aubenas in haar strijd om het bestaan. Ze moet een auto hebben want de werktijden zijn vóór en na de gewone kantooruren. Ze tikt een heel oud wagentje op de kop en is elke dag blij als 'de tractor' wil starten. Hoe komt ze anders bij de afgelegen kantoren, loodsen en de haven? Ze moet ook elke baan accepteren, want één keer nee zeggen betekent nooit meer gevraagd worden. Voor haar zijn er tien anderen. Opvallend is de enorme solidariteit onder de (voornamelijk) vrouwen. Florence weet dat ze geen ster is in het schoonmaakwerk, ze noemt zichzelf zelfs onhandig maar toch houden de vrouwen een hand boven haar en elkaars hoofd. Heeft de een enorme kiespijn dan zet de ander een tandje extra bij.
We lezen over de bazen die contracten sluiten met bedrijven. In drie uur is het kantoor schoon beloven zij maar in werkelijkheid kan dat niet. Veel mensen werken langer dan de tijd die ze betaald krijgen omdat ze bang zijn dat, als ze er wat van zeggen, ze de volgende keer niet ingedeeld worden. Uiteindelijk gaat Florence werken op de veerboot van Frankrijk naar Engeland, het ergste van het ergste volgens velen. Ze moet wel want er is niets anders. De schoonmakers worden weggemoffeld voor de passagiers, in recordtijd moet alles blinkend schoon zijn. Maar toch... alles went. Een schoonmaakklus bij een vakantiepark is erger, de eigenaren zijn zo precies en neurotisch dat het nooit goed is. Altijd en eeuwig is er commentaar wat doorgegeven wordt aan de bazen. Regelmatig is er het meeste commentaar op het schoonmaakwerk van Florence en ze vreest dat ze dat werk kwijtraakt. Uiteindelijk, na zes maanden, kan ze een vaste aanstelling krijgen en stopt ze met het schoonmaakwerk, zoals ze met zichzelf afgesproken had.


Na het boek 'k Ali van Günter Wallraff gelezen te hebben, lijkt het doen van dit soort werk en hoe de mensen behandeld worden, minder choquerend. Florence Aubenas heeft ook niet zo'n scherpe pen als Walraff, ze beschrijft alles wat milder.  Het is ook minder aangrijpend door de aard van het werk, in het boek van Walraff moesten de beschreven mensen werken onder levensgevaarlijke omstandigheden (o.a. zonder voldoende bescherming in zwaar radioactieve ruimtes). Dat is hier niet het geval maar er wordt wel behoorlijk misbruik gemaakt van mensen die financieel geen kant op kunnen. Ze moeten bijv. bij elkaar vier uur reizen om twee uur te kunnen werken, reiskosten worden niet betaald. Carpooling is dan ook heel normaal onder de schoonmakers. De vrouwen zijn erg solidair en dat is weer het hartverwarmende van dit verhaal.
Je leest wat de crisis met mensen doet, een politieman die wegbezuinigd is en nu wanhopig naar werk zoekt. ‘Dan maar mijn huis verkopen, gelukkig zijn de kinderen de deur uit’ zegt hij op het arbeidsbureau
De meeste medewerkers op het arbeidsbureau zijn maatschappelijk werkers. Ze mogen sinds het uitbreken van de crisis maximaal twintig minuten spreken met een werkzoekende. De werkdruk rijst de pan uit. Tegenwoordig  worden daar mensen met een commerciële achtergrond ipv een sociale opleiding aangenomen want die zijn efficiënter.


Florence Aubenas heeft  heel goed kunnen weergeven wat de crisis met mensen doet die niet hoog op de maatschappelijke ladder staan. Haar verhaal heeft ook voor grote opschudding gezorgd in Frankrijk maar van mij had het nog wel wat feller geschreven mogen worden.
Het bevreemd mij wel dat het boek als ondertitel heeft 'Undercover aan de onderkant van de samenleving'. De mensen waarover gesproken wordt zijn niet rijk en vinden moeilijk werk, maar zijn wel zeer werkwillig en gemotiveerd. Het zijn zeker geen zwervers, zware alcoholisten, verslaafden of daklozen. Er is gewoon geen werk maar ze hebben wel een huis en een gezin. Om deze schoonmakers mensen te noemen die aan onderkant van de samenleving leven, gaat mij wel wat ver, maar dit terzijde.
Al met al is het wel een erg boeiend boek geworden dat in een zeer prettige, verhalende stijl geschreven is.


ISBN  9789045042534 Paperback 222 pagina’s uitgeverij Atlas juni 2011
Vertaald door Frans van Zetten

© Dettie, 23 juni 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER