Non-fictie

Alain de Botton

http://www.alaindebotton.com

 

De Troost van de Filosofie
Alain de Botton

 
Het woord ‘troost’ kent meerdere betekenissen. Het gaat om aanmoedigen, opbeuren, meeleven en  steun bieden. Mensen die in de problemen zitten, ervaren het als ‘troostrijk’ als anderen dat onderkennen en naast je gaan staan. Volgens Alain de Botton kan ook de filosofie troost bieden. Inzichten van filosofen kunnen ons houvast geven en leren hoe we met leed en tegenslag om moeten gaan.


In dit boek stelt hij vijf probleemvelden aan de orde: impopulariteit, geldzorgen, frustratie, onmacht, liefdesverdriet en moeilijkheden. Aan elk thema koppelt hij een filosoof. Dat zijn – in de volgorde van de thema’s – Socrates, Epicurus, Seneca, Montaigne, Schopenhauer en Nietzsche. De eerste drie leefden in de Oudheid. Montaigne is een filosoof uit de 16de eeuw en bij de laatste twee filosofen gaat het om de 19de eeuw.


Elke filosoof heeft in zijn leven te maken gehad met het thema waar hij in dit boek aan gekoppeld is.
Socrates was impopulair bij zijn tijdgenoten en werd veroordeeld tot de gifbeker. Schopenhauer werd afgewezen door vrouwen. Nietzsche worstelde met zijn (mentale) gezondheid.
De vraag is nu welke troost wij, als we daar behoefte aan hebben, kunnen ontlenen aan hun inzichten.


Socrates accepteerde zijn impopulariteit. Hij weigerde zijn opvattingen aan te passen omdat anderen over hem klaagden. Immers, waarom zou de meerderheid het bij het juiste eind hebben? De waarheid van een bewering hangt niet af van het aantal aanhangers, maar van de zuiverheid van de redenering. Voor Socrates gold dat een bewering waar is als deze niet kan worden weerlegd. Als het gevolg van deze opvatting is dat je impopulair bent, moet men zich daar niets van aantrekken. In het geval van Socrates ging het om domheid en kortzichtigheid van mensen, die oordeelden zonder kennis van zaken te hebben. Kritiek die terecht is en die integer verwoord wordt, kan wel aanleiding zijn tot zelfreflectie en gedragsaanpassing.


Schopenhauer slaagde er niet in om een harmonieuze relatie met een vrouw te krijgen. Daarom noemde hij vrouwen niet het schone geslacht, maar het ‘ondermaatse geslacht’. Pas toen hij beroemd werd en meer aandacht van vrouwen kreeg, werd hij milder in zijn oordeel. De troost die hij biedt aan mensen die teleurgesteld zijn in de liefde is dat een afwijzing niet wil zeggen dat we onaantrekkelijk zijn of dat er iets mis zou zijn met ons karakter. Dat de verbintenis mislukte ‘is geen reden om onszelf te haten. Op een dag komen we iemand tegen die ons geweldig vindt en die zich uitzonderlijk prettig en ongeremd bij ons voelt.’ Volgens Schopenhauer moeten we niet verwachten dat wij bestaan om gelukkig te zijn. We moeten ons juist bevrijden van die verwachting, want dat leidt alleen maar tot verbittering.


Nietzsche was ontzettend eenzaam, werd tijdens zijn leven miskend, leefde in armoede en had een slechte gezondheid. Sterke wilskrachtige mensen overwinnen echter tegenslag; de zwakken bezwijken. We moeten kijken als een tuinman, vindt Nietzsche. Een vreemde en onaangename wortel van een plant kan toch prachtige bloemen voortbrengen. En zo kunnen de moeilijkheden in ons leven ons brengen tot grote prestaties en zelfs vreugde.


Alle hoofdstukken zijn informatief, boeiend en vlot geschreven. Ook de hoofdstukken over Epicurus en Montaigne, waar we in deze recensie niet nader op in zijn gegaan.


Het is een gave om lichtvoetig te schrijven, zonder oppervlakkig te zijn. Dat talent heeft De Botton. De titel van het boek maakt de belofte waar. Het verdriet en het leed in dit leven kunnen we in een breder perspectief plaatsen door er kennis van te nemen hoe anderen met hun noden zijn omgegaan.


Heel aardig zijn de talrijke zwart-wit foto’s die de tekst aanvullen en ondersteunen, al is het formaat soms aan de kleine kant.


Alain de Botton (1969) is een Brits filosoof en schrijver van Zwitserse afkomst. Hij schrijft naast boeken ook tal van artikelen voor kranten en tijdschriften. Zijn werk is in twintig talen vertaald. Hij staat bekend om zijn toegankelijke en begrijpelijke manier van schrijven.
De uitstekende vertaling is van Tjadine Stheeman.


ISBN 8789045036878 | Paperback | Omvang 304 blz. | Uitgeverij Atlas Contact | maart 2023
Eerste druk in 2000 | Vertaald door Tjadine Stheeman

© Henk Hofman, 20 maart 2023

Lees de reacties op het Forum en/of klik HIER.

 

De architectuur van het geluk


In "De architectuur van het geluk" beschrijft De Botton op een onderhoudende en toegankelijke wijze het belang van de manier waarop er gebouwd wordt en wat dat met ons doet.


In het eerste hoofdstuk van het boek wordt het belang van de architectuur gelijk gerelativeerd, in de zin dat het bezit van een mooi huis ons niet per definitie geluk brengt. Het is ook niet zo dat we, als we ons omringen met kunst in een fraaie omgeving, er nobelere mensen van worden. Heel wat wrede dictators hebben in zo’n omgeving hun snode plannen gesmeed.
Het lijkt er meer op dat we door de tegenslagen in het leven oog krijgen voor het schone in onze omgeving.
De Botton beschrijft het zo:
‘Als we zeggen dat we worden ‘geraakt’ door een gebouw, zinspelen we op een bitterzoet besef van het contrast tussen de hoogstaande kwaliteiten die in dat bouwwerk besloten liggen en de triestere, grotere werkelijkheid waar het zich onmiskenbaar bevindt. We krijgen bij de aanblik van schoonheid een brok in de keel door het impliciet inzicht dat het geluk waarop die schoonheid zinspeelt de uitzondering is.’
Architectuur doet er dus wel degelijk toe, en de vraag is dan hoe moeten we bouwen? In het westen stond het klassieke Griekse schoonheidsideaal hier jarenlang model voor. Totdat Horace Walpole, de jongste zoon van de Britse premier sir Robert Walpole, in 1747 begon met de bouw van een woonhuis waar middeleeuwse kerkarchitectuur in toegepast werd. Vanaf dat moment verschenen er meer en meer gotische gebouwen in Engeland, en vervolgens in de rest van Europa en Noord-Amerika. Door het loslaten van het classicistische schoonheidsideaal ontstonden er gebouwen waarin Indiase, Chinese, Egyptische, Islamitische of zelfs Tiroolse bouwstijlen werden toegepast. Dit leidde regelmatig tot een merkwaardig soort eclecticisme waarin bijvoorbeeld de voorzijde van Castleward (1767), Strangford Lough, Ierland in classicistische stijl en de achterzijde in gotische stijl werd gebouwd. Deze scheiding werd zelfs in het interieur van het gebouw doorgevoerd.


Met de aanvang van de industriële revolutie kregen ingenieurs door hun technologische kennis een dominante positie bij de constructie van nieuwe bouwwerken, waarin functionaliteit voorop stond. De beroemde architect Le Corbusier werd een groot voorvechter van een bouwstijl waarin alle ornamentiek achterwege bleef en waar schoonheid en functionaliteit samengaan. Zijn Villa Savoye (1931), Poissy Frankrijk werd echter door haar bewoners als gevolg van lekkages en andere ongemakken als onbewoonbaar verklaard.
In het westen heeft de architectuur zich, hoewel soms via radicale breuklijnen, geleidelijk ontwikkeld tot haar huidige verschijningsvorm. Op een reis naar Japan beschrijft De Botton dat er van de traditionele Japanse architectuur in de huidige steden geen spoor valt terug te vinden. De Japanners zijn er niet in gelukt in het huidige bouwen typische Japanse stijlen op te nemen, waardoor een stad als Tokio in dat opzicht in niets verschilt van een typische moderne westerse stad. De weinige pogingen die er bestaan, doen potsierlijk aan.


Architectuur blijkt een uitermate moeilijk vak, waarvoor geen eenvoudige regels bestaan die door opvolging altijd tot een bevredigend resultaat leiden. De realisering van bouwprojecten die bij kunnen dragen in ons gevoel van geluk moeten vaak zwaar bevochten worden in allerlei commissies en via politieke spelletjes waarbij, voor de buitenstaander, ondoorzichtige belangen een rol spelen. Alain de Botton bepleit aan het einde van zijn boek dat we ons daardoor niet onverschillig moeten opstellen, en ons actief moeten inzetten in het belang van onze omgeving. Hij besluit met:’We zijn het aan de wormen en de bomen verschuldigd om ervoor te zorgen dat de gebouwen waaronder we ze bedelven de belofte zullen vormen van de hoogste en intelligentste vormen van geluk.’
Vertaler: J. Noorman


ISBN 9045012766 Ingenaaid, 306 pagina's Met illustraties Verschenen: maart 2006 uitgeverij Atlas

© Cavendish