De Somme
De grote slagen
Perry Pierik
Om een doorbraak te forceren besloot de Entente - Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en Italië – eind 1915 Duitsland aan te vallen aan het Westelijk Front, ongeveer de streek tussen de Franse steden Albert, Bapaume en Péronne. Omdat Frankrijk nog strijd leverde in Verdun, een andere grote veldslag die nog duurde tot eind 1916, waren het vooral Britse legers die bij de Somme vochten.
Op de eerste dag, 1 juli 1916, zou het grootste aantal slachtoffers voor de Britten te betreuren zijn: 60.000, waarvan 20.000 doden! Voor die dag waren de Duitse linies acht dagen lang gebombardeerd. Genoeg, dacht Generaal Haig, om de vijand murw te maken, zodat de geallieerden makkelijk door hun linies heen konden breken, ‘de Britse wandeling’ noemde hij het.
Helaas waren veel granaten blindgangers gebleken, en hadden de Duitsers zich dieper ingegraven dan gedacht, buiten bereik van de kanonnen. En oprukken door een totaal vernield landschap in slechte weersomstandigheden was ook voor de eigen manschappen erg lastig. Al gold dit natuurlijk ook voor de Duitsers, was dat niet genoeg voor een doorbraak.
Voor de Britten zijn de exacte verliescijfers van de eerste dag bekend: 19.240 doden, 35.493 gewonden, 2152 vermisten en 585 krijgsgevangenen, in totaal 57.470 man. De Duitsers die, qua manschappen, zeven keer zo zwak waren, hadden ook maar een zevende van die verliezen: 8000 man.
Na deze slachting besloot de leiding om kleinere aanvallen uit te voeren, hetgeen resulteerde in een uitputtingsslag die duurde tot november 1916, een slag die nauwelijks iets opleverde, slechts 12 kilometer terreinwinst! Bij de Somme werden voor het eerst tanks ingezet, die ook al niet het gewenste resultaat hadden.
Een ramp was deze Slag om de Somme dus, net als vele eerdere veldslagen niet bepaald succesvol waren verlopen.
Tot dan toe, stelt de schrijver van dit boekje, slaagden de Engelsen er altijd weer in om het gebeuren positief in de geschiedenisboeken te krijgen. Niet met de Slag om de Somme.
In dit boek wordt verband gelegd met de Slag bij Verdun, deze twee veldslagen hielden dan ook verband met elkaar. Ook de Russen en Italianen wordt genoemd, die aanwezig waren bij het overleg te Chantilly (1915) waar betere samenwerking afgesproken werd (er werd ook gestreden aan het Gallipolifront en op de Kaukasus).
De ‘hoofdrolspelers’ worden voor het voetlicht gehaald: Douglas Haig en Generaal Rawlinson die zoveel slachtoffers op hun geweten hebben. In theorie was hun plan geweldig. Historici stellen dat waar Rawlinsons voorzichtig was, Haig uit was op een grote doorbraak. Na het bloedbad gaven ze elkaar en de gebrekkige communicatie bij de officieren en met de Fransen de schuld van het debacle. Hoogmoed kostte vele levens. Het tekent de tijd dat beide generaals toch ruim na de Grote Oorlog in de adelstand verheven werden. Pas later, in 1932, kwam de eerste grote kritiek los. Eindelijk werd beschreven wat er precies gebeurd was. In de geschiedenisboeken werd deze keer niet alles goedgepraat of er om heen gedraaid.
Historicus Koen Koch noemt de plannen van Haig megalomaan, wazig en zinloos. John Laffin publiceerde de waarheid in Official History.
'Haig had de drukproeven nog wel gezien voor zijn dood en in de mareges eindeloos krabbels gemaakt. Maar hij kon niet alles meer naar zijn hand zetten. Het geschiedbeeld rond zijn positie en de Slag aan de Somme begon te kantelen. Het werd duidelijk dat Haig al eerder de doelstellingen van zijn offensieven falsifieerde nadat een doorbraak mislukt was, zoals hij ook bij de Somme deed. Bij Neuve-Chsapellein 1915 deed zich eenzelfde patroon voor.'
Aan Duitse Zijde ging het overigens niet veel beter: Generaal Von Falkenhayn nam ook diverse dubieuze beslissingen en werd dan ook vervangen werd door Erich Ludendorff en Paul van Hindenburg.
Terwijl je het verhaal leest over de generaals die de beslissingen namen zie je op de foto’s die in het boek staan naast hun portretten ook de slachtoffers liggen. Er staan kaarten in, en aan het slot nog een chronologisch overzicht van zowel Verdun als de Somme, en een literatuurlijst.
ISBN 9789493001053 | Paperback | 128 pagina's | Uitgeverij Aspekt | november 2018
© Marjo, 9 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verdun
De grote slagen
Perry Pierik
‘Oud-NAVO-opperbevelhebber Graf von Kielmansegg (1906 – 2006) noemde de Slag om Verdun niet alleen een ‘barbaarse’ fantasieloze daad, maar ook een poging tot strategisch denken dat verder ieder strategisch initiatief onmogelijk maakte.’
Verdun had en heeft een symbolische betekenis voor de Fransen. Het stadje ligt aan de Maas en was bij de Vrede van Münster in 1648 toegewezen aan Frankrijk. Na de Frans-Pruisische oorlog in 1870 hadden de Fransen een verdedigingslinie aangelegd, met onder meer een fortencomplex tussen Verdun en Toul. Verdun bewaakt als het ware de noordelijke toegang tot de Champagne-vlakte en daarmee de toegang tot Parijs. Eerder, in 1914, waren de forten ook aangevallen, en sterk genoeg gebleken.
Dat de Duitse opperbevelhebber Erich von Falkenhayn besloot toch daar de aanval in te zetten was een meesterlijke zet. Het Duitse leger kampte op dat moment met een dilemma: naar voren kwam men niet, terugtrekken wilde men niet.
Falkenhayn organiseerde afleidingen door aan te vallen bij de Marne, bij de Somme en bij Neuville, eveneens in Noord-Frankrijk. Voor Verdun koos hij voor de ‘leegbloedingstactiek’, in de wetenschap dat de Fransen Verdun nooit op zouden willen geven. Dit leidde in 1916 van februari tot oktober tot de ‘Maasmühle’ oftewel de vleesmolen, een enorm bloedbad.
Aan de Franse kant had Luitenant-kolonel Emile Driant als politicus al geijverd voor versterkingen, maar men vond hem een betweter. Gelukkig voor de Fransen werd de Duitse aanval vanwege slecht weer uitgesteld tot 21 februari en was men toch in staat geweest versterkingen naar de forten over te brengen.
Driant nam als commandant zelf deel aan de Slag bij Verdun, met zijn troepen lag hij in het Bois des Caures ten noorden van de stad, waar hij tot het laatst toe stand hield. Toen hij sneuvelde, werd hij door de Duitsers eervol begraven!
Driant had de Duitsers weten te vertragen en daardoor de Fransen de gelegenheid gegeven zich beter voor te bereiden. Hij wordt nog steeds herdacht door de bevolking van Verdun. Zij
houden een ceremonie bij het monument te zijner ere op de 21ste
februari van elk jaar.
De opperbevelhebber, generaal Joffre, werd vervangen door generaal Philippe Pétain.
Hij is de opdrachtgever die de toevoer van manschappen en munitie als ook de afvoer van gewonden en gesneuvelden in goede banen wist te leiden. Over La Voie Sacree reden vanaf februari 1916 tot september 1916 de vrachtwagens af en aan in twee eindeloze rijen. Rechts naar Verdun toe, links van Verdun af.
Het grootste en sterkste fort in de verdedigingslinie rond Verdun was Fort Douaumont. Het moest aangevallen worden, vond Falkenhayn, er al tevoren van uitgaande dat het duizenden manschappen zou kosten. Tot verrassing van de Duitsers en schande van de Fransen bleek de inname van Douaumont makkelijk: er was geen leger aanwezig! Slechts ongeveer 60 lichtbewapende, bijna pensioengerechtigde soldaten, die eigenlijk alleen het onderhoud aan de gebouwen uitvoerden, waren in het fort.
‘Als Douaumont door iets was gevallen was het vooral door de Franse slag.’
Het Duitse leger lag nog steeds op de rechteroever van de Maas en kon niet oversteken. Zij probeerden de controle te krijgen over de heuvelrug tussen Le Mort-Homme en heuvel 304. Na Douaumont volgden vele gevechten waar heden ten dage overblijfselen
nog getuigen van een kapotgeschoten streek en van verdwenen dorpen. Een van de doelen was Fort de Vaux. Dat fort was veel kleiner dan Douaumont, maar na de val van Douaumont wel beter versterkt.
In mei en juni waren de gevechten bij Verdun het hevigst en na een verschrikkelijke strijd die vele levens kostte, moesten de Fransen zich overgeven op 7 juni 1916.
Maar Frankrijk was niet verloren. Door de Slag aan de Somme werd de vijand gedwongen manschappen naar elders te sturen. Bij Verdun strandde het Duitse leger na een laatste aanval bij het Fort Souville. Het betekende een nederlaag voor Erich von Falkenhayn. Hij werd vervangen door Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff.
‘De vleesmolen aan de Maas kwam tot stilstand. Sinds 21 februari 1916 had Duitsland zo’n 50 divisies in de strijd geworpen. Naar men aanneemt waren de Duitse verliezen opgelopen tot 362.000 man tegenover 336.831 Franse verliezen.’
In oktober werd er opnieuw gevochten bij fort Douaumont, nu waren het de Fransen die het fort in handen kregen. Fort Vaux volgde op 2 november.
Half december lag het front vrijwel op dezelfde positie van voor februari 1916.
In dit vrij dunne boekje met veel foto’s wordt summier verteld over de Slag bij Verdun die zoveel mensenlevens kostte in zo weinig tijd. Voor een eerste algemene indruk is het een prima boekje, en voor wie dieper op de kwestie in wil gaan is er een bibliografie toegevoegd.
Er is speciale aandacht voor twee hoofdrolspelers: Falkenhayn en Briant. Het boek eindigt met een beknopte tijdsloop van het jaar 1916.
In deze serie zijn ook delen over de Somme, Ieper en Passchendaele verschenen.
ISBN 9789493001091 | paperback | 128 pagina's | Uitgeverij Baeckens | oktober 2018
© Marjo, 21 maart 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Erich Ludendorff
Biografie
Perry Pierik
Uitgeverij Aspekt heeft een reputatie opgebouwd met het uitgeven van boeken over de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het fonds is overigens veel breder dan dat en omvat ook literatuur, theologie en maatschappijgeschiedenis. De directeur van de uitgeverij, de heer Perry Pierik, tevens gepromoveerd historicus, heeft zelf een forse bijdrage aan de bovenvermelde reputatie geleverd met een reeks van boeken en artikelen over beide wereldoorlogen.
Nu is er dan deze biografie over een van de belangrijkste Duitse bevelhebbers uit de Eerste Wereldoorlog. Er staat niet de biografie, dat zou pretentieus zijn. Er staat ook niet een biografie, alsof dit boek zich niet zou onderscheiden van andere biografieën. En dat onderscheid – in positieve zin - is er wel degelijk. De voorkaft maakt dat al duidelijk. Daar is Ludendorff afgebeeld – in uniform met de Pickelhaube (helm) op het hoofd – met naast zich Adolf Hitler, gekleed in burger. Je zou kunnen volstaan met een foto van Ludendorff. Als je er iemand bij wilt zetten, ligt Paul von Hindenburg meer voor de hand. Zij waren het duo dat eerst aan het Oostfront en vervolgens aan het Westfront spectaculaire successen wist te behalen.
De auteur maakt met de gekozen foto duidelijk dat er een relatie ligt tussen Ludendorff en Hitler. Na de verloren oorlog in 1918 begeeft de generaal zich op het pad van de extremistische politiek. Een tijdlang pacteert Ludendorff met Hitler en doet hij zelfs mee aan de mislukte putsch in München (1923). De rechters spreken Ludendorff met zijn onaantastbare reputatie vrij en veroordelen Hitler tot een gevangenisstraf in Landsberg. Ludendorff was dus een wegbereider van Hitler.
Later keert Ludendorff zich af van Hitler. Hij is teleurgesteld in diens toenadering tot het Vaticaan en zijn aansluiten bij het grootkapitaal. Ludendorff raakt steeds meer verstrikt in een complotdenken. Overal ziet hij vijanden: de rooms-katholieke kerk, de vrijmetselarij, de joden, de Republiek van Weimar, de kapitalisten, de communisten. Daarmee vervreemdt Ludendorff zich van zijn getrouwen en brengt hij zichzelf in een isolement. Heel verrassend volgt er echter in 1935 een poging van de legertop om Ludendorff – en zijn geweldige reputatie – in te zetten tegen Hitler, die dan al twee jaar aan de macht is. Ludendorff weigert zijn medewerking. Hij wil zijn vingers niet opnieuw aan een putsch branden. Voor mij is deze onthulling volstrekt nieuw.
Het leven van Ludendorff heeft iets tragisch. Zijn werkkracht was ongeëvenaard. De veldslagen die hij won of bijna won zijn legendarisch. Tot 1918 oogstte hij lauwerkransen. Na de oorlog voelt hij zich miskend en verguisd. Hij ontwikkelt zich tot een intrigant met een stuitend antisemitisme, en levert zich uit aan mystieke en occulte organisaties. Die twee kanten vindt de lezer evenwichtig terug in dit boek. De jaren tot 1918 en de jaren daarna nemen beide de helft van het boek in beslag.
Meeslepend zijn de beschrijvingen van de veldslagen die Ludendorff heeft geleverd. De lezer komt ook onder de indruk van de bijna bovenmenselijke prestaties van de Duitse soldaat. In 1914 bijvoorbeeld moesten de troepen na dagmarsen van 40 kilometer in winters weer de stormaanval inzetten met de bajonet op het geweer. Ze speelden het klaar en versloegen een sterkere vijand. Dat de oorlog in 1918 toch verloren ging, kwam omdat Duitsland te veel vijanden had en te weinig middelen om tegen die overmacht op te kunnen.
De auteur doet het allemaal grondig uit de doeken. Pierik is ontzettend goed thuis in zijn onderwerp en zeer belezen. Interessant is ook dat hij steeds andere historici aan het woord laat en de verschillende visies op de gebeurtenissen tegen elkaar afweegt.
Pierik heeft een vloeiende stijl van schrijven, maar het boek had wel beter gecorrigeerd moeten worden. Het boek is ook wat omstandig. Voor elke auteur is het moeilijk om zijn onderwerp goed af te bakenen en een selectie te maken uit het materiaal. Pierik heeft voor de uitgebreide versie gekozen. De lezer kan verdwalen in de stortvloed aan gegevens, maar het maakt het boek weer wel heel compleet.
Al met al schreef Pierik een boek dat een bijzondere en waardevolle aanvulling is op bestaande biografieën. Het is misschien niet de biografie over Ludendorff, maar het komt wel in de buurt. Deze biografie is onmisbaar voor eenieder die zich met het tijdvak Ludendorff bezighoudt.
Van harte aanbevolen!
ISBN: 9789463380218. | Paperback | 619 pagina's | Uitgeverij Aspekt | november 2016
© Henk Hofman, 12 april 2017
Lees de reacties p[ het forum en/of reageer, klik HIER