Enith Brigitha
Zwemmen in de schaduw van doping
Jeannette van Ditzhuijzen
Enith Brigitha wordt in 1955 op Curaçao geboren. Als kind zwemt ze al als de beste, op haar elfde wordt ze, zonder zwemdiploma, al kampioen op de vijftig meter rugslag en de vijftig meter vrije slag. Een zwemdiploma is echter wel nodig als ze wedstrijden wil blijven zwemmen, dus haalt ze tussen de bedrijven door alsnog even haar B diploma. De Antilliaanse zwembond vaardigt haar meteen af naar de Koninkrijksspelen, waar ze twee zilveren medailles wint. De jaren erop wint ze nog drie maal goud op de Koninkrijksspelen.
In 1969 gaan Eniths ouders uit elkaar en vertrekt ze met haar moeder naar Nederlands, waar ze zich meteen bij een zwemvereniging aanmeldt. Het is even wennen in het begin aan de andere cultuur, het andere klimaat en de veel zwaardere trainingsprogramma’s, maar al snel vind ze haar draai en plaatst zich zonder al te veel problemen voor de Olympische Spelen van 1972. Ze wordt achtste. In de jaren die komen zwemt ze veel Ek’s, WK’s en Olympische wedstrijden, maar winnen lukt eigenlijk nooit. Het is een stigma wat haar voor altijd zal blijven vervolgen… de eeuwige tweede. Keer op keer in haar toch rijke carrière grijpt ze naast het goud of naast de medailles, terwijl ze alles geeft om te winnen. De pers is genadeloos, de druk zou te groot zijn voor Brigitha, ze zou kansen laten lopen en haar tweede plaatsen worden bijna altijd als teleurstellen en als falen geduid.
Maar in 1990 komen al die tweede plaatsen en gemiste medailles in een heel ander daglicht te staan, als blijkt dat de Oost-Duitse dames, van wie ze keer op keer verloor, doping gebruikt hebben. Niet zomaar individueel, maar in een uitgekiend en professioneel door de DDR opgezet dopingprogramma. Inmiddels weten we dat er naar schatting zo’n 10.000 DDR-sporters doping hebben gekregen, vaak zonder dat ze het wisten. Daar was natuurlijk niet tegen te concurreren als dopingvrije Nederlandse zwemster en je zou dan ook na al die onthullingen enig eerherstel verwachten, maar er is ondanks alle onthullingen nog weinig eerherstel voor de zwemmers, en andere sporters, die daardoor jarenlang medailles misten. De zaak is inmiddels verjaard, veel sporters zijn ondanks het dopinggebruik nooit positief uit dopingtesten gekomen, én er zijn weinig schuldbekentenissen. Voor Enith blijft dat een pijnlijke kwestie, met name door het uitblijven van erkenning door de KNZB en het NOC;
We werden en worden door het IOC niet serieus genomen en dat is hard. Vooral als je merkt dat bij dopingschandalen van nu de mensen wel serieus worden genomen. Dat neem ik het IOC kwalijk, dat ze nooit hebben ingegrepen.
Tegen de Oost Duitse zwemsters van toen koester Enith opmerkelijk genoeg veel minder wrok. Het boek begint met een prachtige proloog waarin Enith in 2016 haar grootste rivale Kornelia Ender ontmoet. Je zou verwachten dat dit een zeer beladen ontmoeting zou zijn, met een heftig verontwaardigde razende Enith, maar het tegendeel is waar… de twee voormalige rivales vallen elkaar als oude vriendinnen in de armen. In het boek vertelt Enith dat ze toen het systematische dopinggebruik aan het licht kwam ze wel degelijk razend is geweest en zich enorm belazerd voelde dat ze nooit een eerlijke kans had gehad tegen de Oost-Duitse dames maar inmiddels is het nu ruim vijfentwintig jaar na die onthullingen en verwijt Enith haar rivale niets meer…
Ze was tien jaar toen ze naar het zweminternaat ging. Zulke jonge kinderen kun je dat niet kwalijk nemen, ze wisten het waarschijnlijk niet eens. Ik verwijt het wel de artsen en begeleiders; zij waren verantwoordelijk. Net als de DDR destijds.
Enith zelf geloofde overigens tot lang in haar carrière dat het tóch een keer zou lukken om het goud te pakken, ze gaat zelfs voor speciale trainingen naar de Verenigde Staten, maar zonder het beoogde resultaat. In 1976 wint ze achter de Duitse dames wel een bronzen medaille op de Olympische spelen, een plak die, zeker achteraf, voelt als goud. Ze overweegt te stoppen, maar gaat toch nog door tot 1979. Na haar carrière blijft ze drie jaar lang actief in de zwemwereld door haar favoriete badpakkenmerk Arena te promoten. Heerlijke jaren vind ze achteraf, waarin ze de Nederlandse zwemwereld waarin ze jaren had geleefd, langzaam kon loslaten. In 1983 gaan Edith en haar gezin weer terug naar Curaçao. Enith begint daar een zwemschool en was bondscoach voor de Antilliaanse zwemselectie. In 2008 keerde ze met haar man terug naar Nederland. Sindsdien geeft ze op vrijwillige basis zwemles in Diemen en begeleid stagiaires.
Het boek biedt een interessante inkijk in het leven van Enith Brigitha, én in de systematische dopingperikelen van de DDR. Het is een verlaat eerbetoon aan een zwemster die onterecht veel kritiek over zich heen kreeg over zich heen kreeg tijdens haar carrière, en onterecht medailles mis liep. Jammer is dat de gebeurtenissen niet altijd chronologische verteld worden, zodat het als lezer lastig is de draad goed vast te houden. Meer chronologie had het boek leesbaarder gemaakt, maar desalniettemin geeft het boek een goed beeld van zwemwereld van toen en van het leven van een zwemster die meer credit en medailles verdiende dan ze kreeg.
ISBN 978 94 6022 4560 | Paperback |192 pagina's | LM Publishers | oktober 2017
© Willeke, 2 november 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De Willemstad
het dagelijkse leven in negentiende-eeuws Punda
Jeanette van Ditzhuijzen
Jeannette van Ditzhuijzen schreef diverse boeken over Curaçao waarin ze de nadruk legt op de geschiedenis van het eiland. Onderhavig boek gaat over Punda in de negentiende eeuw, zij heeft het gebaseerd op het voorbereidende werk van wijlen Els Langenfeld. Deze historica zocht feitjes en weetjes over Punda op in oude kranten en archieven, met de bedoeling daar een boek van te maken. Gelukkig hield ze een archief bij, zodat Jeannette van Ditzhuijzen het onvoltooide manuscript af kon maken.
Punda (Nederlands: De Punt) is de oudste wijk van Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. Oorspronkelijk heette de wijk De Punt, wat in het Papiaments vertaald werd als Punta en later verbasterde tot Punda.
Wiki: Curaçao was aanvankelijk Spaans bezit. Nadat Spanje het eiland in augustus 1634 aan de West-Indische Compagnie (WIC) had overgegeven, werd in 1635-1636 onder leiding van admiraal Johan van Walbeek begonnen met de bouw van Fort Amsterdam op een landtong ten zuidoosten van de Sint Annabaai, die "De Punt" werd genoemd. In de tweede helft van de zeventiende eeuw ontstond naast dit fort de nederzetting Willemstad. Ter bescherming werd daar een stadsmuur omheen gebouwd. Aan het begin van de achttiende eeuw was het gebied volgebouwd.
In de negentiende eeuw was Punda een ommuurde stad met winkels, schooltjes, cafeetjes, hotels, en natuurlijk woonhuizen. Tot 1816 was het in handen van de Engelsen, maar een tijdje na het beëindigen van die oorlog werd Curaçao teruggegeven aan Nederland. Albert Kikkert werd de nieuwe gouverneur, en een van zijn doelstellingen was het onderwijs op poten zetten. Scholen kwamen er dan ook, maar voor voortgezet onderwijs was men nog steeds op het buitenland aangewezen. Of thuisonderwijs. Een enkele poging om voortgezet onderwijs op te zetten strandden. In een apart hoofdstuk wordt hier aandacht aan besteed, met leuke krantenknipsels foto’s van scholen.
De bevolking van Punda bestond - zoals op heel Curaçao - uit allerlei pluimage met diverse huidskleuren, velerlei gezindten en naast vrije mensen ook slaven. De slavernij werd afgeschaft in 1863.
Er scharrelden dieren door de straten, er werd handel gedreven, er waren koffiehuizen en andere horeca. Het was de eeuw waarin elektriciteit nog nauwelijks aanwezig was, en hygiëne was vaak ook ver te zoeken. Er werd dan ook water verkocht op straat, dat vanuit de plantages aangevoerd werd.
En dit en nog veel meer vindt de geïnteresseerde lezer in dit boek: gedetailleerde beschrijvingen van de straten en steegjes, met veel couleur locale. Er zijn kleine geschiedenissen over afzonderlijke huizen, waarbij de strijd tegen de armoedige en onhygiënische omstandigheden duidelijk naar voren komt.
Er is een index, een literatuurlijst en er zijn noten. Ruim tweehonderd afbeeldingen, deels zwart-wit- en sepiafoto's, maar ook een enkele kleurenfoto; schilderijen, schetsen, litho's, prenten, tabellen, krantenknipsels en -artikelen en enkele kaarten. Een veelzijdig boek, met verhalen over de bewoners.
Een kijk- en informatief boek voor de geïnteresseerde lezer.
ISBN 9789460224393 | hardcover |144 pagina's | LM Publishers | mei 2017
© Marjo, 19 oktober 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER