Non-fictie

Marcel Hulspas

Reuzen van de Lage Landen
Met Robbert Dijkgraaf op zoek naar onze grootste natuurwetenschappers
Marcel Hulspas


Als het om natuurwetenschappen gaat, heeft Nederland een reputatie hoog te houden. Grote geleerden zoals Huygens, Lorentz en van recentere datum de Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft, om er enkele te noemen, hebben zeer belangrijke bijdragen geleverd aan de natuurkunde.
Bij deze Gerard ’t Hooft promoveerde in 1989 Robbert Dijkgraaf, die als theoretisch natuurkundige zich verdiepte in de snaartheorie en thans, na een periode van vier jaar als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, op het punt staat te vertrekken uit Nederland om directeur te worden van het Institute for Advanced Study te Princeton Amerika.
Voor zijn vertrek naar Princeton maakte Dijkgraaf, samen met Marcel Hulspas, een soort bedevaartstocht langs musea en archieven in stoffige kelders op zoek naar de nalatenschap van de hier boven genoemde grootste geleerden in de natuurwetenschappen van de Lage Landen, waaronder dus ook het huidige België. Marcel Hulspas deed verslag van deze zoektocht.


Wat na lezing van Reuzen van de lage landen vooral blijft hangen, is het uitermate pragmatische karakter van de onderzoekers die er in worden beschreven. Lorentz kon aanvankelijk niet gaan studeren omdat zijn vooropleiding de hbs was en hij eerst een inhaalcursus Grieks en Latijn moest doen alvorens te worden toegelaten op de universiteit. Zonder dat Grieks en Latijn had Lorentz het uiteraard ook gered en in zijn algemeenheid kan gesteld worden dat wat later grote onderzoekers bleken te zijn vooral selfmade waren.
Huygens bouwde zijn eigen telescoop en van Leeuwenhoek zijn eigen microscoop, waarmee zij beiden een tot dan toe ongekende wereld van het grote en kleine ontsloten.
Één van de reuzen die in het boek komt opdraven, is ook een persoonlijke held van mij. Die held is Eise Eisinga die als zoon van een wolkammer, geheel op eigen kracht de kennis opdeed, en zich de kunde eigen maakte om een planetarium in het plafond van zijn woonkamer te bouwen. Dit planetarium werkt nog steeds en is door iedereen die dat wil in Franeker te aanschouwen. Eisinga is het planetarium gaan bouwen, omdat een dominee in die tijd beweerde dat door een samenstand van vier planeten en de maan het einde der tijden was aangebroken. Door de bouw van het planetarium kon Eisinga aan iedereen tonen die het wilde zien dat het grote flauwekul was wat die dominee beweerde.
Zo zijn alle onderzoekers die in Reuzen van de lage landen langskomen op zoek naar hun waarheid en dat wordt op een toegankelijke wijze uit de doeken gedaan door Marcel Hulspas. Het boek kent een zeer plezierige afwisseling van tekst en illustraties.


Het eerbetoon van Dijkgraaf aan deze onderzoekers moet ons er aan herinneren dat onze hedendaagse blik op de wereld te danken is aan het feit dat wij op de schouders kunnen staan van deze reuzen. Het is daarom ook dat iedereen dit boek moet aanschaffen, om kennis op te doen van deze bijzondere personen, die aan de wieg stonden van het verhaal over de natuur dat nog lang niet uitverteld is.


ISBN 9789046813171 Paperback  112 pagina's | Nieuw Amsterdam | mei 2012

© Cavendish, 30 mei 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER