Non-fictie

Roxane van Iperen

https://www.roxanevaniperen.nl

 

't Hooge Nest
Roxane van Iperen  


De naam Brilleslijper komt diegenen die zich verdiept hebben in de geschiedenis van de familie Frank vast bekend voor. Inderdaad komen we Anne en Margot Frank in het boek tegen, maar het verhaal begint met het huis, waarnaar de titel van dit boek verwijst: ‘t Hooge Nest. Het werd in 1920 gebouwd in het natuurgebied bij Naarden in opdracht van Dirk Witte, de schrijver van het beroemde lied ‘Mensch, durf te leven’ (in 1917 gezongen door Jean-Louis Pisuisse).


De huidige bewoner is Roxane van Iperen. Zij wist wel dat het vrijstaande huis dat zij kocht in de Tweede Wereldoorlog gediend had als toevluchtsoord voor vooral Joodse onderduikers, maar toen zij het huis ging opknappen en overal verborgen luiken en kasten tegenkwam werd ze pas echt nieuwsgierig: wat was de geschiedenis van dit prachtige huis? Het wordt een groots verhaal waarin deze verschrikkelijke zin staat, na de mededeling dat een aantal mensen op de trein naar kamp Westerbork wordt gezet.


’Die hebben ze niet meer nodig.’


Een klein zinnetje, met zoveel betekenis. Dat is wat het hele boek uitstraalt: de tegenstelling tussen mensen als Janny (1916-2003) en Lien (1912-1988) Brilleknijper die zoveel als ze maar kunnen hun medemens helpen, versus de nietsontziende wreedheid van de bezetters. ‘Ze hebben ze niet meer nodig’ alsof mensen vuilnis zijn. Alsof het normaal is om zo met mensen om te gaan.


Roxane van Iperen is in de geschiedenis gedoken van twee bijzondere vrouwen die met hulp van hun geliefden - en andere mensen met het hart op de juiste plaats - verzet boden tegen de overheersing. Verdreven uit Amsterdam waar Joden het eerste het slachtoffer werden van de Duitse uitroeiingsplannen, was de familie gevlucht naar Bergen. Maar daar moest in 1943 de Atlantikwall komen, en opnieuw zochten ze een onderkomen. Dat werd ’t Hooge Nest.
Lange tijd wisten ze uit handen van de SS en NSB te blijven maar ook zij werden verraden en naar Westerbork vervoerd, waar ze zich verbaasden over het feit dat hun bewakers Nederlands waren, vaak Joden. Van daar uit ging de reis verder, Westerbork was een doorgangskamp.


Aan de hand van vele bronnen, interviews, persoonlijke documenten, gesprekken met overlevenden, maar ook officiële politieverhoren, transportlijsten, archieven en nog veel meer heeft Van Iperen een gedegen verhaal samengesteld. Ze verhaalt over het huis, dat als het zou kunnen praten zoveel zou kunnen vertellen, en geeft in het kort de achtergronden aan, vooral wat de oorlog voor de joodse mens betekend heeft.


Het is non-fictie, maar er is een lopend verhaal van gemaakt, waarbij alles wat er aan feiten vermeld wordt grondig gefundeerd is (zie de lange lijst met bronnen). Voor diegenen die wat minder op de hoogte zijn van het verleden wordt in het kort verteld wie bijvoorbeeld Himmler en Mengele zijn, hoe de plannen van de Endlösung gemaakt en uitgevoerd werden, met getallen die je steeds opnieuw bij de keel grijpen.


‘Tussen juli 1942 en september 1944 werd uiteindelijk een totaal van 107.000 mensen – Joden, zigeuners, verzetsmensen, homoseksuelen, mannen, vrouwen kinderen – door de Nederlandse Spoorwegen met drieëndertig transporten uit de Nederlandse samenleving rechtstreeks naar de Duitse grens vervoerd, met grote efficiëntie en logistieke voortvarendheid.’


en ‘het beoogde resultaat werd zichtbaar: de joodse gemeenschap begon op te drogen en de transporten vanuit Westerbork werden onregelmatiger.’


Het is geen mooi verhaal, maar het wordt wel op een integere manier verteld. Zoals de aard van de mens wordt blootgelegd:


‘De aarzeling die de niet-joodse Nederlandse bevolking de eerste twee bezettingsjaren toonde om afstand te nemen van haar joodse medeburgers, is bij de meesten definitief omgeslagen naar acceptatie van hun lot.’


Het vele werk van Roxane van Iperen heeft een boek opgeleverd dat vooral voor de jongere generatie een must is, het is een verhaal dat verteld moet blijven worden. Met de spanningsboog die zij in het verhaal brengt, is het een vrij makkelijk leesbaar verhaal dat qua inhoud even wat moeilijker te verteren valt. Het legt namelijk de menselijke aard in al zijn facetten bloot.


Roxane van Iperen
(1976) is jurist en publicist. Ze schrijft voor o.a. Vrij Nederland, Het Financieele Dagblad, NRC Handelsblad, Het Parool en De Morgen. In 2016 was ze gastcorrespondent Brazilië voor De Correspondent en verscheen haar roman Schuim der aarde, waarmee ze de Hebban Debuutprijs won.


ISBN 9789048841783 | Paperback | 384 pagina's | Lebowski | november 2018

© Marjo, 5 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER