Non-fictie

Maarten van Rossem

Allemaal de schuld van Montgomery
De familie Van Rossem in de laatste oorlogsmaanden
Maarten van Rossem

Wat is er ‘allemaal de schuld van Montgomery’? Montgomery zou volgens Van Rossem verantwoordelijk zijn voor het mislukken van operatie Market Garden in september 1944 met als gevolg dat de Tweede Wereldoorlog met enkele maanden werd verlengd en het Westen van Nederland de hongerwinter moest doorstaan.


De ijdele Montgomery was jaloers op het succes van de Amerikaanse generaal Patton en hij gokte erop dat het Duitse leger op instorten stond. Een snelle opmars vanuit Brabant via Nijmegen en Arnhem naar het noorden van Duitsland zou bijdragen aan de snelle beëindiging van de oorlog in West-Europa. En dat zou dan te danken zijn aan Montgomery en aan de Britse strijdkrachten. Montgomery haalde Eisenhower over om toestemming te geven. De Amerikaanse opperbevelhebber vond Montgomery ‘een egocentrische psychopaat’, (blz. 29) maar gaf toe. Het plan liep uit op een ramp. Volgens Van Rossem had Montgomery zich eerst op de vrije toegang van de haven van Antwerpen via de Schelde moeten richten, zodat de bevoorrading van de geallieerde legers veilig was gesteld.


Eens kijken wat andere auteurs over Montgomery en Market Garden hebben op te merken.


Max Hastings schrijft ook uitvoerig over het falen van Montgomery in deze fase van de oorlog. Na de oorlog zou Montgomery (die vrijwel nooit een fout toegaf) hebben erkend dat het niet vrijmaken van de aanvoerroute naar Antwerpen ‘een zware vergissing’ was (Bron: De slag om Duitsland, 1944-1945, blz. 49). Hastings noemt Montgomery een ‘merkwaardige’ man, wel gerespecteerd door zijn ondergeschikten, maar toch ‘een onaangename persoonlijkheid’ (blz. 56).


Ian Kershaw noemt Montgomery ‘arrogant’ en ‘eigenzinnig’. Het niet-veroveren van de Scheldeoevers en het mislukken van Market Garden was ‘een kostbare vergissing’ van hem (Bron: Tot de laatste man. Duitsland 1944-1945, blz. 80).


Antony Beevor dist hetzelfde verhaal op in “De Tweede Wereldoorlog” (blz, 357, 417, 585). In “De slag om Arnhem” noemt hij operatie Market Garden ‘van meet af aan een heel slecht plan’ (blz. 57). Maar Montgomery gaf de Amerikanen de schuld. Die zouden onvoldoende steun hebben gegeven. Stuitend is ook dat de Poolse generaal Sosabowski, die vanaf het begin de zwakke plekken in Market Garden had onderkend, een gebrek aan leiderschap werd verweten en dat hij de laan werd uitgestuurd. Er zijn dus redenen te over om Montgomery in de woorden van Churchill ‘onuitstaanbaar’ te vinden. (Bron: Norman Stone, De Tweede Wereldoorlog. Een beknopte geschiedenis, blz. 178).


Wie je ook raadpleegt, de historici zijn het erover eens dat de ijdele Montgomery verantwoordelijk is voor het mislukken van Market Garden, al gaat Eisenhower niet geheel vrijuit. Met als gevolg een humanitaire ramp voor Nederland. De titel van dit boekje is dus begrijpelijk en Van Rossem overdrijft er niet mee. In zijn eigen woorden: “Het is wat gechargeerd, maar het kan toch redelijk worden volgehouden: ‘Het was allemaal de schuld van Montgomery’” (blz. 44).


De beschrijving die Van Rossem geeft van operatie Market Garden is glashelder. De twee kaartjes aan het begin van het boek maken het verloop van de veldslag heel inzichtelijk. Hier hanteert een vakman de pen. In kort bestek zet Van Rossem de lijnen uit: de strategische fouten die zijn gemaakt; de gevechtspauze na de inname van Antwerpen (waardoor de haven nog maandenlang niet bruikbaar was voor bevoorrading), de onderschatting van de Duitse gevechtskracht, de keuze van de landingszones en de spreiding van de landing over drie dagen. Interessant is de Duitse analyse die we op blz. 42 aantreffen.


Het volgende deel van het boekje gaat over de nasleep van de Slag om Arnhem: de evacuaties en de Hongerwinter. Het is weer een interessante beschrijving. De Hongerwinter was primair een transportcrisis. Er was ruim voldoende voedsel in Nederland, maar het was slecht verdeeld. De regering in Londen weigerde de staking van het treinpersoneel ongedaan te maken. Daarmee is ze ‘medeschuldig aan de Hongerwinter’ (blz. 61). De Duitsers hadden geen last van de staking, maar voor de bevolking betekende het dat de aanvoer van voedsel en brandstof kwam stil te liggen.


Van Rossem merkt terecht op dat de piloten van geallieerde vliegtuigen werkelijk op alles schoten. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen vriend en vijand, militair en burger. Hetzelfde geldt voor heel veel eindeloze artilleriebeschietingen, die geen militaire betekenis hadden maar wel van bijvoorbeeld Wageningen ‘een dode stad’ maakten. Een observatie waar niets op af te dingen valt. Dat geallieerde soldaten onder andere Nijmegen leegplunderden, is ook geen beste beurt.


Boeiend zijn de cijfers die Van Rossem verstrekt over de Hongerwinter en de gevolgen daarvan. Dat er vooral ouderen overleden, ligt voor de hand. Maar dat er twee keer zoveel mannen stierven aan ondervoeding dan vrouwen is frappant. Is de verklaring dat mannen kwetsbaarder zijn dan vrouwen? Weer wel begrijpelijk is dat het voedselgebrek van moeders verbazend negatieve gezondheidseffecten op de lange termijn had en zelfs in een volgende generatie doorwerkt. Van Rossem baseert dit op grootschalig onderzoek dat in 1994 is gestart en met tussenpozen wordt herhaald.


Het historische verhaal over het laatste oorlogsjaar wordt afgewisseld met brieven die grootvader Arnold van Rossem schreef tussen september 1944 en juni 1945. De brieven getuigen van de zorg die men voor elkaar had, maar ook van meeleven met anderen die het zwaar hadden in de laatste oorlogsmaanden. De brieven zijn natuurlijk vooral van belang voor de naaste familie en vrienden. Buitenstaanders krijgen uit de brieven een beeld van de misère, de honger, de uitputting, de onzekerheid en de angst die het leven van de bevolking tot een hel maakten. “Hoeveel je ook over die oorlog leest, de waanzin schemert er ten slotte altijd doorheen”, schrijft Van Rossem (blz. 99).


Maarten van Rossem is een scherpzinnig historicus. Hij staat echter ook bekend om de stellige uitspraken die hij kan doen. Dat valt in dit boek erg mee. Hij geeft zijn mening in klare taal en goed gefundeerd. Eén keer vliegt hij wat mij betreft wel uit de bocht als hij klakkeloos en plompverloren mensen gelijkstelt met dieren (blz. 98).


Een enkele maal zou een toelichting gewenst zijn, ook al blijkt uit het verband wel dat een ‘salamander’ een kachel is geweest. Maar waarom wordt deze ‘salamander’ genoemd? Weer een ander kacheltje stond bekend onder de naam ‘bolsjewiek’. Wat is de achtergrond daarvan? Ik lees over ‘topinamboers’. Het blijken aardperen te zijn. Op internet zie ik recepten staan om er soep van te maken.


Dit zijn een paar opmerkingen in de marge van wat een heel aantrekkelijk en heel leesbaar boek is geworden.


Maarten van Rossem was bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Hij heeft een groot aantal boeken op zijn naam staan en is betrokken bij verschillende televisieprogramma’s.


ISBN 9789046827864 | Hardcover | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | Omvang 128 blz. | 8 september 2020

© Henk Hofman, 7 september 2020

Lees de reacties op het Forum en/of reageer. Klik HIER

 

Nederland volgens Maarten van Rossem
Maarten van Rossem


Maxima zei het al, en Maarten van Rossem wijdt er in dit boek een flink aantal hoofdstukken, aan om die stelling te onderstrepen; de Nederlandse identiteit bestaat niet. Loop een middagje rond in de bible belt, ga daarna op de thee in Friesland, als je ze daar sowieso al kunt verstaan, bezoek het Limburgse carnaval, besluit de avond in de grachtengordel van Amsterdam, en je zult weinig gemeenschappelijke delers tegen komen. Nederland is een heterogene natie. Toch is er meer dan ooit behoefte aan onderstreping van de nationale identiteit. Veel burgers zijn  bang, door de komst van de multiculturele samenleving, en door de grotere macht en invloed van Europa, om hun identiteit te verliezen.  Zo rond 2002, na de dood van Fortuyn, nam die behoefte steeds grotere vormen aan.


Het gedachtegoed van Fortuyn stoelt volgens van Rossem op twee mythes; dat Nederland wordt geregeerd door een autistische elite die weigert te luisteren naar de ideeën van verstandige burgers, én dat de Nederlandse cultuur en nationale identiteit wordt bedreigd door massale immigratie, in het bijzonder van fanatieke moslims die zich hebben voor genomen de Nederlandse identiteit te vernietigen. Het populisme van de PVV, wat volgde, voegde daar ook nog de angst voor Europa aan toe, die onze macht bedreigt, en zie hier de basis van de behoefte aan het bijna krampachtig onderstrepen en behouden van een nationale identiteit. Er  kwam een nationale canon, die onze identiteit moest onderstrepen, en de afgelopen jaren is er hard gewerkt aan plannen voor een nationaal museum, als identificatiepunt voor onze identiteit.


Verspilling van tijd en geld, zo vindt van Rossem. Als je echt wilt weten wat de identiteit van de Nederlanders moet je in de trein stappen en uitstappen bij alle stations die je tegenkomt, van Roodeschool tot Vaals. Je moet door Amsterdam en door Maastricht wandelen, de grote rivieren afzakken en her en der cafés en bruiloften bezoeken. De Minister van Binnenlandse zaken zou zijn geld in plaats van in bovengenoemd museum volgens van Rossem dan ook veel beter kunnen besteden aan collectieve treinkaarten voor zijn onderdanen. Als je wilt weten hoe de Nederlander in elkaar zit, moet je op pad; Nederland als openluchtmuseum. Van Rossum voegt de daad bij het woord en neemt ons mee naar historische plekken, naar de oude Romeinse linies vlak bij Leidse Rijn, naar het Domplein in Utrecht, naar het Muiderslot, naar Schokland, naar de Sint-Bavo in Haarlem, en naar een eendenkooi op Texel.

Het is overigens  volgens van Rossem helemaal niet nodig ons zo aan onze identiteit vast te klampen. In ieder onderzoek geeft de Nederlander aan dat hij uitermate tevreden en gelukkig is, alleen de maatschappij kwalificeert hij als uitermate ongelukkig en onveilig. Tegen alle cijfers en statistieken in; er worden minder moorden gepleegd, zijn veel minder verkeersdoden, het grote terroristische gevaar wat de hele wereld zou veranderen is tot nu toe uitgebleven, en ook van overname door fanatieke moslims van onze natie is geen enkele sprake. Tot slot blijft er, als je de statistieken bekijkt ook nog eens weinig over van de angst voor een getalsmatige Islamitische overname. Er zijn uiteraard wel problemen, maar media en de populistische politiek vergroten die in de ogen van van Rossem nodeloos uit, en daar door wordt de burger bang, voelt zich bedreigt en klemt zich vast aan wat er was, en aan wat hij bang is te verliezen. Maar  Nederland was ook vroeger niet zo homogeen als wij altijd denken, ook toen bestond dé Nederlandse identiteit al niet.  De natie kende vele identiteiten en die waren  allemaal onderhevig aan snelle historische veranderingen. Daar is niets mis mee. Bovendien zijn wij geworden wie we zijn door invloeden van buiten af.
Het gevaar zit hem volgens van Rossem dan ook niet zo zeer in het verlies van de identiteit, maar in de ángst er voor. Angst die mensen  vatbaar maakt voor  gevaarlijke denkbeelden. Hij refereert hierbij aan een artikel van Umberto Eco over alledaags fascisme:


“Het volk wordt verteld  dat het doelwit is van een immense levensgevaarlijke samenzwering door indringers die uit zijn op het roven de  identiteit. De indringers zijn des te gevaarlijker omdat  zij geholpen worden door de politieke en culturele elite . Tegenover het Volk staat onveranderlijk de gedegenereerde intellectuele elite, een lamlendig gezelschap van doctorandussen. Dat Het Volk ten eigen bate voor de gek houd en de vaderlandse identiteit verkwanselt  uit naam van de een of andere onnationale ideologie, of dat nu  de multiculturaliteit  is. Of de Europese unie, of de zogenaamde noodzaak van mondialisering. Er is echter een partij , en het gaat met name om de charismatische leider van die partij, die wel Het Volk vertegenwoordigd en het gevaar van de indringers ziet.”


Het kost weinig moeite volgens de schrijver, om deze wezenstrekken van het alledaags fascisme te herkennen is het hedendaagse populisme. Dat betekent  volgt van Rossem  niet dat het huidige populisme als fascistisch moet worden beschouwd, of dat Wilders een fascist is, maar wel dat de angst om je identiteit te verliezen en alsmaar te schreeuwen tegen de gevestigde orde en de politieke elite, gevaren is zich kan bergen.


Kortom, dit boek is een stevig tegengeluid tegen populisme en doemdenken. Geschreven op de hem vertrouwde licht ironische toon, waardoor je zijn brommerig stemgeluid er in je hoofd gratis en voor niets bij krijgt.Tot mijn verrassing staat er ook een bijna ontroerend hoofdstuk in over geluk waarbij Van Rossem bepleit dat geluk eigenlijk niet zo zeer met materie te maken heeft. Hij beschrijft een prachtige dialoog met zijn drie jarige kleinzoon, waar beiden heren zittend op een boomstronk de eigenaardigheden van kabouters bespreken. Een definitie van geluk waar ik me van harte bij aan sluit, maar die ik niet zo zeer met de heer van Rossem geassocieerd zou hebben. Enig kritiekpunt, maar dat geldt eigenlijk alleen als je een hele trouwe van Rossem-lezer bent, is dat ik enige overlap zag met zijn vorige boek “De burger is boos”, met name in de fragmenten over Pim Fortuyn en de weerlegging in cijfers van de angst voor toenemend islamisme. Verder is het wederom een buitengewoon plezierig leesbaar en relativerend boek, vol wetenswaardigheden over onze huidige samenleving en zijn geschiedenis.


ISBN  978 90 468 1382 9 Paperback 160 pagina's  Uitgeverij Nieuw Amsterdam, september 2012

© Willeke, 3 oktober 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Kapitalisme zonder remmen
Opkomst en ondergang van het marktfundamentalisme
Maarten van Rossem


Dat je geen econoom hoeft te zijn om te verhelderen hoe de financiële sector op wereldschaal voor een aanzienlijk deel feitelijk failliet ging, bewijst van Rossem met zijn door hem kenmerkende nuchtere analyse in ‘Kapitalisme zonder remmen’.


Toen in 1980 Reagan in Amerika tot president werd gekozen, betekende dit een radicale breuk met het verleden. Onder invloed van het gedachtegoed van met name Milton Friedman vond er een belangrijke deregulering van de financiële markten plaats, al gebied de waarheid te zeggen dat dit proces al voor een deel plaats vond onder het regime van zijn democratische voorganger Jimmy Carter. Friedman was een sterke voorstander van de vrije markt en vond praktisch iedere regelgeving overbodig, omdat de markt bij onvolkomenheden zichzelf automatisch zou corrigeren. Deze gedachte heeft drie decennia hoogtij gevierd totdat in 2007 het hiermee opgebouwde financiële kaartenhuis in elkaar stortte.


Het einde van de koude oorlog in 1989 en twee jaar later de ondergang van de Sovjetunie gaf nog eens duidelijk het gelijk van de vrije markt gedachte aan, en werd het 'Ware Model voor de ganse wereld, in de jaren negentig gevormd door de Verenigde Staten.
In deze zogenaamde Nieuwe Economie stegen de aandelenkoersen tot ongekende hoogten, en deze op grotendeels dotcoms geënte bubble, waarvan veel fondsen nog nooit een cent winst hadden gemaakt, veranderden in maart 2000 plotseling in dotbombs en daarmee was het afgelopen met de exuberante koersen.
Alsof er niets geleerd was, was er vervolgens in het volgende decennium een nog veel grotere bubble in de maak. Deze crisis was gebaseerd op de waangedachte ‘geld kost niks en de huizenprijzen zullen eeuwig stijgen’. Absolute onzin natuurlijk die de wereld uiteindelijk in een mondiale kredietcrisis zou storten.
De Verenigde Staten blijken dus niet echt het Ware Model en in zijn epiloog geeft van Rossem aan dat het West-Europese Rijnlands model met zijn sociaal-economische arrangementen het er aanzienlijk beter heeft afgebracht.


Maarten van Rossems betoog is zeer verhelderend en geeft in bondige formuleringen aan wat zich in de laatste dertig jaar in de financiële sector afspeelde. Dit boek vormt een groot contrast met de economiepagina's waarop de eenvoudige krantenlezer als het over dit soort zaken gaat met een hoop blabla het bos ingestuurd wordt.


ISBN 9789046809440 Paperback met flappen 128 pagina's | Nieuw Amsterdam | mei 2011

© Cavendish, 12 juni 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Waarom is de burger boos?
Over hedendaags populisme
Maarten van Rossum


De populistische partijen zijn brede protestpartijen. Een aanzienlijk deel van de kiezers ziet de overheid, het politieke systeem en de maatschappelijke elite kennelijk als vijand. De vraag is hoe dat komt.

Op zijn klip en klare wijze doet Maarten van Rossem ons in zijn inleiding uit de doeken waarom de burger boos is.
De burger is boos omdat hij zich zorgen maakt over de omvangrijke immigratie en de veronderstelde negatieve effecten daarvan voor de Nederlandse samenleving. [...]
De zorgen betreffen vooral de moslimimmigranten en hun kinderen die een kwart van de allochtonen vormen, dat wil zeggen 5 procent van de hele Nederlandse bevolking. Zij gedragen zich, voornamelijk vanwege hun religieuze overtuiging, volgens veel Nederlandse burgers zo anders, dat zij als bedreigend worden ervaren. [...]
De boze burgers vrezen voor het behoud van hun tarditionele levenswijze en projecteren hun angsten vooral op de meest zichtbare immigranten. [..]
Of het nu in Denemarken, België, Frankrijk of Nederland is, de populistische partijen zeggen zich vooral zorgen te maken over de dreigende 'islamisering' van de nationale cultuur. In Nederland was het Pim Fortuyn die een begin maakte met de verspreiding van dit angstwekkende visioen.[...]
De populisten gebruiken voortdurend sugegstieve verzameltermen - het volk' en 'de volkswoede', 'de burgers', 'de zwijgende meerderheid'- daarmee de indruk wekkend dat zij staat voor de ware volkswil. Zegen of catastrofe, de ware volkswil bestaat niet
.

Wat volgt is een stukje geschiedenis over het waarom van de komst van immigranten.
Maar vooral de geschiedenis en de gang van zaken in de Nederlandse politiek krijgt de aandacht en hoe het komt dat er altijd wel populistische partijen ontstaan.

"Het populisme is het onkruid dat groeit in de kloof tussen de belofte en de werkelijkheid van de democratie."


Uitgebreid wordt ingegaan op wat een populistische partij  eigenlijk is.
Dat is met name een beweging die verkondigt wat 'het volk' wil, een charismatische leider heeft en een enorme afkeer van elite. Ook kenmerkend is de liefde voor het vaderland.
Volgens Van Rossem heeft een populistische partij alles wat de pers graag wil en zij krijgt ook ruim de aandacht van die pers. De leiders  doen uitspraken die nieuws opleveren zoals bijv. 'de kopvoddentax' van Wilders. De populistische partij doet alsof 'het volk' alles is en dankzij hun charismatische leider weten zij als geen ander 'het volk' te bespelen. Veelal gaat het echter om eigen visies die soms bijna paranoïde zijn te noemen volgens Van Rossem.
Als de populistische partijen eenmaal één of meerdere kamerzetels hebben verworven dan blijken ze vaak snel uiteen te vallen of te verdwijnen wegens gebrek aan een partijprogramma's, onderlinge verdeeldheid of door te veel concessies te moeten doen om te kunnen blijven zitten.


Wat Van Rossem doet is onder de loep leggen hoe bijv. de boerenpartij met Koekoek, partijen met mensen als Pim Fortuyn, Rita Verdonk en Geert Wilders zo populair konden worden. Hij vertelt wat de functie van deze partijen is. Waarom zij ontstonden en waarom zij niet konden brengen wat zij beloofden.
Uitgebreid vertelt hij over de plannen van Fortuyn en bekijkt daarbij de mogelijkheden van uitvoering.
Vaak weerlegt Van Rossem de opmerkingen en plannen van bovengenoemde mensen met feiten.
Hij beschrijft waarom Wilders is geworden wie hij is.
De titel Waarom is de burger boos? is dus eerder een cynische titel. De burger is niet zo boos maar volgens de populisten zijn ze dat wel.  Ook economisch gezien gaat het nederland niet slecht maar door het charisma en overtuigingskracht van de leiders van deze partijen worden de kiezers gemanipuleerd en ontevreden, ongerust en boos gemaakt.

Verhelderend en interessant boekje. Zeker in deze roerige politieke tijden een aanrader.

ISBN 9789046807057 Paperback 123 pagina's Uitgeverij Nieuw Amsterdam  februari 2010

© Dettie, februari 2010

Lees de reacties op het Leestafelforum en/of reageer, klik HIER

 
Drie oorlogen
Een kleine geschiedenis van de 20e eeuw


Nu de 20e eeuw reeds enige jaren achter ons ligt, analyseert Maarten van Rossem met zijn nuchtere, no-nonsense houding de belangrijkste gebeurtenissen die deze eeuw bepaalden, te weten de twee wereldoorlogen en de daaropvolgende Koude Oorlog.
De stijl is zo zakelijk en zonder zwaarwichtigheid dat, ware de tragedies die hij beschrijft niet zo kolossaal en met zulke verstrekkende gevolgen voor wat betreft menselijk leed, het soms komisch aandoet. Zonder veel omhaal toont hij keer op keer aan dat op cruciale momenten in de geschiedenis er wel degelijk informatie voorhanden was, of eenvoudig had kunnen worden verkregen, om de gevaren te voorzien die hebben geleid tot achtereenvolgens de Eerste en Tweede Wereldoorlog en de verwikkelingen tijdens de Koude Oorlog.


Duidelijk was dat Duitsland aan het begin van de 20e eeuw een steeds grotere rol, naast Engeland en de VS, in de wereld wilde spelen. Duitsland was een laatkomer op het wereldtoneel, bezat weinig koloniën, en had reeds geruime tijd een plan klaar liggen waarin zij streefde naar continentale hegemonie in Europa. De moord op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger werd als aanleiding aangegrepen om het Duitse plan ten uitvoer te brengen, en daarmee was de Eerste Wereldoorlog een feit.
Deze waanzinnige oorlog die uitgevochten werd met de technologische verworvenheden uit het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw zou miljoenen slachtoffers eisen en de grenzen en verhoudingen in Europa drastisch wijzigen.
In Rusland was in oktober 1917 de revolutie uitgebroken en het zou in het vervolg een steeds grotere dreiging betekenen voor de democratische, kapitalistische landen. Duitsland was als verliezer na de Eerste Wereldoorlog lamgeslagen en kreeg onder andere door een gigantische schuldenlast als gevolg van herstelbetalingen te maken met een torenhoge inflatie. Door gebruik te maken van deze malaise wist Hitler uiteindelijk de macht te grijpen om alsnog een poging te ondernemen de hegemonie voor Duitsland binnen te halen. Duitsland delfde echter weer het onderspit mede door het massale offensief van de Russen, die na deze overwinning zich lieten gelden en een groot deel van Oost-Europa onder haar invloedsfeer bracht.
Zo ontstonden na de Tweede wereldoorlog twee machtsblokken, het kapitalistische en het communistische, die een gigantische wapenwedloop met elkaar aangingen. Beide partijen bezaten een hoeveelheid kernwapens met een potentieel om de aarde vele malen te vernietigen. De spanningen die de Koude Oorlog teweeg bracht zouden in de hele wereld veertig jaar lang worden gevoeld. Koloniale machten verloren hun bezittingen, en vrijwel overal in de wereld vond een ideologische strijd plaats die min of meer samenviel tussen de scheidslijn communistisch versus kapitalistisch. Het einde van de Koude Oorlog kwam met de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991.
Het drama van de 20e eeuw dat een aanvang nam in 1914 en eindigde in 1991 wordt in dit boek uitstekend samengevat, en zet voor degene die minder bekend is met de feiten als wel voor degene die opgroeide in dit tijdperk de gebeurtenissen in een verhelderend perspectief.


Paperback | 319 Pagina's | Nieuw Amsterdam ISBN10: 904680321X | ISBN13: 9789046803219

© Cavendish, februari 2008

Voor meer informatie over Maarten van Rossem, klik op de afbeelding van het boek.

Lees de reacties op het Leesatfelforum en/of reageer, klik HIER