Non-fictie

Luc & Tina Pauwels

Oekraïne, een oorlogs-
geschiedenis

Luc & Tina Pauwels


Het vruchtbare land, dat nu Oekraïne heet, kende in zijn geschiedenis een doortocht en vestiging van vele volkeren: Cimmeriërs, Grieken, Scythen, Sarmaten, Goten, Hunnen, Avaren, Bulgaren, Slaven, Vikingen, Mongolen, Litouwers, Polen, Duitsers en Russen. De eerste bekende historicus die het land bezocht en de Dnjepr opvoer, was Herodotus (484-420 v.C.) en toen exporteerde het al graan en honing naar Griekenland (p. 26).


Kiev, de stad van de Slavische edelman Kyj in de 5de of 6de eeuw, werd in de 9de eeuw de moederstad van wat nu Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland zijn. Vanaf 882 verving het Novgorod als hoofdstad van Kiev-Roes en rond 940 telde het 40.000 inwoners, zoveel als Parijs en méér dan Londen. Vikingen bleven een rol spelen tot in de 11de eeuw als leraren van de prinsen/toekomstige vorsten (p. 57).
Vladimir was een onecht kind, zorgde zelf voor vele onechte kinderen, had 800 minnaressen, maar werd na zijn bekering in 988 tot de orthodoxe godsdienst wel de grote heilige van alle Russen.


In 1240 werd Kiev ingenomen, vernield en uitgemoord door de Mongolen. De overlevenden werden verkocht op de slavenmarkten in het Midden-Oosten. Het centrum verschoof naar Moskou, dat pas in 1156 was gesticht.


In de 14de eeuw werd Litouwen de baas over Oekraïne en de grootste staat van Europa (p. 120). In 1362 verpletterde het de Mongolen, die in 1380 ook nog eens door de Russen verslagen werden en naar de Krim vluchtten. De Krim werd in de 14de-16de eeuw het centrum van de slavenhandel. In 1385 werden Litouwen en Polen een unie, die vanaf 1569 het Pools-Litouwse gemenebest werd genoemd (p. 120-123).


Vanaf de 15de eeuw vestigden groepen vrijbuiters, vooral ex-lijfeigenen, zich in het zuiden van Oekraïne: de Kozakken, de ‘cowboys van Oekraïne’. Ze verwierpen het Poolse gezag, kozen vanaf de 16de eeuw hun eigen ‘hetman’ (hoofdman) en volksvertegenwoordiging. Met hun snelle bootjes, vuurwapens en paarden evolueerden ze van avonturiers en marginalen tot een gevreesde militaire macht, die een groot deel van het land controleerde. In 1648/49 kwamen ze met 80.000 onder leiding van ‘vader des vaderlands’ Bogdan Chmelnitski (1595-1657) in opstand tegen Polen. Ze versloegen de Polen, maar in 1654 onderwierpen ze zich aan tsaar Aleksej I. De Russen interpreteren dit verdrag als de hereniging van Rusland en Oekraïne. In 1667 kwam de oostelijke kant van de Dnjepr met Kiev bij Rusland, de westelijke bij Polen, totdat Polen een ruime eeuw later door  Catharina de Grote grotendeels bij Rusland werd aangehecht.


De volgende bekende hetman was Ivan Mazepa (1639-1709), net zoals Chmelnitski een oud-leerling van de jezuïeten. In 1708 werd zijn hoofdstad Batoerin volledig verwoest door Peter de Grote en werden de inwoners uitgemoord. In 1709 werden de Zweden en de Kozakken verslagen bij Poltava en werd de autonomie van de Kozakken opgeheven. Catharina maakte van Oekraïne een gewone provincie. En Potjomkin veroverde het zuiden, inclusief de Krim (1783).


Tijdens Peter de Grote, Catharina en in de 19de eeuw vond in Oekraïne een sterke russificatie plaats in onderwijs, administratie, leger etc. Tsaar Alexander II verbood in 1876 zelfs het Oekraïens in scholen en in boeken. De nationale dichter Taras Sjevtsjenko verzette zich, maar hij werd in 1847 veroordeeld tot 10 jaar legerdienst met schrijfverbod (p. 182). In 1863 componeerde de Grieks-katholieke priester Michajlo Verbitskii  de nationale hymne ‘Oekraïne is nog niet dood’ , maar ze mocht pas vanaf 1991 gezongen worden.


Rond 1880 begon de industrialisatie van de grondstoffenrijke Donbas. Oekraïense boeren werkten niet graag in de mijnen, dus importeerde men arbeiders uit Rusland, met als gevolg dat nu 50 à 75% in het oosten Russen zijn, één van de redenen van de huidige problemen. In Donetsk, de belangrijkste industriestad van het land met 1,5 miljoen inwoners, vormen de Russen en de Russischtalige Oekraïners de grote meerderheid en zij willen geen ‘Oekraïnisatie’.
De auteur vermeldt niet dat er ook 15.000 Belgen kwamen werken en er fabrieken oprichtten, die tijdens de Oktoberrevolutie allemaal afgepakt werden door de bolsjewieken.


In WO I moesten Oekraïners in het Oostenrijkse leger vechten tegen Oekraïners in de Russische leger (p. 195). In 1917-1921 werden er drie republieken uitgeroepen en werd er gevochten tussen drie legers, met ca. 2 miljoen doden als gevolg.


Bij de Vrede van Riga in 1921 kreeg Polen Galicië en Wolynië, de Sovjets de rest. In 1923 besloot de Russische Communistische Partij dat de ‘superieure Russische cultuur’ opgelegd moest worden aan de ‘achterlijke’ Oekraïners, Azeri’s, Oezbeken etc. (p. 202-203).


Vanaf 1926 liet Stalin de Oekraïense elite systematisch uitroeien, zowel in Oekraïne als in Parijs, Rotterdam, Mexico. Vanaf 1929 liet hij 200.000 landbouwbedrijven onteigenen zonder vergoeding, en 850.000 boeren, vooral van Duitse, Poolse en Griekse afkomst, met hun gezin deporteren in afschuwelijke omstandigheden.  Daarna werd alle graan afgepakt. Gevolg: de Holodomor, hongermoord, met ca. 7,5 miljoen doden, een schatting die overgenomen is door de VN (p. 206-211).
De schuldigen voor de genadeloze graanopeisingen en voor de hongerdood  waren Stalin en Kaganovitsj.


In september 1939 veroverde de SU het oosten van Polen en voegde het bij Oekraïne. 345.000 mensen werden er opgepakt en naar Siberië gedeporteerd. Bovendien werden er 110.000 gearresteerd, van wie er 30.000 geëxecuteerd werden: voor de helft Polen, één derde Joden, de rest Oekraïners. Enkel de 22.000 Poolse officieren van Katyn kregen aandacht in het Westen. Pas in 2010 erkende de Doema dat niet de Duitsers verantwoordelijk waren, maar Stalin (p. 214-215).


In juni 1941 verdreven de Duitsers het Rode Leger uit Oekraïne. Bandera en co riepen de onafhankelijkheid uit, maar ze werden door de Gestapo gedeporteerd naar het concentratiekamp Oranienburg-Sachsenhausen. De oorlog was een ramp voor Oekraïne: 700 steden en 28.000 dorpen werden verwoest, 6 miljoen doden of 1 op 5 à 6 Oekraïners (p. 230-231).


Tijdens Chroesjtsjov werd de Krim aan Oekraïne gegeven en bezetten Oekraïners 75% van de belangrijkste functies in Moskou (p. 233-236). Ook tijdens Brezjnev waren ze oververtegenwoordigd. Tsjernenko was een zoon van uitgeweken Oekraïense boeren en Gorbatsjov was half-Oekraïens, zijn vrouw Raisa volledig.


In augustus 1991 adviseerde Bush senior het parlement in Kiev om zich niet af te scheiden van Moskou, maar ze deden het toch (p. 241). Het Russische parlement keurde meteen de transfer van de Krim naar Oekraïne af en noemde die ongrondwettelijk. In 1992 riep de Krim zijn onafhankelijkheid uit, maar die werd niet erkend. Oekraïne bleef zeer afhankelijk van Russische energie. In 1999 was het BNP gedaald tot 41% van 1991! Verlieslatende industrieën werden overeind gehouden met subsidies. De inflatie bedroeg duizenden procenten. Drievierde leefde onder de armoedegrens. Oligarchen werden superrijk. En het land werd Europees koploper in corruptie. De levensverwachting was 62 voor de mannen en 66 voor de vrouwen. Nu is dat 64/75.


In 2004 werd Joesjtsjenko president na een vergiftiging door de Oekraïense Veiligheidsdienst. De Oranjerevolutie was een protest tegen de frauduleuze verkiezing van Janoekovitsj. Die werd wel president in 2010 en kreeg de zegen, niet van de patriarch van Kiev, maar van die van Moskou (Kirill). Premier werd Azarov, een Rus!


In december 2013 koos Janoekovitsj voor Poetin en niet voor de EU. Hij liet de betogers van het Maidanplein neerschieten. Gevolg: ca. 100 doden en de vlucht van de president en de premier naar Rusland. Poetin reageerde met de annexatie van de Krim en steun aan de separatisten in de Donbas. In de oorlog die volgde vielen 14.000 doden plus 298 slachtoffers in een vliegtuig dat door de opstandelingen was neergeschoten.


Merkel zorgde voor de akkoorden van Minsk, waarbij Kiev meer autonomie moest geven aan de oostelijke regio’s. Maar daar kwam niets van terecht.

Op 6 april 2016 stemde 61% van de Nederlanders tegen een associatie van de EU en Oekraïne.


In maart 2019 werd Zelenski met een ongeziene 73% tot president gekozen. Hij speelde die rol al als komiek in de tv-serie ‘Dienaar van het Volk’. Hij was ook bekend uit de Oekraïense versie van ‘Dancing with the Stars’. Op 24 februari 2022 begon de vreselijke oorlog. Hiermee eindigt het boek.


In de bijlagen krijgen we uitleg over de verschillen tussen Oekraïners en Russen in klederdracht, dorpen, huizen, talen, cultuur, literatuur, economie, nationaal gevoel en volkslied. Een tabel vergelijkt het inkomen met dat van Nederland en België: Oekraïners verdienen 7% van het onze.
Het boek eindigt met een chronologie van 482 n.C. tot 2022, een personenregister en een veeltalige bibliografie.


Beoordeling
Historicus Luc Pauwels en polyglot Tina van der Heyden hebben een zeer boeiende geschiedenis van Oekraïne geschreven. Ze kennen het land en de twee talen, Oekraïens en Russisch. Ze kunnen aangenaam vertellen en ze hanteren een taal die voor iedereen begrijpelijk is. Ze leven mee met de Oekraïners, maar tegelijk tonen ze dat het onafhankelijke Oekraïne sinds 1991 onvoldoende presteerde en te weinig luisterde naar de wensen van de Russischtalige bevolking op de Krim en in de Donbas. Bij de annexatie van de Krim in 2014 vermelden ze niet dat Poetin er soldaten naartoe gestuurd had.


De verhalen over de oudste periode tot ca. 1.000 n.C. lijken soms meer op fictie dan op geschiedenis.

Bij het begin van elk hoofdstuk geven ze enkele data en gebeurtenissen in de rest van Europa of van de wereld.

Er staan wel wat slordigheden in die er bij een volgende druk uit mogen:

p. 11: dit oorlog;

p. 16, 67, 72: van zodra i.p.v. zodra;

p. 21 etc. : v.o.j. i.p.v. v.C.

p. 31 etc. : n.o.j. i.p.v. n.C.

p. 21: Cimmeriërs leiden zij af van ‘kime, Grieks voor boord of rand’. Maar in Liddell-Scott, Greek-English Lexicon en in Bailly, Grec-Français staat nergens dat woord kime.

p. 44 etc.: Porosjenko is al sinds 2019 niet meer ‘de huidige president’;

p. 70: zich interesseren aan: zich interesseren voor;

p. 110: bij de reizigers naar Mongolië ontbreekt de Vlaming Willem van Rubroeck en zijn knap reisverslag;

p. 189: Prosvita is gesticht in ‘1868’, maar op p. 300 staat dat het in ‘1905’ gesticht is;

p. 191: het objectief moet zijn: het doel;

p. 288: degradaties is daar enkelvoud;

p. 303: rijddommen moet rijkdommen zijn;

p. 308: Mazepa leefde niet in het begin van de 16de eeuw, maar van 1639 tot 1709;

p. 310: Sjevtsjenko leefde niet op het einde van de 19de eeuw, maar in het midden: 1814-1861.

De kaarten zijn zeer welkom, maar vele plaatsnamen staan er niet op; b.v. Polotsk, Kalka, Saraj, Syni Vodi, Koelikovo.

In de veeltalige bibliografie staan enkele boeken in een oude editie, b.v. Marc Jansen: 2014 i.p.v. 2023; Yaroslav Lebedynsky: 2008 i.p.v. 2022.

Het register is nuttig, maar de pagina’s kloppen zelden. Meestal moet je er 2 of meer bijtellen; b.v. Verbitskij: ‘182’ moet 184 zijn en ‘315’ moet 325 zijn.

De begrippen zoals Verchovna Rada, Vetsje,  Zemstvo worden goed uitgelegd, maar een alfabetische lijst zou welkom zijn.

Kortom: een degelijk boek, waarvan de afwerking beter kan.


ISBN 978-94-646-2422-9 | Paperback | 362 pagina's incl. Kaarten, tabellen, foto’s, chronologie, register, bibliografie | Uitgeverij Aspekt, Soesterberg | april 2022.

© Jef Abbeel, Turnhout, 25  maart 2023    www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER