Non-fictie jeugd

Waarom jeukt een muggenbult
Illustraties: Hiky Helmantel
Tekst: Marja Baeten


Opnieuw een mooi informatief boek uit de serie 'ik zie, ik zie wat jij niet ziet...'
Er wordt verteld over die vervelende jeukende muggenbulten, maar ook over oorwormen over wie het verhaal rondgaat dat die in je oor kruipen. Niet dus. Waarom zouden ze?


Het boek is opgesteld in het vertrouwde concept:

- Eerst wordt de vraag gesteld, in een uitgebreidere tekst dan alleen summier de vraag
- Dan mogen kinderen vertellen wat zij denken (vaak grappige antwoorden)
- Vervolgens komt de echte wetenschappelijke uitleg. In begrijpelijke woorden natuurlijk.


Hoeveel stippen heeft een lieveheersbeestje?
Mohammed zegt: ik denk omdat hij zeven jaar is. Dan reageert Stanja heel slim: Maar zijn er dan ook lieveheersbeestjes met 1,2,3,4,5 of 6 stippen?


Hoe maakt een spin een web?
‘Dat heeft-ie van zijn papa en mama geleerd, denk ik.’


Waarom lust een wesp graag limonade?
Mooi is dat bij dit onderwerp staat dat je een lastige wesp maar even moet vangen in een glas. Later op de dag kun je hem dan weer vrijlaten. Zo hoort dat!
En dan is er nog de uitleg over hoe een rups een vlinder wordt. Een knap staaltje uit de natuur!


Je wordt er weer veel wijzer van! De reacties van de kinderen er bij verwerken dat is echt een goed idee.
En natuurlijk zijn de illustraties erg leuk. Naast levensechte afbeeldingen (foto's) staan er ook getekende dieren in, plus grappige tekeningen die bij de tekst passen.


Marja Baeten is auteur, bekend van Wilde dieren van het woud (2016), Wilde dieren van de oceaan (2019) en Poppen (2020).
En dus van deze serie Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.


ISBN  9789044851533  | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Clavis | februari 2024
Afmeting 26,8 x 25,7 cm | Leeftijd vanaf 5 jaar

© Marjo, 3 april  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Rare snuiters
Johan Klungel


Kijk eens op de voorkant van het boek: wat een rare snuiter!En dat is letterlijk bedoeld: het dier heeft een rare snuit!


Maar voor je gaat lezen wat voor beest dat is kom je eerst nog andere rare snuiters tegen.
Wat denk je van de reuzenmiereneter?


Dat lijkt een schattig beest! Zijn vacht ziet er zacht, als een harige pels, en hij heeft een lekker dikke staart. Maar zijn snuit is wel heel erg lang! En als je weet dat in die snuit een enorme tong zit, van wel 60 centimeter, dan is het dier niet meer zo schattig.
In ieder geval niet voor een mier, want dit is een reuzenmiereneter, die lust wel 30.000 mieren per dag!

Dan heb je de axolotl, die eeuwig jong blijft; de honingpotmier, met zijn voorraad honing in zijn achterste; het beerdiertje,  nauwelijks kapot te krijgen; de glaskikker met een doorzichtige buik… en nog meer van die rare snuiters.


En dus het dier van de omslag: de sterneusmol.
Zijn neus is supergevoelig, hij is bijna blind, maar voelt met hun neus waar de diertjes zitten die hij op wil eten.


De manier waarop de schrijver deze dieren aan je voorstelt is grappig.
Eerst wordt het dier paginagroot afgebeeld, waarna op de pagina ernaast wat informatie te lezen valt. In dit geval waarom hij eigenlijk zo’n rare snuit heeft.

Maar wat leuk is: er wordt aan je gevraagd wat jij zou doen als je zo’n snuit zou hebben.
Met grappige cartoonachtige tekeningetjes erbij kun je je een voorstelling maken van wat het voordeel is en wat het nadeel.


Als je een lange tong zou hebben als de reuzenmiereneter, dan zou je aan tafel of in een bioscoop niet van je stoel af hoeven: je steekt gewoon die enorm lange tong uit!
Maar ja, bij een rondje hardlopen kun je niet hijgen want dan hangt die lange lap in de weg…
Wat zou je kunnen – of juist niet – als je net als de zeekat van kleur kon veranderen?
Of wat zou het voordeel kunnen zijn als je net als de glaskikker doorzichtig zou zijn?

Zowel in de tekst als in de tekeningen is het boek informatief, maar er is ruimte gemaakt voor humor...


Johan Klungel (1979) studeerde aan de Hanzehogeschool Groningen. Hij is werkzaam als illustrator en animatie-regisseur. Ook illustreert hij kinderboeken, en schrijft en tekent strips.

https://www.klungel.com

ISBN 9789044850697 | Hardcover | 40 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2024
Afmetingen: 21.6 x 29.8 cm | Leeftijd vanaf 5 jaar

© Marjo, 8 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Een noordpool
verhaal
Illustraties van Kendra Binney
Tekst: Jane Burnard


De dieren die je tegen kunt komen op de Noordpool: allemaal verzameld in een prachtig boek!
Het landschap daar in het hoge noorden bestaat uit sneeuw en ijs. Koud, uitgestrekt en er wonen nauwelijks mensen. Maar wel heel veel dieren. En nee, niet alleen de ijsbeer!


Doe het boek maar snel open dan zie je al heel veel dieren afgebeeld: daarbij zijn de sneeuwuil, de sneeuwgans, de narwal, de poolvos, de poolhaas en de poolwolf,  de witte dolfijn, de walrus en het rendier, de houtkikker en de lemming. En ja, de ijsbeer. En nog meer dieren.
Ieder voor zich bijzonder.
In dit boek wordt verteld hoe ze leven en hoe ze de kou doorstaan.


De kikker bijvoorbeeld bevriest gewoon! En dat kan wel zeven maanden duren, dat kan zijn lijf makkelijk aan.
Hij is zo hard als een kiezelsteen en ademt niet meer. Maar: hij leeft wel degelijk!
De andere dieren trotseren de kou op een minder spectaculaire manier. Ze kruipen in een hol, en blijven onder water. Dieren als de walrus en de narwal hebben een dikke laag spek, zo kunnen ze ook veel hebben.


Er worden steeds korte informatieve verhalen verteld, en het leuke daarbij is dat die steeds aan elkaar gelinkt zijn. Bij de lemming bijvoorbeeld wordt verteld dat hij op moet passen voor de sneeuwuil, en die is in het volgende verhaal aan de beurt. Zo leren we alle dieren kennen.
Ze zijn moeilijk te spotten, want ze zijn vrijwel allemaal wit! Zeker als het winter is! Lastig te zien tegen de achtergrond van sneeuw en ijs.
Rendieren en muskusossen zijn niet wit en de zeedieren hoeven ook geen witte vacht, die duiken onder water.


Alle verhalen zijn ruimschoots voorzien van afbeeldingen, hele mooie tekeningen, die gelukkig niet helemaal wit zijn. En als de lente komt, dan komt er ook meer kleur: er verschijnen mossen en bloemen op de toendra. Zo heet het landschap, dat aan de rand van de ijsvlakte ligt, een gebied zonder bomen of struiken.
Vogels zoals de sneeuwganzen komen terug en gaan eieren leggen en broeden. Jonge dieren worden geboren.
Het leven gaat door. Gelukkig nog wel!


ISBN 9789047715771 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | februari 2024
Vertaald uit het Engels door Steven Blaas | Leeftijd  tot 12 jaar

© Marjo, 3 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Echt of fake - Een te gekke geschiedenis
Benjamin Goyvaerts en Yasmina Faid


Ook voor de jeugd is het belangrijk om te weten of hetgeen je verteld wordt echt is of fake.
In hoeverre een kind van 8 de verhalen kent die in dit boek behandeld worden, is de vraag. Daarom is dit een prima bewaarboek, om later nog eens na te kijken wat er allemaal in staat.


De vorm is speels, maar met heel veel informatie.
Ieder hoofdstuk begint met een tijdlijn. Zo zie je bij bijvoorbeeld bij het deel over piraten, dat die al in de tijd van de Romeinen sprake was van piraterij. De periode die het meest voorkomt in de spannende verhalen over piraten begint in 1650.  En: jawel, ook de moderne piraterij staat er in!
Sinds het begin van deze eeuw vallen Somalische piraten tankers aan.

Dan volgt een lijstje met vijf weetjes, met de vraag of die echt of fake zijn. De antwoorden staan aan het eind van het hoofdstuk.


Droegen piraten een ooglapje om te wennen aan het donker?
Hadden piraten schatkaarten?


Daarna volgt de informatie, opgevrolijkt met grappige tekeningetjes.  Een aantal piraten doen mee aan een talentenjacht, en daarvoor krijgen ze opdrachten:


Wie heeft de beste gevechtstechniek?
Wie heeft de meeste manschappen?
Hoeveel schepen hebben ze gekaapt?


Daarna is er nog een stukje over een magische monstertour die je kan boeken (maar niet heus)


Op deze manier, maar natuurlijk heel anders komen de verhalen over Toetanchamon, de Griekse sportievelingen, de Vikingen, de Maya‘s, de Mongolen (Djengis Khan) en heksen aan de orde.
En zo belanden we in de modernere tijd: de negentiende eeuw met de uitvindingen, oorlogen en de ruimtevaart.
Die over de oorlogen is wel grappig al zijn de verhalen geen fake: maar wist je dat er oorlogen gevoerd zijn over whisky? Over emoe’s? Over gebak en over vogelpoep?


Humor ontbreekt dus niet, wat het erg leuk maakt om ook alle kennis tot je te nemen.

O ja, natuurlijk is er ook een stukje over UFO’s.
Zou dat echt zijn? Of toch fake?


Benjamin Goyvaerts is docent en schrijver. Samen met Jonas Goossenaerts, Laurent Poschet & Filip Vekemans heeft hij een podcast gemaakt: Geschiedenis voor herbeginners.

Ook Yasmina Faid is docent, samen willen ze geschiedenis voor kinderen leuk(er) maken.

Wendy Panders is illustrator en grafisch ontwerpster.


ISBN 9789401495981 | Hardcover | 252 pagina's | Uitgeverij Lannoo | januari 2024
Illustraties door Wendy Panders | Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 13 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Toen dinosaurussen de lucht in gingen
Jingmai O’Connor 


Het eerste hoofdstuk heet: Fascinerende vogels.
Dat zijn het. Kijk er maar eens goed naar: ze kunnen vliegen, rennen, dansen, zwemmen, klimmen en ze zijn slim. Bovendien er is een grote diversiteit aan vogels, er zijn wel 10.000 soorten!
Vervolgens wordt er verteld over de wetenschappers die ook van mening waren dat vogels zo bijzonder zijn en wilden weten hoe dat kwam.
En zij ontdekten dat vogels voortkomen (evolueerden) uit dinosaurussen!


De eerste dinosaurussen waar men overblijfselen van terug heeft gevonden werden verdeeld in twee groepen: de Orntithisia (zij hebben een vogelheup) en de Saurischia (met een hagedisheup).
De Saurischia werden weer onverdeeld in groepen waaronder de groep van de Therapoda: tweevoetige dino’s. De meeste daarvan waren vleeseters. Deze groep evolueerde in de loop van de eeuwen tot vliegende dinosaurussen en daar stammen dan weer onze vogels van af.
Dinosaurussen waren reptielen. Dus vogels zijn eigenlijk ook reptielen!


Hoe weten we dit allemaal?
Dat begon met Darwin, een natuuronderzoeker uit de negentiende eeuw, die het idee kreeg dat dieren evolueerden: ze pasten zich aan aan de omstandigheden waarin ze leefden.
Zo ontstonden in de loop van de eeuwen nieuwe soorten, die terug te brengen zijn tot een en dezelfde voorvader.


Overal ter wereld zijn fossielen (versteende overblijfselen, braakballen, maaginhoud) teruggevonden: in China heel veel, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika. En in Europa, bijvoorbeeld Midden Spanje, zelfs in Nederland. Met behulp van die vondsten werd  vastgesteld hoe een dino een vogel werd; hoe dino’s er uit gezien hebben, waar ze leefden, en ook over de invloed van de verschillende massale uitstervingen.
Natuurlijk moeten onderzoekers een slag om de arm houden. Je leest dus vaak: ‘We denken dat’, het is (nog) onbekend ‘, ‘Het moet er geweest zijn, maar we hebben het nog niet gevonden’ en meer van dat soort opmerkingen.
En al is er de afgelopen decennia ontzettend veel ontdekt, het laatste woord is nog lang niet gezegd!


Intussen kun je in dit boek lezen wat er al wel bekend is en wat verondersteld wordt. In kaders krijg je de informatie, met heel veel afbeeldingen erbij.
Soorten uit de verschillende perioden, welke dieren al eerder verdwenen. Dat kan op heel diverse manieren gebeurd zijn, het bekendste is de meteoriet die wel 10 tot 14 KILO-meter groot was, waardoor alles veranderde: wekenlang viel er zure regen, er was een enorme tsunami, maandenlang kwam er geen zonlicht op de aardbol, en oceanen werden onleefbaar. Toch hebben bepaalde dieren het overleefd, en zij evolueerden opnieuw tot nieuwe soorten.


Maar ook daarna verdwenen er soorten, en hier komt toch een waarschuwing om de hoek kijken: wij, de mens, zijn zelf vaak de oorzaak van het verdwijnen van soorten.
En zo sluit het boek af met een hoofdstuk waarin we opgeroepen worden om zuiniger te zijn op onze planeet. Geen overconsumptie, geen gebruik van gif, niet jagen op dieren, en nog meer. Dan nog een index, om handig te kunnen opzoeken.
Een prachtig boek, met heel veel informatie. Mooie afbeeldingen, en goede indeling. Moeilijke terminologie wordt duidelijk uitgelegd.


Jingmai Kathleen O'Connor (Los Angeles) is een paleontoloog en werkt als curator bij het Field Museum.


ISBN 9789047715214 | Hardcover | 64 pagina's | NUR 223 | Uitgeverij Lemniscaat | december 2023
Vertaald uit het Engels door Ezra van Wilgenburg | Illustraties van Maria Brzozowska | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo,  12 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het boek van het leven
Over bolle buiken, bonenbaby's en kraamfeesten
Illustraties: Sassafras de Bruyn
Tekst: Floortje Zwigtman


Het is Floortje Zwigtman wel toevertrouwd om bijzondere onderwerpen op haar eigen manier te brengen. Na het fantastische boek over Sinterklaas waarin echt alles over hem besproken werd, kreeg ik Het boek van het leven in mijn bezit. Opnieuw raak je in de ban van de schrijfstijl en de verhalen die Zwigtman over dit onderwerp vertelt.

Het boek begint met een volksverhaal over een vrouw die graag kinderen wilde hebben. Ze had in haar gebeden al zo vaak aan Maria gevraagd om haar te zegenen met een kind, maar helaas haar buik bleef leeg. Nu gaat ze iets doen wat niemand mag weten. Midden in de nacht rent ze stiekem naar de Moedersteen, daar moet ze een nacht op doorbrengen en dan zal ze zeker een kind krijgen. En daar ligt ze dan, hoopvol en bang tegelijk. En als ze ochtend wordt, weet ze dat ze dit keer eindelijk het zo gewenste kindje zal krijgen.
Prachtig verhaal natuurlijk.
Doorheen het boek kunnen we meer van dit soort volksverhalen lezen, ze zijn stuk voor stuk bijzonder en ook wel indrukwekkend.


Het volgende hoofdstuk heet "Het begin van jou bestaan". Daarin wordt verteld over het wonder van de zaadcellen en eicel die uiteindelijk de kiem vormen van een nieuw mensje.
De afbeeldingen daarbij zijn hilarische te noemen. We zien bijvoorbeeld een dikke ronde eicel, met lang haar en rode wangen, die een luikje in haar buik open doet om de zaadcel binnen te laten. Ze lacht.

Ook vertelt Floortje over het waarom van al het gepronk van manlijke dieren door middel van bijvoorbeeld kleurige veren, een groot gewei of bijzondere geluiden, dat is omdat vrouwtjes heel kieskeurig zijn! Ze willen wel een gezonde, sterke man! Ook moet die man laten zien dat hij zorgzaam is en in staat is een gezin te onderhouden. Sommige dieren geven zelfs cadeautjes! Sasafras de Bruyn heeft ook hier weer enorm grappige tekeningen bij gemaakt, je zit steeds te lachen als je ze ziet.

Alle mythes over waar de kinderen vandaan komen worden ook verteld, maar ook waarom ze op die manier aan anderen/kinderen gebracht worden.

Geweldig is ook het verhaal over een zwangere vrouw die onder invloed van haar hormonen trek had in de gekste dingen. En het gezegde is, geef een zwangere vrouw wat ze wil hebben, ze heeft het dan nodig. Maar deze vrouw wilde in de arm van de bakker bijten! Of ze haar zin krijgt?

En zo lezen we over het hele traject van zaadje en eicel, de zwangerschap, tot de uiteindelijke bevalling met o.a. de vele manieren waarop er in de wereld bevallen wordt.
Het is een van de leukste 'voorlichtingsboeken' die ik ooit gelezen heb. En ook al leest het mede door de afbeeldingen heel makkelijk weg, toch leer je enorm veel over het hele traject tijdens de zwangerschap en alle verhalen die er omheen bestaan.
Grote aanrader.


Floortje Zwigtman (1974) debuteerde in 2001 met Spelregels, een jaar later volgde het spraakmakende Wolfsroedel. Haar passie voor negentiende-eeuws Londen kon ze kwijt in de trilogie Een groene bloem, waarvoor ze een aantal jaren onderzoek deed. Zwigtman ontving voor haar boeken vele prijzen, waaronder de Gouden Uil en de Gouden Zoen.


ISBN 9789401452694 | Hardcover | 176 pagina's | Lannoo | 4 maart 2019
Afmeting 23,8 x 29 cm | Leeftijd 12+

© Dettie, 29 december 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het dierendoodboek
Tekst en illustraties: Stern Nijland


De dood, niet echt een onderwerp waar je het graag over hebt. Zeker niet met kinderen.
Maar het is wel een onderdeel van het leven, en als je dit boek gelezen hebt, weet je hoe fascinerend de wereld van de dood is.


In het dierenrijk is ieders dood een ander zijn brood (niet alleen in de dierenwereld, maar dat terzijde). De natuur is een kringloop. Een ecosysteem. Eten of gegeten worden.
Maar er is meer: in dit boek komen aspecten aan de orde als schijndood, rouw, kannibalisme en zelfopoffering.


Eerst is er een inleiding, waarin vermeld wordt hoe de mens het evenwicht vaak verstoort. Als je de mens ziet als onderdeel van het ecosysteem is het normaal dat ook hij meedoet met het eten en gegeten worden. Maar we spelen vals. Dieren opzetten voor in een museum? Op dieren jagen voor hun huid of hoorns? In de veeteelt gaat het niet eerlijk, en wat te denken van dolfijnen en schildpadden die omkomen in de netten van vissers?

Niet dat dieren altijd zo aardig zijn voor elkaar:

  - Kakkerlakken eten alles, ook elkaar. Niet als aaseter overigens. Die zijn er ook om kadavers op te ruimen.
  - Bijen vormen een zwerm om een hoornaarsnest om die te doden. Ze zorgen ervoor dat de temperatuur stijgt en daar kan de hoornaar niet tegen.
  - Bij een aantal diersoorten moet het mannetje zichzelf opofferen om het vrouwtje te kunnen bevruchten.
  - Een zalm sterft vaak van uitputting als de eitjes eenmaal gelegd en bevrucht zijn.
  - Een koekoek eet de eieren op van het vogeltje in wiens nest ze zelf haar ei legt.


Dit, maar zo ontzettend veel meer kun je lezen in dit prachtige boek.
Heel fijn is dat het boek begint met een inhoudsopgave: meteen is duidelijk waar je moet zoeken.
Binnen de hoofdstukken, die gesierd worden met fraaie tekeningen, natuurgetrouw, vind je ook kleinere informatiekadertjes. En achterin nog een woordenlijst.
Een heel fijn boek, en niet alleen voor kinderen!


Stern Nijland (1967) studeerde illustratie aan de kunstacademie Minerva Ze heeft voor de klas gestaan maar is prentenboeken gaan maken. Ze maakt veel grafisch werk zoals linosnedes,
samen met Linda de Haan, maar ook pentekeningen en gedetailleerde tekeningen van dieren en natuur.
Voor haar eerste boek - Mevrouw Dientje en het leverworstmysterie - won Stern een Zilveren Griffel.


ISBN 9789047715887 | Hardcover| 87 pagina’s | Uitgeverij Lemniscaat| januari 2024 |
Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 18 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Landkaarten voor pinguïns
en andere reizende dieren

Illustraties: Hui Skipp
Tekst: Tracey Turner


Wat een fantastisch idee om landkaarten te maken voor dieren!


Nu is dat natuurlijk helemaal niet nodig, dieren die rondreizen weten maar al te goed waar ze heen willen en hoe ze moeten komen… Dus eigenlijk zijn de kaarten gemaakt om ons te laten zien hoe ze dat doen. Dat dieren dat kunnen en ondernemen, dat is wonderbaarlijk!


Ze hebben geen kaarten nodig dus, maar ook geen gps, geen kompas, helemaal niets. Hoe ze er dan toch in slagen? En kijk: de natuur heeft daar goede hulpmiddelen voor gemaakt: de zon, maan en sterren wijzen de weg. Er zijn magnetische velden die wij mensen niet voelen en voor de dieren die hun reis in het water maken zijn er de stromingen van de oceaan.
En natuurlijk kunnen ze veel beter zien en ruiken.


Waarom doen ze dat eigenlijk? Hoe lang doen ze er over? Doen alle dieren dat?
Is het niet gevaarlijk? Komen ze allemaal wel weer thuis?

De antwoorden op die vragen – en nog veel meer - vind je in dit boek.
Er worden verschillende dieren besproken, bijvoorbeeld:


De keizerspinguïn
De monarchvlinder
De Bengaalse tijger
De boerenzwaluw
De honingbij en nog meer

Misschien vraag je je nu af: een bij? Maakt die wereldreizen?
Nee. Maar voor zo'n beestje als de bij is de afstand die zij vliegend afleggen een hele reis. Zij kunnen tot 4,5 kilometer ver vliegen om nectar en stuifmeel te vinden. Ze vliegen van april tot oktober, iedere dag weer.


Een bultrug kan natuurlijk veel verder reizen dan een klein insect, hij/zij maakt ieder jaar opnieuw een reis van zo’n 5.000 kilometer. Ze zwemmen in vijf weken van Alaska naar Hawaï.
In Alaska is volop voedsel, zo zorgen ze er voor dat ze de reis aan kunnen, want ze moeten naar Hawaï om te paren. Dan blijft een zwanger vrouwtje een jaar in het Zuiden, om als haar jong geboren is samen naar Alaska te zwemmen.

Dit zijn al twee verhalen over bijzondere reizen van dieren, je treft er dus nog meer aan in dit boek. Verbaas en verwonder je!
De hoofdstukjes beginnen met een kaart waarop de route aangegeven wordt en informatie over de reis. Dan volgen twee pagina’s met nog meer informatie.

Bij de honingbij lees je bijvoorbeeld dat er één koningin is die alle eitjes legt. En bij de bultrug wordt verteld dat zij urenlang kunnen zingen. Waarom is niet bekend.
Er is een overzichtelijke indeling, in een mooie vormgeving en natuurlijk prachtige illustraties.
Achterin vind je nog een woordenlijst en een register.

Tracey Turner schreef al meer dan zeventig boeken, vooral voor kinderen, over de meest uiteenlopende onderwerpen, van het universum en beroemde schrijvers tot scheldwoorden en dodelijke gevaren.

Hui Skipp (Taiwan) studeerde beeldhouwen en beeldende kunst. Hui reisde de hele wereld over en woonde in Londen, Taipei, Parijs en Lissabon. Die laatste stad is haar lievelingsplek – de kleuren ervan beïnvloeden haar werk.


ISBN 9789047715689 | Hardcover | 48 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | februari 2024
Vertaald uit het Engels door Steven Blaas | Afmetingen: 25.3 x 29.2 cm | Leeftijd  vanaf 8 jaar

© Marjo, 8 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Een octopus heeft nul botten
Anne Richardson


Getallen. Voor sommige mensen onbegrijpelijke abstracte eenheden.


Wat is er dan mooier dan een boek waarin vanaf het allereerste getal precies verteld wordt wat het betekent? Een octopus heeft NUL botten. In de Dry Valleys op Antarctica valt NUL regen of sneeuw. NUL is helemaal niets. Maar als getal is NUL veel meer. Zet het maar eens achter een ander getal!

Dan EEN… er is maar EEN zon. We hebben EEN hart.

De NUL en de EEN samen vormen de TIEN. Tien vingers, tien tenen.
Dat begrijpen we allemaal.
Maar langzaam wordt het ingewikkelder.


En dan is het mooie dat het allemaal heel inzichtelijk wordt verteld en uitgebeeld.


Het getal VIER:
Je hart heeft VIER kamers. Op de bij behorende tekening zie je een hart met dus vier kamers. Grappig: je ziet kamers waar iemand in woont!
Op de volgende bladzijde zie je een sprinkhaan getekend, die heeft namelijk VIER vleugels.
Eerst zie je hem met dichtgevouwen vleugels, en dan op de volgende tekening zijn ze uitgevouwen.
Met de VIER wordt 40.000 gemaakt.
Wat moet je je nu daarbij voorstellen?


In een korte roman zitten veertigduizend woorden…
Je ademt veertigduizend keer per dag…
In een zak rijst zitten om en nabij veertigduizend korrels.


En zo gaat het verder tot en met de NEGEN.


Al deze informatie zal vast leiden tot een beter begrip van getallen. Tegelijk zal er verbazing zijn.
Er worden best moeilijke woorden gebruikt in dit boek dat bedoeld is voor kinderen tot 6 jaar, waarbij er niet altijd uitleg is. Bij een gitaar heeft men het over ‘frets’. Huh?
En wat zuur of basisch is, dat weet een kind waarschijnlijk ook niet.


Maar voor een allereerst begrip is het een prima boek en de afbeeldingen zijn mooi. Antinori heeft primaire kleuren gebruikt bij zijn zeer verduidelijkende tekeningen.


Anne Richardson is senior director van Global Collaborations in San Francisco. Dit is haar eerste kinderboek.
Andrea Antonori woont in Bologna. Zijn werk is meermalen bekroond.


ISBN 9789021485249 | Hardcover | 80 pagina's | Uitgeverij Volt | januari 2024
Illustraties van Andrea Antinori | Vertaald uit het Engels door Diederik Jekel | Leeftijd vanaf 6 jaar

© Marjo, 25 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De ijsreis van de ijsbeer
Serie: Red de wereld
Martin Jenkins


Als we het boek opendoen zijn we op de Noord[pool. Met een ijsbeerdame wandelen we over het ijs.
Dat het koud is., daar heeft de ijsbeer geen last van. Van honger wel, dus ze gaat op zoek.
Zijn er misschien lekkere sneeuwganseieren? Of misschien krijgt ze wel een gans te pakken?
Gelukkig vindt ze iets anders en ze eet haar buikje vol.
Dan wordt het tijd om een plek te zoeken waar ze de winter door kan brengen.
Ze graaft een hol in de sneeuw. En slaapt.


Een keer wordt ze wakker omdat het warm is, maar dat is loos alarm, het vriest al snel weer. Gelukkig kan ze weer verder slapen.
Tot ze de tweede keer wakker wordt: dan is het tijd dat haar baby’s geboren worden.
Twee leuke witte welpjes, die nog afhankelijk zijn van hun moeder. Ze zorgt goed voor ze. Wel twee jaar.
Haar dochter zal zelf kleintjes kunnen krijgen als ze twee jaar oud is. Haar zoon is pas volgroeid in zijn vierde jaar.


Nu maar hopen dat ze blijven leven, want het gaat niet zo best op de Noordpool!
De ijsbeerfamilie moet er al mee om gaan: er is veel minder ijs.  De temperaturen stijgen, het wordt steeds moeilijker. Nu redden ze zich nog, maar zal dat zo blijven?


Alweer die ijsbeer, die als voorbeeld dient om de boodschap over te brengen dat de noordpool ernstig bedreigd wordt blijft. Dat blijft ook reuze belangrijk. En het is waar dat ijsberen een hoog schattigheidsgehalte hebben, dus waarschijnlijk werkt het nog steeds.
Achterin het boek wordt uitgelegd wat er fout gaat - de opwarming - en wat wij zelf kunnen doen om er voor te zorgen dat het niet erger wordt.


Eerder schreef Nicola Davies twee boeken in deze serie, over giraffen en pinguïns. Nu is het de beurt aan Martin Jenkins. Hij studeerde biologie aan Cambridge University en werkte voor onder meer de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds.

ISBN 9789047715764| Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | december 2023
Vertaald uit het Engels door Steven Blaas| afmeting 26.6 x 29.7 cm| Illustraties van Lou Baker Smith | Leeftijd vanaf 6 jaar

© Marjo,  15 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ben ik raar?
Illustraties: Nannie Oomen
Tekst: Jolanda Striegel


Langzamerhand begint er meer bekend te worden over hoogsensiviteit bij kinderen ofwel prikkelgevoelige kinderen.
Zij reageren anders dan kinderen die niet hoogsensitief zijn. Ze hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om iets te verwerken of moeten zich soms even terugtrekken omdat het te druk om hen heen is. Ook voelen ze haarfijn aan dat een ander kind minder goed in zijn vel zit of pijn heeft.
Hoogsensitieve personen (HSP) lijken daardoor soms in anderen hun ogen een beetje raar omdat zij dingen zien en ervaren die een ander niet voelt of ziet.

De schrijfster van dit boek ontdekte dat haar zoon een hooggevoelig kind is en omdat ze zelf leerkracht is ontdekte ze dat steeds meer kinderen prikkelgevoelig zijn, Ze vindt het belangrijk dat andere kinderen (en ouders en leerkrachten) weten dat het helemaal niet raar is en daarom besloot ze, samen met Nannie Oomen dit boek te schrijven.

Het boek begint heel eenvoudig met een opmerking wat iemand allemaal ziet. Op de volgende bladzijde zien we een meisje met haar ogen dicht, met daarbij de tekst
"Ik zie te veel... handen voor mijn ogen!


Ben ik...
Raar?
Nee!
ik mag er zijn.


Daarna stappen we over op allerlei geluiden, maar ook hier is er teveel van, maar...


Ben ik...
Raar?
Nee!
ik mag er zijn.


Ruiken, proeven, voelen... Alles is zo intens, alles is veel en vaak té veel. Maar is diegene dan raar? Nee!
Al deze kinderen die alles zo diep ervaren zijn helemaal oké!
En dat is ook de mooie boodschap van dit boek.


Achterin het boek staat nog een korte toelichting van de schrijfster en eveneens wordt vermeld dat Nannie Oomen ook een HSP is, daardoor zijn haar warmgekleurde afbeeldingen vast zo treffend geworden!
Wat zou het fijn zijn als dit boek in een groep of klas wordt voorgelezen, zodat andere kinderen leren begrijpen dat anders reageren helemaal niet raar is.
De een is nu eenmaal zo en de andere is weer anders. Maar alles is helemaal goed.


ISBN 9789493345089 | NUR 200| Hardcover | 30 pagina's | Paris Books | 13 december 2023
Afmeting 21,5 x 14,0 cm | Leeftijd 5+ (In feite alle leeftijden)

© Dettie, 4 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER