Het huis van Dantès
A.G. del Prado
‘Er was een tijd geweest waarin hij meende precies te weten wie hij was. ‘
Tot voor kort woonde Reinout bij Carmen, maar de relatie hield geen stand. Nu woont hij in een oud appartement. Dat niet helemaal leeg was:
‘Het had de inrichting van een woning die werd bewoond door iemand die lak aan het leven had gekregen. Gordijnen in verschillende kleuren, scheef of helemaal losgeraakt in treurige hoopjes op de grond. Een ladekast zonder lades. Een grijze bank met verkleuringen als levervlekken. Een rond hoogpolig tapijt in een wanstaltige, pisgele kleur. Verder was de vloer kaal.’
Hij mag er wonen terwijl hij het appartement opknapt. Het is van de hoteleigenaar, in wiens dienst hij is. als klusjesman. Hij vindt het leuk om dingen te repareren. Dat doet hij ook met spullen die hij langs de kant van de weg vindt. Carmen vond het vreselijk dat hij steeds maar weer met van alles aan kwam zetten.
Nu hoeft hij zich niet meer druk te maken over haar reactie en hij neemt een ladekastje mee, dat in een berg grof huisvuil stond. Er verschoof iets in het kastje, en als hij eenmaal het slot open heeft gekregen vindt hij een boek ‘De gids tot Parijs’.
En in dat boek zit een envelop, met een adres in Parijs, de namen van de afzender en de geadresseerde en een gevouwen papier dat een aquarel blijkt te zijn, met een tekst die hem intrigeert. ‘Ce que je sais c’ est que je t’aime’.
Als de hoteleigenaar praat over modernisering - weg met die ouwe troep – bekruipt Reinout het verlangen om naar Parijs te gaan. Een mooie oude stad, weet hij. En wie houdt hem tegen!?
Bij de zoektocht naar Johan en Michelle krijgt hij hulp van een oude boekenhandelaar.
In diens stalletje vindt hij een exemplaar van zijn geliefde boek: Alexandre Dumas - De graaf van Monte-Cristo, dat de handelaar hem voor veel geld verkoopt. In het gesprek dat volgt noemt de man hem monsieur Dantès.
En zo wordt Reinout een ander. Hij verandert zijn uiterlijk, maakt op zijn nieuwe schoenen lange wandelingen en voert haast filosofische gesprekken met de boekhandelaar.
Als hij zijn zoektocht naar Michelle en Johan voortzet, is hij soms Reinout soms Dantès, al naargelang hetgeen er op zijn pad komt. Het pad leidt naar zichzelf. En jawel, naar de liefde.
‘En, dacht hij, als je je nou voorstelde dat alle mensenlevens boeken waren, verzameld in een soort kosmische bibliotheek, dan zou het vragen naar het leven van een onbekende gelijk kunnen staan aan het willekeurig uitzoeken van een boek. En met het lezen daarvan zou het bestaan van dat boek gerechtvaardigd zijn, of dubbel gerechtvaardigd. Eén keer door het leven en nog eens door de lezer.’
Alex del Prado (Almere, 1992) is van beroep klusjesman in een hotel en heeft net als zijn hoofdpersoon het gevoel voor detail en de liefde voor wat oud en kapot is. Zijn debuut getuigt daarvan en vertelt bovendien een intrigerend liefdesverhaal.
ISBN 9789492241795 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Magonia | maart 2025
© Marjo, 10 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De man die achteromkeek
Verhalen uit Gaza
Amer Almassri
In de zomer van 2023 startte het project 'Stemmen uit Gaza'. 'Het plan was om vijf jaar lang ieder jaar een literair werk uit Gaza in Nederlandse vertaling te publiceren.' Schoonheid als daad van verzet was het motto.
Helaas in oktober brak de oorlog uit. Toch verscheen 6 maanden later de roman 'Een tuin voor verloren benen' ondanks het gebrek aan contact tussen schrijver en vertaler. Maar hoe verder? Konden ze wel doorgaan?
De literaire adviseurs wilden juist wèl verder gaan. 'Door dit project kunnen we onze stem laten horen, het geeft ons een reden om te leven. [...] Dit hebben we nodig om ons tenminste nog mens te voelen.'
Vandaar dat nu De man die achteromkeek verschenen is.
Het boek gaat, op het eerste verhaal na, niet over de oorlog in Gaza. Maar je voelt wel de constante dreiging in het verstoorde leven dat de Gazanen leiden.
Vooral het onderhuidse verdriet van de Gazanen over hun afgenomen land en familie die ze niet meer kunnen bezoeken is altijd op de achtergrond aanwezig.
Het eerste verhaal 'Verjaardag in een schuilkelder' geeft weer hoe mensenlevens letterlijk in één klap volledig kunnen veranderen. Zo woon je nog met je gezin en ouders in een prettig huis en ben je tevreden met wat je hebt.
'Wie de moed had om door het raam naar binnen te gluren (en dat was elleszins aan te bevelen), zou de familie rond de televisie zien zitten als een boeket rozen, aangeboden aan een jonge dame.'
Om even later te ervaren dat alles 'veranderde in een hoop herinneringen en leed'. Het verhaal is schrijnend en laat zien hoe bizar een oorlog kan zijn. De tegenstelling tussen het wel en niet overleven van een raketaanval maakt van alles een vraagteken. Waarom zij wel en de ander niet?
Een verhaal dat je nog lang bijblijft.
Dat je tot ziens zegt en niet op reis gaat is de titel van een ander indrukwekkend relaas over Zainab die uitgehuwelijkt wordt. Haar moeder spreekt haar steeds moed in. Je gaat wel van hem houden, zegt ze, maar dat gebeurt niet. Haar man is een beest, maar ze moet blijven van haar moeder. De liefde komt vanzelf wel... Zorg maar voor veel kinderen, dan komt het wel goed... Je moet je opofferen voor je kinderen is de volgende 'wijze' raad. Op een dag is het echter genoeg, Zainab neemt een besluit, maar kan het nog wel?
Opnieuw een indringend en indrukwekkend verhaal.
Prachtig is ook De oren van vrouwen in Istanbul. Alleen de titel roept al nieuwsgierigheid op. En dan komt er ook nog een zin als deze:
'Mijn leven lang had ik nog nooit iets anders gezien dan de grote oorbellen van mijn grootmoeder, en haar oren die leken op megafoons van de omroepwagens die soms door onze straat reden.'
Omdat de vrouwen in Gaza hun oren bedekt hadden, waren de oren van zijn grootmoeder de enige vrouwenoren die de verteller ooit gezien had. En dan gaat hij naar het buitenland, een land vol blote vrouwenoren! Hoe bizar is dat!
En zo zijn er meer verhalen die allemaal een samenhang hebben maar wel op zichzelf staan.
De taal die Amer Almassri gebruikt is subtiel, soms mysterieus maar vooral erg aansprekend en zorgvuldig.
Prachtige bundel dat je laat uitkijken naar de volgende 'Stem uit Gaza'.
ISBN 9789493397125 | Paperback met flappen | 120 pagina's | Uitg. Jurgen Maas & HopeFoundation | 20 juni 2025
Vertaald door Djúke Poppinga
© Dettie, 10 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Wie ik ben
Levi Jacobs
Levi, de dertigjarige ik-figuur, besluit hulp te zoeken vanwege een onoverkoombaar gevoel van eenzaamheid. Na enkele vervelende voorvallen dreigt zijn leven uit de hand te lopen.
Hij vertelt het tegen zijn moeder, en zijn vader hoort dat.
Hij stelt zijn zoon voor om samen naar Edinburgh te gaan. Naar een theaterfestival. Het verbaast Levi, het contact tussen hen was nooit denderend. Zijn vader was er nooit echt. Of hij was aan het werk als huisarts of hij was verdiept in een boek.
Levi’s ouders waren gescheiden, maar zijn vader kwam na tien jaar terug. Is hij veranderd?
Levi accepteert, en ze vertrekken. Maar eigenlijk weet hij niet goed wat hij er mee aan moet.
Hij wacht het maar af.
In de tussentijd overdenkt hij zijn leven. Hij is advocaat, maar wegens wangedrag tijdelijk geschorst. Hij wil een ander leven, schrijver worden. Of toch er een eind aan maken?
Hoe was zijn jeugd? Hij heeft een negen jaar oudere broer, Raf, en een zus, Naomi, die 13 jaar ouder is. Zij wil geen contact met haar familie.
In zijn vaders familie komt depressiviteit voor. Als ze in Edinburgh zijn krijgt zijn vader een telefoontje dat een broer een zelfmoordpoging heeft gedaan.
Zijn moeder is Joods, zijn vader katholiek, beiden niet praktiserend, al kan zijn moeder, dochter van Holocaustoverlevenden, soms ineens een Joods gebruik uit de kast halen. Ze heeft een Davidster aan een kettinkje om haar nek hangen.
Levi doet een poging om het Jodendom te begrijpen, maar geeft het op:
'Ik sloot mijn ogen en hoopte opgenomen te worden. Maar de bank was hard, het Hebreeuws onbegrijpelijk, de Nederlandse vertaling evenzo. Ik was hier als toeschouwer, een nuttige toeschouwer.’
Net als zijn vader moeite had met relaties, heeft Levi dat ook.
Hij had een relatie met Noor, maar heeft haar verlaten, voor de jongere maar nogal vrijgevochten Victoria. Hij weet eigenlijk niet of hij nu wel of niet een relatie heeft, maar de seks is goed.
Levi is zoekende, wie is hij? Kan hij een eigen weg vinden, met zo’n rommelige achtergrond?
Komen Levi en zijn vader dichter bij elkaar tijdens de reis?
Je zou zeggen dat het een zwaar verhaal is, maar dat valt wel mee. De toon is vrij neutraal.
Omdat het autobiografisch is, ben je wel benieuwd wat het tweede verhaal gaat worden. Vindt Levi zijn weg? En de liefde, waarnaar hij ook op zoek is?
Levi Jacobs (1992) werkte tot recent als advocaat. Hij studeerde rechtsgeleerdheid en wijsbegeerte aan de UvA. Jacobs is hoofdredacteur van literair tijdschrift Liter. Wie ik ben (2025) is een verhaal waarin hij zijn ouders, het verleden en zichzelf niet ontziet. De roman is gebaseerd op Jacobs’ jeugd en leven.
ISBN 9789025474423 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | april 2025
© Marjo, 7 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Twist
Column McCann
‘Wij zijn allemaal brokstukken na de botsing.
Onze levens, zelfs de ongebroken levens, stuiteren over de zeebodem. Een tijdlang strijken we misschien zachtjes langs elkaar heen, maar uiteindelijk, en onvermijdelijk, raken we elkaar en spatten we uiteen.’
De ik-verteller, Anthony Fennell, probeert te reconstrueren wat er allemaal precies gebeurd is:
Hij is een Ierse journalist die er maar niet in slaagt succes te krijgen met zijn romans en toneelstukken. Maar er moet brood op de plank, dus grijpt hij het aanbod om een artikel te schrijven over de Georges Lecointe, een kabelreparatieschip, met beide handen aan. Een paar weken aan boord, artikel schrijven en weer terug naar Dublin…
Het repareren van kabelbreuken is iets waar mensen nauwelijks iets van weten. Ze beseffen ook niet dat bijna alle intercontinentale informatie overgebracht wordt via kwetsbare dunne buisjes die in kabels op de zeebodem liggen. ‘De cloud’, dat is niet in de lucht, dat is diep onder water.
De Georges Lecointe lag in Kaapstad voor anker. De opdrachtgever regelt een interview met John Conway, de chef de mission. Conway is niet erg enthousiast, maar werkt wel mee, al probeert hij Fennell eerst op een ander schip aan te laten monsteren.
Die houdt vast: hij wil graag een keer mee op de Georges Lepointe, een ‘run’ meemaken, de reparatiewerkzaamheden die uitgevoerd worden.
Conway vertelt dat zijn partner en kinderen op het punt staan om naar Londen te vliegen, voor werk. Volgens Conway is zij veel interessanter om over te schrijven. Ze is actrice en actievoerder, ze strijdt tegen milieuvervuiling. Dat gaat ze ook doen in Bristol, waar een persoonlijke aanval op haar gepleegd wordt.
En dan wordt er een kabelbreuk gemeld, voor de kust van Congo. Het is een flinke beschadiging.
Fennell is met Conway mee, en volgt het proces. En hij probeert contact te krijgen met Conway, maar die blijft op afstand.
‘Alles wordt gefixt,’ zei hij (Conway), ‘maar wij blijven allemaal kapot.’
‘Later leerde ik nooit te vergeten wat hij had gezegd en hoe hij het had gezegd: er lag een voornemen in, en ook een verlies zoals ik vermoedelijk nooit meer zal horen.’
Het is niet sec het verhaal over de reparatie van een kabel. Er speelt zoveel meer, naast nog de verdwijning van Conway. Wie is die man?
Het gaat over de vervuiling van de diepzee, over milieuactivisten, over menselijke verhoudingen en communicatie in meerdere vormen.
Een roman met vele lagen, in een mooie en enigszins geheimzinnige vorm gegoten.
Colum McCann werkte als verslaggever, maar wilde schrijven. Hij vertrok uit Ierland naar de Verenigde Staten. Hij had verschillende banen, zo werkte hij in Massachusetts als taxichauffeur, in Detroit als portier in een hotel.
ISBN 9789463362269 | Hardcover | 300 pagina's | Uitgeverij De Harmonie | maart 2025
Vertaald uit het Engels door Karina van Santen
© Marjo, 6 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vriend van verdienste
Thomas Roosenboom
De zestienjarige Theo Altink woont alleen met zijn vader, die een café runt, en niet veel tijd heeft om naar zijn zoon om te kijken. Bovendien rouwt hij nog om zijn overleden vrouw en moet hij ook zijn oudste zoon missen die in een opvoedingsgesticht zit.
Eenzaam als hij is probeert Theo een kraai te temmen. Het kost moeite, maar Rokko zal hem na een tijd beschouwen als zijn ’baas’. Dan hoeft Theo niet meer met gif te jagen – hij wil dieren opzetten – maar kan Rokko inschakelen. Het lukt wonderwel, al snel kent men hem als de jongen met de kraai.
Theo doet het huishouden, hij wil zijn vader graag tevreden stellen, des te vreemder is het dat hij toch ingaat op de ‘foute’ ideeën van zijn vriend Freddy. (Later zal hij stellen dat zijn vrienden misbruik hebben gemaakt van zijn achtergrond waardoor hij kwetsbaar is).
Via Freddie ontmoet hij de broers Otto en Pieter van Hal, rijkeluiskindjes. Theo kijkt enorm op tegen de oudere Otto, die zal gaan studeren. Freddie haalt hem over drank en lekkers te stelen voor het feestje dat de broers geven, want dan zullen ze hem wel accepteren. Een brommer jatten op verzoek doet hij ook.
Otto schakelt Theo in om een sextant te stelen, en Theo weet dat feit in te zetten om zich in Otto’s leven binnen te werken. De diefstal van de brommer echter wordt hem fataal: hij moet op de vlucht voor de politie, en weet Pieter over te halen hem te verbergen in hun landhuis.
Als hij daar eenmaal zit, in een torenkamer, moet hij zorgen dat niemand hem hoort of ziet. De omstandigheden zijn verre van ideaal, en toch blijft hij, nog steeds hopend en vlassend op de vriendschap van Otto.
Maar Otto heeft daar helemaal geen zin in. Hij wil dat Theo vertrekt. Dat gebeurt niet, en de weken verstrijken. Als Rokko Theo vindt in zijn geheime onderkomen, is Otto bang dat hij ontdekt zal worden. Er is geen enkele verklaring voor deze situatie.
Het loopt danig uit de hand, de climax komt als de familie van Hal op vakantie gaat.
Er moet een beslissing genomen worden.
Vrijwel gedurende het hele boek wordt verteld vanuit de zestienjarige jongen. Meestal vanuit het nu, maar er zijn ook flashbacks, die nauwelijks het gedrag van de jongen verklaren.
Theo heeft een eigenaardig karakter, hij weet de gebeurtenissen steeds zo te draaien dat hij tevreden is met de uitkomst daarvan. Hij trekt conclusies waarvan je als lezer weet dat ze waarschijnlijk niet kloppen. Het maakt Theo niet uit, hij wikt en beschikt en blijft geloven in een goede afloop.
De enkele keer dat er verteld wordt vanuit een van de anderen, Freddie of Otto, weet je als lezer meer.
Het archaïsche woordgebruik van Roosenboom is ook in dit debuut (een heruitgave, het verscheen veertig jaar geleden) aanwezig: gonjezak; heumig; allengs; overhuifd.
Met mooie beeldende sfeerbeschrijvingen (vooral die over het temmen van de kraai!) wordt langzaam toegewerkt naar een onontkoombaar einde.
Een spannende psychologische roman, om te herkauwen…
Tot nu toe zijn er zeven drukken van Vriend van verdienste (1985) van Thomas Rosenboom verschenen, de derde (1994) in de Salamanderreeks van uitgeverij Querido en de laatste in 2001. In de derde en in de laatste druk beslaat de roman 263 pagina's. Hij is verdeeld in twaalf hoofdstukken. De roman is geïnspireerd door een indertijd opzienbarende moordzaak in de gemeente Baarn. Er is in Vlaanderen een toneelstuk van het boek gemaakt en opgevoerd omstreeks 1996-1997.
Thomas Rosenboom (Doetinchem, 1956) studeerde psychologie en Nederlands. In 1983 debuteerde hij met de verhalenbundel De mensen thuis (1983); daarin staat ook het verhaal 'Bedenkingen', dat hij al het jaar daarvoor in De Revisor publiceerde. Al snel volgde de psychologische thriller Vriend van verdienste (1985), die direct na verschijnen in het Duits werd vertaald. Zijn grote doorbraak kwam met de imposante roman Gewassen vlees (1994), waarvoor hij de Libris Literatuur Prijs ontving. Hij had meer dan zeven jaar aan de roman gewerkt, en vijf werkjaren later publiceerde hij Publieke werken (1999) – en opnieuw won hij daar de Libris Literatuur Prijs mee.
ISBN 9789025314972 | Hardcover | 264 pagina's | Uitgeverij Querido | februari 2025
© Marjo, 4 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dat dorp lijkt nauwelijks bewoond. Kerk, theater en een hotel, niets is open.
De enkele mensen die Holm ontmoet hebben allemaal iets eigenaardigs. Wat ze gemeen hebben is dat ze hem graag verhalen vertellen. Vreemde verhalen.
Houden ze hem voor de gek? Geloven ze hun eigen vertelsels? Of is het gewoon allemaal waar?
En wat te denken van de geluiden en andere voorvallen in het huis? Holm hoort voetstappen. Geluiden van - misschien - houtworm? Muziek, van de overleden man, volgens Holm een organist?
En die papegaaien? De branden?
Maar ach, hij maakt er zich nauwelijks druk om. Hij heeft andere dingen aan zijn hoofd.
‘Holm berustte in de feiten. En stond op – niet glorieus soepel maar schandelijk stram, alsof zijn lichaam aan het oefenen was voor de rigor mortis.
Al stappen zettend drong het tot hem door dat zijn voeten pijn deden. Welaan, die moesten ook een keer aan de beurt komen, circus Morbus had zich weer verplaatst.’
Verval. Om hem heen in het dorp. In zijn eigen lichaam. Het gaat min of meer gelijk op en leidt tot een onafwendbaar einde, waar ook de ‘afleidingsmanoeuvres’ van de dorpsbewoners niets tegen kunnen doen.
Het verhaal vertelt niet zoals de meeste romans dat doen over de dagelijkse dingen. Er wordt niet gegeten, geen boodschappen gedaan, de dingen die een mens in leven houden, ze zullen wel gebeuren, maar er wordt niet over verteld. Wel over de stoelgang overigens, eveneens een associatief met verval.
Des te opvallender is het als hij plotseling naar een restaurant gaat! En er toch even later over een maaltijd thuis gesproken wordt. Betekent het dat hij van gedachten veranderd is? Niet langer richting einde?
Een kleine roman, waarin de hoofdfiguur de wereld vanuit hemzelf beziet. Weinig dialogen, veel beschouwingen, die nergens langdradig of saai worden. Drehmans bezigt geregeld ongebruikelijke woorden, die hun oorsprong vinden in het Latijn en Italiaans. Er zijn verwijzingen naar de Italiaanse cultuur, die als je er niet bekend mee bent, afleiden van het verhaal. Dat laten gebeuren zou jammer zijn, het is een mooi verhaal over rouw, over de man die zijn geliefde graag snel volgen wil, en dat op een heel eigen manier doet.
Peter Drehmanns (Roermond, 1960) is schrijver, dichter, literatuurrecensent en filmmaker.
Hij studeerde Italiaans en Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Utrecht en woonde daarna een tijdlang in Italië. Tussen 1992 en 2000 schreef hij recensies over Italiaanse literatuur in Vrij Nederland. In 1999 debuteerde hij als schrijver met de roman De blindganger. Vanaf dat jaar publiceerde hij in gestaag tempo literair werk bij verschillende uitgeverijen. Voor zijn gehele oeuvre won hij de Halewijnprijs 2015.
ISBN 9789492241771 | Hardcover | 172 pagina's | Uitgeverij Magonia | maart 2025
© Marjo, 4 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het huis met het blauwe dak
1. Juliette & Max-serie
Margareth Hillebrandt
De zeventigjarige Juliette zit een beetje weg te kwijnen in haar luxe penthouse. Haar partner is overleden, ze mist de reuring die hij als kunstenaar met zich meebracht.
Als haar oog op een advertentie valt, waarin men een verzorgingshuis aanprijst, gaat ze er kijken. Wat ze zag was een mooie ronde ruimte, waar het zonlicht vrolijk naar binnen scheen. Er was een bar, een koffieruimte en een grote ovale leestafel. Mooie schilderijen aan de muur, het leek er een chique boel. Precies wat ze zocht.
Maar, die dag waren de bewoners een dagje op stap, en nu ze dan alle schepen achter zich verbrand heeft en de zorgvilla binnenstapt als nieuwe bewoner schrikt ze zich het apezuur: de bewoners stralen bepaald geen levendigheid uit, het zijn allemaal oude mensen die duidelijk van alles mankeren. Ze had het kunnen weten, ook zij had immers een zorgindicatie nodig gehad om er te mogen wonen.
Dat heeft ze geregeld, ze zou niet goed kunnen lopen en heeft dan ook een rollator bij zich. Ze loopt nog als een kievit natuurlijk…
Ze heeft spijt als haren op het hoofd. Wat heeft ze gedaan?
En dan ontmoet ze een andere bewoner, die er al zo lang woont dat hij ook geen indicatie nodig had. Max is bepaald niet van gelijke stand, maar Juliette en hij kunnen het uitstekend met elkaar vinden. Als Juliette gewaagde plannetjes bedenkt, doet Max vrolijk mee.
Juliette kan goed toneelspelen, dat was haar beroep, maar toch valt ze net bij die ene persoon bij wie dat nièt had moeten gebeuren door de mand.
En dan herinnert Juliette zich haar oude droom, die ze heeft laten varen omdat het lastig uitvoerbaar zou zijn. Maar wie weet kan het nu toch?
Een bij wijlen hilarisch verhaal, met grappige scenes, en grappige observaties:
Als Max vertelt over zijn achtergrond in een armoedige situatie in Den Haag en hij vertelt over het grote gezin:
‘Bij zes vond zijn moeder het welletjes en omdat het in dit tijd nog niet gebruikelijk was om er ‘een knoop in te leggen’ zoals zijn moeder sterilisatie noemde, heeft ze zijn vader de toegang tot de poort ontzegd. Hij (=Max) had dat een keer opgevangen toen de buurvrouw weer eens tegen zijn moeder klaagde dat er niet nog een kind bij moest komen. Ze kon de drukte in haar huiskamer niet meer behappen tijdens de uitzendingen van Pipo de Clown.’
Maar er is ook een serieuze ondertoon:
‘Weet je Max. Eenzaamheid is een gigantisch beest dat op je leunt. Het werkt je tegen de grond, om je daarna in volledig hulpeloze toestand op te vreten en het zet je aan tot dingen waar je met je gezonde verstand geen seconde over zou nadenken.’
Margareth Hillebrandt (Lisse) volgde een vakopleiding. Ze begon als bedrijfsleidster, maar volgde al snel haar hart en maakte de overstap naar het theaterleven. Later gaf ze Nederlandse les in een asielzoekerscentrum, daarna werd ze studieadviseur voor HBO opleidingen, en vervolgens secretaresse van de raad van bestuur van een groot ziekenhuis.
Ook werkte ze nog in de ouderenzorg als projectmedewerker voor een aantal grote innovatieve projecten. Het is duidelijk waar ze haar inspiratie vandaan heelt!
Een extraatje: dat huis met het blauwe dak bestaat! Het staat langs de N44 tussen Wassenaar en Den Haag
ISBN 9789083520315 | Paperback | 306 pagina's | Uitgeverij Neckar | maart 2025
© Marjo, 1 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Eén grootse daad
Georgia Hunt
‘Ze zou de jongen kunnen dragen, maar dan gaan ze niet snel genoeg. Hij is te zwaar. Ze pakt hem bij de hand en ze rennen verder, proberen niet te vallen. Takjes kraken onder hun voeten op de ongelijke bodem.
’Sneller,’ spoort ze hem aan. ‘Rennen.’
De oorlog is een paar jaar bezig als bovenstaande scène zich voordoet. Lili is op de vlucht voor de Duitsers. Met Theo, nog maar drie jaar oud.
Lili is niet zijn moeder, dat is Esti. De twee vriendinnen zijn Joods, en beseffen al snel dat ze gevaar lopen. Esti is meestervervalser, ze zorgt voor nieuwe identiteitskaarten.
Lili’s vader die in Bologna woont besluit te vluchten naar Zwitserland.
Esti’s echtgenoot Niko vertrekt naar Griekenland, om zijn familie daar te beschermen.
De eerste confrontatie met de veranderende tijden is als Lili en Esti naar Rimini gaan, even er tussen uit. Maar ze zijn niet welkom in het hotel dat ze gereserveerd hadden. En overal verschijnen bordjes met Verboden voor Joden.
Het maakt Esti’s besluit om in het verzet te gaan, nog groter. Ze vraagt Lili om hulp bij de zorg voor haar zoontje. Als Niko vertrekt vraagt ze of zij met Theo in mag trekken bij Lili, dan heeft ze haar handen vrij.
Ze wil de groep Delasem gaan helpen. Die organisatie helpt Joodse vluchtelingen. Op het platteland zit een grote groep kinderen, wezen, van allerlei nationaliteiten. Zij moeten een veilige plek hebben.
Dat is in Nonantola. Esti, Lili – want die gaat mee! – en Theo vinden onderdak in een klooster.
Maar ook kloosters zijn niet veilig voor de Duitsers. Het gaat fout. Esti raakt gewond, en er is maar één uitweg: Lili moet vluchten. Met Theo. Esti blijft achter…
En dan begint de lange tocht, naar Rome. Te voet, want de trein is niet veilig.
Ze moeten zich verstoppen. Soms is er hulp, maar gevaar ligt altijd op de loer.
Er wordt geschoten, er vallen bommen, en intussen is er Theo, een onschuldig kind dat zijn moeder mist.
Het verhaal over de oorlog in Italië is niet zoveel anders dan wanneer het zich in een ander land zou afspelen. Verraders had je overal, maar gelukkig ook mensen die wél helpen. Ze hebben nauwelijks te eten, Theo groeit uit zijn kleren, ze zijn uitgeput.
Maar Lili heeft geen keuze, ze moeten door…
Georgia Hunter vertelt in het nawoord dat ze geprobeerd heeft zoveel mogelijk ware gebeurtenissen te gebruiken. En ze schuwt daarbij niet de waarheid, ze vertelt over ontberingen, over de verschrikkingen van de oorlog, en als het nodig is voor het verhaal vertelt ze over de politieke achtergrond,
Het verhaal is in delen, en beslaat de vijf oorlogsjaren. Boven de hoofdstukken wordt duidelijk aangegeven wanneer en waar het zich afspeelt.
Georgia Hunter (1978) was vijftien toen ze te horen kreeg dat ze afstamde van een familie van Holocaust-overlevenden. Jaren later besloot ze om het opmerkelijke verhaal van haar familie vast te leggen in haar debuutroman Wij waren de gelukkigen.
Eén grootse daad is haar tweede roman. Ze woont in Connecticut met haar man en hun twee zonen.
ISBN 9789044369809| Paperback | 432 pagina's | Uitgeverij de House of Books | mei 2025
© Marjo, 1 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De kat die een bibliotheek ging redden
Sosuke Natsukawa
Omdat de dertienjarige Nanami astma heeft, leidt ze een rustiger leven dan veel van haar leeftijdsgenoten. Ze kan niet overal naartoe of aan meedoen maar gelukkig heeft ze haar boeken. Bijna elke dag bivakkeert ze in de bibliotheek. Ze weet precies waar alles staat en heeft al enorm veel gelezen. De boekpersonages zijn haar vrienden geworden en zij nemen haar mee op avontuur. Ze komt daardoor niets tekort vindt ze.
Maar op een dag ontdekt ze dat boeken verdwijnen. Het zijn vooral de belangrijke boeken die inmiddels wereldliteratuur zijn geworden die niet meer terug te vinden zijn. De oude bibliothecaris vindt het niet zo vreemd, hij denkt dat er gewoon veel boeken uitgleend zijn.
Maar op een dag ziet ze een man in een grijs pak tussen de boekenplanken scharrelen. Ze vertrouwt hem niet en besluit hem te volgen maar dat is niet zonder gevaar zoals de kat haar vertelt. De kat? Jawel! Hij blijkt officieel Tijger te heten maar is gewoon Kat.
Het is ook de kat die haar op de hoogte brengt waarom de man in het grijs de boeken weghaalt en verdwijnt in een geheimzinnige lichtgevende gang.. De reden is zo bizar dat Nanami het nauwelijks kan geloven maar ze beseft ook dat er een grote kern van waarheid schuilt in de verklaring.
Volgens Kat verliezen mensen hun empahatie en menselijke hart en zijn hebzucht en eigenbelang gaan overheersen. Mensen hebben het gevoel dat ze vrij zijn als ze niet meer hoeven te voldoen aan normen, waarden, meeleven en/of zorgen voor de ander.
De grijze man en zijn handlangers vinden het belangrijk dat mensen zonder hart gaan leven en daarom haalt hij belangrijke boeken weg, want daarin staat precies het tegenovergestelde van wat de grijze man wil bereiken. Boeken zijn gevaarlijk in zijn ogen want daar staat de waarheid in en dat ondermijnt de wens een wereld te vormen waarin iedereen alleen aan zichzelf denkt. Een wereld waarin iedereen streeft om hogerop te komen zonder rekening te houden met anderen. Eigenbelang eerst. De grijze man laat zelfs boeken drukken zonder letters... Dat wordt het nieuwe ideaal!
Namami kan zich niet voorstellen dat zoiets kan gebeuren maar ze ziet met eigen ogen hoe ver de grijze mannen al zijn gekomen. Kat begeleidt Namami door de mysterieuze gangen en zalen waar ze steeds grijze mensen bezig ziet zonder uitdrukking op hun gezicht. Alleen de leiders spreken tot haar en proberen haar te verleiden tot toetreden tot de grijze wereld. Namami moet al haar krachten inzetten om die mensen te weerstaan.
Toch is Namami volgens Kat, degene die de boeken kan redden omdat zij de waarheid kent én een groot hart heeft die zij vaak laat spreken...
Mogelijk lijkt het een zweverig verhaal maar dat is het zeker niet. Elke keer dat Nanami de grijze wereld betreedt met Kat wacht haar een spannende strijd om de steeds krachtiger wordende grijze massa te weerstaan. Het bijzondere is dat veel boekpersonages haar komen helpen! De Drie Musketiers bijvoorbeeld en zij zijn net zo elegant en moedig als in de boeken.
De taal rond het streven van de grijze mannen is soms wel een beetje lastig te volgen maar dat doet niet af aan de spanning die mooi opgebouwd wordt. Omdat het verhaal zich afspeelt rond een jong meisje zou je kunnen denken dat het een kinderboek is, maar dat is het zeker niet.
Fijn boek met een mooie tot nadenken stemmende boodschap.
Sosuke Natsukawa (1978) is een arts uit Nagano, Japan. Daarnaast schrijft hij boeken. Het verhaal van de kat die boeken wilde redden was een bestseller in Japan. De kat die een bibliotheek wilde redden is zijn tweede boek in deze serie met de sprekende cyperse kat Tijger.
ISBN 9789400518100 | Hardcover | 192 pagina's | Bruna | 4 februari 2025
© Dettie, 2 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Erfvogels
Frits Criens
Erfvogels zijn vogels die leven op het boerenland op en rondom boerderijen en landelijk gelegen woningen, op erven, in hagen, houtwallen en struwelen.
Toch gaat dit boek niet over deze vogels, wel over mensen die dingen zoals gedragingen overnemen, doorgeven of erven van hun familie. Jammer genoeg wel een erfenis in de negatieve zin van het woord.
Het verhaal begint met een heftig telefoongesprek waarbij ene Sanne aan ene Corneel duidelijk maakt dat hun relatie over, voorbij is, het is Sluchss, voorgoed. Corneel snapt er niets van. De vraag over het waarom zal nog lang nazinderen. Ze waren stapelgek op elkaar en intens gelukkig, ze konden nauwelijks zonder elkaar en nu is het definitief over, zonder verklaring. En nu ineens, na 40 jaar, wil Sanne hem spreken!
Gedreven door een mengeling van nieuwsgierigheid en boosheid stapt Corneel de trein in. Het blijkt het carnavalsweekend te zijn. Is dat tekenend voor de ontmoeting? Zal Sanne haar masker laten vallen?
Ondertussen leren we alles over het leven van Corneel. We lezen over de praktijken in het streng gelovige dorp waarin Corneel opgroeit. Over de religieus gestoorde moeder die het woord van God én haar broer, oom Berend, als het belangrijkste in haar leven beschouwt. Oom Berend was een belangrijke man in de dorpse kerkgemeeschap, alles wat krom was, wist hij met bijbelteksten goed te praten. Corneel moet, net als zijn vader, niets van het geloof én oom Berend hebben. Tweelingzus Lieneke is echter gek op haar oom en hij op haar, té gek op haar!
Na een ernstig incident besluiten vader en zoon te vertrekken. Moeder en dochter zijn niet meer te redden...
Langzamerhand komen we terug bij Corneel, Sanne en haar dochter Mirèse. Dan blijkt pas dat het familieleven van Corneel en Sanne, hun eigen familie-erfenis, heel veel overeenkomsten hebben en die hebben enorme sporen nagelaten, vooral op Sanne.
Het boek laat de lezer behoorlijk geschokt achter, vooral omdat de flaptekst geen enkele verwijzing geeft naar de werkelijke inhoud. Er worden namelijk enorm veel pittige thema's aangesneden, met name geestelijke en lichamelijke misleiding en mishandeling, incest, verkrachting enz.
Frits Criens heeft met dit boek mogelijk misstanden weer willen weergeven en de gevolgen van taboes en (ver)zwijgen aan de kaak willen stellen, die taboes willen openbreken. Zijn manier van schrijven, zijn stijl, is zoals altijd helder, maar het is wel héél veel. Soms verandert de toon ook op een manier die niet helemaal past bij de rest van het verhaal. Vooral de gesprekken tussen Corneel en Mirèse voelen af en toe te opgelegd aan. Toch is het wel een verhaal dat blijft nazinderen, zeker door het slot.
Wel zou ik het gepast vinden als de lezer gewaarschuwd wordt voor de inhoud omdat deze erg specifiek is en mogelijk mensen die bepaalde situaties ondervonden hebben flink kan trigeren. Verder een indrukwekkend boek.
ISBN 9789463657617 | Paperback | 302 pagina's | Elikser | 26 mei 2025
© Dettie, 30 juni 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Moos en Otto
Liandel Lamers
Het is het jaar 1984. Moos neemt afscheid van Joris, zijn vader. Als hij Otto op de uitvaart ziet, degene die tot tien jaar eerder zo veel bij hun gezin betrokken was, vraagt Moos zich af waarom hij op deze begrafenis verschijnt.
Otto zoekt contact, frommelt hem een briefje in de hand, maar zijn moeder geeft duidelijk aan dat zij niet wil dat Moos contact opneemt. Otto was een pestkop, zat de arme Moos altijd op zijn huid. Er was veel contact tussen de ouders van Otto en die van Moos, ze gingen zelfs samen op vakantie.
Het had Moos altijd al verbaasd want zo gezellig waren die vakanties niet.
Een jaar later. Moos gaat studeren, rechten. Omdat zijn opa dat wil. Zelf had hij liever de kunstacademie gekozen, maar hij durft niet tegen zijn grootvader in te gaan. Die betaalt immers.
In Nijmegen ontmoeten Moos en de zeven jaar oudere Otto elkaar weer. Otto biedt hem een kamer aan.
Kleine heilige dingen
Annemieke Dannenberg
Judith woont met haar moeder in een strenggelovige christelijke gemeente. Haar vader is onbekend. Bij Judith dan. Haar moeder heeft haar alleen verteld dat zij veel van hem hield, maar dat hij getrouwd was. Hij was een ouderling.
Als lezer stel je vragen, vooral omdat zij nog maar zestien was, maar Judith doet dat niet.
Haar moeder heeft haar altijd overstelpt met haar liefde, hetgeen Judith nu toch wel beklemmend begint te vinden. Ze worstelt met haar gevoelens, ze wil zich losmaken.
Maar dat gaat zomaar niet, de liefde van haar moeder is nauw verbonden met die van God. En Judith heeft door de strengchristelijke opvoeding een onverwoestbaar geloof.
Dacht ze. Maar ze begint zich af te vragen of hetgeen haar verteld wordt, over de hemel en de duivel en zo, allemaal wel klopt. Het zit haar behoorlijk dwars, ook er over denken is een truc van de duivel om haar te verleiden.
Ze kan er met niemand echt over praten. Met haar moeder niet, met haar vriendin Lottie niet, en zeker niet op school, laat staan in de kerk. Alleen Paula, degene bij wie ze les krijgt in cello zou een gesprekspartner kunnen zijn. Maar Judith durft dat niet. God ziet en hoort haar immers?
En dan ontmoet ze de niet-christelijke Dorian en komt haar hele wereld op zijn kop te staan.
De manier waarop het meisje beschreven wordt is ontzettend herkenbaar, het zijn sowieso de twijfels van een puber over de wereld om haar heen.
Wie ben ik? Wat wil ik?
Deze gevoelens worden versterkt doordat ze ook nog met het geloof worstelt. Het verscheurt haar, en brengt haar op de rand van de waanzin.
Zeer invoelend, en toch niet zwaar. Dannenberg schrijft prachtige zinnen, waardoor je vaak de situaties voor je ziet. Als lezer merk je dan de humor op, die het meisje niet beleeft. De thematiek is het losmaken. Van de moeder met haar verstikkende liefde en van het geloof, dat je verhindert het leven te leiden dat je wil leiden. Maar wat is er nog als je die basis loslaat?
Gelukkig heeft ze haar muziek, de cello, een mooi onderdeel van het verhaal. Een verhaal dat behoorlijk indruk maakt, mede door de taal:
Annemieke Dannenberg (1993) is schrijver en geestelijk verzorger. Ze publiceerde korte verhalen in onder andere De Revisor en op Hard//Hoofd, en trad op diverse podia op. Kleine heilige dingen is haar debuutroman.
ISBN 9789048868162 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Lebowski | februari 2025
© Marjo, 25 juni 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Een hoofd vol vlammen
Peter Schrijvers
September 1944.
Het einde van de oorlog is in zicht, de Duitse bezetters maken dat ze weg komen, op hun beurt op de vlucht voor de Amerikanen.
Kapitein Jack Dumas leidt zijn mannen, zes zijn het er, naar een kasteel in het oosten van België en deelt mee dat hij de woning komt vorderen. Zij vormen de 11 CID, de elfde eenheid van de Criminal Investigation Division. De bewoonster van het kasteel, Dédée d’Ardenne de Tornaco heet hen welkom. Er is ruimte genoeg in het enorme kasteel, waar zij woont met haar bedlegerige vader en hun dienstmeid Rosalie.
En als Jack zegt op zoek te zijn naar iemand die kan tolken en ook nog de weg kent, is de keuze snel gemaakt. Dee, zoals ze genoemd wordt, is enthousiast. Zij wil dat wel doen!
Ze verbaast zich er wel over dat hun verblijf toch weken gaat duren. Ze zijn vlak bij de grens!
Jack legt het uit: ze verwachten nog zeker tegenstand van de Duitsers en zijn divisie is geen gevechtseenheid, Zij onderzoeken misdaden. Tot Jacks spijt hoort daar niet bij dat hij mag ingrijpen als al dan niet vermeende collaborateurs of achtergebleven Duitsers door het volk op een eigen wijze berecht worden.
Zij zijn er voor de echte misdaad: in Hasselt is een Amerikaanse soldaat gevonden in een kerk. Hij is van achteren meerdere keren in het hart gestoken met een mes. Het gruwelijke is dat de man gescalpeerd is.
Aan Jack en zijn mannen de taak om uit te zoeken wat er gebeurd is. Dee blijkt een onmisbare aanwinst, Jack is erg blij met haar. En zij met hem, want ze zat daar maar, op dat kasteel…
Een zelfstandig opererende vrouw in het team en een van de mannen, Monk, is zwart. Dat baarde nogal opzien in die dagen. Het vormt een deel van de thematiek.
Jacks speurwerk voert hem door Oost-België: Peter Schrijvers beschrijft de dorpen en steden waar ze komen, terwijl zich op de achtergrond de Slag bij Arnhem afspeelt.
Deze misdaadroman is nogal vol, maar Schrijvers hanteert een heldere stijl, met veel dialogen.
De historische achtergrond is duidelijk goed onderzocht, als ook de streek waar het zich afspeelt.
Peter Schrijvers (1963) doceerde Amerikaanse geschiedenis in Australië, de VS en Zwitserland. Hij publiceerde zes non-fictieboeken over de Tweede Wereldoorlog, onder andere bij Cambridge en Yale, en was te zien op National Geographic. Momenteel is hij curator van Liberation Garden, het nieuwe museum over de Tweede Wereldoorlog in Leopoldsburg.
ISBN 9789464105476 | Paperback | 416 pagina's | Uitgeverij Horizon | april 2025
© Marjo, 25 juni 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Margaret Ives is de erfgename van een groot media imperium, en ze was getrouwd met een beroemde zanger. Haar leven is onderwerp van vele speculaties, net als haar verdwijning twintig jaar terug.
Zou ze nu openheid van zaken geven? Waarom wil ze nu een biografie? Vanwege haar leeftijd?
Dat ze heeft besloten twéé schrijvers te laten komen, met wie ze een aantal sessies zal hebben voor ze de definitieve beslissing neemt wie van de twee haar verhaal mag schrijven, is ook heel bijzonder. Maar ze is nu eenmaal excentriek.
Dus, Alice gaat er voor. Ze is van nature een optimist, en als zij niet de winnaar zal zijn, dan is dat maar zo. De concurrentie is groot, Hayden is immers al een bekende schrijver…
Op een klein eiland is de kans groot dat je elkaar tegenkomt: Zo ook Alice en Hayden. Ze gaan wandelen, of uit eten. En zoals je verwacht: ze worden verliefd, maar er is die ene beperking: ze mogen niet over het enige onderwerp praten waar ze zich hele dagen mee bezig houden: Margaret Ives.
Maar wij lezen haar verhaal wel. Wat Hayden en Margaret bespreken weten we niet, maar het gaat wel over de gesprekken tussen Alice en Margaret. En over hoe van hun romantische relatie verloopt. Al is dat een meeslepend feelgood verhaal, het is niet het enige waar het in deze 400 pagina's over gaat.
Er loopt namelijk een rode draad door het boek, gebaseerd op het feit dat een verhaal drie versies heeft, simpel gezegd: de versie van jou, die van mij en natuurlijk de waarheid.
Verschillende keren worden we daar op gewezen: er is ‘hun versie’ (die van de bladen), er is ‘haar versie’(het verhaal zoals Margaret het ziet) en er is de waarheid (en die blijft nog even in het midden).
Of Emily Henry ons de waarheid vertelt, doet gelukkig niet ter zake. Het blijft tenslotte fictie: een lekker feelgoodverhaal met veel meer. Boeiend en heerlijk romantisch.
Emily Henry (Kalamazoo, 1990) begon in 2016 haar schrijfcarrière in het Young Adult-genre. In 2020 begon ze meer voor oudere jeugd en volwassenen te schrijven. Haar populairste boeken zijn Beach Read (Toen winter zomer werd), People We Meet on Vacation, Book Lovers en Happy Place. Een aantal werd ook verfilmd.
ISBN 9789044370201 | Paperback | 400 pagina's | Uitgeverij the House of Books | april 2025
Vertaald uit het Engels door Erica Disco
© Marjo, 20 juni 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Intriges in het Vaticaan
Hoe Leuven zijn universiteit bijna misliep
Joris Tulkens
Wilhelmus Nepotis (= Willem Neve) vertelt zijn verhaal, dat tevens het verhaal is van de Leuvense Universiteit.
Zijn oom, Waltherus Nepotis, landsdeken en hoofd van een kapittelschool (kathedraalschool) is ambitieus: hij ijvert voor een Studium Generale (=universiteit). Als hij constateert dat Willem een slimme leerling is, zorgt hij voor een bredere opleiding.
Willem wordt naar Keulen gestuurd, waar hij kennis maakt met moderne ideeën over God. Hij komt als magister terug in Leuven.
Aangezien de paus de komst van een universiteit moet steunen, wordt er in 1424 een delegatie naar Rome gestuurd.
Het had heel wat voeten in de aarde – gekonkel, frauduleuze praktijken, en vervalsingen – maar tenslotte kreeg Willem toestemming. Hij werd zelf rector, de eerste rector te Leuven.
Maar: Paus Martinus V gaf op 9 december 1425 wel toestemming tot de oprichting van vier faculteiten: artes of schone kunsten, kerkelijk recht, burgerlijk recht en geneeskunde, maar niet voor de oprichting van een theologische faculteit. Dat was een grote teleurstelling.
Daar zat een controverse achter: binnen de godgeleerdheid bestond er de via antiqua (Parijs) en de via moderna (Keulen). De aanhangers van de via moderna wilden de werkelijkheid beter begrijpen om zo tot God te komen, terwijl de via antiqua uitgaat van geloof in God om zo de werkelijkheid beter te begrijpen.
In 1432 is evenwel toch met pauselijke toestemming de Theologische faculteit opgericht
Maar hoe zit dat dan? Hoe is het met Willem Neve afgelopen?
Joris Tulkens springt in het gat van de onbende feiten. Er zijn geen bronnen bewaard gebleven, dus Tulkens heeft het een en ander kunnen verzinnen. Neemt niet weg dat het grootste deel van zijn boek op waarheid berust. Ook de toenmalige politieke achtergrond komt aan bod.
Als de plot verteld is, wordt uit de doeken gedaan wat er van de hoofdpersonen geworden is.
Het boek leest als een spannend verhaal, met al dat gekonkel binnen de gelederen. Het mag dan een pittig onderwerp zijn, het leest lekker weg. En het wordt extra leuk als je de informatie eromheen even opzoekt (al werkt dat vertragend)
Een leuke manier om wat meer over de geschiedenis te weten te komen!
In 2025 viert de KU Leuven haar zeshonderdste verjaardag en is daarom, samen met haar zusteruniversiteit de UC Louvain de oudste universiteit van Europa. Zij is ook de oudste universiteit in de Lage Landen en wereldwijd van alle nog bestaande katholieke universiteiten.
Joris Tulkens schreef eveneens Het Adrianus-dossier, een biografie van de enige Nederlandse paus die Rome ooit heeft gekend.
ISBN 9789464713015 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Sterck & de Vreese | februari 2025
© Marjo, 20 juni 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER