Jij blijftJij blijft
Gerard van Emmerik

Zestigers zijn ze, Sam en Luc, al zo’n veertig jaar samen. Hun woonplaats is Amsterdam, maar in de zomer zitten ze vrijwel altijd op de Veluwe in hun huisje.

Sam is de ik-verteller. Hij is docent aan de schrijfacademie, Luc geeft les aan het conservatorium.
Als Sam onderzoeken moet ondergaan in het ziekenhuis, heeft hij liever dat Luc niet mee naar binnen gaat. Hij is bang voor de uitslag van de onderzoeken, bang voor het verdriet dat Luc zal hebben als het inderdaad niet goed is. En bang voor zichzelf.
Als hij te horen krijgt dat de uitslag niet gunstig is, dat hij nog een jaartje te leven heeft, vertelt hij Luc inderdaad niets.

Maar natuurlijk is hij er zelf de hele dag mee bezig: hoe moet hij dat jaar doorbrengen?
Beseft Sam echt niet dat Luc al lang doorheeft dat er iets aan de hand is? Ze zijn al zo lang samen!
Het plan van Sam om te trouwen – wat ze dan ook doen – is toch ook een veeg teken?
Natuurlijk probeert Sam er een draai aan te geven, alsof het allemaal vanzelfsprekend is. Net als zijn gedrag, dat voor de betere verstaander niet is zoals anders.
Teruggaan naar plekken waar mooie herinneringen mee samenhangen? Hij brengt het allemaal heel leuk, maar Luc is niet gek. Toch blijft Sam zwijgen, ook als Luc steeds stiller wordt...

Het deels autobiografische verhaal wordt vooral vanuit Sam verteld, maar we krijgen ook de reactie van Luc mee, omdat Sam zijn gedrag beschrijft. Het geheel wordt nergens naargeestig, hoewel het over de naderende dood gaat. Over hoe je daar zelf mee omgaat en hoe je zoiets moet communiceren met je partner. Kleine ergernissen beginnen grotere proporties aan te nemen, terwijl je heel goed weet waar dat aan ligt. Maar hoe ga je daar mee om?
En intussen is er het besef dat je niet kan blijven verzwijgen. Dat is niet eerlijk voor de ander, hoe moeilijk het ook is.

Dit alles wordt niet tot in de puntjes uitgelegd, als lezer heb je te maken met een sfeer, die bij tijden toch nog vrolijk is, maar steeds vaker somber wordt. Het zit tussen de regels, en dat is heel mooi.
Daardoor kan je het boek gerust vaker lezen, ook al ken je dan de afloop.

En als je het eerdere werk van Gerard van Emmerik niet gelezen hebt, dan krijg je de behoefte dat wel te doen. In dit boek wordt herhaaldelijk gerefereerd aan ‘De kippenjongen’ (2011) eveneens autobiografisch getint.

Gerard van Emmerik (1955) doceert creatief schrijven. Hij bracht zijn jeugd door op een afgelegen kippenboerderij ergens op de Veluwe. Na een studie Nederlands debuteerde hij met korte verhalen in Hollands Maandblad (1991) en De Gids (1992). Een jaar later verscheen zijn eerste boek, de verhalenbundel Iets Scherps, Een Priem.

ISBN 9789462973480 | Paperback | 192 pagina's | Uitgeverij de Kring | oktober 2025

© Marjo, 23 december 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER