Non-fictie

Pierre Lierneux & Natasja Peeters

De Groote Oorlog voorbij
België 1918-1928
Pierre Lierneux & Natasja Peeters


Dit boek hoort bij de tentoonstelling De Groote Oorlog Voorbij die nog tot september 2019 in het War Heritage Institute te Brussel loopt.


Het zijn zo’n 30 essays, over de periode van 1918 tot 1928, waarbij het voorwoord, de inleiding en een epiloog ook van de hand van een van de volgende medewerkers zijn: Michaël Amara, Franky Bostyn, Christoph Brüll, Erik Buyst, Rik Coolsaet, Jeroen Cornilly, Karolien De Clippel, Matthijs de Ridder, Luc De Vos, Wannes Devos, Géry Dumoulin, Manuel Duran, Emmanuel Gerard, Kevin Gony, Serge Jaumain, Michel Jaupart, Chantal Kesteloot, Catherine Lanneau, Delphine Lauwers, Enika Ngongo, Marc Reynebeau, Martin Schoups, Serge Servellon, Tom Simoens, Jean-Michel Sterkendries, Jan Van der Fraenen, Christine Van Everbroeck, Laurence van Ypersele, Piet Veldeman en Antoon Vrints.
Achter in het boek wordt verteld op welke manier zij betrokken zijn bij de geschiedenis die ze hier uitgelicht per thema aan de orde brengen.


We beginnen in november 1918, de wapenstilstand. Min of meer chronologisch waarbij een overlap niet te voorkomen is - maar ook niet erg is - komen de onderwerpen aan bod: de terugkeer van de koning, die met zijn regering voor een immens grote taak staat.
Het vertrek van de soldaten, zowel de Duitse terugtrekking als het repatriëren van de geallieerde troepen. Dat was natuurlijk niet van de ene op de andere dag gebeurd. België was een kapot land, er was geen geld, maar er waren ook geen voorzieningen. Er was niet veel over van de infrastructuur.


Tegelijk met het wegtrekken van de strijders, kwamen langzaam aan ook de burgers die eerder gevlucht waren terug. Troffen zij hun huis kapotgeschoten aan, dan hadden ze nog geluk. Vaak was er niets bewoonbaars meer. Er moest voorlopige woonruimte gecreëerd worden. Geallieerden bleven nog om mee te werken aan de wederopbouw, en niet alleen burgers maar ook krijgsgevangenen hielpen daarbij. En de Chinezen die met duizenden naar Europa gehaald waren om mee te vechten, werden nu aan het werk gezet om mee puin te ruimen.


De samenleving veranderde, hetgeen zijn weerslag had in de politiek, In de loopgraven was een beweging ontstaan: het Vlaams Front. Het was een protest tegen de ‘Franse overheersing’ van de officieren die niet bereid waren hun bevelen in het Nederlands te brullen, hetgeen voor veel miscommunicatie zorgde. Het Vlaams Front werd een nationalistische beweging.


Na de oorlog werd er in heel Europa geroepen om stemrecht voor meer partijen dan alleen de gegoede burgerij. In België kregen mannen vanaf 21 jaar stemrecht. De vrouwen bleven achter, voor hen werd het pas in 1948 ingesteld.
De Vrede van Versailles leverde nogal wat problemen op. Terwijl de Britten en Amerikanen zo snel mogelijk weer handel wilden drijven met Duitsland en Oostenrijk, was er voor België en Frankrijk meer aan gelegen dat er herstelbetalingen werden gedaan. Die landen moesten wel wat grondgebied afgeven, maar konden nauwelijks iets betalen, als zij ook in handel en industrie moesten investeren. Hier werd de kiem gelegd voor de Tweede Wereldoorlog.


België bleef ontgoocheld achter en moest maar zien hoe het zou opkrabbelen. Er moesten besluiten worden genomen: de verwoeste huizen, kerken en andere gebouwen opnieuw opbouwen? Er iets anders voor in de plaats zetten en wat dan? In het België van nu kan je zien dat er geen unanieme besluitvorming was. Sommige dorpen zijn helemaal niet meer opgebouwd, andere juist volledig gerestaureerd.


Het landschap, ook helemaal verwoest, vooral in de Westhoek. Op de totaal kapotgeschoten velden lag nog veel oorlogsmaterieel, de grond zat vol met lood en koper. Volgevreten ratten vormden een plaag, lijken moesten geborgen worden, en wat deed je daarmee? De slachtoffers moesten geïdentificeerd worden, en een definitieve plek krijgen. Maar waar? Op het voormalige slagveld, of moesten ze terug naar hun familie? Ook daar was de besluitvorming niet unaniem, en dat had enerzijds met geld te maken, maar ook was er de angst voor een nieuwe uitbraak van de Spaanse griep, waaraan immers veel soldaten gestorven waren.


Vandaag de dag worden nog steeds af en toe resten van slachtoffers aangetroffen, en ook is het nog steeds gevaarlijk om te graven op het voormalig slagveld!


Niets dan ellende?
Toch niet: Na de oorlog komt al snel oorlogstoerisme op gang, goed voor de economie. En ook België beleeft de roaring twenties, het kleurrijke, frivole, flitsende, roerige decennium dat gekenmerkt wordt door de opkomst van de avant-garde, de jazz, de flapper dresses en moderne media zoals radio, film en fotografie.


Dit - en nog veel meer - vind je in dit mooi vormgegeven boek, waar helaas wel een register ontbreekt. Wel zijn er veel mooie foto’s, enkele in kleur, en vind je achterin de eindnoten en een literatuurlijst, als ook zoals gezegd informatie over de auteurs van de teksten.


ISBN 9789401455206 | Hardcover | 288 pagina's | Uitgeverij Lannoo | september 2018

© Marjo, 12 januari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER