Non-fictie

Han Hak

The sixties
het grote verlangen
revisited

Han Hak

 
Han Hak is socioloog en ook muzikant. Op de achterkant van het boek lijkt hij voor een publiek op te treden. Hij is een getuige van de jaren ’60 en ’70.
Hij was in Amsterdam Parijs en Londen, maar bezocht ook Amerika. Kortom hij was ter plekke toen het gebeurde. En weet er veel vanaf. En wat gebeurde er veel in die roerige jaren. Die jaren vindt Hak terecht een kantelpunt in de vorming van onze maatschappij.
Dat is geen originele stelling maar Hak kiest als uitgangspunt de muziek in brede vorm. Zo worden we deelgenoot gemaakt van zijn kennis van –niets meer of minder- dan de ontwikkeling van de elektrische gitaar, een mooie fender prijkt op de voorkant van het boek. We worden specialist op het gebied van elektrische gitaren, versterkers, pedalen en effektapparaten. Van de sigarenkist van Bo Didley tot de stratocaster van Jimi Hendrix, Hak meet breed uit.
Het boek is een verbeterde versie van een eerdere druk.


En om de roerselen van de turbulente jaren kracht bij te zetten, gooit hij er ook songteksten tussendoor. Zoals van Cornelis Vreeswijk uit 1972, eerste strofe:


Hier zit ik op een vuilnishoop
Ik kijk droevig om me heen
Ik zie vodden en oude flessen
Excuseert u me, ik ween
Ja, ik huil een paar dikke tranen
En ik zing met benard gemoed

Misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
Misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed


Vreeswijk, die naar Scandinavië emigreerde, had hier succes met De Nozem en de non. Uiteindelijk bezweek hij aan de alcohol. En het is triest om te moeten vaststellen wie er in de sixties en seventies allemaal bezweken aan drugs en alcohol. De zogenaamde dodenlijsten maken je niet vrolijk. Van Janis Joplin en Keith Moon tot Jimi Hendrix en Jim Morrison. Die lijst zou later alleen maar groeien met Curt Cobain (pistool) en Sid Vicious van The Sex Pistols. Daar besteedt Hak weliswaar aandacht aan, maar het boek is slim sociologisch opgebouwd.


Na de Tweede Wereldoorlog klom het Westen uit het dal en wijdden de meeste brave huisvaders zich aan de Wederopbouw. Dat hield in werken, niet zeuren en geld verdienen. Huisje, boompje, beestje. In Amerika waren er aanvankelijk de beatniks met Jack Kerouac, Alen Ginsberg, Burroughs en Ferlinghetti. Zij hadden andere opvattingen, deden aan zenboeddhisme, terwijl ze nauwelijks wisten wat het was, rookten marihuana, namen benzedrine en stapten uit de ratrace van geld, geld en nog eens geld. Kerouac werd beroemd door On the Road. Een boek waarvan Bob Dylan zou zeggen dat het zijn leven had veranderd. Bob Dylan, aanvankelijk protestzanger keerde later de idealen en zijn representanten de rug toe. In Nederland waren al Nozems, een term ontleend aan de roman Polletje Piekhaar van Willem van Iependaal.


Elvis Presley was een mijlpaal in de rock en roll. Maar representeerde ook een nogal keurig opstandig gevoel Met zijn vetkuif was hij ook redelijk agressief qua uiterlijk en gedrag. Carl Perkins maakte samen met Elvis de tekst. In andere woorden je kunt me beledigen, mijn naam te grabbel gooien maar ik blijf mezelf. Het was 1956.
Han Hak is gefotografeerd voor de Sun studio in Memphis, waar Elvis begon.


Well, you can knock me down, step in my face
Slander my name all over the place
Do anything that you want to do
But uh-uh honey, lay off of my shoes

Don't you step on my blue suede shoes
You can do anything but lay off of my blue suede shoes
Now let's go cats (oh walk the dogs)


In Nederland kwam een stroom op rond Indonesische jongens, uit Indonesië gevlucht. Bijvoorbeeld The Blue Diamonds en de Tielman Brothers. We glijden de jaren zestig in.  De pleiners(Leidseplein) en de dijkers deden hun intrede in het straatbeeld. De dijkers (Nieuwendijk) met vetkuif en buikschuiverbrommers en de pleiners zwarte capes , baretten en puchs. Het kwam niet tot gewelddadige confrontaties zoals in Engeland tussen mods en rockers.


Amerika het land van soul, blues , jazz en veel zwarte musici, die een lossere maatschappij wilden zonder rassenscheiding. Aan de andere kant de Ku Klux Klan, die donkere mensen vermoordden of blanke vrouwen verkrachtten vermomd als neger. Maar de nieuwe generatie studenten en hun sympathisanten schaarden zich achter de hippies, de nieuwe politiek en the flower power. In 1969 werd het Woodstock festival gehouden met 400.000 bezoekers. Popgroepen traden op en Country Joe maakte een nummer tegen de oorlog in Vietnam waarop het hele publiek meezong.


yeah, c'mon on all you big strong men
Uncle Sam needs your help again
he's got himself in a terrible jam
way down yonder in Vietnam
so put down your books and pick up a gun
we're gonna have a whole lot of fun


and it's 1, 2, 3, what're we fighting for?
don't ask me, I don't give a damn
next stop is vietnam
and it's 5, 6, 7, open up the pearly gates
well, ain't no time to wonder why
whoopee! we're all gonna die


In Amerika was de repressie erger dan hier. John F. Kennedy (1963), Robert Kennedy en Martin Luther King, werden allebei in 1968 vermoord omdat ze gevaarlijk waren bevonden door het establishment. Van 1969 tot 1974 was Richard Nixon president van Amerika, een uiterst rechtse alcoholist, die zichzelf ten val bracht door afluisterpraktijken. Watergate.


Provo was in Amsterdam een belangrijke stroom. De term was verzonnen door Prof. Buikhuisen Ze organiseerden ‘happenings’ op het Spui bij het Lieverdje. Een beeld van een jongetje dat een hond van de verdrinkingsdood had gered, maar aangeboden door een sigarettenfabrikant. Dat vond Grootveld een streek van het etablissement. Robert-Jasper Grootveld, de anti rookmagiër ( uche, uche, uche), Rob Stolk en Roel van Duijn maakten furore door de komst van Klaas aan te kondigen. Niemand wist wie Klaas was, maar de bestuurderen deden het in hun broek o.l.v. de incompetente burgemeester Van Hall.


Toen de bouwvakrellen uitbraken in 1966 wisten de regenten zich geen raad. Met bruut geweld poogden ze de rellen de kop in te drukken. Jan Weggelaar sneuvelde waarschijnlijk door een hartstilstand of was hij vermoord door de oproerpolitie? Bouwvakkers staken een deel van de Telegraafinboedel in brand. De Telegraaf zou expres foute berichten hebben verspreid. Van Hall werd weggestuurd door premier Piet de Jong. (Hij kon kiezen,: Zelf opstappen of eervol ontslag krijgen, het werd het laatste)


Tijdens het huwelijk van Claus en Beatrix 10 maart 1966 waren er ook ongeregeldheden, rookbommen en er was een politiemacht van 10.000 man op de been. De buitenlandse kranten spraken van een anarchistische opstand. Dat viel nogal tegen.


In 1968 werd ook Parijs een centrum van opstand. President De Gaulle vluchtte aanvankelijk weg toen arbeiders en studenten gezamenlijk de binnenstad bezetten. Maar later stuurde hij het leger om de zaak te blussen. Er sneuvelden studenten. Cohn Bendit de zgn. leider van de opstand sloeg alles vanuit het balkon van een hotel gade. In Berlijn braken er in 1968 rellen uit n.a.v.  het bezoek van de sjah van Perzië aan Duitsland. Studentenleider Rudi Dutschke werd neergeschoten door een boze arbeider. Dutschke overleefde de aanslag maar elf jaar later overleed hij toch aan de gevolgen. In Tjecho-Slowakije brak een opstand uit. De Praagse lente, neergeslagen door de Russen.


Maar de hippies namen het voor een deel over in diverse landen. De film easy rider met Dennis Hopper en Peter Fonda was populair. De twee motorjongens, die de vrijheid verkozen. Muziek bij de film van Clanned Heat, The Byrds, Steppenwolf, The Electric Flag en Jimi Hendrix o.a. De cartoons van Crumb waren eveneens vermaard En er werden veel psychedelische posters gedrukt, veelal met aan de Jugendstil ontleende motieven. En ook de muziek werd zweveriger. Groepen als de Grateful Dead vierden feest op het podium en leefden daarnaast in heuse communes Arthur Lee van The Love gaf een mondharmonica-solo van drie kwartier.
Het kon allemaal. The Beatles bezochten de Goeroe Maharishi in India. En er waren veel goeroes, sjamanen en tovenaars werkzaam. Vaak bedriegers.


Festivals deden hun intrede en daar kon voor weinig geld geluisterd worden naar groepen als Fleetwood Mac, The Yardbirds en Ten Years After.
In Amsterdam was het aloude Rembrandtpleintheater een heuse rocktempel geworden. Nederlandse groepen als de Outsiders, The Mads, Short ’66 en NV Groep 65 maakten er furore. The sky was the limit, leek het adagium.

Helaas volgde in de jaren erna de restauratie snel. Daarom koos Han Hak ook als ondertitel Het grote verlangen. De mogelijkheden lagen er. Maar zoals klinkt aan het eind van easy rider: We blew it man. Het werd ons uit handen genomen, we trapten erin, lijkt het nu.


Aan de universiteiten namen behoudende krachten de zaak weer over. Han schetst die Werdegang met pijn in het hart. Was de revolutie mislukt? De tijd van Love, Peace and Understanding? De tijd van LSD, bloemen in het haar en, pacifisme werd teniet gedaan door consumptie idealen en conservatisme, overgaand in individualisme.
Ieder voor zich.


Uiteindelijk kwamen in Amerika en in Engeland in 1979 oerconservatieven aan het bewind. Reagan in Amerika, Thatcher in Engeland. De kloof tussen arm en rijk werd groter, de betrokkenheid van de bevolking met de politiek daalde tot een dieptepunt.


In het laatste hoofdstuk schetst Hak het wedervaren van zijn popgroep Juke Joint, die optrad in jeugdhonken, kleine concertzalen etc. Leuk omdat veel bandjes in die tijd optraden. De foto’s in het boek, veelal door Hak zelf genomen tonen optredens waar hij zelf getuige van was. Om jaloers op te worden.


Han Hak heeft een fraaii werk afgeleverd. Mooi geschreven ook. Een boek om gretig te lezen met veel anekdotes, maar ook door het uitgebreide notenapparaat een naslagwerk van belang. Een must voor de mensen, die erbij waren destijds, ook een aanrader voor de afwezigen, die de sfeer willen naproeven.


ISBN 9789464482874 | Hardcover| 306 blz.| Brave New Books | 24 augustus 2022

© Karel Wasch, oktober 2020.

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER