Nieuwe recensies Non-fictie

Afgunst
Een filosofie van een pijnlijke emotie
Rob Compaijen


Afgunst wordt algemeen beschouwd als een negatieve karaktertrek. De ondertitel van dit boek noemt het “een pijnlijke emotie”. Een ander beschikt over iets wat jij mist en je gunt dat die persoon niet. Toch lijden heel veel mensen aan afgunst en is die verknoopt met het menselijk bestaan. In de Bijbel staat al op de eerste bladzijden het verhaal van Kaïn die zijn broer Abel doodsloeg omdat diens offer door God werd aanvaard en Hij het offer van Kaïn afwees.


De auteur onderzoekt de filosofische, historische en culturele wortels van afgunst. Vanaf de twintigste eeuw kunnen we de psychologie aan dit rijtje toevoegen. Het blijkt dat afgunst niet hetzelfde is als jaloezie. Als je jaloers bent, heb je iets in je bezit dat je wil houden en beschermen. De afgunstige persoon mist iets dat een ander wel heeft en hij wil dat hoe dan ook krijgen.


Afgunst heeft te maken met het gevoel van eigenwaarde. Je meet je af aan een ander. Waarom heeft die persoon iets wat ik mis? Afgunst kan een mens verteren van wrok, en is dan ook schadelijk voor degene die eraan lijdt. “Wie afgunstig is, kwelt zichzelf en is in de greep van giftige gedachten en verlangens” (blz. 10).


Het object van afgunst kan heel verschillend zijn. Het kan gaan om rijkdom, gezondheid, een promotie, een glanzende carrière, een fijne partner. Steeds is de vraag dezelfde: waarom heeft die ander het wel en ik niet. Tegelijk is er toch ook het besef dat afgunst ongepast is. Daarom verbergen mensen dat ze afgunstig zijn en houden ze de schijn van goede omgangsvromen op.


Rob Compaijen bespreekt dus een origineel, interessant en actueel thema. Hij lardeert zijn betoog met pakkende verhalen uit de geschiedenis en de literatuur en illustreert ze aan de hand van afbeeldingen uit de schilderkunst. Ook in de muziekgeschiedenis komt veel afgunst voor. Salieri was een gevierd componist in Wenen tot Mozart kwam en Wenen veroverde. Salieri wenste hem dood. Afgunst neemt dan kwaadaardige vormen aan.


Afgunst heeft dus alles te maken met een gewond gevoel van eigenwaarde (blz. 83). Mijn vraag hierbij is of afgunst dan niet een vorm van egoïsme is? De afgunstige mens stelt zichzelf en zijn begeerte centraal. Begeerten zijn in principe onbegrensd en onverzadigbaar. Is dit egoïsme zelfs niet de motor achter de uitbuiting van de natuur die ook op zelfvernietiging dreigt uit te lopen?


Afgunst heeft tentakels die naar de ziel van de mens reiken en die uitwaaieren naar politiek en economie. Afgunstige mensen zijn lichtgeraakt, hebben een kort lontje en zijn onmiddellijk geneigd de woorden van een ander als een persoonlijke aanval op te vatten. Afgunst is een tweekoppig monster. Het is destructief voor onze band met de ander en het verwoest tegelijk ons eigen leven (blz. 137).


Een apart hoofdstuk besteedt de schrijver aan de vraag of het streven naar gelijkheid en de drang van politici om inkomen en vermogen te nivelleren te maken heeft met afgunst. Dat is ook weer een interessante vraag en de antwoorden lopen uiteen. Sommigen denken dat de strijd voor gelijkheid zinloos is omdat gelijkheid niet te realiseren is. Anderen denken dat nivellering uitloopt op uniformiteit en middelmatigheid. Het effect van het gelijkheidsstreven kan zelfs averechts zijn als politici een al bestaand gevoel van afgunst aanwakkeren bij potentiële kiezers. Daar staat tegenover dat onrecht bestreden moet worden en de zwakken in de samenleving beschermd moeten worden. Mijn conclusie na het lezen van dit hoofdstuk is dat behoedzaamheid geboden is en demagogie met demonisering van andersdenkenden risicovol is. De Sovjet-Unie experimenteerde met een genivelleerde maatschappij, maar het experiment liep uit op een bloedige terreur.


De slotvraag van dit boek is de logische vraag of afgunst bestreden en overwonnen kan worden. Dat valt niet mee, want afgunst heeft diepe historische en psychologische wortels. Het is ook een universeel verschijnsel. In alle culturen komt afgunst voor. Het is niet alleen een probleem van individuen, ook een hele samenleving kan in de greep van afgunst raken.


Compaijen maakt een paar behartigenswaardige opmerkingen. Breek ermee om jezelf met een ander te vergelijken. Leer relativeren. Elk huis heeft zijn kruis. Klopt je beeld wel van de ander alsof het die persoon altijd voor de wind gaat? Oefen jezelf in dankbaarheid. Heb oog voor wat jezelf bezit. Leer genoeg aan jezelf te hebben.
Opvoeding, vriendschappen, liefdesrelaties, geloofsovertuiging, kunnen een grote rol spelen in het kanaliseren van afgunstige gevoelens. De schrijver maakt zichzelf geen illusies. Onze gehechtheid aan onszelf [wat mij betreft dus: ons egoïsme, H.] is hardnekkig (blz. 196). Maar we zijn ook weer niet machteloos. Er zijn manieren om de invloed van afgunst op ons leven in te perken. Het begint met zelfinzicht.


Al met al een boeiend boek dat ik van harte aanbeveel. De omslag van het boek past uitstekend bij de inhoud. Twee roofvogels met vlijmscherpe snavels loeren op hun prooi. Althans: dat is mijn interpretatie van de omslag die op naam staat van Studio Annabel.


Het boek is voorzien van zwart-witafbeeldingen en sluit af met een notenapparaat en een bibliografie.


Rob Compaijen (1986) is docent aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht. Op de site van deze universiteit staat een artikel van de auteur over het voorkomen van afgunst in de Bijbel. Compaijen richt zich vooral op het existentialisme, emoties en onthechting in de ethiek. Over deze onderwerpen verzorgt hij regelmatig publiekslezingen.

ISBN 9789024439850 | Paperback | Omvang 236 blz. | Uitgeverij Boom Amsterdam | 8 mei 2024

© Henk Hofman, 25 juli 2024

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.

 

Een verzwegen leven
Onze Congolese geschiedenis in België
Eva Kamanda en Kristof Bohez


Eva Kamanda (°1991) is presentatrice en actrice, haar partner Kristof Bohez (°1983) is journalist bij ‘Het Nieuwsblad’. Samen trokken ze naar allerlei archieven, bibliotheken, kerkhoven en getuigen en zo reconstrueerden ze het leven van François Kamanda, overgrootvader van Eva, die zich in 1930  in Brussel vestigde. Zijn eigen drie dochters wisten weinig te vertellen over het leven van hun vader.


Hij was afkomstig uit Kabinda, op de grens tussen de Kasai en Katanga. In 1920 werd hij gedoopt door Scheutist Samain en deed hij daar zijn eerste communie, in 1924 of 1925 trouwde hij daar. Hij werkte er voor de Scheutisten en daarna voor een koloniaal, rechter Henri De Raeck, die hem mee naar België bracht. Zijn familie en zijn eerste vrouw liet hij achter in Congo. De expo van 1930 in Antwerpen had een Congolees paviljoen met kijkdorp. Mogelijk ging Kamanda hier naartoe met De Raeck. Deze keerde in september 1930 terug naar Congo. Kamanda bleef in het chique Ukkel. In 1936 maakte kunstschilder Henri Logelain een mooi portret van hem. Het kwam via de collectie van de Union Minière gratis in het bezit van het Afrika Museum.


In 1942 trouwde Kamanda in Etterbeek met Lucienne Berger. Ze kwam uit een welgesteld Ukkels gezin met een eigen huis en toen al een auto. Haar vader en haar familie gingen niet akkoord met het huwelijk. Samen kregen ze drie dochters. De kinderloze De Raeck wou in 1943 hun eerste kind adopteren voor 1 miljoen BF, maar ze stonden het niet af.


Kamanda opende het eerste zwarte kapperssalon in Brussel, met vooral blanke klanten. Wellicht was hij gesponsord door Robert Logelain, de broer van de schilder. Die werd, als  stichter van de illegale verzetskrant La Libre Belgique, in november 1941 opgepakt en naar Duitsland gevoerd. Op het kerkhof van Elsene vonden de auteurs de broers Logelain en Isidore Bataboudila terug in hetzelfde erepark voor verzetsstrijders. Bataboudila had Kamanda en Berger aan elkaar gekoppeld. Zijn zoontje had nog op de schoot gezeten van Von Falkenhausen, de militaire bestuurder. Zijn vrouw was namelijk Duitsgezind. De ca. 200 Congolezen die toen in België woonden, waren lid van de in 1919 door Paul Panda Farnana opgerichte ‘Union Congolaise’, maar ze werden met rust gelaten door de bezetter. Een aantal van hen zat in het verzet. François Kamanda kwam voor op lijsten en had contacten met bevriende verzetslieden.


Op de expo van 1958 werkte hij waarschijnlijk als gids. In 1960 vond hij dat de onafhankelijkheid te vroeg gekomen was. Hij kreeg een uitnodiging van koning Boudewijn om zijn haar te komen knippen, maar hij wou zijn klanten niet in de steek laten. In 1967 sneuvelde zijn kapsalon door de Etterbeekse stadsvernieuwing en verhuisde het naar het Jourdanplein. Ook daar zag hij er altijd netjes uit: stropdas en wit hemd. Er volgde nog een gedwongen verhuis naar een derde adres, maar zonder succes. In 1984 hing zijn portret uit 1936 op een expo van de ASLK: een triomf. Maar hij zelf wist dat niet. Hij overleed in 1986, zijn vrouw in 1997.


Beoordeling

Het boek is zeer vlot geschreven, in een voor iedereen begrijpelijke taal. Het is een emotionele ode aan de vroege generatie Congolezen in België. De auteurs hebben zeer ijverig gezocht in archieven en bij private getuigen. Ze zijn zeer betrokken in de strijd tegen racisme en voor een inclusieve samenleving.


Bij momenten hebben zij het wel meer over zichzelf dan over Kamanda. En hoewel zij het prima stellen, laten ze geregeld hun frustraties horen over alles en nog wat. Ze zijn ook zeer geëngageerd en weinig neutraal: dat blijkt vanaf het begin uit hun gekleurd woordgebruik (“roofeconomie”, “roofkoning”, … p. 18) of “Congolezen aan onderwijs onderwerpen” (p. 28).


Hun bibliografie is ook eenzijdig: uitsluitend antikoloniale titels, geen boek van Congolezen zoals Jean-Pierre Nzeza Kabu Zex-Kongo of Marcel Yabili, die lof hebben voor de kolonisator die ervoor zorgde dat Congo in 1960 aan de top stond in Afrika, terwijl de Congolese bestuurders het gedegradeerd hebben tot bijna het armste land van de wereld.


De Black Lives Matter-betoging wordt erbij gehaald met alle lof (p. 69-70), maar zonder enige kritiek op de massale plunderingen en vernielingen die ongestraft bleven. Het verzet schatten zij op 10% van de bevolking (p. 187): het was 5%, net zoals de collaboratie.


De kaart van Congo (p. 274) is goed bedoeld, maar zeer onduidelijk. Idem het kaartje op p. 193.


Bij een volgende druk mogen er heel wat taalfouten uit. Enkele voorbeelden: ‘het’ zeggenschap (p. 39) i.p.v. de; net als ‘ons’(p. 92) i.p.v. net als wij; onze drukke agenda ‘laten’ wat ruimte  (p. 159) i.p.v. laat; het telegram ‘die’ (p. 224) i.p.v. dat; anderen ‘wiens’ mening (p. 224) i.p.v. wier; Henriette ‘diens’ dochters (p. 240) i.p.v. haar dochters; Bij ‘zij’ die (p. 275) i.p.v. bij hen die.


En dan de gallicismen: ‘Het is Eva die wijst op’ (p. 49) i.p.v. Eva wijst op; ‘Het is Eva die deze date regelde’ (p. 50) i.p.v. Eva regelde deze date; ‘Het is te zeggen’ (p. 61 + 201) i.p.v. dit wil zeggen; ‘Het zijn zij die een probleem hebben’ (p. 154) i.p.v. Zij hebben een probleem.


Tot slot de titel: verzwijgen is bewust, wellicht heeft niemand de brave Kamanda bewust verzwegen.
Vergeten zou dus juister zijn.


ISBN 9789464341157 | Paperback | 288 pagina's foto’s, kaartjes, bibliografie | Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen | oktober 2022/augustus 2023

© Jef Abbeel, Turnhout,  juli 2024 www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het firum en/of reageer, klik HIER

 

Rome,  een schetsboek
Matthew Rice

Matthew Rice is duidelijk verslingerd aan Rome. Hij was een puber toen hij de stad voor het eerst zag, en daarna ging hij herhaaldelijk terug.
Deze keer doolt hij twee maanden rond, om voor ons de schetsen te maken, die in dit boek te zien zijn, vergezeld van vertellingen, vooral over de geschiedenis. Een archeologische lasagne noemt hij het.

Rome is enorm. Rome is veel van alles. Rome heeft 2500 jaar geschiedenis en is toch een moderne stad, met architectuur, schilderkunst en tuinen.
Rice heeft een summiere plattegrond getekend, en vertelt de geschiedenis in jaartallen. Dan gaat het over opkomst en verval, aan de hand waarvan hij vertelt over hetgeen nu nog te zien is.
Een prima boekje dus (handzaam ook) om bij je te hebben als je Rome gaat bezoeken. En dan net als Rice rond te dolen door de oude stad.

Maar het boek is vooral mooi door de vele tekeningen, ingekleurd met verf, vaak pagina vullend. Ze zijn sfeervol, kunstwerkjes op zich. En het is - net als Rome dat is - van alles: tempels, kerken en pleinen, oude gebouwen, bruggen en straten. Beeldhouwwerken en schilderijen.
En ja: tuinen: bomen en planten.Met als extraatje de markten met tips voor wat lekker is in Italië, speciaal in Rome natuurlijk.

Achterin vind je nog extra tips over wat de schrijver vindt dat je zeker niet mag overslaan, tips om meer te lezen en een register.
En als je Rome niet gaat bezoeken, dan heb je toch veel gezien met dit mooie schetsboek. Maar leuker is het natuurlijk om er zelf heen te gaan.
Matthew Rice heeft meerdere schetsboeken gemaakt op deze manier: bijvoorbeeld over Venetië, en Oxford.

ISBN 9789464711820| Hardcover | 208 pagina's | Uitgeverij HL Books | mei 2024
Handige afmetingen:  142 mm x  22 mm

© Marjo, 11 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De mooiste stiltewandelingen van Nederland
Roots


In het voorwoord van deze wandelgids stelt Roots dat er in Nederland gelukkig nog vele paadjes zijn die je kunnen wegvoeren van het rumoer van het dagelijks leven. Het zijn wandelpaadjes en ze liggen in natuurgebieden. Voor de wandelaar die erg gesteld is op rust en stilte tijdens het wandelen, is het nog mooier als het natuurgebied onderdeel is van een stiltegebied. In zo'n gebied wandelen betekent echter niet dat het er doodstil is. Je hoort wel de natuurgeluiden die bij dat gebied horen.


Het grappige is dat je in zo'n gebied steeds meer hoort! Gelukkig niet niet het storende geluid van voorbijzoefende auto's of mountainbikes maar het zingen van een vogel, het gekabbel van water, het kraken van een boom enz. en hoe minder hinderlijke 'ruis' er is, hoe meer natuurgeluiden je hoort.
De 16 routes in deze gids brengen je naar deze stiltegebieden zoals o.a. De Zilk aan de grens van Noord- en Zuid-Holland, 'T Medler en De Wiersse in de Achterhoek, Het Amerongse bos, Landgoed De Hamert in Limburg, Kop van Schouwen in Zeeland enz.


In de inhoudsopgave staan alle wandelingen vermeld, inclusief de lengte in kilometers.
Elke route begint met een kaart waar de route op afgebeeld is.
Vervolgens wordt duidelijk aangegeven waar het start- en eindpunt is, hoe dit punt te bereiken is met het Openbaar Vervoer of waar de parkeerplaats is. Ook zie je of er een horecagelegenheid vlakbij is en honden al dan niet zijn toegestaan in het gebied.
Naast de routekaart wordt de route ook uitgebreid besproken. Elke afslag wordt nauwkeurig aangegeven.
Maar dat is nog niet alles, de voorkomende dieren en debegroeiïng in het gebied komen ook aan bod.


Tussen enkele routes door krijgen we ook nog informatie over bijvoorbeeld wildernisklanken, zoals: het geluid van de sprinkhaan, het krijsen van een vos, het geluid van een bronstig hert enz. In een ander hoofdstukje worden de bijzondere zangvogels besproken of het geluid van een doodshoofdvlinder die aangevallen wordt!

Naast route en omgevingsbeschrijvingen vinden we ook een hoofdstuk over het wandelen zelf en wat het je brengt buiten ontspanning. En wat is een bosbad? En hoe onderga je zo'n bosbad? Waar is het goed voor?
Wandelen langs de rivieren wordt ook nog even aangestipt.


Het is een fijn boek waarvan je tijdens het lezen al het effect voelt door de mooie afbeeldingen en de prettige beschrijvingen.
Je krijgt gelijk zin je wandelschoenen aan te trekken en op pad te gaan.


ISBN 9789464043136 | Paperback | 160 pagina's | Fontaine Uitgevers | 12 april 2024
Afmeting 20,9 x 13,2 cm

© Dettie, 6 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Europa en de Weg
Europees christendom in meer dan vijftig beelden en verhalen
Hendrie van Maanen


Dit boek heeft een prachtige lay-out meegekregen. Elk thema begint met een kaart, elk hoofdstuk met een grote kleurenreproductie en een inleidend citaat in rode drukletter.
De titel is mooi gekozen. Jezus heeft zichzelf vergeleken met een weg. Evangelist Johannes heeft Zijn uitspraak vastgelegd: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”.
Tegelijk staat de weg symbool voor de reiziger die op weg is naar zijn bestemming.


Europa heeft zich lang verbonden gevoeld met de weg die het christelijk geloof wees. Sinds de ontkerstening, die vooral na 1968 massale vormen aannam in Europa, is de weg ingeruild voor de route van Verlichting en Rationalisme.
Hendrie van Maanen wil wijzen op de historische wortels van Europa en aangeven welke betekenis het christelijk geloof vandaag de dag nog kan hebben.


Het boek heeft een strakke compositie. Er zijn zes thema’s. Eerst komt het Romeinse Rijk aan de orde, vervolgens Byzantium en de Oosterse Orthodoxie. Daarna bespreekt de auteur het Latijnse christendom en in thema 4 het protestantisme. Thema 5 gaat over de evangelische beweging en het laatste deel bespreekt secularisatie en de transformatie van het christelijk geloof. Dan zijn we er nog niet, want elk thema is opgesplitst in een aantal hoofdstukken. Die hoofdstukken tellen nooit meer dan drie bladzijden. Aan het eind van elk hoofdstuk volgt één suggestie voor verdere verdieping. Meestal een boek, maar soms ook een film, museum of een muziekstuk.


Het is knap zoals Van Maanen in steeds slechts drie bladzijden een typering van zijn onderwerp weet te geven. Bondig en trefzeker.
Over de vraag waar het kwaad in de wereld vandaan komt zijn heel wat boeken geschreven. Hierover schrijft Van Maanen:


“Misschien wel de grootste meerwaarde van traditionele religies is dat het kwaad in de wereld niet buiten de mens wordt gezocht. Het kwaad is niet de ander, maar zit in jezelf” (blz. 115).


Mensen hebben een balk in eigen oog en als dat besef er niet is, wijzen we naar de ander: de jood, de kapitalist, de vreemdeling. Er is altijd wel een zondebok. Hier hebben we een toetssteen om ideologieën en leiders die anders beweren op voorhand te wantrouwen.


Heeft Europa het einde van de weg bereikt? Nog maar weinig mensen praktiseren het christelijk geloof en nog minder mensen onderschrijven de belangrijkste dogma’s van de kerk. De gelovige is een kritische religieuze consument geworden, preken moeten laagdrempelig zijn. Misbruikschandalen hebben het gezag en het imago van de kerk aangetast. Toch eindigt het boek met twee moedgevende citaten.


Rabbijn Jonathan Sacks wijst erop dat mensen zoeken naar zingeving. De grote instituten van de moderne wereld kunnen die zingeving niet bieden (blz. 259).
Filosoof Jürgen Habermas stelt dat het christendom de basis was van vrijheid, geweten, mensenrechten en democratie. “Tot nu toe is er geen alternatief. We blijven ons laven aan deze bron (blz. 271).”


Het christendom lijkt in Europa een marginale religie te worden. In het verleden is Europa steeds weer in staat geweest tot herbezinning en herbronning. Onder de as gloeit hier en daar nog iets van het vroegere elan. De weg van het christelijk geloof kent tal van afslagen en kronkelingen, maar de weg is nog niet op dood spoor gekomen.


Dit prachtige boek is een aanwinst voor de eigen boekenkast, maar ook heel geschikt om aan iemand cadeau te geven. Alle lof voor de auteur, maar ook voor de vormgevers en de uitgever.


Hendrie van Maanen is theoloog en geograaf. Hij doceert Europese Cultuur aan de Christelijke Hogeschool Ede.


ISBN 9789058042149 | Paperback | 283 blz. | Uitgeverij Plateau | 2 april 2024

© Henk Hofman, 1 juli 2024

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER

 

Niemandsland
Een reis door de Syriëregio
Willem Staes


De auteur (°1990) werkt voor de ngo 11.11.11 en reist geregeld naar Turkije, Libanon, Syrië, Jordanië en Palestina. Hij heeft zowel hier als ginds een heel netwerk en is dus een bevoorrecht getuige.


Dit boek is het verslag van negen reizen tussen augustus 2021 en maart 2023. Hij beschrijft de menselijke kant van de Syrische vluchtelingencrisis. Sinds de revolutie van 2011 zijn zij verspreid over vele landen, nergens zijn ze echt welkom en de meesten durven niet terugkeren. Hij zegt (p. 8) dat ze met 6,5 miljoen talrijker zijn dan de Oekraïners. Blijkbaar klopt dat ook volgens de UNHCR: met ontheemden erbij zijn er 13,3 miljoen Syrische en 11,6 miljoen Oekraïense vluchtelingen.


Sinds 2018 is er een economische crisis in Libanon en Turkije, de oorlog in Oekraïne deed de graanprijzen fel stijgen, de Turkse inflatie bedroeg in juni 2022 officieel 73%, in feite 161% (p. 185) en op 6 februari 2023 werden Zuid-Turkije en Noord-Syrië getroffen door een aardbeving “met de kracht van 550 atoombommen” (p. 230). Er vielen 50.000 à 200.000 doden en 3 miljoen Turken en Syriërs belandden toen in tentenkampen. Gevolg: vele Turken zijn nu arm en werkloos en zij zien de Syriërs liever vertrekken.


Staes beschrijft dan de toenemende spanningen per land en per stad, beginnend met Istanboel, dat 0,5 miljoen Syriërs herbergt, plus 0,3 miljoen Afghanen, naast tal van andere vluchtelingen. En dat op een bevolking van 3,5 miljoen. De EU schonk 9 miljard, maar per vluchteling en per jaar is dat slechts 1,1 euro per dag (p. 17). 75% van de Turken vinden  dat de Syriërs verantwoordelijk zijn voor de werkloosheid en dat ze teruggestuurd moeten worden.


In Libanon is het nog erger: met 5,5 miljoen inwoners en een land in een veelvoudige crisis,  herbergen ze 1,5 miljoen Syriërs! 95 % van die Syriërs hebben schulden en honger. 78% van de Libanezen is straatarm. Het vluchtelingenkamp Shatila is met 30.000 op 1 km² overbevolkt en telt sinds 2011 meer Syriërs dan Palestijnen (p. 26). Tussen 2019 en 2022 daalde het bbp met 60%, de Libanese lira verloor meer dan 200% en de voedselprijzen stegen met 400% (p. 28).


Staes bezoekt ook de Bekaa-vallei: 96% van de 340.000 vluchtelingen leven er in extreme armoede. Wanhopige Libanezen, misleid door de propaganda, denken dan dat de Syriërs de oorzaak zijn van de ellende en dat ze door de internationale organisaties bevoorrecht worden.

Volgens LSDJ, 22.04.24, mijn enige bron hierover, krijgen de Syriërs allerlei diensten zoals ziekenhuis cadeau, terwijl de arme Libanezen ervoor moeten betalen. Én zouden zij 85% van de misdaden plegen en 40% van de gevangenen vertegenwoordigen.


Een aantal Syriërs probeert via  Wit-Rusland in Europa te komen, maar aan de Poolse grens werden ze teruggejaagd. Loekasjenko deporteert ze dan naar Syrië. En de Cypriotische kustwacht jaagt ze ook terug.


Staes trekt dan naar Gaziantep in Zuid-Turkije, waar 450.000 vluchtelingen wonen of 20% van de bevolking. In Kilis, een andere grensstad, zijn ze met 105.000 op 141.000 inwoners. In totaal telt Turkije ruim 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen, België 30.000 (p. 87).


In 2011 was Turkije zeer gastvrij, maar dat is omgeslagen: ook daar beschouwt men hen als oorzaak van de armoede. Vele Turken snappen niet dat ze blijven, hoewel de oorlog voorbij is. In februari 2022 bepaalde een nieuwe Turkse wet dat maximaal 25% van de bewoners van een stad buitenlander mag zijn. Soms zijn de Syriërs met 75%! Ca. 1,4 miljoen van de 3,5 miljoen hebben werk, maar dat is vaak 14 u per dag, in ongezonde omstandigheden, voor 5 dollar per week (p. 95).
Ze zijn zeer solidair met de Oekraïners, maar ze betreuren dat zij in de EU veel minder welkom zijn.
En de oorlog in Oekraïne deed de graanprijzen stijgen in het Midden-Oosten.


In Noordoost-Syrië had het kalifaat jarenlang en ongehinderd wandaden kunnen plegen tot 23 maart 2019. In 2016, 2018, 2019 en 2020  viel het Turkse leger er dan binnen, met goedkeuring van Trump, en bezette er een ‘veiligheidsstrook’  van 100 km breed en 32 km diep. 200.000 mensen sloegen op de vlucht, vooral Syrische Koerden. Door Turkije gesteunde Syrische milities plunderden er alles wat aan de Koerden toebehoorde. Er is olie, maar niet aan de pomp. 3 miljoen mensen leven er in vele soorten van crisis.

Lees verder, klik HIER

 

Mythen over moord
Dertig jaar fataal geweld in Nederland
Marieke Liem en Gerlof Leistra

Marieke Liem, hoogleraar Geweld en Interventies in Leiden en Gerlof Leistra, misdaadjournalist, hebben zich samen verdiept in dodelijke agressie, moord dus.
Als je kranten leest en televisie kijkt lijkt het wel of het allemaal erger wordt:


Het regent liquidaties, femicide neemt toe, daders worden ‘steeds jonger’, ‘harder’ en ‘verwarder’.

Maar klopt dit wel?
Dit boek probeert een inzicht te geven: zijn de mythen die de ronde doen over moord en doodslag juist?



Klopt het dat de samenleving in Nederland gewelddadiger is dan in de landen om ons heen?
Is het aantal moordzaken toegenomen in de afgelopen drie decennia?
Moeten wij als burgers bang zijn voor de enge man in de bosjes?
Zijn daders inderdaad steeds jonger?
Zijn het vooral immigranten die dader zijn?
En neemt het aantal verwarde mensen die in hun wanen iemand vermoorden toe?
Is het gemak waarmee we aan een wapen kunnen komen een oorzaak van meer geweld?
Wat is de rol van internet (dark web)?
Is de rol van vrouwen – meer en meer onafhankelijk – van invloed?


Moord komt niet uit de lucht vallen.
Vaak is er sprake van alcohol en/of drugsgebruik; vaak zijn mensen verward; en omdat we meer en meer digitaal betalen is inderdaad het aantal roofmoorden sterk gedaald.
Zoals ook de komst van internet – met onder andere online spelletjes – het hangen op straat met alle risico’s van dien heeft laten dalen.
Verrassend is de stelling dat doordat er meer criminelen opgepakt worden er juist meer geweld ontstaat. Maar het is logisch: als er geen sterke monopolie is, proberen bendes dat met geweld te verkrijgen.


Liem en Leistra hebben ruim vijfduizend gevallen van moord en doodslag sinds 1992 geanalyseerd en schrijven hun bevindingen op, vergezeld van statistieken en casehistory.
Hun conclusie (in het slotwoord) is eigenlijk dat we rustig kunnen gaan slapen in ons kikkerlandje. Het aantal moorden daalt nog steeds. Of dit zo zal blijven? 
Hoewel de titel misschien anders suggereert is dit een boek vol feiten. Daarom zijn de casussen tussendoor wel prettig.
Met bibliografie.

ISBN 9789463823401 | Paperback | 255 pagina's | Uitgeverij Balans | april 2024

© Marjo, 19 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ik beval van het heelal
Tessa Smits


Onmiddellijk na je geboorte begint de conditionering al en naarmate je ouder wordt, krijg je onbewust steeds meer leefregels opgelegd waardoor je je leert aanpassen aan de omgeving. Daardoor verdwijnt langzaam je authentieke zelf. De onbevangenheid en puurheid van een kind, zal je nooit meer zo intens ervaren.
Om geaccepteerd te worden en verder te komen in je leven zul je je steeds meer moeten voldoen aan de verwachtingen, normen en de waardes van de maatschappij en de wereld.
Ja zal wel moeten want je zal geld moeten verdienen om huis, eten en kleren te kunnen betalen. Zo langzamerhand bepaalt de buitenwereld jouw leven.


Je kunt daardoor een mooie carrière opbouwen met een daarbij behorend salaris. Je kunt een huis betalen en hebt geen geldzorgen. Je hebt alles helemaal onder controle.
Maar wat als je zo'n leven als steeds meer verstikkend begint te ervaren. Wat als je voelt dat zo'n leven eigenlijk allemaal niet bij je past? Wat dan?
Durf je te veranderen? Durf je het aan de baan op te zeggen en te gaan doen wat wél bij jou past? Durf je jouw zekerheid qua baan en leven op te geven?


Tessa Smits voelde dat zij dit inderdaad moest doen. Na een opleiding op Nyenrode en een geweldige carrière én een faillisement zit ze zonder geld op een berg in Spanje bij haar zus en weet totaal niet welke kant ze met haar leven op moet. Misschien is het doordat ze toch niets meer te verliezen heeft dat ze kiest voor een vrij leven, een leven zonder dat vaststaat wat zij zal gaan doen, maar ze laat het leven gebeuren. Ze ziet wel. Ze wil niets meer afdwingen of ergens 'naartoe werken' dat heeft ze al gedaan en dat werkte niet en voelde ook niet goed.


Smits voelt een verlangen om te gaan schilderen en doet dat ook. Ze plaatst het op de social media en krijgt gelijk fantastische reacties.  Uiteindelijk kan ze haar werk verkopen. En zo begint een onverwachte bal te rollen over een weg die geen eind heeft en allerlei zijpaden vertoont. Het pad voert haar langs diverse ervaringen en werkuitdagingen maar Tessa besluit die weg gewoon te volgen, ze ziet het wel allemaal.


Het klinkt heel makkelijk, gewoon zoiets doen, maar de paniek slaat regelmatig toe bij Tessa. Kan ze wel zo leven? Waar komt ze uiteindelijk terecht? Moet ze niet weer een baan zoeken?  Ze wil uit gewoonte toch een beetje controle houden maar weet dat ze die los moet laten om gelukkig te worden, om zichzelf te worden.
Juist door zichzelf zo enorm open te stellen komt ze de meest bijzondere personen tegen. Langzamerhand valt ook de conditionering steeds meer weg en openbaart het leven zich aan haar zonder oordeel of bijgedachten. Het is een heel intens proces met veel (terug)vallen en weer opstaan.


Gaandeweg komt het besef dat ze onderdeel van àlles is, de aarde, het sterrenstelsel, het heelal en die ervaring is verbluffend, bijna hallucinant.
Met het aangaan van het loslaten van de conditionering komen ook steeds meer gevoelens naar boven die haar toch nog vasthouden. Haar échte zelf te laten zien is ontzettend moeilijk en eng. Er zit veel oude pijn, veel verdriet. Durft ze die zwarte kant ook aan te gaan, te uiten, te ondergaan, want ook dat hielp mee aan haar conditionering.
Toch vallen steeds meer laagjes weg - mede door af en toe een cacaoceremonie waardoor de diepere lagen ook naar boven komen - en ontmoet Tessa de échte Tessa, de zuivere Tessa, de Tessa die IS.


Tessa Smits wilde dat andere mensen ook die bevrijdende reis kunnen maken omdat het zo'n enorme letterlijke vrijheid oplevert en besloot daarom dit boek te schrijven. Je voelt dat zij de kern van het leven aanraakt. Haar reis is enthousiasmerend.
Het is een bijzonder boek van een vrouw met veel lef. Haast niemand durft het aan om er zo intens voor te gaan als zij.
Een boek voor de 'crazy ones' schrijft Tessa in haar voorwoord. Maar misschien is zij niet de crazy one maar zijn wij het...


ISBN 9789083366708 | Paperback | 288 pagina's | NUR 341 | www.tessasmits.nl | december 2023 5e druk

© Dettie, 17 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Franciscus Lieftinck (1835-1917)
Welbespraakt parlementariër
Caspar Visser 't Hooft


Franciscus Lieftinck werd in 1835 geboren in het Drentse Odoorn. Hij studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit Groningen waarna hij in de voetsporen van zijn vader trad en predikant  werd.  Eerst was hij drie jaar als hervormd predikant werkzaam in de Friese dorp Boijl (gemeente Weststellingwerf) daarna zo’n twaalf jaar in Kimswerd (op loopafstand van Harlingen).
Maar Lieftinck wilde meer:  bijdragen aan de geestelijke ontwikkeling van de boerenbevolking. Hij die al gewend was te preken gaf ook buiten de kerk lezingen, onder ander over pedagogie.

In 1879 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar hij bleef tot 1917. Politiek behoorde hij tot de liberalen.
Hij maakte vele ontwikkelingen mee op het gebied van kiesrecht, onderwijs en sociale wetgeving.
Dat deed hij niet passief, hij was integendeel aan gewaardeerd spreker. Liberaal, empathisch, en sociaalvoelend, gezegend met een enorme spreekvaardigheid, bemoeide hij zich vaak met de besproken onderwerpen.


Franciscus Lieftinck onderhield nauwe banden met Prins Alexander, de zoon van koning Willem III. Ook komen de schilder Hendrik Dirk Kruseman van Elten, en prins Bonaparte voorbij. Voor wie hen niet kent, we leren ze nu een beetje kennen!
Hij ging om met Adam Zelle, de vader van Mata Hari, en met de Perzische Sjah Nasreddin.
En natuurlijk bekendere politici als Alexander de Savornin Lohman, Domela Nieuwenhuis, Pieter Jelles Troelstra.


Lees het boeiende leven van een vergeten man, van een bevlogen politicus. Zijn privéleven wordt eveneens aangehaald, zoals zijn drie huwelijken, maar het gaat vooral om zijn ideeën, de manier waarop hij in het leven stond. Hoe hij zijn leven lang opkwam voor de belangen van Friesland, met name de boeren. Een interessante man, die zijn mannetje stond en die bij velen een geliefd persoon was omwille van zijn humoristische benadering. Politiek is niet saai als de familie Lieftinck/Visser 't Hooft het beschrijft.

Caspar Visser ’t Hooft schreef onder andere Een hof tot ons gerief (2019); Hen, de wereld van een ingetogen patriciër over zijn overgrootvader, en nu Lieftinck over zijn betovergrootvader.
Hij heeft daarbij de beschikking over een groot familiearchief, al is dat evenwel niet volledig. Waarom bepaalde stukken wel en andere niet bewaard zijn gebleven is niet bekend. Naast speurwerk in deze archieven hebben diverse biografieën tot bron gediend, met name genoemd in de inleiding.
Ook is de mogelijkheid benut om de verslagen van de ‘Handelingen van de Staten-Generaal’  online te raadplegen.
Caspar Visser ’t Hooft is auteur van oa. de romans Feniksbloem (2012), Waldenberg (2014) en Brandende kolen (2017). Ook heeft hij verhalen en novellen op zijn naam staan. Hij heeft zijn jeugd in Nederland doorgebracht, maar woont sinds jaren in Frankrijk.

ISBN 9789086842971 | paperback | 200 pagina's | Uitgeverij IJzer | mei 2024
Met foto’s.

© Marjo, 8 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Halfhaantje en de Hardrijder
Theo Meder & Jens Klein
 

Een bundeling van de mooiste, grappigste en griezeligste volksverhalen uit Nederland en Vlaanderen.
Om mee te lachen, of te griezelen.
Het is een boek dat je op een tafeltje ergens legt, om zo af en toe eens in te lezen.

Soms zijn de verhaaltjes kort en pak je er wat meer mee, maar er zijn er ook waar je wat langer over doet. Soms laat je het boek wat langer ongemoeid, omdat er toch wel overeenkomsten zijn qua thematiek, maar je  pakt het toch wel weer op om te genieten van een leuk, of juist eng vertelsel.
Bekend zijn onder andere de Heer Halewijn, de Vliegende Hollander, de getemde feeks, of de spin Anansi, maar wat zou er verteld worden bij titels als: Schinderhinke? Pannenkoeken bakken in het kasteel? Ieperdewiep en aperdewaap?


De troubadour Gery Groot Zwaaftink, en de verhalenvertellers Marco Holmer en Raymond den Boestert hedendaagse vertellers leverden hun versies van verhalen, en er is geput uit bestaande verhalenbundels, boeken, geschriften, oude tijdschriften, archiefstukken, geluidsopnames en online in de Nederlandse Volksverhalenbank. En dus zijn er ook verhalen zo oud als de middeleeuwen. Bekend en onbekend. Geen sprookjes zoals je die in kinderboeken aantreft, al zijn er wel bewerkingen van oude sprookjes. Die verlopen dan toch wel wat anders…

Er zijn verhalen die door de eeuwen heen overgeleverd werden en verhalen die door literaire schrijvers als Multatuli en Guido Gezelle verteld zijn.
Alle verhalen zijn goed leesbaar, al kan soms het Vlaamse accent heel duidelijk doorschemeren.


Streekgebonden (dialect) of meer algemeen, over sukkels, die er om vragen bedrogen te worden; over dieren die kunnen praten; over ontucht en wellust; fantastische vertellingen, ook in rijmvorm.
Voor elk wat wils dus. Verhalen over door te vertellen. Of voor te lezen, dat kan ook.
Jammer dat de traditie van vertellen of voorlezen in een donkere nacht, bij een knisperend kampvuur nagenoeg verdwenen is…

Verantwoording over de herkomst staat achterin het boek vermeld.


ISBN 9789464711554 | paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Sterck & de Vreese | april 2024

© Marjo, 4 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ware Moed
De strijd van Oekraïners
Joris Voorhoeve


Dit boek bevat de persoonlijke getuigenissen van 25 mannen en vrouwen die strijden voor de vrijheid en onafhankelijkheid van Oekraïne. Deze mensen zijn bereid om hun leven te offeren voor dit ideaal. De verhalen, hoezeer ze ook van elkaar verschillen, zijn dramatisch om te lezen. Hier, in het Westen gaat het dagelijkse leven gewoon door. Daar woedt de terreur van de Russische agressor.


Twee punten keren steeds weer terug in de persoonlijke getuigenissen.
Het eerste punt dat de lezer raakt is de onvoorstelbare vastbeslotenheid van de Oekraïners om de strijd vol te houden ondanks de enorme verliezen aan mensenlevens.
Het tweede punt is de oproep aan NAVO en EU om de middelen te geven die nodig zijn om de strijd vol te houden. Als dat onvoldoende gebeurt, verliest Oekraïne, maar zal het vrije Westen het volgende slachtoffer zijn van Poetins imperialisme. Oekraïne kan niet alleen tegen Rusland standhouden.


In een inleidend hoofdstuk schrijft Joris Voorhoeve dat hij met dit boek wil bijdragen aan de meningsvorming die nodig is voor het behoud van vrijheid en rechtsorde. Hij wil de geweldige motivatie en opofferingen van de Oekraïners profiel geven. Dat is hem helemaal gelukt.


Volgens Voorhoeve hebben de schuldigen aan deze oorlog (lees: Poetin en zijn trawanten) geen gewetensfunctie meer en zouden zij in een gesloten psychiatrische inrichting moeten worden behandeld. Hij heeft maar al te zeer gelijk, maar helaas trekken deze schurken aan de touwtjes en krijgen zij daarbij zelfs bijval van sommige extreemrechtse figuren in het Westen.


Op grond van zijn jarenlange ervaring in het politieke bedrijf concludeert Voorhoeve dat het in de politiek draait om kwade opzet en onbegrip. Beide krachten kennen geen grenzen.


Voorhoeve rondt het boek af met vier hoofdstukken waarin hij verschillende aspecten van de oorlog in Oekraïne belicht.
Hij wijst erop dat Rusland alle verdragen die de soevereiniteit van Oekraïne erkenden, heeft geschonden. Hij onderzoekt verschillende scenario’s waarmee de oorlog beëindigt kan worden. Elke uitkomst die neerkomt op gebiedsafstand is onbevredigend en bevat de kiemen voor een nieuw conflict. De slechtste uitkomst is dat Oekraïne verliest en West-Europa in een paar weken tijd een stroom van 10-20 miljoen vluchtelingen moet opvangen.


Voorhoeve noemt tien redenen om Oekraïne volop te steunen in hun strijd. Voorhoeve wijst erop dat als Hitler bijtijds een halt was toegeroepen tientallen miljoenen mensenlevens gespaard zouden zijn. Nu staat West-Europa voor een vergelijkbaar dilemma. De democratische rechtsstaten moeten zich verenigen in één politiek front. Het gaat om het belang van Oekraïne, maar óók om het eigenbelang van het vrije Europa. Op de achtergrond kijkt China toe hoe dit conflict afloopt. Een verzwakking van het Westen zal China ruim baan geven voor de eigen territoriale ambities.


De hoofdstukken die Voorhoeve heeft geschreven zijn helder en zeer overtuigend. De persoonlijke verhalen zijn aangrijpend.
Goed dat dit boek verschijnt. Wij leven in gevaarlijke tijden. Democratie, rechtsorde en vrijheid staan op het spel. Europese burgers leven nog in hun comfortzone. Het is de taak van Europese leiders om de bevolking voor te houden dat de vastbeslotenheid van de Oekraïners ook hier nodig is om het democratische bestel overeind te houden.


Het boek is voorzien van illustraties, een opgave van enige literatuur en een overzicht van instellingen die zich inzetten voor Oekraïne.


Joris Voorhoeve heeft een dijk van een c.v. Ik beperk me tot het noemen van een aantal functies: fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, minister van defensie, lid Raad van State, hoogleraar Internationale Betrekkingen, auteur van een tiental boeken. Op blz. 238 zinspeelt hij op een vervolgpublicatie. Wat mij betreft, mag die er komen.


ISBN 9789464871876 | Paperback | Omvang 248 blz. | Uitgeverij Aspekt Soesterberg |10 juni 2024

© Henk Hofman, 25 juni 2024

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER

 

Op gevoel
Een wielerleven
Tom Dumoulin en Nando Boers


Tom Dumoulin (°1990) was tussen 2013 en 2022 de beste wielrenner van Nederland en mijns inziens ook de meest getalenteerde uit de Nederlandse wielergeschiedenis. Toch stopte hij ermee in 2022, tot grote verbazing en onbegrip van zijn vele supporters en bewonderaars.


In 2023 bezocht Dumoulin samen met journalist Nando Boers, die hem veel had gevolgd, een zestal plaatsen die een belangrijke rol hadden gespeeld in zijn carrière: sommige in positieve zin, andere hadden hem twijfel en onzekerheid bezorgd.


Het vreemde bij Tom was dat hij zich vanaf het begin nooit echt thuis voelde in het wielerpeloton, dat 150 à 200 dagen per jaar in het buitenland vertoeft en van de renners steeds meer eist. Een monnikenleven met een gedetailleerd trainingsprogramma, dieetvoorschriften tot op de gram nauwkeurig en weinig autonomie voor de renners.


Als jongen was hij erin gerold: de Amstel Gold Race passeerde bijna langs zijn ouderlijk huis in Maastricht. Zijn vader was arts, Tom groeide niet op in een wielerfamilie. De plaatselijke wielerclub ving hem goed op. En toch voelde hij vanaf het begin dat het zijn wereld niet was. Zijn eerste jaren als prof (2011 en 2012) waren geen groot succes. Hij stopte met zijn studie geneeskunde en koos voor zijn sport. In 2013 reed hij zijn eerste Tour, met Marcel Kittel als goede ploegmaat. Die won vier ritten.


In de Tour van 2014 werd hij tweede in de tijdrit, in het WK tijdrijden derde. In de Tour van 2015 moest hij helaas opgeven door een zware val. Hij presteerde wel in andere rondes: Zwitserland, Baskenland, Spanje. In 2016 was de tijdrit van de Olympische Spelen zijn hoofddoel. Maar door te weinig training werd hij tweede achter Cancellara, die hij in de Tour nog op drie minuten had gereden.
In 2017 won hij als eerste Nederlander de Giro, 37 jaar nadat Zoetemelk de Tour had gewonnen. Jan Jansen, de eerste Nederlandse Tourwinnaar (1968), wordt hier niet meer vermeld. Dumoulin werd ook wereldkampioen tijdrijden, zodat 2017 zijn topjaar was. Nu wou hij nog de Tour winnen. In de ploeg ergerde hij zich dikwijls om de strikte voorschriften zoals: een appel moest, een kiwi mocht niet. Hij werd geleefd (p. 190-191).


In 2018 werd hij tweede in de Giro na Froome en tweede in de Tour na Gerant Thomas. Telkens knappe prestaties. Maar dan werden zijn trouwe helpers Ten Dam en Geschke ontslagen. Tom was razend.


2019 werd een rampjaar, vooral door een zware blessure en twee operaties. 2020 moest weer een goed jaar worden in een nieuwe ploeg: Jumbo-Visma. Maar hij kampte met medische kwalen, stress, te veel druk van de ploeg, angst voor corona. Bijgevolg werd hij pas zevende in de Tour i.p.v. eerste. En op het WK tijdrijden pas tiende. Het was de meest ellendige periode in zijn leven.

In de winter van 2020-2021 voelde hij zich overspannen en maakte hij een burn-out mee: lichaam en geest konden geen zware trainingen meer aan. Hij wou toen al stoppen. Hij nam een pauze van vier maanden en begon dan aan zijn trainingen voor de uitgestelde Olympische Spelen van Tokio (juli 2021). Op pure wilskracht werd hij tweede, achter Roglic, maar vóór andere toppers (p. 229).


In april 2022 nam hij het besluit om op het einde van het seizoen te stoppen. Hij wou nog twee koersen rijden: de Giro en de Amstel Gold Race, maar het werd geen succes. In augustus 2022 stopte hij: “Ik wilde met niemand in het wielrennen meer iets te maken hebben.” (p. 241). Een vreemde uitspraak voor iemand die zo gepresteerd en zoveel verdiend had en die al zijn roem aan de sport te danken had!


Hij kon niet meer om met alle bevelen van bovenaf, zeker bij Jumbo-Visma. Zijn afscheid voelde als een bevrijding. Twee maanden later organiseerde hij een afscheidsfeest, waar trouwens wel heel wat tenoren uit het wielrennen op uitgenodigd waren. In die periode leerde hij ook Maxime kennen, met wie hij sindsdien samenwoont in Maastricht. Hij voelt zich nu meer verbonden met de koers dan toen hij er zelf in zat. Er wordt niet gezegd wat hij nu doet als beroep.


Beoordeling
Boers en Dumoulin hebben een boeiend boek geschreven in een voor iedereen begrijpelijke taal.
Er staan wel een hoop onnodige details en fictieve dialogen in. Het is geen ordelijk chronologisch verhaal: de ene keer begint Dumoulin met wielrennen in 2008 (p. 24), de andere keer in 2007 (p. 32), elders als tweedejaars nieuweling zonder jaargetal (p. 22). Ik vermoed 2006. Vaak lees je ook ‘eind maart’ (p. 34) of ‘eind juni’ (p. 38), maar het jaar moet je dan zelf uitzoeken. De Olympische Spelen van 2016 worden bij de foto’s op p. 128  in 2018 gedateerd. In het midden (p. 128-129) staan 16 pagina’s mooie foto’s, maar in de tekst wordt er niet naar verwezen.


Het taalgebruik is dikwijls wat ‘café-achtig’, met onnodig gevloek in het Nederlands en in het Engels. Maar daar storen de meeste lezers zich blijkbaar niet aan, gezien de vierde druk op evenveel weken, wat zeer uitzonderlijk is voor een boek over wielrennen. In het boek staan op p. 128-129 mooiere foto’s dan die op de kaft vooraan. Voor wielerliefhebbers is het wel aan te bevelen: zo maken ze kennis met de andere kant van het wielerleven.


ISBN 978-94-004-1080-0 | Paperback | 253 pagina's, foto's |  Uitgeverij Thomas Rap, Amsterdam/Standaard, Antwerpen, juni 2024

© Jef Abbeel, juni 2024 www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER