Non-fictie

Niall Kishtainy

https://www.niallkishtainy.com

 

Een kleine geschiedenis van de economie
Niall Kishtainy


'Economie is de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de vraag hoe een samenleving omgaat met haar productiemiddelen – de bouwgrond, de steenkool, de mensen en de machines die nodig zijn voor het maken van nuttige goederen als brood en schoenen’, pag. 10.


De titel van dit boek kan misschien andere verwachtingen oproepen. Wie denkt aan een strak geordend systematisch overzicht van economie door de eeuwen heen, vindt in dit boek niet wat hij zoekt want het boek is meer verhalend van aard. Het is zeer helder geschreven, laagdrempelig zelfs, en de schrijver weet economie heel duidelijk met ménsen te verbinden. Hij onderkent dat het begrip economie een droog en abstract imago heeft en daarom niet tot onze verbeelding spreekt. Daarom legt hij door heel het boek heen uit dat het mensen zijn die economisch denken en handelen.

Economie heeft dan ook alles met ons dagelijks bestaan te maken en dat blijkt uit de vele voorbeelden uit ons eigen dagelijks leven die in dit boek naar voren komen waarin wij als consumenten actief zijn. Vanuit dat herkenbare gegeven komen dan bepaalde economische principes ter sprake.


Er zit in dit boek toch wel een zekere chronologie al is die tamelijk losjes.
De eerste hoofdstukken zijn gewijd aan de oudheid waarin ruilhandel plaats vond; de eerste munten dateren uit de 6e eeuw voor Christus en zijn in Turkije gevonden. In het Oude Testament wordt renteheffing – dat gezien wordt als een vorm van uitbuiting – verboden en deze gedachte heeft tot in de middeleeuwen invloed uitgeoefend.


‘Aan het begin van de elfde eeuw zei de paus nog dat kooplieden nooit de hemel zouden kunnen binnengaan. Bijna tweehonderd jaar daarna werd een koopman met de naam Homobonus door een latere paus heilig verklaard….. In 1253 opende een Italiaanse firma zijn handgeschreven grootboeken met de woorden ‘In naam van God en van de winst’. Gods economie begon langzaamaan te versmelten met de nieuwe wereld van het zakelijk verkeer’, pag. 32.


Later oefenen ontdekkingsreizen veel invloed uit op de overzeese handel en in de 18e eeuw is de industrialisatie een krachtige motor voor allerlei economische ontwikkelingen.


In het boek komen veel economen en hun economische opvattingen voorbij. Ze worden kort getypeerd zoals Adam Smith uit de 18e eeuw die veel invloed uitoefende met zijn boek ‘The Wealth of Nations’. Hij is van mening dat de samenleving goed functioneert wanneer mensen handelen uit eigenbelang want die prikkel zorgt niet alleen voor je eigen vooruitgang maar bevordert ook die van anderen.


Ook ‘Das Kapital’ van Karl Marx komt ter sprake waarin hij de macht van het geld benadrukt en de economische macht van hen die over geld beschikken. Het boek is een aanklacht tegen de industrialisatie met armoede onder de arbeidende klasse als gevolg. De heersende klasse die mensen in fabrieken laat werken waardoor het kapitalisme ontstaat met scheve economische verhoudingen. Maatschappelijke onvrede en gebrek aan perspectief zijn daarvan het gevolg.


Andere economische termen als marktevenwicht, concurrentie, protectionisme of vrijhandel en diverse theorieën komen op bijna speelse wijze ter sprake. Steeds weet de schrijver een herkenbare, vaak kleinschalige situatie te schetsen zodat de lezer deze principes herkent. Hij brengt daarbij veel aardige details naar voren en kiest herkenbare voorbeelden die we allemaal herkennen. Vervolgens legt hij uit wat er dan precies gebeurt en brengt hij tal van economen ter sprake die hierover hebben nagedacht.


Dit boek vormt een goede inleiding tot de economie voor degenen die het verhalende element waarderen. Het is niet moeilijk geschreven en daarom voor een breed publiek toegankelijk al zullen de meeste genoemde economen voor de meeste lezers die niet in het vak zijn ingewijd onbekend zijn. De auteur heeft daarbij een zekere voorkeur voor economen met in hun tijd controversiële opvattingen. Hun invloed is dan ook vaak beperkt gebleven.


Een belangrijke econoom uit de 20e eeuw is Keynes die een nieuwe visie ontwikkelde in de tijd van de recessie in de jaren 30. Hij legde niet de nadruk op de productie maar op de mogelijkheden van mensen om geld te besteden. Een steeds terugkerend thema is de vraag of economie aan de vrije markt mag of moet worden overgelaten of dat de overheid ook dient in te grijpen. ‘Tegenwoordig zijn de meeste economieën een mengeling van privé-initiatieven en overheidsbemoeienis’, pag. 186 is de conclusie van de schrijver.


Interessant is zijn economische benadering van de wapenwedloop uit de periode van de Koude Oorlog die een sterke stimulans is voor de productie van wapens waaraan wordt verdiend. Ook zijn visie op misdaad die vaak meer economisch voordeel oplevert dat betaald werk is origineel en waardevol.


Actueel zijn de hoofdstukken aan het eind over de ethiek van bankiers en de klimaatcrisis. De auteur is van mening: ‘economie is heel sterk betrokken bij deze wereld en kan haar steentje bijdragen om die te redden’, pag. 345.


Zo zit er in dit boek zeker wel een historische opbouw, al valt die in de latere hoofdstukken vaak wat minder duidelijk te herkennen. De hoofdstukken lijken wat losjes met elkaar verbonden. Zijn het afzonderlijke colleges die in dit boek gebundeld zijn?


De uiteindelijke boodschap van deze docent aan de London School of Economics is dat economie ons kan helpen: ‘Ondanks haar tekortkomingen is economie dus van levensbelang voor de mensheid. De basale economische ideeën zijn krachtige instrumenten waarmee allerlei problemen kunnen worden opgelost’, pag. 348 – 349. Daarom hanteert de schrijver een verhalende stijl die dicht bij mensen ligt en voor ons van betekenis is.
Wie dit boek vanuit die houding leest en waardeert, zal er veel uithalen.


ISBN 978 94 004 0417 5 | Paperback | 364 pagina’s | Thomas Rap Amsterdam | september 2019
vertaling: Frits van der Waa

© Evert van der Veen, 27 september 2019

Lees de reacties op het forum en / of reageer, klik HIER