jeugd 6-9 jaar

De Vindeling van Wammerswald
tekst: Stefan Boonen
illustraties: Tom Schoonooghe


Op een dag spoelde er een meisje aan op het Wapperstrand. Dat is een strook zand aan de oever van de rivier die langs het dorpje Wammerswald loopt. De schipper, mevrouw Kardoes vond haar en rende gauw naar agent Willy. Ze dacht dat het meisje dood was maar gelukkig was het niet zo.


"Toen ze bij het Wapperstrand kwamen, was het meisje niet meer dood. Ze had haar koffer naar de oude wilg gesleept en haar jurk aan aan een tak gehangen.
Het was een meisje met donker krullend haar en een vrolijke brede mond. [...]
'Ahum!' deed agent Willy.
Het meisje keek om. 'O, hallo', zei ze.
Ze wreef haar ogen uit en hield haar hoofd scheef.
'Is er iets?' vroeg ze.
Mevrouw Kardoes grinnikte. 'Ik dacht dat je dood was', zei ze.
'Nee hoor, ik ben alleen maar nat.'
Agent Willy rechtte zijn rug. 'Zo, eh' zei hij streng.
Een meisje in haar ondergoed, zo 's morgensvroeg op het strand.
Hij wist niet of dat kon in Wammerswald."


Het meisje weet niet meer hoe ze heet. Alleen dat ze gisteren nog in een tentje zat en nu hier was. Ze heeft alleen een rood koffertje bij zich. Mevrouw Kardoes neemt haar mee en bakt pannenkoeken. Heel Wammerswald weet binnen de kortste keren dat er een meisje aangespoeld is en dat meisje heeft een hut gebouwd en daar woont ze nu. Ze vertelt dat haar moeder dood en haar vader kwijt is en dat ze bij tante Idaliek woonde, zij is De Ergste Tante van de Hele Wereld. Ze moest van die tante in een tentje in de tuin wonen en op een nacht regende het zo dat ze gauw wat spullen in haar rode koffertje stopte en op de koffer ging zitten, ze spoelde weg en spoelde weer aan op het Wapperstrand.  De burgemeester vraagt 'Is dat de waarheid, kleine Vindeling? en vanaf die tijd heet het meisje Vindeling. Dokter Hendrik onderzoekt haar en verklaart dat Vindeling helemaal gezond is. Hij vindt dat de mensen van Wammerswald goed voor Vindeling moeten zorgen.


Vindeling vindt het heerlijk in Wammerswald. Iedereen is aardig tegen haar. Ze raakt bevriend met Mathilda, de dochter van de glazenwasser en ze vindt een baantje bij Grote Jos, de garagist van Wammerswald. Maar de burgemeester en de Denkraad hebben besloten dat Vindeling onderdak moet krijgen, ze moet bij iemand gaan wonen die als een vader... of moeder... of beide... voor haar zal zorgen.
Al gauw melden zich mensen zich kandidaat. De vrouw van de bakker wil wel een dochter na haar elf zonen, de dokter wil wel weer een kind in huis en Grote Jos vindt zo'n meisje om zich heen ook wel gezellig.
Maar niet iedereen is blij met Vindeling... Kan ze wel blijven? Ze zorgde wel voor een hoop gedoe met die beer uit het Wammerse woud. En waarom zoekt haar tante haar niet? En wat deed ze toen heer Waltz een pretpark wilde? En die keer dat het hele dorp in paniek was toen Vindeling verdwenen was... Willen de mensen uit Wammerswald wel zo'n meisje in hun dorp?

Opnieuw een heerlijk fantasievol verhaal van Stefan Boonen. Je blijft lezen tot het boek uit is. De bewoners van het dorpje hebben elk een heel eigen karakter en het is erg leuk om ze te leren kennen. Je moet bijna al bij voorbaat lachen als agent Willy er aan komt fietsen, wat zal hij nu weer te zeggen hebben in zjn eigen taaltje. Hij 'prut nogal vriemd' (praat nogal vreemd) En de burgemeester Meneer Santori, die zo graag plechtig praat, hoe zal hij aankondigen dat ze verzorgers voor Vindeling zoeken. En zal Willem, de zoon van de bakker, weer blozen als hij Vindeling ziet? En mevrouw Kardoes, die vlotte schipper (schipster zegt ze zelf), hoe zal ze omgaan met die rare heer Waltz?
Bij het verhaal over Vindeling en de Wammerswalders  staan zeer bijzondere, gekleurde afbeeldingen, gemaakt door Tom Schoonooghe, die de sfeer van het boek uitstekend weergeven.
Al met al een geweldig leuk boek waar kinderen vast heel erg van gaan genieten.


ISBN 9789022325971 Hardcover 168 pagina's Uitgeverij Manteau maart 2011
Leeftijd 7-9 jaar

© Dettie, 4 april 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER