jeugd 6-9 jaar

Roald Dahl

www.roalddahl.com

http://www.quentinblake.com

 

Ieorg Idur
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Meneer Hoppe is stiekem verliefd op z'n onderbuurvrouw mevrouw Zilver, maar hij is te verlegen om haar te benaderen. Mevrouw Zilver lijkt vooral om haar schildpad Rudi te geven, die een huisje op het balkon heeft. Meneer Hoppe fantaseert over heldendaden, om indruk op haar te maken, maar ja, daar komt natuurlijk nooit wat van. Veel verder dan het voeren van korte gesprekjes op het balkon, komt het niet.


Op een gegeven moment vertelt mevrouw Zilver dat ze het zo jammer vind dat haar schildpad maar niet lijkt te groeien. Dit brengt meneer Hoppe op een idee en hij zegt dat hij wel iets weet om Rudi te laten groeien. Hij gaat even naar binnen en komt even later weer naar buiten met een papiertje, dat hij voorzichtig laat zakken. Op het papiertje staat een toverspreuk om Rudi te laten groeien.


Wat meneer Hoppe verder verzint, verklap ik niet. Het is een leuk, romantisch verhaaltje en de zwart-wit tekeningen van Quentin Blake maken het helemaal af.


ISBN 9789026130601 | Paperback | 61 pagina's | Uitgeverij De Fontein | januari 2016
NUR 200 | Vertaald door Huberte Vriesendorp | vanaf 9 jaar

Renate, 10 mei 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De tovervinger
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Het buurmeisje van de familie Kreitjes kan niet uitstaan dat meneer Kreitjes en zijn twee zonen Flip en Willem graag op jacht gaan. 


"Als je het mij vraagt, is het helemaal verkeerd dat mannen en jongens dieren doodschieten, zomaar voor hun plezier. Iedere keer dat ik naar ze toe ging, probeerde ik ze aan hun verstand te brengen dat ze ermee op moesten houden, maar dan lachten ze me vierkant uit." 


Het buurmeisje werd zelfs zo boos dat er rode vlekken voor haar ogen kwamen en ze met haar tovervinger zwaaide...
Diezelfde dag komen meneer Kreitjes en Flip en Willem weer thuis met 16 eenden die ze neergeschoten hebben. De vier heel grote eenden kregen ze maar niet te pakken en het gekke is, die eenden achtervolgden  de drie mensen naar huis!
De volgende ochtend werd de familie Kreitjes wakker en ze hadden vleugels in plaats van armen en ze waren gekrompen! Meneer en mevrouw Kreitjes waren in paniek maar Flip en Willem vonden het wel leuk en vlogen zo het raam uit.


"Wat denk je, zouden wij dat ook kunnen, lieve man?
 "Ik zie niet in waarom niet," zei meneer Kreitjes.
"Vooruit laten we het proberen.
Meneer Kreitjes begon flink met zijn vleugels te klapwieken, en hup, daar ging hij omhoog.
Toen deed mevrouw Kreitjes hetzelfde.
"Help!" riep ze toen ze voelde dat ze de lucht in ging. "Red mij!"
"Toe maar," zei meneer Kreitjes. "Niet bang zijn!"
En zo vlogen ze het raam uit, hoog de lucht in, en het duurde niet lang of ze hadden Flip en Willem ingehaald.


Toen ze naar beneden keken zagen ze de vier grote eenden hun huis bezetten... waar moesten ze nu slapen?
Meneer Kreitjes besloot een nest te bouwen, dat was nog best lastig als je geen handen hebt, ze moesten net als de vogels elk takje in hun mond meenemen. 


"Probeer het eens," zei meneer Kreitjes. hij was heel trots op zijn werk.
"O, wat prachtig!" riep mevrouw Kreitjes terwijl ze in het nest ging zitten. "Ik heb het gevoel dat ik zo een ei zou kunnen leggen!"


Maar zo leuk is het natuurlijk niet in een nest te wonen als je gewend bent aan een lekker zacht bed en een lekker warm huis. En hoe komen ze aan eten? Ze kunnen niets pakken zonder handen...
De nacht in het nest  is vreselijk en de volgende ochtend staan de grote eenden buiten, met geweren, ze gaan jagen... op de familie Kreitjes!


Roald Dahl is bekend om zijn humorvolle, soms griezelige, soms bizarre verhalen. Dit is ook weer een lekker gek verhaal zoals alleen hij het kan schrijven. Een verhaal vol fantasie en deze keer met een boodschap...  jagen is écht niet leuk!
De zwart-wit afbeeldingen zijn zoals altijd van Quentin Blake, zijn naam staat voor leuke, grappige tekeningen.
Deze keer zijn ze echter niet helemaal duidelijk, ik vraag me af of ze oorspronkelijk in kleur of groter waren maar dat kan ik nergens vinden. Nu zijn het pentekeningen die met grof zwart/grijs potlood zijn 'ingekleurd'. Maar de afbeeldingen blijven evengoed erg grappig, vooral als de familie Kreitjes een nest aan het bouwen is.
Een boek om vaak uit voor te lezen.
(Tien procent van de opbrengst van dit boek gaat naar diverse Roald-Dahl liefdadigheidsinstellingen.)


ISBN 9789026127960 Hardcover 64 pagina's | Fontein | jubileumeditie editie | februari 2010 Vanaf 8 jaar
Vertaald door Harriët Freezer

© Dettie, februari 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
Sjakie en de chocoladefabriek
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Als kind heb ik meerdere malen de film gezien (met Gene Wilder als Willy Wonka) en elke keer vond ik het geweldig. Het boek zelf had ik nog nooit gelezen. Toen ik dit boek kreeg was ik dan ook erg benieuwd of ik het boek net zo leuk zou vinden als de film.

Het verhaal:

Sjakie woont met zijn ouders en vier grootouders in een klein huisje. Zijn twee opa's en oma's zijn al heel erg oud en liggen altijd in bed om warm te blijven. Zijn ouders zijn arm, ze kunnen nauwelijks genoeg eten voor iedereen kopen. Sjakie heeft daarom een krantenwijk zodat hij ook wat kan bijdragen. Eigenlijk heeft Sjakie altijd honger maar ja, meer geld voor eten is er niet. Elke dag komt hij langs de chocoladefabriek en dan ruikt hij steeds die heerlijke lucht. De eigenaar van die fabriek is Willy Wonka maar niemand mag in de fabriek komen, alles wat daar gebeurt is geheim. Op een dag meldt Willy Wonka dat hij vijf kinderen wil uitnodigen in zijn fabriek. Die mogen dan de hele fabriek zien. Maar... ze moeten dan wel een gouden wikkel met de uitnodiging kunnen laten zien. Die wikkel is verstopt in de verpakking van de repen. Heel de wereld staat op z'n kop. Iedereen wil die geheimzinnige fabriek wel eens bekijken. Arme Sjakie, ze hebben thuis geen geld om repen te kopen zoals de vier verwende kinderen die de wikkels vinden. Hij zou ook zo graag de fabriek willen zien. Maar heel toevallig komt hij toch aan een gouden wikkel en samen met zijn opa mag hij de fabriek in.
Eenmaal binnen weten ze niet wat ze zien, een rivier met warme chocolade, snoep dat nooit op gaat, behang waaraan je kan likken... Ze maken ook kennis met de helpers van Willy Wonka, dat zijn de Oempa Loempa's, hele kleine mensjes die gek zijn op zingen en plagen.
Sjakie en zijn opa vinden het allemaal prachtig. De verwende kinderen willen alles wel hebben en overal van snoepen maar dat mogen ze niet van Willy Wonka. Maar ze doen het toch... Het een na het andere verwende kind verdwijnt zoals de dikke snoepert Caspar Slok, die het niet laten kan van de chocoladerivier te proeven. Hij wordt meegezogen, een glazen buis in, en waar die buis heen gaat... Gelukkig vertelt Willy dat alles wel goed komt met die kinderen.
Maar het leukste is dat er op het laatst nog een heel grote verrassing voor Sjakie is.


Een geweldig boek, nog leuker dan de film. Het is een verhaal dat alleen Roald Dahl kan verzinnen. Hij gebruikt gekke namen, verzint de apartste dingen, zoals bijvoorbeeld varen in een roze boot van suiker, er is opstijglimonade met prik (als je en boer laat ga je weer naar beneden) en hij beschrijft alles zo goed dat het lijkt alsof je al het snoep ruikt. De hele beschrijving van de fabriek is een groot droomparadijs voor kinderen.
Daarnaast zijn er de schitterende en humoristische tekeningen van Quentin Blake, die vanwege het '40 jaar Sjakie in Nederland jubileum' allemaal in kleur zijn afgedrukt.
De vertaler verdient een groot compliment, zet al die vreemde, gekke woorden maar eens om in het Nederlands zonder de essentie te verliezen, een pittige klus lijkt me. Bovendien zijn de liedjes van de Oempa-Loempa's mooi op rijm gebleven.
Dit boek is een aanrader met stip, kopen!


ISBN 9789026124396 Hardcover 153 pagina's | Uitgeverij De Fontein | oktober 2008 vertaald door H. Freezer (jubileumuitgave) vanaf 8 jaar

© Dettie, november 2008

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik hier!
 

altDe GVR
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake



Dit jaar bestaat het beroemde boek De GVR van Roald Dahl alweer dertig jaar! Om dit heugelijke feit te vieren is er een eenmalige jubileumeditie uitgebracht. Een prachtig verzorgd boek met luxe, gouden letters. Het is alweer de achtenvijftigste druk van het heerlijke verhaal over de Grote Vriendelijke Reus.

Het verhaal begint met Sofie. Sofie is een weesmeisje en op een nacht kijkt ze stiekem uit het raam van de slaapzaal naar buiten. Dat is ten strengste verboden maar Sofie denkt dat niemand haar zal horen. Ze heeft ongelijk want de enorme reus die ze tot haar grote schrikt ziet, hoort het angstige bonzen van haar hart. Met zijn reusachtige hand plukt hij Sofie uit haar bed en neemt haar mee naar zijn grot.

Sofie wist niet dat reuzen echt bestonden en nu bevindt ze zich in de nabijheid van een enorm exemplaar! De reus heeft enorme oren, een spitse neus en een mager lijf. Hij is wel zeven en een halve meter lang. Gelukkig hoeft Sofie niet bang te zijn want de reus is bijzonder vriendelijk. Hij wil haar alleen niet laten gaan want hij is bang dat Sofie andere mensen over hem vertelt. Hij wil niet gevangen en opgesloten worden.

De Grote Vriendelijke Reus (de GVR) is echter niet alleen. Buiten de grot wonen nog negen reuzen. Vergeleken bij deze joekels lijkt zelfs de GVR klein. Ze zijn wel vijftien meter lang en zien er helemaal niet vriendelijk uit. Ze luisteren naar namen als De Bottenkraker, De Meisjesstamper en De Bloedbottelaar. Elke nacht stampen ze op hun kollossale voeten de wijde wereld in om te eten. Ze eten geen groente, geen eieren of fruit. Nee, de reuzen eten mensenvlees! Met hun kolenschoppen van handen graaien ze hun nietsvermoedende voedsel zo van de straat of uit bed.

Gelukkig voor Sofie eet de GVR geen mensenvlees. Hij eet snoskommers, de enige groente die in Reuzenland groeit. Hij laat Sofie een exemplaar zien.

“Dit is de walgbare snoskommer”, riep de GRV en zwaaide ermee. “Ik zwalgt ervan! Ik klotst erop! Ik kunt het niet uitluchten! Maar omdat ik geen mensbaksels wilt eten zoals de andere reuzen, moet ik wel levenslang die akkiebakkie snoskommers schranzen. Als ik het niet doet, word ik vel overheen.”

De GVR praat een beetje gek en Sofie verbetert hem steeds. Daar wordt de vriendelijke reus verdrietig van. Hij doet immers zijn uiterste best maar reuzen hebben geen moeders en gaan ook niet naar school. Daarom zegt hij de dingen soms een beetje “warrelig”.

Sofie vindt het vreselijk dat de gemene reuzen elke nacht opnieuw heel veel mensen oppeuzelen. Ze haalt de GVR over om haar te helpen en samen bedenken ze een plan om de reuzen te stoppen. Zal het ze lukken?

De GVR is mijn favoriete kinderboek van Roald Dahl. Het bezorgde me als kind een gevoel van plezier gemengd met een vleugje angst. Die nare reuzen vond ik toch wel heel eng! En het idee dat een reus, hoe vriendelijk ook, mij van mijn bed zou lichten, vond ik als kind aanvankelijk ook doodeng. Daarna overheerste de wens om ook een reuzenvriend te hebben. Het verhaal is grappig, puur en heel ontwapend. De karakteristieke illustraties van Quentin Blake maken dat het verhaal tot leven komt. Het taalgebruik van de GVR is komisch en fantasievol. En dan heb ik het nog niet gehad over de dromen. De GVR vangt namelijk dromen in Dromenland en blaast deze in slaapkamers van mensen. De lieverd bezorgt mensen graag prachtige dromen. De GVR houdt ook erg van “flitspoppen”. Wat dat is, verklap ik niet. Deze jubileumeditie is namelijk een mooie reden om het boek opnieuw te lezen of om je (klein)kinderen, neefjes en nichtjes en/of buurkinderen te trakteren op een geweldig verhaal. Jong en oud, iedereen zal genieten van dit heerlijke boek.

ISBN 9789026134081| hardcover – jubileumeditie |208 pagina's| Uitgeverij De Fontein | februari 2013
Vertaald door Huberte Vriesendorp | Met illustraties van Quentin Blake |
Vanaf 9 jaar

© Annemarie, 10 maart 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

jeugd De GVR
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Sophie is acht, woont in een weeshuis, ligt te midden van heel veel andere wezen op een grote slaapzaal, en kan niet slapen. Het is doodstil, wat niet zo raar is, vindt ze zelf, want dit is tenslotte het uur wat mensen het spookuur noemen. Dat speciale uur midden in de nacht wanneer alle mensen in diepe slaap verzonken zijn en alle duistere dingen uit hun hoeken en gaten te voorschijn kruipen. Maar er lijkt niets te zien, de straten zijn stil en leeg. Totdat... Sofie aan het eind van de straat iets ziet bewegen. Iets zwart, iets langs, iets heel langs en heel zwart en heel duns.
Zo begin het verhaal van de GVR en je zit meteen al op het puntje van je stoel. Het zwarte lange dunne ding, blijkt vier keer zo hoog als een mens, en maakt stappen die zo lang zijn als een tennisbaan. Kortom, een reus, en zoals later blijkt in het verhaal, nog maar een kleintje. Zijn collega reuzen zijn vele male hoger en breder. En vooral geváárlijker. Déze reus is namelijk de GVR, de grote vriendelijke reus, een vriendelijke goedaardige lobbes van een reus. De andere reuzen luisteren naar niets-verhullende namen als De Bloedbottelaar, De Vleeslapeter, De Mensenmepper, De Schrokschranzer, De Meisjesstamper, en, onze huiverfavoriet.. De Kinderkauwer, en zijn stukken bloeddorstiger. Al deze reuzen wonen in een ver reuzenland, maar iedere avond als de schemer valt trekken ze over de wereld en eten daar mensbaksels en kindertjes bij bosjes op.
De GVR waagt zich niet aan dat soort verwerpelijke praktijken, hij trekt ook de wereld over, maar dan om met een lange trompet mooie dromen in kinderhoofden te blazen. Dromen die hij in een imposante collectie potten in zijn grot bewaart. Hij voedt zich niet met mensbaksels maar met smerige Snoskommers, drinkt daarbij liters Fropskottel en produceert zo de meest indrukwekkende flitspoppers.


Als je geen idee hebt waar ik het over heb... spoed je naar de bieb of boekhandel en léés dit boek, of beter nog... lees het voor, geen boek leuker om voor te lezen dan dit boek... je kunt fluisteren en bulderen, en het staat vol met prachtige tongbrekende zinnen in vermakelijke reuzentaal.
Sofie en de GVR, om nog even op het verhaal terug te komen, worden dikke vrienden en verzinnen samen een plan om al dat oppeuzelen van mensbaksels te stoppen. Dat plan kan ik hier uiteraard niet onthullen, maar ik kan nog wel melden dat de Koningin van Engeland er hoogstpersoonlijk aan te pas komt.
Kortom, een absolute aanrader dit boek.
Dahl is en blijft de meester van dit genre.


ISBN 9789026131783 Hardcover 206 pagina's | Uitgeverij De Fontein | maart 2006
Met illustraties van Quentin Blake

© Wil, mei 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER

 

Het grote griezelkookboek
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Heb je wel eens Holle-Kiezen-Vullende Karamels gemaakt of Butterscotchdrank of.... aflikbaar behang voor kinderkamers zoals in Sjakie en de chocoladefabriek? Maar ook heel leuk om te maken is Kikkergebak of Tongharkers en Lichtgevende Lolly's om 's nachts in bed te eten of... lekkere Grote Vriendelijke Reuzencake met kandijsuiker en slagroom... hmmm. En wat ook héél erg lekker is, is Wonka's Super Spekkiesnappersaus met chocola en marshmallows en slagroom.. Burp (oei ik moest even een boertje laten, ik zit zo vol van al dat lekkers want ik had ook al Het Koninklijke Ontbijt voor Reuzen in de groei op!)
En eigenlijk had ik ook nog Wonka's Notenknapperroomreep willen eten en ik heb stiekem m'n vader en moeder Kaakklevers voor Praatgrage Ouders gegeven. Nu kunnen ze even lekker niet praten en kan ik eindelijk eens lekker met m'n vriendje kletsen zonder dat m'n moeder zegt: Het is afgelopen, je moet NU tandenpoetsen en naar bed! Maar dat zou ik eigenlijk nu niet erg vinden want ik heb Eetbare Marshmallow Hoofdkussens gemaakt. (Ook voor pappa en mamma) dat is een verrassing, maar of ze dat nu nog zo leuk vinden weet ik niet want ik geloof dat ze een beetje boos zijn...
Weet je wat? Ik maak Opstijglimonade met prik voor ze! Ze blijven dan heel lang zweven (ze weten niet dat ze een boertje moeten laten om naar beneden te komen) En als ze per ongeluk een boertje laten dan heb ik De Appelwijn van Boer Biet voor ze klaarstaan. Ze gaan altijd lachen als ze dat drinken. (Maar mamma doet er wel altijd wat door dan wat ik niet mag, en dat hoef ik ook niet, het stinkt!)
Nou ik ga weer hoor, mijn vriendje wil nog Horzels in stinkhommelvet maken voor zijn nare zusje! Dat vind ik eigenlijk wel zielig dus ik ga proberen of hij dan Knapperige wespenangels wil maken (die zijn heel lekker).
Als je ook wat lekkers wil maken dan moet je aan je vader of moeder dit boek vragen, je zegt gewoon dat je ze wil verrassen, dat vinden ze altijd leuk.
Je moet wel dit aan ze doorgeven:


Hardcover | 220 Pagina's | Uitgeverij De Fontein ISBN 9789026123597 vanaf 9 jaar
vertaald uit het Engels door H. Haakma Wagenaar

Doei
Dettie


O ja, dat vergeet ik nog, we hebben zo gelachen om de tekeningen, vooral die bij de Zoete Egelpennen, die pennen zaten in een mevrouw d'r bips geprikt!


Lees de reacties op het forum, klik  hier!

 
De giraffe, de peli en ik
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Een hernieuwde uitgave (7e druk) van het boek dat al in 1985 voor het eerst verscheen. En het is te begrijpen dat dit verhaal nog steeds in trek is. Roald Dahl weet, zoals altijd, je te verrassen met zijn originele vondsten zo ook in dit verhaal.


Vlakbij de straat waar Billy woont staat een huis leeg, het is helemaal vervallen. Vroeger was het een snoepwinkel en Billy's moeder weet nog dat het 'De zoete inval' genoemd werd. Het huis staat al heel lang te koop. Vaak heeft Billy ervan gedroomd dat hij het kon kopen en er weer een snoepwinkel van kon maken.
Op een dag zie hij dat het huis verkocht is en verbouwd wordt. Maar wat een rare deur komt er in... en op die deur staat 'Het LGWB', wat dat betekent ziet hij op het raam. Het Ladderloze Glazenwassersbedrijf!
Billy is natuurlijk heel nieuwsgierig wie er is komen wonen, gelukkig gaan de ramen open en hij ziet, een giraffe, een aap en een pelikaan! Zij blijken samen het Glazenwasserbedrijf te vormen. Ze willen graag gauw werk want ze hebben erge honger. De hertog van Heiligerlee zoekt al 50 jaar naar een goede glazenwasser want hij heeft 677 ramen in zijn huis. En gelukkig komt de chauffeur hen vragen of zij willen komen ramen lappen... Als de Hertog ze ziet snapt hij er in het begin niet veel van maar als hij vraagt wat voor wezens ze eigenlijk zijn, zingt de aap:


"Wij poetsen tezamen
ook uw hoogste ramen
brandschoon in één ogenblik.
Wij staan vastberaden
tot uw dienst, Uwe Genade.
De Giraffe, de Peli en ik."


Maar... zal ze dat lukken? Zoveel ramen? En zo hoog! Het is nog nooit iemand gelukt om bij de hoogste ramen te komen...


Eigenlijk heeft Roald Dahl geen introductie meer nodig, ik denk dat iedereen wel één of meer verhalen van hem kent.
Dit is ook weer zo'n heerlijk verhaal met allerlei grappige verwikkelingen. De dieren hebben allemaal aparte vaardigheden en eigenschappen. Ze zingen veel liedjes Het hele verhaal is weer met veel humor, zo kenmerkend voor Dahl, geschreven. En de zwart-wit tekeningen van Quentin Blake maken het helemaal af. Erg leuk boek!


Hardcover | 79 Pagina's | de Fontein Jeugd | 2007 ISBN10: 9026115881 van 7- 9 jaar
vertaling Huberte Vriesendorp

© Dettie, maart 2007

 Reageren? Klik hier!

 
Joris en de geheimzinnige toverdrank
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Een boek van Roald Dahl blijft een plezier om te lezen, zo ook dit boek. Het is voor het eerst uitgegeven in 1981 en nu opnieuw gedrukt (voor de 31e keer!) en terecht.


Joris heeft een oma die bij zijn ouders in huis, een boerderij, woont. Het is een rotoma, ze is altijd chagrijnig, zit altijd te mopperen en wat het meeste gemene aan oma is... zo gauw Joris' ouders niet thuis zijn probeert ze hem bang te maken met enge verhalen. Maar Joris is niet bang uitgevallen, hij heeft wel een enorme hekel aan zijn oma met haar mondje als een hondenkontje.
Op die zaterdag is hij weer alleen met oma en ja hoor ze begint hem weer te pesten en Joris is het zooo zat! Hij bedenkt allemaal dingen om oma te laten verdwijnen, kon hij haar maar laten ontploffen of zoiets.
Oma moet om elf uur haar drankje hebben maar Joris vindt dat het drankje helemaal niet helpt. Oma blijft een zure, oude mopperpot. Maar... dat drankje brengt hem wel op idee, hij kan een toverdrank maken! Misschien verdwijnt ze dan wel, of wordt ze aardig of... Joris gaat aan de slag en wat er dán allemaal gebeurt...


Zoals altijd is het een verhaal vol fantasie, het leuke is ook dat oma nu eens niet de lieve begrijpende oma is maar een knorrige brompot. De vader van Joris vindt dat ook, laat dat ook blijken en diep in haar hart vindt moeder het ook een kribbige zuurpruim, maar dat zegt ze natuurlijk niet over haar eigen moeder. Wat er allemaal gebeurt is weer vol humor beschreven en de grappige zwart-wit tekeningen van Quentin Blake maken het verhaal helemaal áf.
Gewoon lezen dit boek en genieten!


Hardcover | 94 Pagina's | Uitgeverij De Fontein augustus 2007 ISBN10: 9026123264 | ISBN13: 9789026123269 vanaf 8 jaar
Vertaald door Huberte Vriesendorp

© Dettie, september 2007

Reageren? Klik hier!
 

De fantastische Meneer Vos
tekst Roald Dahl
tekeningen Quentin Blake


Beneden in het dal lagen drie boerderijen. De eigenaars van de boerderijen hadden goede zaken gedaan. Ze waren rijk. Ze waren ook gemeen. Alle drie waren zo vals en gemeen als je nog nooit hebt meegemaakt. Ze heten boer Bolus, boer Bits en boer Biet.


Zo begint dit boek van Roald Dahl. Bolus was een heel dikke kippenboer. Bits was eenden- en ganzenboer en heel klein. Biet was een kalkoen- en appelboer. Biet was lang en heel mager, hij at niet maar dronk alleen maar liters van zijn eigen appelwijn. Wel was hij de slimste van de drie.
Kinderen hadden een hekel aan de drie boeren. Elke keer als zij ze tegenkwamen zongen ze.


Bolus en Bits en Biet
Eén dik, één klein en één dunne spriet.
Die ellendige schurken
Met neuzen als augurken
Een valser soort boeven vind je niet.


Boven op de heuvel woonde Meneer Vos, Mevrouw Vos en hun vier Kleine Vosjes. Elke dag vroeg Meneer Vos aan zijn vrouw wat zij wilde eten. Een mollig kipje van Bolus? Een eend of gans van Bits of een mooie kalkoen van Biet? En elke dag haalde Meneer Vos het eten waar zij trek in had bij een van de boeren vandaan. De drie mannen hadden al vaak geprobeerd Meneer Vos te vangen maar die was veel te slim.
Nu had Biet een idee, ze zouden Meneer Vos opwachten bij zijn hol! Zo gezegd zo gedaan... Met geladen geweren lagen de drie mannen te wachten op de komst van Meneer Vos. Gelukkig ontdekte Meneer Vos de drie net op tijd en vlucht terug zijn hol in. Ze hebben alleen zijn staart eraf geschoten. Maar wat nu? Ze kunnen niet naar buiten en ze moeten toch eten.
De drie mannen zitten ondertussen niet stil. Ze willen de vossenfamilie uitgraven. Maar vossen kunnen ook goed graven en zo graven de boeren en de vossen om het hardst. Gelukkig zijn de vossen net iets sneller. Op het laatst is iedereen uitgeput en besluiten Boulus, Bits en Biet te gaan waken bij het hol. De mannen die op de boerderij werken moeten de heuvel omsingelen... Geen enkel dier kan meer weg.
De vossen krijgen erge honger, en na drie dagen houden ze het haast niet meer uit. Maar gelukkig krijgt Meneer Vos een geweldig plan.


Net zoals zijn andere boeken is dit boek van Roald Dahl ook weer verrassend, boeiend en humoristisch. De tekeningen van Quentin Blake vullen het verhaal mooi aan. Het is mooi zoals Roald Dahl de eigenschappen van dieren weet te gebruiken voor zijn verhaal. Je zit af en toe breed te glimlachen om de grappige vondsten.
Kortom, een fantastisch verhaal van een fantastische schrijver over een fantastische vos.


Tien procent van de auteursopbrengst van dit boek gaat naar diverse Roald Dahl-liefdadigheids­instellingen.
zie http://www.roalddahlfoundation.org
en http://www.roalddahlmuseum.org

Het boek is verfilmd en was te zien in de bioscoop onder de titel Fantastic Mr. Fox met o.a. stemmen van George Clooney, Meryl Streep, Anjelica Huston en Bill Murray


ISBN 9789026127427 Hardcover 96 pagina's, uitgeverij De Fontein april 2010
Leeftijd: Vanaf 8 jaar

© Dettie, mei 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER