jeugd 6-9 jaar

Emile Bode

Het geheim van de Tierelantijn
illustraties: Ineke Goes
tekst: Emile Bode


Nienke is de zevenjarige dochter van de schatrijke Meneer en mevrouw van Leeuwendaal. Ze woont in een heel groot huis in Larenhout en heeft heel veel en heel mooi speelgoed. Maar het meest gek is ze op haar knuffel die ze toen ze toen ze nog maar net kon praten Poesje noemde. Het is een klein, grijsbruin muisje met een staartje en helderblauwe ogen en een roze mondje. Poesje is haar troetelknuffel, zonder Poesje kan ze niet slapen. Ze heeft Poesje gekregen van tante Alie de huishoudster die bijna elke dag komt schoonmaken. Het is ook tante Alie die haar leerde lezen en tellenwant haar vader en moeder hebben het veel te druk met hun werk. Haar moeder (29) verdient veel geld als fotomodel, ze is heel knap en slank. Haar vader (39) heeft een winkelketen waar ze elektronica zoals heel platte televisies, dvd's en computers verkopen. Hij heeft een kaal hoofd en een dikke buik.  Nienke draagt een bril en ziet er heel gewoon uit maar haar vader vond haar wel heel erg lelijk toen ze geboren werd. Gelukkig is hij nu van mening veranderd.


Meneer van Leeuwendaal heeft die dag een plan, hij wil in de grote bostuin naast het huis een tennisbaan aanleggen, en als hij een plan heeft moet dat ook onmiddellijk uitgevoerd worden. Daarom vraagt hij geen toestemming aan de gemeente en geeft hij klusjesman Theo de opdracht om over een week de oude beukenbomen te kappen. Drie kleine mannetjes horen meneer van Leeuwendaal praten over het plan en schrikken enorm! Dat mag niet!
Die nacht komt knuffel Poesje tot leven en neemt Nienke mee naar de oude bomen en daar ontmoet ze Guit, Gom en Grimas. Het zijn groepies, ze zijn niet groter dan een mobieltje. Ze dragen een blauwe overall, gele mutsjes, en bruine laarsjes. En hun gezicht heeft net zo'n kleur als Saïd, het Marokkaanse jongetje dat in de klas van Nienke zit.
De groepies vertellen haar dat de oude bomen geen beuken zijn maar heel zeldzame tierelantijnen. Het zijn zelfs de enige tierelantijnen in heel  Nederland. De groepies eten de nootjes van de tierelantijnen, daar zit een medicijn in dat ze nodig hebben om te kunnen leven. En nu wil de vader van Nienke de laatste tierelantijnen kappen. Dat kan natuurlijk niet, want dan gaan ze dood.
Weer terug in bed piekert Nienke zich suf, hoe kan ze de drie groepies redden? Gelukkig krijgt ze een idee.  De groepies zijn helemaal blij.
En dan... wordt Nienke ontvoerd door drie akelige mannen! Ze eisen heel veel losgeld van Nienkes vader, maar kan hij wel aan zoveel geld komen?
Nienke is ondertussen heel slim bezig en heeft iets bedacht waardoor ze haar kunnen vinden. De groepies, Poesje en zwerfkater Jansen gaan natuurlijk op pad om Nienke te bevrijden... Maar lukt dat wel en zijn ze wel op tijd terug om de oude tierelantijnen te redden?


Een leuk, spannend, grappig verhaal. Natuurlijk bestaan kleine mannetjes en pratende katten en knuffels niet maar het wordt aannemelijk gemaakt. Soms neigt het naar het té onwaarschijnlijke, het is op het randje, maar het kan allemaal nog nèt. Het verhaal heeft enorme vaart, er gebeurt heel veel en ook dat kan allemaal net, veel méér avontuur had niet in het verhaal moeten zitten.
De namen zijn leuk bedacht, een muisje dat Poesje heet, er is een Tip van Bootz en een Japie Klappetand evenals een professor Zienderogen en Tinus Frikadel.
Erik Bode is geboren in 1954 en dat is soms te merken zoals bijvoorbeeld aan stukjes liedtekst en de naam Tip van Bootz die allen voorkwamen in de jaren zeventig van de vorige eeuw (zoals o.a. Oerend hard en Kom van dat dak af). Het is wel goed in het verhaal gebruikt, kinderen kennen deze liedjes waarschijnlijk niet eens.  Doorheen het boek staan grappige zwart-wit tekeningen van Ineke Goes die prima bij het verhaal passen.
Kortom een vermakelijk vlot geschreven verhaal dat kinderen denkelijk erg zullen waarderen.
Emile Bode is journalist, publicist en televisiemaker. Sinds 2001 schrijft hij de populaire rubriek Huishoudtips in De Telegraaf.


ISBN 9789049926076 Hardcover 175 pagina's Uitgeverij Moon december 2012
Leeftijd 6-9 jaar

© Dettie, 2 januari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het geheim van de Tierelantijn
Emile Bode


Een drietal kleine mannetjes - nee, geen kabouters! Het zijn groepies – vragen de zevenjarige Nienke om hulp als ze ontdekken dat haar vader hun leefomgeving dreigt te vernietigen. De schatrijke zakenman wil namelijk een tennisbaan aanleggen en daarvoor moeten een aantal bomen omgehakt worden. Dat zijn nu net de bomen waar de mannetjes afhankelijk van zijn, en ze hopen maar dat Nienke hen kan helpen. Dat wil ze graag doen,  want ze vindt de bomen mooi, en de mannetjes aardig. Ze hebben zelfs haar liefste knuffel levend gemaakt: ‘Poesje’, een klein smerig, maar erg geliefd muisje!
Later krijgen ze ook nog hulp van de buurtkat, die goed te pas komt als een stel boeven Nienke ontvoert om losgeld te kunnen eisen van haar ouders. Nienkes vader en moeder zijn namelijk schatrijk.
Zal het Nienke lukken te ontsnappen aan de boeven? En komt ze dan nog op tijd om de bomen te redden, die al heel snel omgehakt dreigen te worden?


Op zich is het een leuk fantasierijk verhaal. Maar:  het is allemaal prima dat er fantasiewezens zijn - de mannetjes, een levende knuffel en een superkat, maar waarom neemt de schrijver ook nog eens een loopje met de werkelijkheid?  De boeven zijn een stel stommeriken, die hun ‘beroep’ niet waardig zijn: ze lijken geen enkele moeite te doen om uit de handen van de politie te blijven.  Nienkes vader is misschien wel een gewiekst zakenman, maar in de omgang met zijn dochter is hij maar dommig bezig.
Dan heeft de milieubeweging ook nog een rol in het verhaal; hun manier van handelen is niet geloofwaardig, en dan heb ik het nog niet eens over de bomen die bedreigd worden. Volgens de titel heeft de Tierelantijn een geheim? Hm, wat dan?
Ik vind het sowieso niet erg overtuigend om een bedreigde boom zo’n fantasienaam mee te geven.  Was het de bedoeling om aandacht te besteden aan een milieukwestie?  Waarom dan niet een bestaande boom/plant? Dat overtuigt meer!


Dan is het boek ook nog bedoeld voor jonge kinderen. Van 6 tot 9 jaar. Kinderen van 6-7 jaar kunnen nog maar net lezen, en dan is dit geen geschikt boek: het zijn lange lappen tekst, met lange zinnen en lange woorden, en veel te weinig tekeningen. Is het bedoeld om voor te lezen? Je zou het zeggen, gezien de grapjes die er in zitten, en de liedteksten, die een kind echt niet kent. Eén hoofdstuk per voorleessessie lijkt me evenwel te veel gevraagd, zowel voor de lezer als voor de luisteraar, en dan duurt het nog een week of drie voor het uit is.
Zelf lezen als een kind ouder is? Dat kan – misschien – als de tekstlengte hen niet afschrikt, maar een kind dat ouder is, is ook wijzer, en pikt niet alles wat hier voorgeschoteld wordt.
Conclusie: het verhaal is te lang voor jonge kinderen (die boeven hadden in een tweede deel kunnen komen opdraven!);  de tekst had meer verlevendigd mogen worden, met ook meer witregels op een pagina.  En de kant van het verhaal die realistisch is, had realistischer moeten zijn. Met de fantasiekant is niets mis overigens.


ISBN 9789049926076 | Hardcover | 175 pagina's | Moon | december 2012
illustraties: Ineke Goes Leeftijd 6-9 jaar

© Marjo, 9 januari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER