Diverse auteurs

Hippe heksen en toffe tovenaars
10 magische voorleesverhalen

Lekkere voorleesverhalen…
Tovenaars en heksen, dat valt altijd prima bij kinderen.
Er is wel niveauverschil. Het eerste verhaal bijvoorbeeld gaat over daten ‘Heks Zoekt Tovenaar’: een heks zoekt iemand die slim is, en lief en liefst ook grappig is. Haar vriendin helpt haar ermee, maar het heksje vindt de tovenaars die op de afspraak verschijnen maar niets. Het slot voel je als volwassene wel aankomen.
Of een kind van 6 dit begrijpt of ook leuk vindt? Hm. Voor oudere kinderen is het prima natuurlijk.
Daarentegen is het laatste verhaal ‘De heksen van Wilgenburcht’ misschien wel te simpel voor een tienjarige, terwijl dit voor een jonger kind beter te behappen valt.

De onderwerpen van de verhalen zijn eigentijds: over de liefde, over kokkerellen, over een pleeggezin en bijzondere gezinsvormen. Maar ook over kabouters, over een leerschool voor heksen en natuurlijk heeft ieder verhaal een magisch tintje. ‘Het Geheimzinnige Ei’, misschien niet zo origineel, maar wel heel leuk!
‘Magie met mayonaise’! een mooi verhaal met een bijzondere boodschap, in een leuk vertelsel.
Ieder verhaal heeft behalve een andere schrijver ook een andere illustrator!
Achter in het boek staat wie ze zijn. Sommige namen zijn bekend, andere minder. Maar dat de verhalen leuk zijn staat buiten kijf! En dat kinderen met plezier naar de illustraties zullen kijken ook!

De schrijvers zijn: Ruby Coene, Femke Dekker, Karine Jekel, Marloes Kemming, Kelly van Kempen, Anke Kranendonk; Will Kranendonk, Lucas van de Meerendonk, Cora Sakalli en Pamela Sharon.
De illustratoren: Lena Addink, Nicole van Dooren, Yulia Gorkina, Aida de Jong, Nadia Meezen, Pyhai,
Elisa Stolwijk, Michiel van Thillo, Ingrid Wuyster en Stefan Yamá Cab.

ISBN 9789048864775 | Hardcover | 128 pagina's | Uitgeverij Moon | september 2023
Leeftijd vanaf 6 jaar (voorlezen)

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Mijn zelfleesboek voor groep 5
Diverse auteurs

Blijven oefenen met lezen, dat is heel belangrijk. Daar heb je mooie, grappige, en/of boeiende verhalen voor nodig. In dit boek zijn er een flink aantal verzameld, met als doelgroep kinderen die op leesniveau E4 tot E5 zitten. De indeling is ook volgens deze aanduidingen, met voorin een inhoudsopgave van de verhalen: schrijver plus illustrator.

Bij E4 (eind groep 4) hoort de volgende moeilijkheidsgraad:
Eén, twee en drielettergrepige woorden, met gemiddeld negen woorden in enkelvoudige zinnen. Er mogen minder bekende woorden gebruikt worden, maar de lezer kent nog niet de uitspraak van woorden op –tie, en leenwoorden kunnen alleen zonder afwijkende klanken.

Het volgende niveau is M5. Nu mogen woorden gerust lang zijn en meer lettergrepen bevatten. Zinnen mogen samengesteld zijn. Het mag weer wat moeilijker, de verschillende c-klanken zullen bijvoorbeeld geen probleem meer zijn, ‘-tie’ wordt goed gelezen, en een kleiner lettertype kan ook.

En zit een kind eenmaal op leesniveau E5, het einde van groep 5, dan mag je verwachten dat meer lettergrepen, samengestelde zinnen geen probleem meer zijn. Ook moeilijker woorden, als horloge en chauffeur zijn dan wel bekend.

Met deze uitleg in je hoofd zie je dat het eerste verhaal toch wel een uitdaging is. Hier lopen de zinnen al door, en niet iedere zin beperkt zich tot negen woorden. Enkelvoudig zijn ze ook niet altijd.
Dit verhaal – van Marjon Hoffman - zou je eerder als laatste in deze categorie verwachten. Want de volgende verhalen ogen allemaal makkelijker. Daar beginnen nieuwe zinnen meestal op een nieuwe regel, zoals kinderen die net boven M4 gegroeid zijn gewend zijn. Het eerste verhaal het moeilijkst, dat is niet logisch.
Dit doet overigens niets af aan het feit dat de keuze van de verhalen qua inhoud helemaal goed is. Ze zijn allemaal leuk. Of spannend. Er is ook een hoofdstuk met moppen. Je vindt er sciencefiction- en griezelverhalen, dierenverhalen, en ook verhalende non-fictie.
Voor ieder kind kan hier wat leuks vinden!

En als het smaakt naar meer: achterin kan je terugvinden uit welk boek het verhaal komt. Vind je bijvoorbeeld het verhaal over Vos en Haas leuk? Dan is er het boek Een boef in het bos van Sylvia Vanden Heede. En als je verder zoekt: er zijn nog meer boeken over Vos en Haas! Kan je lekker verder lezen!
Zo is het ook met het verhaal over Blitz van Rian Visser. En met Mees Kees van Mirjam Oldenhave kan je ook een hele serie vooruit!
Een enkel verhaal is nieuw, dat vind je dan niet terug in een boek, ze zijn wel geschreven door kinderboekenschrijvers. Lizette de Koning, Linda Vogelesang en Mohana van den Kroonenberg hebben wel andere boeken geschreven. Yorick Goldewijk en Arend van Dam deden dat ook.

De verhalen van Marjon Hoffman, Vivian den Hollander, Mirjam Oldenhave, Rian Visser en Sylvia Vanden Heede vind je terug in genoemde boeken, net als die van Pim Lammers, Reggie Naus, Rene van der Velde, Thijs Goverde en Jette Schroder. En de moppen komen uit de bundel van Jolande Horsten.
Bij ieder verhaal vind je ook illustraties, vaak ook afkomstig uit het boek waar het verhaal uit komt.

Een boek voor veel leesplezier dus, met voor ieder kind een of meer leuke verhalen.

ISBN 9789021682419 | Hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | januari 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER

Het megagrote Kidsweek moppenboek
De allerbeste moppen en raadsels

Al tien jaar maakt Kidsweek, de leukste krant van Nederland, moppenboeken!
Dit is een jubileumeditie waarin de beste van al die jaren verzameld zijn en al betekent dat er een aantal tussen zitten die je bekend voorkomen, de tijdsspanne van tien jaar betekent ook meteen dat het niet zo erg is: er zijn immers steeds nieuwe lezers!

Zoals steeds in deze moppenboeken is er een variatie. Er zijn hele korte grappen, die meestal ook wel de flauwste zijn. Veel woordgrapjes als deze:

Wat krijgt een kers als hij uit de boom valt?
antwoord: een kersenschudding.

Of:

Wat zegt een kip met een smartphone
Antwoord: Tiktoktiktoktiktok

Maar er staan ook moppen in die echt grappig zijn, al hangt dat natuurlijk samen met wat voor gevoel voor humor je hebt. Die kleine raadseltjes zoals hierboven dat vinden vooral de jongere kinderen heel erg leuk.

Thilin en haar moeder zijn een dagje op het strand. Thilini komt net het water uit en vraagt: ‘Mam, mag ik een koekje?’
‘Straks, als je opgedroogd bent.’ zegt haar moeder.
‘Oké,’ zegt Thilini, ‘dan ga ik ondertussen even het water in.’

En deze is toch ook leuk:

Said gaat met de klas naar het politiebureau voor een praktijkles.
Op een bord ziet hij foto’s van de tien meest gezochte criminelen.
Said wijst naar een foto en vraagt of dat echt de gezochte persoon is.
‘Ja,’ zegt de agent, ‘we zijn erg hard naar hem aan het zoeken.’
‘Maar waarom hield u hem dan niet vast toen u de foto maakte? ‘ vraagt Said.

Er staan wat tekeningen verspreid in het boek, soms ook met een grappig tekstje erbij. Alle moppen en raadsels staan los van elkaar, dat leest prettig.
Vooruit, nog eentje.

Een man zit in de trein. Hij zit met zijn voeten op de stoel tegenover hem. De conducteur komt langs en zegt: ‘Meneer, dat doet u thuis toch ook niet?’
Waarop de man zegt: ‘U knipt thuis toch ook geen kaartjes?’

Blijven lachen is het devies…

Lees de reacties op het forum, klik HIER

Kidsweek moppenboek 9
Thema kleur
Diverse auteurs

Dat moge duidelijk zijn, dat thema kleuren: er zijn heel veel korte mopjes over kleuren. Het zijn raadseltjes zoals we die allemaal wel kennen en die heel populair zijn bij kinderen. Ze lachen er zelf het hardst om waarschijnlijk.
Er zijn er heel veel die verband houden met de aardbei:

‘Het is rood en het kwispelt.’
‘Het is rood en het is heet.’
‘Het is rood en er staan kaarsjes op.’
‘Het is rood en het is scherp’.

Zo zijn er nog meer. En natuurlijk ook met andere kleuren.
Deze is wel grappig:

‘Er komt een mooie oranje goudvis bij de dokter. ’Ik zie het al’, zegt de dokter. ‘Uit de kom!’

Natuurlijk zijn ze best flauw, maar net zo goed wel leuk.

Deze ook:

‘Laila vraagt haar vader: ’Wat is vijf centimeter lang, vijf centimeter breed en heeft twee rode oortjes?’
‘Dat weet ik niet,’ zegt haar vader.
Laila zegt: ‘een kwaspelbeestje.’
‘Wat is een kwaspelbeestje?’ antwoordt haar vader.
‘Nou,’ zegt Laila. ‘Dat is een beestje van vijf centimeter lang, vijf centimeter breed met twee rode oortjes!’

Wat een domme papa toch!

En voor je denkt dat dit een en al flauwekul is: het zijn vaak woordgrapjes, goed voor het taalgevoel. Ook is menig mopje goed voor de ontwikkeling van logisch denken.
Maar natuurlijk is het vooral een training van de lachspieren!

Lees de reacties op het forum, klik HIER

Lees meer...

Pagina 1 van 2

<< Start < Vorige 1 2 Volgende > Einde >>

jeugd 6-9 jaar

Diverse auteurs

Lees meer...